De Belastingsgrondslag van Registratierechten

Vergelijkbare documenten
Het effectief tarief van de transactiekosten op de aankoop van de eigen zelfbewoonde woning

Investeringsbeslissingen

Juli Canonpercentages Het vaststellen van canonpercentages bij de herziening van erfpachtcontracten

Studiekosten of andere scholingsuitgaven

Noordhoff Uitgevers bv

Analoge Elektronika 1 DE SCHMITT TRIGGER

Waarom de globale belastingdruk niet daalt

Belasting en schenken 2013

Studiekosten of andere scholingsuitgaven

Studiekosten of andere scholings uitgaven

Belasting en schenken 2012

Studiekosten en andere scholings uitgaven

Studiekosten en andere scholings uitgaven

Studiekosten of andere scholings uitgaven

Studiekosten en andere scholings uitgaven

Studiekosten of andere scholingsuitgaven

Onderzoek naar waarschuwingsniveaus voor de dekkingsgraad op marktwaardebasis

Toelichting Hoe gebruikt u deze toelichting? Correspondentieadres Wat is een schenking? Voor meer ontvangers samen aangifte doen

Rekenen banken te veel voor een hypotheek?

Bijverdiensten of opbrengsten als freelancer, gastouder, artiest of beroepssporter

Bijverdiensten of inkomsten als freelancer, alfahulp, artiest of beroepssporter

Gouden tijden voor beleggers in vastgoed? Waarom deze nieuwsbrief?

2.4 Oppervlaktemethode

Uw auto in 3 simpele stappen

Staf/JM/1101 Brand Chemie-Pack: voorkom onacceptabele lastenverzwaring A.J. Mallens (0162) r te brand bi] het

Integratiepracticum III

Bijverdiensten of inkomsten als freelancer, alfahulp, artiest of beroepssporter

Bijverdiensten of inkomsten als freelancer, gastouder, artiest of beroepssporter

. Tijd 75 min, dyslecten 90min. MAX: 44 punten 1. (3,3,3,3,2,2p) Chemische stof

Lans Bovenberg, Roel Mehlkopf en Theo Nijman Techniek achter persoonlijke pensioenrekeningen in de uitkeringsfase. Netspar OCCASIONAL PAPERS

Blok 1 - Vaardigheden

Studiekosten en andere scholings uitgaven

Effecten van het budgettair beleid op private consumptie en besparingen: een onderzoek naar Ricardiaanse equivalentie

Bij het bewerken van plaatmateriaal ontstaat vaak de situatie dat materiaal langs

Oefeningen Elektriciteit I Deel Ia

wiskunde A pilot vwo 2015-I

Tuinstijlen. Tuinstijlen. Het ontstaan van tuinstijlen. Formele tuinstijl. Informele tuinstijl. Moderne tijd

ZZP ERS EN HUN PENSIOEN

Onrendabele top berekeningsmethodiek. M. de Noord E.J.W. van Sambeek

wiskunde A bezem havo 2017-I

Hoofdstuk 3 Exponentiële functies

Overzicht Examenstof Wiskunde A

Door middel van deze memo informeren wij u over de stand van zaken met betrekking tot het dossier hoogspanningslijnen.

Hoofdstuk 2 - Formules voor groei

haarlemmerolie van de IT? Tobias Kuipers en Per John

Eindexamen wiskunde A 1-2 vwo 2002-I

Softwarearcheologie als basis voor strategie

Correctievoorschrift VWO 2015

Analoge Elektronika 1 DE KOMPARATOR

Escalerende garantietoezeggingen: Een alternatief voor het StAr RAM-contract? Technische uitwerking

Fibbe Advocaten. Wilhelminastraat VP Haarlem

Hoofdstuk 1 Lineaire en exponentiële verbanden

Efficiënter zakendoen en innoveren met mobiele communicatie

Simulatiestudie naar Methodebreuken in het Onderzoek Verplaatsingen in Nederland

Transparantie: van bedreiging tot businessmodel

Uitslagen voorspellen

Examen beeldverwerking 10/2/2006

N.V. Hollandse Bosbouw Maatschapplj Utrecht. Jaarverslag 2006

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

C. von Schwartzenberg 1/11

Alternatieve uitwerking. Apart de afgeleide van y = 2x+ 1 = u met u = 2x + 1. = = 2u 2 = 4(2x + 1) = 8x + 4. Dus k (x) = ( ) 2 ( 2

Correctievoorschrift VWO

t Ik bekijk de plaatjes, de titel en de tussenkopjes.

digitale signaalverwerking

Examen VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Examen beeldverwerking 30/1/2013

Master data management

OEFENTOETS HAVO B DEEL 1

Ze krijgt 60% korting op het basisbedrag van 1000,- (jaarpremie) en moet dan 400,- (jaarpremie) betalen.

