2.1 Lineaire functies [1]

Vergelijkbare documenten
1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

7.1 Ongelijkheden [1]

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x ( x 1) Willem-Jan van der Zanden

5.0 Voorkennis. Rekenen met machten: Let op het teken van de uitkomst; Zet de letters (indien nodig) op alfabetische volgorde.

2.1 Lineaire formules [1]

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 1

1.1 Lineaire vergelijkingen [1]

Verbanden en functies

3.1 Kwadratische functies[1]

Paragraaf 1.1 : Lineaire functies en Modulus

10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a:

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

Paragraaf 5.1 : Machten en wortels

Hoofdstuk 6 - de afgeleide functie

3.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1]

2.0 Voorkennis. Herhaling merkwaardige producten: (A + B) 2 = A 2 + 2AB + B 2 (A B) 2 = A 2 2AB + B 2 (A + B)(A B) = A 2 B 2

Paragraaf 2.1 : Snelheden (en helling)

Paragraaf 11.0 : Voorkennis

Paragraaf 6.1 : Kwadratische formules

5.7. Boekverslag door P woorden 11 januari keer beoordeeld. Wiskunde B

Kwadratische verbanden - Parabolen klas ms

Paragraaf 5.1 : Wortelvormen en Breuken

7.1 De afgeleide van gebroken functies [1]

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 1 Wiskunde B 2018

5.1 Lineaire formules [1]

Functies. Verdieping. 6N-3p gghm

rekenregels voor machten en logaritmen wortels waar of niet waar

Samenvatting wiskunde B

Hoofdstuk 9: Allerlei functies. 9.1 Machtsfuncties en wortelfuncties. Opgave 1: a. Opgave 2: a. de grafiek van y2. ontstaat uit die van y 1.

Paragraaf 4.1 : Kwadratische formules

Wiskunde voor bachelor en master. Deel 1 Basiskennis en basisvaardigheden. c 2015, Syntax Media, Utrecht. Uitwerkingen hoofdstuk 9

Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet weten en kunnen. HAVO 4 wiskunde B...

extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4

14.1 Vergelijkingen en herleidingen [1]

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie

Paragraaf 1.1 : Lineaire verbanden

Samenvatting Wiskunde Hoofdstuk 1 & 2 wisb

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Voorkennis. 66 Noordhoff Uitgevers bv 11 0, en y = = ,33 = y = 4x(x 2) y = 19x(1 2x) y = 3x( x + 5) y = 4x(4x + 1)

VIDEO 4 4. MODULUSVERGELIJKINGEN

13.0 Voorkennis. Links is de grafiek van de functie f(x) = 5x 4 + 2x 3 6x 2 5 getekend op het interval [-2, 2]; Deze grafiek heeft drie toppen.

12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: l:y = ax + b gaat door de punten A(5, 3) en B(8, 12). Stel de functie van l op.

Werk het Practicum Functies en de [GR] door tot aan Families van functies. Onthoud alvast de uitdrukking karakteristieken van een functie.

Definitie van raaklijn aan cirkel: Stelling van raaklijn aan cirkel:

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie. 1) Met een positief exponent in de term(en) ( )

Paragraaf 2.1 : Snelheden (en helling)

Opgave 1: 2 is de richtingscoëfficiënt, d.w.z. 1 naar rechts en 2 omhoog. 3 is het snijpunt met de y-as, dus ( 0,3)

Hoofdstuk 1 boek 1 Formules en grafieken havo b klas 4

Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen.

Hoofdstuk 7 - veranderingen. getal & ruimte HAVO wiskunde A deel 2

Paragraaf 2.1 Toenamediagram

H. 8 Kwadratische vergelijking / kwadratische functie

8.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3

De onderstaande waarden in de tabel zet je dan netjes uit in een xy-assenstelsel: naar boven, een negatief getal schuift de parabool naar beneden.

December 03, hfst4v2.notebook. Programma. opening paragraaf 1, 2 en 3 van hfst 4 vragen over hfst 3. pw hfst 3: 12 november 5e uur

Hoofdstuk 1: Formules en grafieken. 1.1 Lineaire verbanden

Algebra groep 2 & 3: Standaardtechnieken kwadratische functies

7.0 Voorkennis. tangens 1 3. Willem-Jan van der Zanden

exponentiële standaardfunctie

9.1 Recursieve en directe formules [1]

2. Kwadratische functies.

Antwoorden Wiskunde B Hoofdstuk 1 boek 2

opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen 1 Versie DD 2014

Basisvormen (algebraische denkeenheden) van algebraische expressies/functies

opdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF

13.0 Voorkennis. Deze functie bestaat niet bij een x van 2. Invullen van x = 2 geeft een deling door 0.

Oef 1. Oef 2 Geef het functievoorschrift van g, h en k als a = 1

META-kaart vwo5 wiskunde A - domein Afgeleide functies

Hoofdstuk 2 - Kwadratische functies

14.0 Voorkennis. De hierboven getekende functie herhaalt zich om de 6 seconden. Dit noemen we dan ook een periodieke functie.

