Antwoordmodel VWO 2002-II wiskunde A (oude stijl) Speelgoedfabriek

Vergelijkbare documenten
Antwoordmodel VWO wa II. Speelgoedfabriek

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A (oude stijl) Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs. Tijdvak 2

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2003-I

Antwoordmodel VWO 2003-I wiskunde A (oude stijl) Levensduur van koffiezetapparaten. Maximumscore 4 1 Na 2,5 jaar zijn er ,99 0,97 apparaten 1

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2007-II

Uitslagen voorspellen

wiskunde A pilot vwo 2015-I

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2002-II

Blok 1 - Vaardigheden

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo I

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden

Correctievoorschrift VWO

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden

wiskunde A vwo 2015-I

Correctievoorschrift VWO

Noordhoff Uitgevers bv

11 Groeiprocessen. bladzijde a A = c m 0,67 } m = 40 en A = = c 40 0, = c

Correctievoorschrift VWO

Hoofdstuk 2 - Formules voor groei

Eindexamen havo wiskunde A I

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1 (nieuwe stijl)

C. von Schwartzenberg 1/11

Hoofdstuk 1 - Exponentiële formules

Correctievoorschrift VWO 2015

Noordhoff Uitgevers bv

. Tijd 75 min, dyslecten 90min. MAX: 44 punten 1. (3,3,3,3,2,2p) Chemische stof

Logaritmen, Logaritmische processen.

Correctievoorschrift VWO 2014

Deel 2. Basiskennis wiskunde

Eindexamen wiskunde B1 havo 2004-II

Hoofdstuk 3 Exponentiële functies

Boek 3 hoofdstuk 10 Groei havo 5

Blok 4 - Vaardigheden

Uitwerkingen Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Hoofdstuk 3 - Exponentiële functies

Eindexamen wiskunde A vwo 2002-II (oude stijl)

Ze krijgt 60% korting op het basisbedrag van 1000,- (jaarpremie) en moet dan 400,- (jaarpremie) betalen.

Hoofdstuk 3 - Exponentiële functies

Eindexamen wiskunde B1 vwo I

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VWO

Noordhoff Uitgevers bv

Correctievoorschrift VWO 2015

Het wiskunde B1,2-examen

Vraag Antwoord Scores

Examen beeldverwerking 10/2/2006

De Wageningse Methode 5&6 VWO wiskunde B Uitgebreidere antwoorden Hoofdstuk 4 Goniometrie

Examen VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Hoofdstuk 7 - Logaritmische functies

Noordhoff Uitgevers bv

Vraag Antwoord Scores

Overzicht Examenstof Wiskunde A

Uitwerkingen H14 Algebraïsche vaardigheden 1a. x = 6 2 = 4 en y = 9,60 5 = 4,60

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2002-II

Studiekosten of andere scholingsuitgaven

Lineaire processen. HAVO - CM en EM

Krommen in het platte vlak

Correctievoorschrift VWO 2014

40 = = Kruislings vermenigvuldigen geeft 40( c + 3) = 100 c waaruit volgt dat

Vaardigheden. bladzijde 174. De toename per jaar is = 102, = dus de toename per 100 jaar is De toename per jaar is.

Correctievoorschrift HAVO 2017

Studiekosten of andere scholings uitgaven

op het interval 5, 15 betekent 5 x 15. 4b x op het interval 6, 10 betekent 6 x < 10. 5d Bij 3 < x π hoort het interval 3, π

Aanvullingen van de Wiskunde

Studiekosten of andere scholingsuitgaven

1 Herhalingsoefeningen december

Eindexamen wiskunde B 1 vwo 2003-I

Studiekosten en andere scholings uitgaven

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur

Vraag Antwoord Scores

Analoge Elektronika 1 DE SCHMITT TRIGGER

Studiekosten en andere scholings uitgaven

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur

Extra oefening hoofdstuk 1

Studiekosten of andere scholingsuitgaven

Hoofdstuk 3 - De afgeleide functie

Examen beeldverwerking 30/1/2013

Hoofdstuk 6 - Formules maken

Blok 1 - Vaardigheden

Investeringsbeslissingen

Dus de groeifactor per 20 jaar is 1,5 = 2,25 een toename van 125% in 20 jaar. Dus Gerben heeft geen gelijk.