Tilburg University. Effectieve belastingtarieven en kapitaalkosten Huys, C.J.J.; Kertzman, E.N. Publication date: Link to publication

64% 70% 94% 85% 87% 73% 67% 75% 93% 60% 70% 100% 90% 100% 75% 70% 85% 100% Groen Vrij Internet Partij. Stelling CDA VVD D66 PvdA Groen Links

: Vermeld op alle bladen van uw werk uw naam. : Het tentamen bestaat uit 4 bladzijden inclusief dit voorblad.

Overzicht. Inleiding. Classificatie. NP compleetheid. Algoritme van Johnson. Oplossing via TSP. Netwerkalgoritme. Job shop scheduling 1

NEMO: CPB s energievraagmodel tussen top-down en bottom-up

De Woordpoort. De besteksverwerker van Het Digitale Huis

Wie is er bang voor zijn pensioen? Pleidooi voor een vraaggerichte aanpak van pensioenvoorlichting

op het interval 5, 15 betekent 5 x 15. 4b x op het interval 6, 10 betekent 6 x < 10. 5d Bij 3 < x π hoort het interval 3, π

Leveringsvoorwaarden voor werken van beeldende kunst Beroepsvereniging van Beeldende Kunstenaars BBK Amsterdam

Amplitudemodulatie. 1. Wiskundige vergelijking van een amplitudegemoduleerd signaal.

Testen aan de voorkant

Hoofdstuk 1 - Exponentiële formules

Bijlage 1: Toelichting wettelijk kader

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden

Eindexamen wiskunde B1 vwo I

nr. 833 OMBOUWSET NS 2530 De Bisschop

1800W. 2. De klemspanning van een batterij daalt van 14,4V naar 8V bij het belasten met 100A. Hoe groot is de inwendige weerstand van de batterij?

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden

De essenties van drie jaar NK ICT Architectuur

Evolueren met portfoliomonitoring

Noordhoff Uitgevers bv

Lees deze bijsluiter op een rustig moment aandachtig door, ook als dit geneesmiddel al eerder aan u werd toegediend. De tekst kan gewijzigd zijn.

ten deze handelend als schriftelijk gevolmachtigde van:

Dit tentamen bestaat uit 5 opgaven, die nagenoeg even zwaar beoordeeld zullen worden.

De impact van vergrijzing op de overheidsfinanciën. voorstel ontwerp eindrapport 1ste versie 27 augustus 2008

Delegate MAS in energiedistributie

dwarsrichting Doelstellingen van dit hoofdstuk

Wat is een training? Het doel van een trainingssessie is om met het team en de spelers vastgestelde doelstellingen te bereiken.

BIJLAGE A BIJ ONTWERP-METHODEBESLUIT

STICHTING HET ZELFSTANDIG GYMNASIUM STICHTING HET ZELFSTANDIG GYMNASIUM. Protocol Collegiale Visitaties

Transcriptie:

De Belasingsgrondslag van Regisraierechen Soor Fiscaliei Seunun Beleidsrelevan onderzoek Besuurlijke Organisaie laanderen De Belasingsgrondslag van Regisraierechen (oorloige versie: mag nie versreid worden buien he seunun BO) (Alle commenaar is welkom bij ber.brys@hogen.be) Fiscaal Soor Hogeschool Gen ABSTRACT De overheid hef regisraierechen o ransacies me berekking o onroerend goed. Deze belasing, zelfs na de hervorming in laanderen van 01/01/2001, is echer zo hoog da er geen srake kan zijn van een heffing die gerelaeerd is aan de kosen m.b.. he regisreren van onroerend goed. De regisraierechen bereffen dus een eche belasing. Maar waarom word de ransacie van onroerend goed belas? Hoe kan dus deze belasing o de ransacie m.b.. onroerend goed worden veranwoord? In di documen leg ik een verband ussen de regisraierechen en de meer gebruike belasingsgrondslagen me berekking o onroerend goed: inkomen, vermogen en vermogenswins. Fiscaal Soor Hogeschool Gen 1