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

1.1 Differentiëren, geknipt voor jou

Paragraaf 7.1 : Lijnen en Hoeken

6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1]

Antwoordmodel oefentoets - Formules en grafieken

Oefentoets - Lineaire problemen

8.0 Voorkennis ,93 NIEUW

Praktische opdracht Wiskunde A Formules

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

Functies. Verdieping. 6N-3p gghm

Hoofdstuk 3 - Transformaties

12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los de vergelijking sin(a) = 0 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met y-coördinaat 0.

Vraag Antwoord Scores. Het verschil is (0,0017 uur, dat is) 6 seconden (of nauwkeuriger) 1

Groep I les 1/3 HS 8 verschillende functies

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 2. Willem van Ravenstein Haags Montessori Lyceum (c) 2016

Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Functies en grafieken. Een eigen samenvatting maken is nuttig.

V6 Programma tijdens de laatste weken

Voorbeeldtentamen Wiskunde B

11.1 De parabool [1]

HOOFDSTUK 4: GONIOMETRISCHE FUNCTIES

Oefentoets uitwerkingen

Noordhoff Uitgevers bv

opdracht 1 opdracht 2. opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen uitwerkingen 1 Versie DD 2014 x y toename

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

buigpunt (0,0) randpunt (0,0) domein [0, > asymptoot y=0 snijpunt y-as (0,1) bereik <0, >

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 2 Wiskunde B 2018

Transcriptie:

2.1 Lineaire functies [1] De lijn heeft een helling (richtingscoëfficiënt) van 1; De lijn gaat in het punt (0,2) door de y-as; In het plaatje is de lijn y = x + 2 getekend. Omdat de grafiek een rechte lijn is, is de functie y lineair. 1

2.1 Lineaire functies [1] Algemeen: De lineaire functie f(x) = ax + b heeft als grafiek de rechte lijn y = ax + b. Van deze lijn is a de richtingscoëfficiënt en (0, b) het snijpunt met de y-as. Lijnen met dezelfde richtingscoëfficiënt zijn evenwijdig. De lijn y = b is de horizontale lijn door het punt (0, b). Van een horizontale lijn is de richtingscoëfficiënt 0. Voorbeeld: k is evenwijdig aan l : y = 8x + 5 en gaat door (2,4) Stap 1: De richtingscoëfficient van de lijn k is gelijk aan 8 k:y = 8x + b 2

2.1 Lineaire functies [1] Voorbeeld: k is evenwijdig aan l : y = 8x + 5 en gaat door (2,4) Stap 2: Vul het punt (2,4) in, in de functie van k. y = 8x + b 4 = 8 2 + b 4 = 16 + b b = -12 Er geldt dus: k:y = 8x - 12 3

2.1 Lineaire functies [2] y is een lineaire functie van x, want de grafiek is een rechte lijn; y = ax + b de richtingscoëfficiënt a = y yb y x x x de grafiek is een lijn met helling a; een helling a betekent 1 naar rechts en a omhoog; de grafiek is een lijn door het punt (0, b). B A A 4

2.1 Lineaire functies [2] Voorbeeld: l:y = ax + b gaat door de punten A(5, 3) en B(8, 12). Stel de functie van l op. Stap 1: Bepaal de richtingscoëfficiënt van l:y = ax + b : y yb ya 12 3 9 a 3 x x x 8 5 3 Hieruit volgt: l:y = 3x + b Stap 2: Bepaal b door één van de twee gegeven punten in te vullen: y = 3x + b 12 = 3 8 + b 12 = 24 + b b = -12 Dus: y = 3x 12 B A 5

2.2 Tweede- en derdegraadsfuncties [1] Dit is de grafiek van de tweedegraadsfunctie / kwadratische functie: y = x 2-3x - 2; De functie heeft een top (minimum) in het punt (1,5; -4,25); De grafiek van deze functie is een dalparabool. 6

