Detailhandel in de mineur Niet doemdenken maar vooruitkijken! Prof dr C.N.A. Molenaar, 18 augustus 2012 Het Financieele Dagblad pakte groot uit op 14 augustus j.l. Het gaat slecht in de detailhandel en vooral in de non- food sector. Een min van 3.9% in het tweede kwartaal en een omzetverlies van 2.1 % liegen er niet om. Dit zijn de cijfers van het CBS over het tweede kwartaal 2012. Het CBS registreert de detailhandelsverkopen, waarbij het een onderscheidt maakt tussen de detailhandelszaken: non- foodwinkels, food, benzinestations en de pure players (webshops zonder fysieke winkel). Deze webshops, lieten een stijging zien van 6.8% in het tweede kwartaal, het hele eerste halve jaar was de stijging 7.9%. De groei is iets lager dan het eerste kwartaal. Natuurlijk heeft de recessie invloed op de detailhandelsverkopen, maar het interneteffect is steeds duidelijker zichtbaar in de detailhandel, goede groeicijfers van de internetverkopen door webwinkels, de sterke groei van internetverkopen door bestaande winkels en het koopgedrag waarbij internet een rol speelt. De grootste groep kopers op internet is tussen 20 en 50 jaar met geld en geen vrije tijd. Ouderen gaan veelal naar de winkel en jongeren hebben geen geld. Detailhandel omzet 2012 Juni omzet Juni volume 2 e kwartaal omzet 2 e kwartaal volume Non- food winkels - 0.3% - 1.8% - 4.7% - 6.0% Internet winkels +8.3% +6.8% Totaal incl food +1.0% - 0.9% - 2.1% - 3.9% Bron: CBS PB 12-046, 12 augustus 2012 Internetverkopen De totale verkopen voor pure players heeft volgens CBS een niveau bereikt van 4.6 miljard. Dit is dus omzet die direct verloren is gegaan voor de winkels omdat veel van deze pure players aanbieders zijn die een jaar of tien geleden niet bestonden. Het aantal bedrijven dat meer dan 5% van zijn omzet haalt uit internetverkopen naast de winkel is echter ook sterk gegroeid, maar wordt geteld bij de normale detailhandelsverkopen. Dit leidt dus tot een vertekend beeld van de echte verkopen op de winkelvloer (alhoewel dit dus alleen een methodekeuze is) De laatste maanden is er een sterkte trend van bestaande winkelketens om direct via internet te verkopen. Winkels als Hema, V&D, Bijenkorf, H&M behalen soms tientallen procenten van hun totale omzet via internet. In informele gesprekken blijkt internet vaak meer omzet te maken dan het grootste filiaal (een voorbeeld is de Engelse modeketen Next die haar verlies van winkelomzet wist te compenseren met een sterke groei van internetverkopen. Internet zorgt nu
voor meer dan 1/3 van de omzet van deze keten). Deze omzet wordt door het CBS bij de normale detailhandelsverkopen geteld. Thuiswinkel.org, evenals GFK Retail en Technology geven in dit kader een nauwkeuriger en dus beter beeld van de internetverkopen door de bestellingen via internet ook als internetverkopen te zien. Hierdoor is het effect van internet nog preciezer meetbaar. In 2011 werd een internetomzet gemeten van ruim 9 miljard, waarvan ongeveer 7.6 miljard aan goederen. De totale verkopen via internet is dus beduidend hoger dan het genoemde bedrag van de pure players alleen (4.6 miljard). In feite is de omzet van goederen (non- food) via internet dus ruim 3 miljard hoger. Ook de invloed van internet op het hele koopproces speelt mee. Geheel in lijn met internationale onderzoeken geeft 70% van de kopers van non- food producten, die niet tot de maandelijkse aankopen behoren, aan dat men zich eerst op internet georiënteerd heeft, voordat men naar de winkel gaat. Daar wordt besloten of online gekocht wordt of in de winkel. Showrooming wordt als een groot probleem gezien in de retail, wel kijken maar kopen op internet. Een grote frustratie natuurlijk voor de retail. Maar andersom komt natuurlijk ook vaak voor, kijken op internet, vergelijken en dan onderhandelen en kopen in de winkel. In dat geval leidt internet tot een marge druk bij de retailer. Toekomstige modellen Het beeld dat het CBS schetst geeft te