Extra oefening bij hoofdstuk 1

Eindexamen wiskunde B vwo I

Blok 3 - Vaardigheden

Hoofdstuk 1 Lineaire en exponentiële verbanden

Waarom de globale belastingdruk niet daalt

Integratiepracticum III

Oefeningen Elektriciteit I Deel Ia

PERIODE Lineaire, Kwadratische en Exponentiele functies. Logaritmen.

Eindexamen wiskunde A 1-2 vwo 2002-I

Hoofdstuk 5 - Differentiaalvergelijkingen

Bijverdiensten of opbrengsten als freelancer, gastouder, artiest of beroepssporter

BIJLAGE B BIJ ONTWERP-METHODEBESLUIT

BIJLAGE A BIJ ONTWERP-METHODEBESLUIT

Studiekosten en andere scholings uitgaven

OEFENTOETS HAVO B DEEL 1

2000 loopt van t = 5 tot t = 6. De toename in 2000 is N L(6) N L(5) 69 (lepelaars).

4e Het absolute maximum is 3 (voor x = 1). 4c De grafiek is afnemend dalend op 2, 3. 4f Er is een minimum voor x = 3. Dit minimum is 0.

Transcriptie:

Anwoordmodel VWO 00-II wiskunde A (oude sijl) Anwoorden Speelgoedfabriek Voorwaarde II hoor bij immeren Voor immeren zijn 60x + 40y minuen nodig Voor immeren zijn 80 uur dus 4800 minuen beschikbaar 60x + 40y 4800 kom overeen me x + y 40 opbrengs: 97x + 58,50y kosen maeriaal: 7x + 7y kosen arbeid voor een poppenhuis: 4 0 60 en voor een rein: 65 0 60 kosen arbeid: 6x +,50y wins: W = 97x + 58,50y (7x + 7y + 6x +,50y) = 8x + 9y kosen arbeid per poppenhuis: 4 0 = 6 60 kosen arbeid per rein: 65 0 =,50 60 wins per poppenhuis: 97 7 6 = 8 wins per rein: 58,50 7,50 = 9 wins: W = 8x + 9y ekenen van een meer isolijnen van W W is maximaal in he snijpun van x + y = 40 en 4x + y = 40 Di snijpun is (48, 48) He maximum van W is 96 euro he berekenen van he hoekpun (48, 48) de hoekpunen (60, 0) en (0, 0) he invullen van de coördinaen van de hoekpunen in W = 8x + 9y de conclusie da he maximum 96 euro is 4 Naarmae d groer word, schuif de grenslijn van verven verder naar rechs en die van zagen verder naar links De grenslijn van verven moe minsens zo ver verschuiven da deze door (80, 0) gaa Dan geld: 4 80 + 0 = 40 + 6d dus d = (,) De grenslijn voor zagen word dan 8x + 5y = 5 ( 5,) Deze gaa door ( 66, 0) ( (66,7; 0)) dus he gevraagde is nie mogelijk De grenslijn van verven moe zo ver verschuiven da deze de x-as in rechs van (80, 0) snijd 40 6d 80 dus d (,) 4 De grenslijn voor zagen mag slechs zo ver verschuiven da deze de x-as ook in rechs van (80, 0) snijd 800 0d 80 dus d 8 8 d (,) en d 8 zijn in egenspraak me elkaar, dus he gevraagde is nie mogelijk 0009 CV7 4 Lees verder

Keno 80 5 80 79 7 0 0! he anwoord ongeveer,6 0 Als 80 79 7 6,0 0 8 als anwoord is gegeven, pun voor deze vraag oekennen. 58 70 58 57 56 49 70 69 68 49 0 6 P(0 goed) = 80 79 78 7 80 79 78 59 80 80 0 P(0 goed) 0,0 58 0 70 0 58 5 0 9 70 5 8 0 P( goed) = 80 79 78 7 80 79 78 59 80 80 0 P( goed) 0,7 7 P(geldprijs bij van de eerse rekkingen) = P(geldprijs) + P(grais lo, geldprijs) + P(grais lo, grais lo, geldprijs) 0,054 + 0,95 0,054 + 0,95 0,054 he anwoord 0,084 8,4% 8 De aanallen keren da de 80 geallen gerokken zijn, moeen samen 6 = 4 77 zijn he gebruik van de klassenmiddens 64,5; ; 54,5 64,5 + + 54,5 = 4 760 Di is ongeveer 4 77 (door he gebruik van klassenmiddens hoef he nie precies e kloppen) Als de geallen 65; ; 55 64; ; 54 als klassenmiddens zijn gebruik, hiervoor geen punen afrekken. De aanallen keren da de 80 geallen gerokken zijn, moeen samen 6 = 4 77 zijn he gebruik van de klassengrenzen 60; ; 50 en 69; ; 59 60 + + 50 = 4 400 en 69 + + 59 = 5 0 4 77 lig inderdaad ussen de ondergrens 4 400 en de bovengrens 5 0 De aanallen keren da de 80 geallen gerokken zijn, moeen samen 6 = 4 77 zijn De gegevens in de recher kolom van abel zijn bij benadering symmerisch verdeeld Gemiddeld zijn de geallen ongeveer 0 keer gerokken In oaal is er ongeveer 0 80 = 4 800 keer een geal gerokken Di is ongeveer 4 77 0009 CV7 5 Lees verder