2.2 Tweede- en derdegraadsfuncties [1] Algemeen: De functie ax 2 + bx + c met a 0 is een kwadratische functie; Als a > 0 dan is de grafiek een dalparabool; Als a < 0 dan is de grafiek een bergparabool; Een dalparabool heeft een minimum; Een bergparabool heeft een maximum; De minima en maxima van een functie heten extreme waarden. De formule van de verticale lijn door het punt (a, 0) is x = a; Alle punten op deze lijn hebben x-coördinaat a; 7

2.2 Tweede- en derdegraadsfuncties [1] [0, 1] is een gesloten interval. 0 en 1 zitten in dit interval; (0, 1) is een open interval. 0 en 1 zitten niet in dit interval; [0, 1) is een half open interval. 0 zit er wel in en 1 niet. 8

2.2 Tweede- en derdegraadsfuncties [1] Hiernaast is de functie f(x) = x 2 3x -2 getekend op het interval [0, 4]; Het domein van deze functie is [0, 4]. Het domein bestaat uit alle x-waarden, die je in kunt vullen; f(0) = -2 f(1,5) = -4,25 f(4) = 2; Op het domein [0, 4] zijn de getallen van -4,25 tot 2 mogelijke uitkomsten van f(x). Het bereik van deze functie is [-4,25; 2]; Het bereik bestaat uit alle mogelijk uitkomsten, dus alle y-waarden. 9

2.2 Tweede- en derdegraadsfuncties [2] Voorbeeld: Gegeven is de functie y = x 2 + 5x + p met p = onbekende parameter (getal). Voor welke p s heeft deze functie een negatief minimum? Stap 1: Omdat a > 0 is, is de gegeven functie een dalparabool. Stap 2: Wanneer het minimum negatief is, moet de functie twee snijpunten met de y-as hebben. Oplossen van x 2 + 5x + p = 0 moet dus twee oplossingen geven. Als deze vergelijking twee oplossingen heeft, moet de discriminant groter dan 0 zijn. 10

2.2 Tweede- en derdegraadsfuncties [2] Voorbeeld: Gegeven is de functie y = x 2 + 5x + p met p = onbekende parameter (getal). Voor welke p s heeft deze functie een negatief minimum? Stap 3: Bereken voor welke waarden van p de discriminant groter dan nul is (en de functie dus een negatief minimum heeft). D > 0 5 2 4 1 p > 0 25 4p > 0-4p > - 25 p < 25/4 Dus bij p < 25/4 heeft deze functie een negatief minimum. 11

2.2 Tweede- en derdegraadsfuncties [3] Voorbeeld: Gegeven is de functie f(x) = 3x 2 + px + 2 met als minimum 2. Bereken p algebraïsch. Stap 1: Bereken x top x top b p p 2a 2 3 6 Stap 2: Er geldt y top = f(x top ) = 2 12

2.2 Tweede- en derdegraadsfuncties [3] Voorbeeld: Gegeven is de functie f(x) = 3x 2 + px + 2 met als minimum 2. Bereken p algebraïsch. Stap 2: Er geldt y top = f(x top ) = 2 y top 2 p p 3 p 2 2 6 6 2 2 p p 3 2 2 36 6 2 2 3p p 0 36 6 2 2 p p 0 12 6 2 p De functie wordt nu: f(x) = 3x 2 + 2 0 6 p 0 13

2.2 Tweede- en derdegraadsfuncties [4] Voorbeeld: Hiernaast is voor verschillende waarden van p de functie y p = px 2 + 4x 3 getekend. In dit geval liggen alle toppen Op de rode lijn. 14

2.2 Tweede- en derdegraadsfuncties [4] Voorbeeld: Gegeven zijn de functies f p (x) = px 2 + 4x 3. Stel de formule op van de kromme waarop alle toppen van de grafieken van f p liggen. Stap 1: Bereken x top : x top b 4 2 2a 2p p Stap 2: Schrijf p als functie van x: p x top 2 p x top 2 15

2.2 Tweede- en derdegraadsfuncties [4] Voorbeeld: Gegeven zijn de functies f p (x) = px 2 + 4x 3. Stel de formule op van de kromme waarop alle toppen van de grafieken van f p liggen. Stap 3: Vul p in de functies f p (x) in: y f x px x 2 top p( ) top 4 top 3 2 2 xtop 4xtop 3 x top 2x 4x 3 2x 3 top top top Alle toppen van f p (x) = px 2 + 4x 3 liggen op de lijn y = 2x 3 16