denken over de toekomst van de detailhandel in Nederland. Hoe lang houden de winkels dit vol met deze afname? Hoe lang kunnen de winkels de kosten van bijvoorbeeld personeel en winkel nog betalen. Het beeld is duidelijk zichtbaar in veel plaatsen, van Den Helder tot Vlissingen en van Sittard tot Overijssel. Maar als de detailhandelsomzetten van winkels, op basis van de CBS cijfers dus inclusief de internet verkopen, dit beeld laten zien, betekent dit dus dat de echte winkelverkopen nog slechter zijn! De noodzaak om zoveel winkels te hebben is dus verdwenen en een herbezinning op winkels als verkoopkanaal is al in volle gang. Door ook een webshop te runnen kan met minder winkels hetzelfde resultaat worden bereikt, terwijl nieuwe businessmodellen zoals dropshipping ook fysieke winkels overbodig kunnen maken (zeker het aantal). Ook kan de vraag gesteld worden of winkels zonder een webshop nog wel bestaansrecht zullen hebben en zo ja hoe dan. De cijfers wijzen op een grote verschuiving in het koopgedrag en ook op een andere benadering van internet als verkoopkanaal. Economische noodzaak bij winkels (omzetverlies en lagere winstmarges) en het nieuwe koopgedrag van klanten zijn hier duidelijk indicatoren van. Veel gemeentes beraden zich over het winkelaanbod, de winkellocaties, de problemen van de middenstand en natuurlijk de noodzaak van nog meer winkels. Op Twitter verschenen al
berichten dat het huidige winkelaanbod precies goed is voor een bevolking van 44 miljoen Nederlanders. De keuze werd geboden om de winkels aan te passen bij het bevolkingsaantal of andersom. De SER van Overijssel trok vorige week aan de bel en waarschuwde voor het verdwijnen van winkels en hierdoor voor een gevaar voor de leefbaarheid van veel plaatsen. Een signaal naar de provincie om niet lijdzaam toe te zien. Een terecht alarm. De Sociaal Economische Raad Overijssel (SER Overijssel) is zeer bezorgd over de huidige situatie van de Overijsselse detailhandel. Een beduidend hoger leegstandspercentage dan landelijk, een percentage dat ook nog eens veel sterker oploopt dan landelijk. SER Overijssel acht het urgent, dat de provincie de taak op zich neemt van regisseur op regionaal niveau. Veel restrictiever optreden t.o.v. nieuwe ontwikkelingen, tenzij nut en noodzaak overduidelijk zijn aangetoond, moet daarbij voorop staan. Naast de voor de hand liggende rol van de provincie vanuit ruimtelijke ordeningsoogpunt, is het volgens SER Overijssel wenselijk te kijken of en zo ja hoe een eventuele impuls zou kunnen worden gegeven aan innovatie van of innovatieve concepten ten behoeve van de Overijsselse detailhandel. Verandering van winkelaanbod Omzetverdeling detailhandel in Nederland Food: voedings- en genotsmiddelen 36% Non- foodwinkels 47% Webwinkels zonder fysieke winkel 5% Tankstations 12% Bron: CBS gebaseerd op de omzet in 2011 Als je uitgaat van totalen dan lijkt de leegstand mee te vallen. Maar schijnt bedriegt. Om te beginnen gaat het over de non- food retail (47% van de totale omzet). Food is 36% van de totale omzet, maar juist bij de dagelijkse boodschappen is er sprake van fysiek winkelen (CBS cijfers) het effect op winkels door internet is hierdoor gering. (zie bijvoorbeeld het faillissement van Truus.nl). Deze sector wordt het minst beïnvloed door internet of door de recessie (+0.3% omzetgroei). Uitgaande van deze CBS cijfers is het omzetaandeel online van pure players in de non- food al 14%. Het effect van internetverkopen bij bestaande winkels is hierbij niet begrepen! Op brancheniveau zijn het vooral elektronica, kleding, kinderkleding en bijvoorbeeld speelgoed die veel gekocht worden op internet naast natuurlijk de boeken en muziek. Boekwinkels zijn al grotendeels verdwenen, elektronicazaken hebben het erg moeilijk en kledingzaken, ach kijkt u zelf maar in de winkelstraten waar ze gebleven zijn. Kijk ook maar eens binnen bij de bestaande zaken of er meer personeel rondloopt dan klanten.