Seunun beleidsrelevan onderzoek - besuurlijke organisaie laanderen DE BELASTIGSGRODSLAG A REGISTRATIERECHTE 1. ILEIDIG De overheid hef regisraierechen o ransacies me berekking o onroerend goed. Deze belasing, zelfs na de hervorming in laanderen van 01/01/2001, is echer zo hoog da er geen srake kan zijn van een heffing die gerelaeerd is aan de kosen m.b.. he regisreren van onroerend goed. De regisraierechen bereffen dus een eche belasing. Maar waarom word de ransacie van onroerend goed belas? Hoe kunnen we dus deze belasing veranwoorden? Allereers ga ik na wie de regisraierechen draag: de koer of de verkoer van onroerend goed. ervolgens robeer ik de regisraierechen e veranwoorden vanui he sandun van de economisch meer gebruike belasingsgrondslagen die in verband kunnen worden gebrach me onroerend goed: inkomen, vermogen en vermogenswins. Deze analyse word uieraard serk beïnvloed door he fei of de verkoer (secie 3) of de koer (secie 4) de belasing draag. 2. WIE DRAAGT DE BELASTIG: DE OPER OF DE EROPER? Allereers wijs ik er in secie 2.1 o da wie de belasing uieindelijk beaal aan de overheid (koer of verkoer) irrelevan is en geen invloed heef o wie de belasing uieindelijk draag. Een analyse van wie de belasing draag besudeer of de belasing,.o.v. de siuaie zonder belasing, voornamelijk leid o een sijging in de rijs die de koer moe bealen of voornamelijk leid o een daling in de rijs die de verkoer onvang. In secie 2.2 besudeer ik of de koer en/of de verkoer van onroerend goed de belasing draag. 2.1 Irrelevanie van wie de regisraierechen beaal Regisraierechen zijn een kosrijsverhogende belasing die in laanderen door de koer word beaald. De koer beaal de rijs aan de verkoer voor he onroerend goed. De rijs word belas aan he arief van de regisraierechen R (we laen de meeneembaarheid en he abaemen voor de eenvoud buien beschouwing). De koer beaal dus na belasingen, waarbij geld da (1) = ( 1+ R). Maar sel nu da nie de koer maar de verkoer zou worden belas. De verkoer verkoo he onroerend goed en vraag een rijs die gelijk is aan de oale rijs die de koer in formule (1) moes bealen. De overheid belas deze rijs die de koer onvang aan he arief. De rijs zonder de belasingen die de verkoer dan onvang (2) = ( 1 ). is gelijk aan De koer beaal dezelfde rijs, de verkoer onvang dezelfde rijs en de overheid hef dezelfde belasingen indien 1 1 = ( 1+ R) = (1 + R)(1 ) (1 + R)(1 ) = 1 (3) 2 Soor Fiscaliei

De Belasingsgrondslag van Regisraierechen (3) R =. 1 + R Deze analyse maak duidelijk da he er nie oe doe wie de belasing uieindelijk beaal (zolang aan condiie (3) maar is voldaan). Conclusie: wie de kosrijsverhogende belasing uieindelijk beaal is irrelevan (he voorbeeld kijk enkel naar he arief van de regisraierechen). Wie de belasing beaal (afdraag) aan de overheid heef nies e maken me wie (koer of verkoer) de belasing uieindelijk draag. 2.2 Wie draag de regisraierechen? Ik geef heel kor aan wie o de kore ermijn en wie o de langere ermijn de regisraierechen draag. Ik maak hierbij gebruik van figuren geïnroduceerd in de aer waarin ik de hervorming van de regisraierechen besudeer. oor aanvullende uileg verwijs ik graag naar die aer. Aanbod van koowoningen consan (aanbod erfec rijsinelasisch) Figuur 1 rijs aanbod kore ermijn vraag RR vraag ne RR Q koowoningen Zonder regisraierechen onvang de verkoer he bedrag da de koer wil bealen. Doorda he aanbod o de kore ermijn consan is en nie varieer me de rijs daal de rijs die de verkoer onvang me he arief van de regisraierechen. O de kore ermijn en/of bij een rijsinelasisch aanbod is he de verkoer die de regisraierechen draag. Langere ermijn analyse: aanbod van koowoningen verander (elasische vraag) Zonder regisraierechen onvang de verkoer en moe de koer bealen (zie ook figuur 2). Door de invoer van regisraierechen zal de koer een hogere rijs moeen bealen RR >, maar Fiscaal Soor Hogeschool Gen 3

