Steeds betere benadering voor het getal π

Vergelijkbare documenten
STEEDS BETERE BENADERING VOOR HET GETAL π

Opgaven Inleiding Analyse

(b) Formuleer het verband tussen f en U(P, f), en tussen f en L(P, f). Bewijs de eerste. (c) Geef de definitie van Riemann integreerbaarheid van f.

Analyse 1 Handout limieten en continuïteit

V.2 Limieten van functies

III.3 Supremum en infimum

1 Limiet van een rij Het begrip rij Bepaling van een rij Expliciet voorschrift Recursief voorschrift 3

Aanvullingen bij Hoofdstuk 8

Schijnbaar gelijkbenige driehoeken

III.2 De ordening op R en ongelijkheden

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s.

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, , Examenzaal

De Minimax-Stelling en Nash-Evenwichten

Z.O.Z. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 2016, 12:30 15:30 (16:30)

Computerrekenpakket Maple zesde jaar

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde. vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30

8. Differentiaal- en integraalrekening

Machten, exponenten en logaritmen

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07

Studiewijzer Wiskunde 1 voor B(2DB00, 2DB30), cursus 2005/2006

Hoofdstuk 11: Eerstegraadsfuncties in R

1 Rekenen in eindige precisie

Inhoud college 4 Basiswiskunde. 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie

Examen G0U13 - Bewijzen en Redeneren,

V.4 Eigenschappen van continue functies

Uitgewerkte oefeningen

Definitie 1.1. Een partitie van een natuurlijk getal n is een niet stijgende rij positieve natuurlijke getallen met som n

Inleiding Analyse 2009

5 Eenvoudige complexe functies

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1)

OVER IRRATIONALE GETALLEN EN MACHTEN VAN π

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie

5. Vergelijkingen Vergelijkingen met één variabele Oplossen van een lineaire vergelijking

Convergentie van een rij

Kettingbreuken. 20 april K + 1 E + 1 T + 1 T + 1 I + 1 N + 1 G + 1 B + 1 R + 1 E + 1 U + 1 K + E + 1 N A + 1 P + 1 R + 1 I + 1

Wat kan er (niet) zonder ε-δ?

Aanvulling bij de cursus Calculus 1. Complexe getallen

1. (a) Formuleer het Cauchy criterium voor de convergentie van een reeks

Deel 2. Basiskennis wiskunde

De studie van vlakke krommen gegeven in parametervorm. Lieve Lemmens en Andy Snoecx

(iii) intervallen, bijvoorbeeld afgesloten intervallen zoals D = [0, 1] := {x en halfopen intervallen zoals D = (0, 1] := {x R 0 < x 1},

Hints en uitwerkingen huiswerk 2013 Analyse 1 H18

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen.

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

Overzicht Fourier-theorie

Calculus I, 23/11/2015

(x x 1 ) + y 1. x x k+1 x k x k+1

Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 Uitwerking en opmerkingen

dx; (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [0, a]: dx te berekenen.(oef cursus) Gegeven is de bepaalde integraal I n = π

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007)

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015

Vlakke meetkunde. Module Geijkte rechte Afstand tussen twee punten Midden van een lijnstuk

Dualiteit. Raymond van Bommel. 6 april 2010

TW2040: Complexe Functietheorie

Over de construeerbaarheid van gehele hoeken

VERZAMELINGEN EN AFBEELDINGEN

Convexe Analyse en Optimalisering

Opgaven Inleiding Analyse

Inleiding Analyse. Opgaven. E.P. van den Ban. c Mathematisch Instituut Universiteit Utrecht Voorjaar 2003, herzien

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 16 mei uur

Schoolagenda 5e jaar, 8 wekelijkse lestijden

18.I.2010 Wiskundige Analyse I, theorie (= 60% van de punten)

Naam: Studierichting: Naam assistent:

PARADOXEN 2 Dr. Luc Gheysens

Functievergelijkingen

GISCORRECTIE EN OPTIMALISEREN VAN SLAAGKANSEN

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Calculus C (2WCB1) op zaterdag 25 januari 2014, 9:00 12:00 uur

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Basiswiskunde, 2DL03, woensdag 3 oktober 2007.

2 Modulus en argument

Hoofdstuk 3 - Transformaties

Noordhoff Uitgevers bv

is de uitspraak dat als A waar is B ook waar is, A B staat voor A en B zijn equivalent: A B en B A, A staat voor de logische ontkenning van A,

Stelling van Pythagoras

n=0 en ( f(y n ) ) ) n=0 equivalente rijen zijn.