Als winkels verdwijnen hoeft dit natuurlijk niet te leiden tot leegstand, maar de vraag is of er nieuwe winkels zullen komen. Er is behoefte aan minder winkels en gezien de huidige ontwikkelingen en voorspellingen zal dat voorlopig wel zo blijven. In 2011 voorspelde Locatus bijvoorbeeld voor 2020 een afname van 8% winkels (8.000) en een toename van leegstand van 53% (van 13.000 naar 20.000) met een gemiddelde leegstandpercentage van 9%. Op C locaties voorspelde Locatus een leegstand van 20%, een groei van 62% Naast de voorspelde groei in leegstand worden ook leegkomende winkelpanden bezet door niet retailers of krijgen een woonbestemming, waardoor het negatieve effect op het winkelgebied nog veel groter is dan leegstand aangeeft. Als dit binnen het winkelgebied gebeurt neemt ook de aantrekkelijkheid van het gebied af wat een verder negatief effect heeft. Als het aan de rand van het gebied gebeurt of in niet aantrekkelijke gebieden (zoals C lokaties) zal de buurt snel veranderen. Met alle gevolgen voor de retail, de aantrekkelijkheid van het winkelgebied en misschien ook wel de leefbaarheid van een plaats. Maar dit zal zeker een negatief effect hebben op de waarde van deze panden en de waarde van de panden in de buurt (en dus huuropbrengsten)! Dit stabiliserende leegstandscijfer bewijst eens te meer, dat de winkelmarkt veel dynamischer is dan velen ons willen doen geloven. Sommige branches hebben het inderdaad moeilijk, met sluitingen tot gevolg. Er ontstaan echter altijd weer nieuwe mogelijkheden voor ondernemers, waardoor leegkomende panden weer worden gevuld. Zo zagen we het afgelopen half jaar dat leegstaande panden onder andere werden opgevuld door goudopkopers, massagesalons en nagelstudio s. Daarnaast werd het afgelopen half jaar weer een groot aantal leegstaande panden omgebouwd tot een woning of kantoor en werden er winkelpanden samengevoegd. Bron Locates 23 juli 2012 Na de vakantie komt ook het totale winkelaanbod in Nederland weer even negatief over. Filialisering van het winkelaanbod heeft geleid tot gelijksoortige winkelstraten en winkelgebieden. De leuke straatjes en boetiekjes van het vakantieplaatsje hebben weer plaats gemaakt voor het niet- emotionele en vergelijkbaar winkelaanbod van de Nederlandse winkelstraten. Dit moedigt niet aan om erop uit te gaan. Aanpassen en overleven Maar de detailhandel is ook flexibel. Winkellokaties worden aangepast om klanten te trekken, oude barrières als openingstijden en parkeerproblemen worden geslecht. Winkels worden geconcentreerd en horeca krijgt weer meer ruimte. Dat zal klanten trekken. Maar de winkels integreren ook steeds meer internet, via wi- fi, een internetshop, de directe communicatie, de eigen website, social media of mobiele toepassingen. Nieuwe business modellen met een grotere
rol voor fabrikanten (dropshipping), andere huurcontracten, kortlopend en soms ook omzetgerelateerde huren, verlagen de kosten voor de winkel en bieden dus meer bestaansrecht. Click en collect, bestellen op internet en passen en ophalen in de winkel, geeft weer traffic en de kans op klantcontact, service en bijverkopen. Uit bovenstaande cijfers blijkt dit allemaal niet, maar uit de cijfers van GFK Retail&Technology en thuiswinkel.org wel. Daaruit blijkt dat dit jaar de totale internetverkopen de 10 miljard zullen overschrijden en dat de internetverkoop ex diensten (bijna geheel non- food) de 8 miljard zal overschrijden (waarvan dus ruim 5 miljard door de genoemde pure