Ransuilen in Vaes 9 he uizeen op logarimisch papier de opmerking da de punen vrijwel op een reche lijn liggen 78 de groeifacor per jaar, bijvoorbeeld 0 de conclusie 78 0, Als geen gebruik is gemaak van logarimisch papier en de facor, alleen geconroleerd is aan de hand van de abel, en hoogse punen oekennen voor deze vraag. 0 De groeifacor in he voorjaar is Als de groeifacor in de winer g is, dan moe gelden: g =, g = 0,6, dus 40% ging in de winer dood een redenering als: In 977 waren er 0 uilen dus 0 vrouwjes Daarvan bleven er x vrouwjes over na de winer In 978 waren er dus x vrouwjes, x mannejes en x jongen In oaal waren er in 978 dus 4x uilen maar ook 0, = 4 uilen 4x = 4 x = 6 dus gaan er 4 in de winer dood, en da is 40% a b = 78 a 0,6b = 05 0,64b = 7 ( he op zinvolle wijze invoeren van bovensaande vergelijkingen in de GR) b 4,9 a 0,9 De afgeleide van de noemer is 0,4045 ln 0,74 0,74 50 0,4045 ln 0,74 0,74 0,45 0,74 N ( N ( 0,4045 0,74 ) ( 0,4045 0,74 ) ) De eller en de noemer zijn alijd posiief dus N is alijd posiief N () daal voor geen enkele Indien geen formule voor de afgeleide funcie van N is vermeld 0 Voor groe waarden van zijn 0,6 en 0,74 bijna 0 Dan is N () 0, ( 0) en N () 50 Als de vraag slechs beanwoord is door een groe waarde van in beide formules in e vullen, en hoogse punen oekennen voor deze vraag. 0009 CV7 6 Lees verder

Alcohol 4,45 kom overeen me 65% He hogere percenage is 00,45 65 he anwoord (ongeveer), 5 He deel van de geconroleerden die nie besraf worden is ( p) + p 0,5 = 0,65p He deel van de geconroleerden die nie besraf worden en nie e veel gedronken hebben is ( p) = ( p) p K 0,65p 6 K = 0,7 geef p = 0,7( 0,65p) 0,545p = 0, p 0,55 he anwoord 0 p 0,55 de funcie K en de funcie y = 0,7 invoeren in de GR Volgens de GR lig he snijpun bij p 0,55 he anwoord 0 p 0,55 Als in he anwoord de ondergrens 0 onbreek, hiervoor geen punen afrekken. 7 De gevraagde kans is de kans da de meefou 0, is groer De gevraagde kans is P(Z,) he anwoord 0,09 (,9%,4%) De gemeen promillages zijn normaal verdeeld me = 0,48 en = 0, De gevraagde kans is de kans da he gemeen promillage groer is dan 0,7 De gevraagde kans is P(Z,) he anwoord 0,09 (,9%,4%) Bij = 0 en = 0, is de ondergrens 0, ( bij = 0,48 en = 0, is de ondergrens 0,7) he op de juise wijze invoeren van deze waarden in de GR he anwoord 0,09 (,9%,4%) 0009 CV7 7 Lees verder

8 P(meefou > x) = 0,0 x P( Z ) = 0,0 0,0 x, 0,0 x 0,0466 ( 0,05) he anwoord 0,55 P(gemeen promillage > g) = 0,0 g 0,5 P( Z ) 0,0 0,0 g 0,5, 0,0 g 0,5 0,0466 ( 0,05) he anwoord 0,55 P(gemeen promillage > g) = 0,0 he gebruik van de normale-verdelingsfuncie op de GR, me de ingevoerde gegevens, bijvoorbeeld kanswaarde 0,99, = 0,5 en = 0,0 he anwoord 0,55 Einde 0009 CV7 8 Lees verder