Goniometrische functies

TW2040: Complexe Functietheorie

More points, lines, and planes

Eigenschappen van continue en afleidbare functies

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Faculteit Wiskunde en Informatica

Airyfunctie. b + π 3 + xt dt. (2) cos

Reeksnr.: Naam: t 2. arcsin x f(t) = 2 dx. 1 x

Tentamen Discrete Wiskunde

25 JAAR VLAAMSE WISKUNDE OLYMPIADE. De slechtst beantwoorde vragen in de eerste ronde per jaar

Schoolagenda klas 4d LWi

Zomercursus Wiskunde. Module 13 Ongelijkheden en absolute waarde (versie 22 augustus 2011)

Nulpunten op een lijn?

G Biochemie & Biotechnologie, Chemie, Geografie. K Geologie, Informatica, Schakelprogramma s

Schoolagenda klas 4d W

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen

Bewijs door inductie

Convexe Analyse en Optimalisering

De parabool en de cirkel raken elkaar in de oorsprong; bepaal ook de coördinaten van de overige snijpunten A 1 en A 2.

Examen VWO. Wiskunde B Profi

2. Het benaderen van nulpunten

Reëelwaardige functies van één of meer reële veranderlijken

1 Kettingbreuken van rationale getallen

META-kaart vwo3 - domein Getallen en variabelen

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element.

Transcriptie:

Wiskunde & Onderwijs 38ste jaargang (2012 Steeds betere benadering voor het getal π Koen De Naeghel Samenvatting. We bespreken een oplossing voor de (veralgemeende opgave Noot 4 uit Wiskunde & Onderwijs nr. 139 [4]. Onze inspiratie halen we uit het grafisch representeren van iteraties. 1. Inleiding Het presenteren van een oplossing van een probleem gebeurt doorgaans op een heldere manier. Helder in de zin dat men van de lezer verwacht alle stappen in het gepresenteerde bewijs of oplossing te kunnen volgen. Tevens is men geneigd een voorkeur te uiten voor elegante oplossingen : men start met een origineel idee of een niet voor de hand liggend verband, halverwege komt een onverwachte wending, etc. De schoonheid van zo'n bewijs of oplossing is onbetwistbaar, en voor enkele van deze pareltjes verwijzen we naar [1]. Maar vaak hebben zo'n elegante bewijzen ook een nadeel : zij geven doorgaans geen inzicht in hoe de auteur die oplossing op het spoor gekomen is. Het denkproces dat de auteur onderging bij het oplossen van een probleem of het bewijzen van een stelling gaat grotendeels verloren. En net in het tonen van dit proces ligt een grote didactische waarde. Leerlingen leren niet al-leen uit de inhoud van bewijzen of oplossingsmethodes, maar ook uit hoe men die op het spoor komt. Het tonen van zo'n proces is een manier om probleemoplossend denken bij leerlingen te stimuleren. In dit artikel ondernemen we een poging om zo'n proces te expliciteren, en wel aan de hand van de volgende Opgave (noot 4 uit Wiskunde & Onderwijs nr. 139. P π ( P ( 2 = P ( 1 + sin P ( 1 Als 1 een benadering is voor met 2 P 1 4, dan is steeds een betere benadering voor π. Bewijs dat. Het vervolg van dit artikel is gestructureerd volgens het denkproces die wij bij het oplossen van dit probleem gevolgd hebben : (2 experimentele aanwijzingen : een zoekstrategie die zal leiden tot een bewijs van de opgave, maar ook naar een ruimer vermoeden (1 ; (3 meetkundige aanwijzingen : vooraf gegaan door wat voorkennis in verband met het spinnenwebmodel, die leidt naar een (nog net iets ruimer vermoeden (2 ; 18