players). Omzetten die voorheen via de winkel liepen, maar waar nu volgens klanten geen winkel meer voor nodig is. Juist door oog te hebben voor de oorzaken van deze verandering en de oorzaken van het nieuwe koopgedrag kunnen winkeliers hierop inspelen. Zand in de ogen strooien dat het allemaal wel meevalt, dat de oorzaak niet in een verschuiving naar internet gelegen is (met vaak een gunstiger prijsniveau) of de invloed van internet op het koopgedrag is echt een miskleun. Hierdoor geef je geen reddingsboei aan de detailhandel, want je negeert de werkelijke oorzaak. Praten met detaillisten is veel belangrijker want dan hoor je de problemen en zie je het leed onder (veelal zelfstandige) winkeliers en kleine winkelketens. De winkel moet blijven in een detailhandels eco- structuur, waarbij internet een geïntegreerd onderdeel zal worden. De klant kiest het kanaal, de klant kiest de winkel, maar de winkel moet ook de klant kiezen die het wil bedienen en moet winkelen weer laten aanspreken bij de wensen van klanten, hierbij hoort ook een leuk winkelgebied met leuke winkels. Niet doemdenken maar vooruitkijken! Een nieuwe kijk op detailhandel is nodig en een samenwerking tussen alle partijen van winkelier tot gemeente, van fabrikant tot onroerend goed exploitant. Samen op weg naar de toekomst en inspelen op het nieuwe koopgedrag, de mogelijkheden van internet, mobiele diensten en vele andere kansen voor de retail. Tenslotte wil de klant winkelen, maar waarom zou hij of zij uit de stoel hiervoor komen? Die vraag is essentieel. Eerlijkheid, integriteit, transparantie zijn nodig om gezamenlijk de problemen aan te passen. Het koopstromen onderzoek van I&O (http://www.kso2011.nl/) geeft duidelijk de bestedingen aan per plaats, de toestroom en afname en de invloed van internet. Eenvoudige rekensommetjes gebaseerd op deze cijfers laten direct het effect zien als de koopkracht wegvloeit naar internet. Hierbij moet juist naar de niet dagelijkse boodschappen worden gekeken, want het effect op dagelijkse boodschappen is, zoals gezegd beperkt. Op basis van de toename van de internetverkopen, gerelateerd aan branches kan exact berekend worden welke winkels vechten voor hun bestaan en hoeveel er
waarschijnlijk zullen verdwijnen met alle gevolgen voor het lokale winkelaanbod en de aantrekkelijkheid van de winkellocaties. (nagelstudios en accountantskantoren zijn nu eenmaal geen grote klantentrekkers in een winkelstraat). De ogen sluiten voor deze cijfers, bagatelliseren van de ontwikkelingen en alleen uitgaan van eigenbelang of preken voor eigen parochie zal leiden tot verkeerde keuzen. De ogen sluiten en dan denken dat alles bij het oude blijft geeft wel een heel naïef beeld van de werkelijkheid. Voorbeelden te over in Engeland, Amerika en nu ook dus in Overijssel. Er is werk aan de winkel, red de retail op weg naar een goede toekomst! p.s. Op 17 augustus verscheen ook het gedetailleerde Q2 Retailreport van GFK Retail: GfK-RETAILREPORTS.NL Een actuele round- up van de grootste non- food retailmarkten www.gfk- retailreports.nl Bronnen o.a.: CBS cijfers: http://www.cbs.nl/nl- NL/menu/themas/dossiers/conjunctuur/publicaties/artikelen/archief/2012/2012-046-pb.htm GFK Retail en Technology (Brick en Clicks) SER Overijssel: http://www.seaco.nl/publicaties/index.asp?id=327 Webwinkelmonitor Thuiswinkel.org Persbericht Locatus, 23 juli 2012 Boek: Het einde van winkels: pag 197 visie van Locatus Koopstromenonderzoek I&O http://www.kso2011.nl/