2.3 Grafieken veranderen [1] Machtsfunctie f(x) = ax n met a > 0 en n even. Deze functie heeft een minimum als extreme waarde. Deze functie is symmetrisch in de lijn x = 0. 17

2.3 Grafieken veranderen [1] Machtsfunctie f(x) = ax n met a < 0 en n even. Deze functie heeft een maximum als extreme waarde. Deze functie is symmetrisch in de lijn x = 0. 18

2.3 Grafieken veranderen [1] Machtsfunctie f(x) = ax n met a > 0 en n oneven. Deze functie heeft geen extreme waarde maar een punt van symmetrie in (0,0) 19

2.3 Grafieken veranderen [1] Machtsfunctie f(x) = ax n met a < 0 en n oneven. Deze functie heeft geen extreme waarde maar een punt van symmetrie in (0,0) 20

2.3 Grafieken veranderen [1] De zwarte grafiek is f(x) = 0,5x 2 De rode grafiek is g(x) = 0,5(x+2) 2 dus een translatie van (-2,0) van f(x) De groene grafiek is h(x) = 0,5(x+2) 2 3 dus een translatie van (0,-3) van g(x) 21

2.3 Grafieken veranderen [1] De zwarte grafiek is f(x) = 0,5x 2 met minimum (0,0) en B f = [0, ->) De rode grafiek is g(x) = 0,5(x+2) 2 dus een translatie van (-2,0) van f(x) Het minimum schuift nu ook 2 naar links en wordt (-2,0) en B g = [0, ->) De groene grafiek is h(x) = 0,5(x+2) 2 3 dus een translatie van (0,-3) van g(x) Het minimum schuift nu ook 3 naar beneden en wordt (-2, -3) en B h = [-3, ->) 22

2.3 Grafieken veranderen [2] De zwarte grafiek is f(x) = x 2 ; De rode grafiek is g(x) = 0,5x 2. Dit is de grafiek van f(x) vermenigvuldigd t.o.v. de x-as met factor 0,5; Het punt (1,1) op de zwarte grafiek wordt (1; 0.5) op de rode grafiek; Het punt (2,4) op de zwarte grafiek wordt (2,2) op de rode grafiek. 23

2.3 Grafieken veranderen [2] De zwarte grafiek is f(x) = x 2 ; De rode grafiek is g(x) = -0,5x 2. Dit is de grafiek van f(x) vermenigvuldigd t.o.v. de x-as met factor -0,5; Het punt (1,1) op de zwarte grafiek wordt (1; -0.5) op de rode grafiek; Het punt (2,4) op de zwarte grafiek wordt (2, -2) op de rode grafiek. 24

2.3 Grafieken veranderen [2] De zwarte grafiek is f(x) = 0,25x 2 met top (0,0); De rode grafiek is g(x) = 0,25(x-2) 2-3 met top (2, -3). Dit is de grafiek van f(x) die 2 naar rechts en 3 naar beneden is verschoven; De groene grafiek is h(x) = -2(0,25(x-2) 2 3)) = -0,5(x-2) 2 + 6 met top (2, -6). Dit is de grafiek van g(x) die vermenigvuldigd is met -2 t.o.v. de x-as. 25

2.4 Wortelfuncties [1] y = x is de standaard wortelfunctie. D f = [0, ->), B f = [0, ->) met beginpunt (0,0). Het domein zijn alle getallen die je in de functie in kunt vullen. Het bereik zijn alle uitkomsten van de functie. 26

2.4 Wortelfuncties [1] De zwarte grafiek is f(x) = x. De groene grafiek is g(x) = x 3 1. Dit is de grafiek van f(x) die 3 naar rechts en 1 omlaag geschoven is. D g = [3, ->), B g = [-1, ->) met beginpunt (3,-1). 27

2.4 Wortelfuncties [1] De zwarte grafiek is f(x) = x. De rode grafiek is g(x) = -2 x. Dit is de grafiek van f(x) die vermenigvuldigd is met -2 t.o.v. de x-as D g = [0, ->), B g = (<-, 0] met beginpunt (0,0). 28

2.4 Wortelfuncties [2] Voorbeeld: Teken de grafiek van de functie f(x) = -3 + 5 4x Stap 1: Bepaal het Domein van de functie f(x). De uitdrukking onder de wortel moet altijd nul of groter zijn. 5 4x 0-4x -5 x 1,25 D f = (<-; 1,25] Stap 2: Bepaal het beginpunt van de functie f(x). f(1,25) = -3, dus (1,25; -3) 29