(4 formeel bewijs van (2. We hopen dat de lezer na het doornemen van dit artikel niet alleen het formeel bewijs apprecieert, maar ook de experimentele en meetkundige aanwijzingen vooraf. 2. Experimentele aanwijzingen sin. Beschouw de functie f x = x + x Om de opgave te bewijzen, volstaat het om aan te tonen dat voor elke x [ 2, 4 ] \ { π } de rij x, f ( x, f ( f ( x,... ofwel strikt stijgend is die naar boven begrensd is door π, ofwel strikt dalend is die naar onder begrensd is door π. Merk op dat we x = π vermijden, vermits de opgave het heeft over een benadering voor π. Met behulp van een grafische rekenmachine (bijvoorbeeld TI-84 Plus kunnen we de eerste termen van zo'n rij als volgt berekenen : 2 f ( Interpretatie. We merken inderdaad dat de rij, 2, f f 2,... strikt stijgend is, naar boven begrensd is door π. Analoog observeren we dat bijvoorbeeld de rij 4, f ( 4, f f 4,... strikt dalend is, naar onder begrensd door π. ( Een algemeen bewijs hiervoor gaat als volgt : uit de klassieke ongelijkheden (zie verder voor een bewijs volgt ] π [ ] [ 0 < sin x < π x x 0, π x < sin x < 0 x π, 2π π ] 0, π [ ], 2 [ x < f x < x π < f x < x x π π Herhaaldelijk toepassen van deze ongelijkheden levert voor 2 x < π dat de rij x, f ( x, f ( f ( x,... strikt stijgend is, naar boven begrensd door π, en voor π < x 4 dat de rij x, f ( x, f ( f ( x,... strikt dalend is die naar onder begrensd is door π. Dit bewijst de opgave. Maar uit bovenstaand voorbeeld met de grafische rekenmachine komen we in de verleiding te denken dat de rij, 2, f f 2,... zelfs convergeert naar π. Dus we vermoeden : 2 f ( (1 [ ] ( ( x 2, 4 : de rij x, f x, f f x, f f f x,... convergeert naar π 19

Het stijgend resp. dalend karakter van de rijen levert ons meteen een hint op hoe we (1 kunnen bewijzen : een strikt stijgende (resp. dalende rij die naar boven (resp. onder begrensd is, convergeert naar het supremum (resp. infimum van die rij. Dus om (1 te bewijzen volstaat het om aan te tonen dat : [ π [ ( ] π ] ( x 2, : de rij x, f x, f f x,... is strikt stijgend met supremum π x, 4 : de rij x, f x, f f x,... is strikt dalend met infimum π Om de twee bovenstaande beweringen aan te tonen, dienen we te bewijzen dat π de kleinste bovengrens resp. grootste ondergrens is, hetgeen een sluitend argument vereist. Eén manier om zo'n argument te vinden is vanuit een meetkundige benadering van het probleem. In wat volgt herhalen we eerst enkele algemene begrippen in verband met het grafisch voorstellen van iteraties. 3. Meetkundige aanwijzingen Voorkennis. Zij, in het algemeen, f een continue functie met domein IR, en neem x IR. We kunnen de rij x, f ( x, f ( f ( x,... meetkundig voorstellen aan de hand van de volgende procedure : (1 duid de waarde aan op de x-as, en lees de waarde f x af op de y-as ; x f ( x P1 ( 0, f ( x = x Q1 ( f ( x, 0 f ( x f ( f ( x (2 plaats de waarde op de x-as. Dit kan door het punt te spiegelen om de rechte y, zodat we het punt bekomen. Door deze procedure te herhalen voor,, etc. bekomen we de onderstaande figuur links. Verbinden we de punten R x f x S1 ( f ( x, f ( x 2, ( S2 f ( f ( x, f ( f ( x Q0 ( x, 0 1 (,,,, R f x f f x, Dan bekomen we het zogenaamd spinnenwebdiagram van x (figuur rechts., etc. 20

Snijpunten van de grafiek van f met de rechte y = x worden fixpunten van de grafiek van f genoemd. Een fixpunt is dus van de gedaante P ( a, f ( a met IR waarvoor f a = a Zo n fixpunt noemt aantrekkend indien > ] + [ x f ( x ( a. ε 0 : x a ε, a ε : de rij,, f f x,... convergeert naar Meetkundig wil dit zeggen dat er een open omgeving van a bestaat waarvoor het spinnenweb- P a, f a. diagram voor elke waarde in die omgeving streeft naar het fixpunt ( Analoog definieert men een afstotend fixpunt (, x f ( x f ( f ( x liggen. Formeel, een fixpunt P ( a, f ( a noemt afstotend indien ε > 0 : x ] a ε, a + ε [ \ { a} : ( ( P a f a : als er een open omgeving van a is waarvoor de rij,,,... termen bereikt die niet meer in die omgeving ( ( ] ε ε[ k IN : f f f... f x... a, a + 1442443 k keer Met behulp van elementaire calculus kan men de volgende stelling bewijzen (zie [2] : Stelling. Zij f een afleidbare functie met domein IR, en zij P ( a, f ( a een fixpunt van de gra- fiek van f. Dan geldt als f '( a < 1 dan is P ( a, f ( a een aantrekkend fixpunt, als ' 1 dan is P a, f a een afstotend fixpunt. f ( a > ( sin Meetkundige aanwijzingen. Beschouw nu terug de functie f x = x + x, en neem x ] 0, 2 π [. Tekenen we het spinnenwebdiagram van x, dan merken we dat het spinnen- P π, π. webdiagram streeft naar het fixpunt Dit bevestigt ons vermoeden (1, en zelfs wat ruimer vermoeden we (2 x [ π ] x f ( x f ( f ( x f f ( f ( x 0, 2 : de rij,,,,... convergeert naar π 21

In een eerste poging om (2 te bewijzen passen we de bovenstaande stelling toe op de functie f x x x en het fixpunt P π, π. = + sin f '( x = 1 + cos x We hebben, zodat f ' π = 0 < 1. Bijgevolg is P een aantrekkend fixpunt, zodat alvast ε > 0 : x [ π ε, π + ε ] ( : de rij x, f x, f f x,... convergeert naar π Maar de stelling levert ons enkel het bestaan van een open omgeving van π waarvoor de rij x, f ( x, f ( f ( x,... convergeert naar π, terwijl we wensen aan te tonen dat deze uitspraak 0, 2 π. geldt voor de welbepaalde omgeving ] [ Alhoewel (2 duidelijk is op een figuur, is een figuur op zich geen bewijs. Maar het legt wel de reden bloot waarom voor elke x-waarde tussen 0 en 2π het spinnenwebdiagram convergeert naar het fixpunt P π, π : ] 0, π [ ] 0, π [ ] [ (1 voor elke x ligt de grafiek van f boven de rechte y x, zodat x < f x ; = = < (2 voor elke x ligt de grafiek van f onder de rechte y π, zodat f x π ; (3 over het interval 0, π bereikt de grafiek van f geen fixpunt, wat impliceert dat het spinnenwebdiagram voor convergeert naar het fixpunt P π, π. Een analoge redenering gaat op voor een formeel bewijs. x x ] π, 2 π [. Op deze manier komen we uiteindelijk tot 4. Formeel bewijs van (2 We zullen aantonen dat 22 (2 x [ π ] x f ( x f ( f ( x f f ( f ( x ] [ 0, 2 : de rij,,,,... convergeert naar π Neem x 0, π. Dan geldt alvast 0 < sin x. Anderzijds is sin z z voor elke z 0, π, zodat ook sin ( π x < π x. We verkrijgen 14243 sin x 0 < sin x < π x Hieruit besluiten we dat de rij x < 14243 x + sin x < π. f ( x ( < ] [ x, f x, f f x... strikt stijgend is met bovengrens π. Zoals vermeld in het begin van dit artikel rest ons nog aan te tonen dat π de kleinste boven- grens is van deze rij. ( Wegens het supremumprincipe heeft de rij x, f x, f f x... alvast een supremum (i.e. kleinste bovengrens, die we noteren met s. Drukken we de kenmerkende eigenschappen van het supremum uit, dan vinden we (zie [3] : ( ( ( k IN : f f f... f x... s (* 1442443 k keer ε > 0 : m IN : s ε < f ( f ( f (...( f ( x... (** 1442443 m keer

Uiteraard is s > 0. Onderstellen we uit het ongerijmde dat s < π, dan is noodzakelijk s < f ( s. Noemen we ε = s f ( s > 0, dan bestaat er wegens (** een m IN waarvoor { s ε < f ( f ( f (...( f ( x... s f ( s 1442443 m keer waarbij de ongelijkheid aan de rechterkant volgt uit (*. Maar dan is f s < s, een strijdigheid met de eerder bekomen ongelijkheid s < f ( s. Bijgevolg is π het supremum van de rij x, f x, f f x... waaruit ( x ] π [ x f ( x f ( f ( x f f ( f ( x 0, 2 : de rij,,,,... convergeert naar π Analoog kan men aantonen dat deze uitspraak ook geldt voor (2 volgt. Referenties x ] π, 2π [ 1. M. Aigner en G. M. Ziegler, Proofs from the book, Springer-Verlag, 1998., waaruit het gestelde 2. K. T. Alligood, T. D. Sauer en J. A. Yorke, Chaos An Introduction to Dynamical Systems, Springer-Verlag, 1996. 3. C. Impens, Analyse I, Universiteit Gent, uitgave 1996-1997. 4. D. Tant, Noten, Wiskunde & Onderwijs 139 (2009, 247-254. Koen De Naeghel <koendenaeghel@hotmail.com> Onze-Lieve-Vrouwecollege, Collegestraat 24, 8310 Brugge. Axioma π π t, \ { 0 } : sin t < t < tg t. 2 2 Opgelet : t is uitgedrukt in radialen. Als je terugdenkt aan de definitie van de goniometrische getallen sin t en tg t, heb je wel een intuïtieve verklaring voor het axioma dat hiernaast geïllustreerd wordt. 23