2.4 Wortelfuncties [2] Voorbeeld: Teken de grafiek van de functie f(x) = -3 + 5 4x Stap 3: Stel een tabel op met een aantal waarden van de functie f(x). x -5-4 -3-2 -1 0 1 1,25 y 2 1,6 1,1 0,6 0-0,8-2 -3 Stap 4: Geef het bereik van de functie f(x): B f = [-3, ->) Stap 5: Teken de grafiek. 30

2.5 Gebroken functies [1] Dit is de standaard gebroken functie; De functie heeft een verticale (x = 0) en horizontale (y = 0) asymptoot; B f = R\{0}, D f = R\{0}. 31

2.5 Gebroken functies [1] De zwarte functie is de standaardgrafiek f(x) = 1/x; De rode functie is de grafiek g(x) = 1/(x-2)+3; Dit is de zwarte functie maar dan 2 naar rechts en 3 omhoog geschoven; De rode functie heeft een verticale (x = 2) en horizontale (y = 3) asymptoot. 32

2.5 Gebroken functies [2] Voorbeeld: Teken de grafiek van y 4 5 x 3 Stap 1: Bereken de verticale asymptoot door de noemer gelijk te stellen aan 0. x + 3 = 0 x = -3 Stap 2: Bereken de horizontale asymptoot door in de functie een grote x in te vullen. 4 y(100.000) 5 0 5 5 100.000 3 Stap 3: Maak een tabel: x -5-4 -2-1 0 y -7-9 -1-3 -3,67 33

2.5 Gebroken functies [2] Voorbeeld: Teken de grafiek van y 4 5 x 3 Stap 4: Teken de grafiek. Geef hierin de asymptoten weer. 34

2 Samenvatting Lineaire functie: f(x) = ax + b heeft als grafiek een rechte lijn met a als richtingscoëfficiënt en (0, b) als snijpunt met de y-as; Lijnen met dezelfde richtingscoëfficiënt zijn evenwijdig. Lineaire vergelijking oplossen: Haal alle termen met x erin naar links en alle termen met een los getal naar rechts. y y y x x x Lineaire formule opstellen: Bereken de richtingscoëfficiënt met B A ; Vindt de waarde van b door een gegeven punt in de functie y = ax + b in te vullen. Kwadratische formules: Een dalparabool heeft een minimum (a > 0); Een bergparabool heeft een maximum (a < 0). B A 35

2 Samenvatting [0, 1] is een gesloten interval. 0 en 1 zitten in dit interval; (0, 1) is een open interval. 0 en 1 zitten niet in dit interval; [0, 1> is een half open interval. 0 zit er wel in en 1 niet. Het domein bestaat uit alle x-waarden, die je in een functie in kunt vullen; Het bereik bestaat uit alle mogelijke y-waarden, die een functie aan kan nemen. Als de functie y = x 2 + 5x + p een negatief minimum heeft, moet de functie twee snijpunten met de y-as hebben. (De functie is een dalparabool, want a > 0). Oplossen van x 2 + 5x + p = 0 moet dus twee oplossingen geven. (Dus D > 0). Gegeven is de functie f(x) = 3x 2 + px + 2 met als minimum 2. Er geldt nu: f(x top ) = 2 Gegeven zijn de functies f p (x) = px 2 + 4x 3. De formule van de kromme waarop alle toppen van f p liggen, is op te stellen door p als functie van x top te schrijven en in te vullen in f p. 36

2 Samenvatting De translatie (p, q) verandert de functie f(x) = x 3 in g(x) = (x p) 3 + q. Een vermenigvuldiging t.o.v. de x-as met a verandert de functie f(x) = x 3 in g(x) = ax 3. Wortelfunctie: y = x is de standaard wortelfunctie. D f = [0, ->), B f = [0, ->) met beginpunt (0,0). Tekenen van wortelfunctie: 1) Bepaal het Domein van de functie. De uitdrukking onder de wortel moet altijd nul of groter zijn; 2) Bepaal het beginpunt van de functie; 3) Maak een tekening m.b.v. de tabel van de GR. Gebroken functie: De functie heeft een verticale (x = 0) en horizontale (y = 0) asymptoot; B f = R\{0}, D f = R\{0}. Tekenen van gebroken functie: 1) Bepaal verticale asymptoot via noemer = 0 en horizontale door invullen grote x; 2) Maak een tekening m.b.v. de tabel van de GR. 37