Seunun beleidsrelevan onderzoek - besuurlijke organisaie laanderen zal ook de verkoer een lagere rijs onvangen RR <. O de langere ermijn dragen dus zowel de koer als de verkoer de regisraierechen. Hoe rijsinelasischer de vraagcurve, hoe groer he gedeele van de regisraierechen da word afgeweneld o de koer van onroerend goed. Hoe rijsinelasischer he aanbod, hoe groer he gedeele van de regisraierechen da word afgeweneld o de verkoer van he onroerend goed (me als exreme geval de kore ermijn aanbodcurve in figuur 1). Figuur 2 rijs aanbod lange ermijn RR vraag RR vraag ne RR Q RR Q koowoningen 3. ERMOGESWIST ALS DE BELASTIGSGRODSLAG OOR DE EROPER A OROERED GOED In deze secie besuderen we hoe de regisraierechen kunnen veranwoord worden vanui he sandun van de verkoer voor he gedeele da de verkoer draag. We onen aan da de regisraierechen (o de kore ermijn volledig en o de lange ermijn gedeelelijk) beschouwd kunnen worden als een imliciee belasing o de gerealiseerde meerwaarde bij de verkoo van he onroerend goed. De regisraierechen zijn in di ozich een alernaief voor een vermogenswinsbelasing. Hoe rijsinelasischer de aanbodcurve, hoe belangrijker deze inerreaie is. He volgende voorbeeld leg he verband ussen de regisraierechen en he arief van de imliciee vermogenswinsbelasing onder de veronderselling da de verkoer de oale regisraierechen draag. De rijs die de verkoer onvang bij verkoo van he onroerend goed na vermogenswinsbelasing is gelijk aan 1 ( ) (4) =. 4 Soor Fiscaliei

De Belasingsgrondslag van Regisraierechen 1 Is de oorsronkelijke aankoorijs van he onroerend goed en de rijs die de nieuwe koer beaal (verkoorijs voor belasing). De verkoer realiseer bijgevolg als vermogenswins. Bovendien verondersel ik da de waarde van he onroerend goed me g% is gesegen: 1 (5) = (1 + g). Door subsiuie van (5) in (4) kan 1 (6) = ( g ) Indien we nu ook oleggen da (7) = (1 + RR), worden uigedruk als 1 dan kunnen we, door he combineren van (6) en (7), de regisraierechen inerreeren als een vermogenswinsbelasing waarvoor geld da (8) g 1 = RR Condiie (8) sel da de obrengs van he belasen van de gerealiseerde vermogenswins g. he arief gelijk moe zijn aan de obrengs van he heffen van regisraierechen (arief RR o verkoorijs ). We subsiueren (5) in (8) en nadien (7) in (8). He (imliciee) arief van de vermogenswinsbelasing da gerelaeerd is aan he arief van de regisraierechen bedraag 1 aan (9) RR 1+ RR =. g 1+ g Dus, gegeven een waardesijging van he onroerend goed me g%, he belasen me regisraierechen aan he arief RR kom overeen me he belasen van de vermogenswins aan he arief in (9). Een voorbeeld. Als de waarde van he onroerend goed gesegen is me 60% en de regisraierechen bedragen 10% en indien we verondersellen da de verkoer de volledige las van de RR draag (bijvoorbeeld erfec rijselasische vraagcurve), dan kom di overeen alsof de vermogenswins word belas aan een arief van 24.24%. Een sijging van de regisraierechen RR verhoog he corresonderende imliciee arief van de vermogenswinsbelasing. Een sijging van de groeivoe g verlaag he arief. België en laanderen kennen geen vermogenswinsbelasing. ermogenswins, die deel uimaak van he gezinsinkomen, word in laanderen bijgevolg nie belas o he gezinsniveau. He onrechsreeks Fiscaal Soor Hogeschool Gen 5

Seunun beleidsrelevan onderzoek - besuurlijke organisaie laanderen belasen van vermogenswins o inveseringen in onroerend goed lijk daarom een mooi alernaief. Deze inerreaie is onderhevig aan de volgende voorwaarden: - De waarde van he onroerend goed moe gesegen zijn. Anders vallen de regisraierechen uieraard nie als een imliciee vermogenswins belasing e veranwoorden - De verkoer moe de regisraierechen (in groe mae) dragen. Belasing o de gerealiseerde inramarginale vermogenswins In laas van de regisraierechen in verband e brengen me een belasing o de gerealiseerde oale vermogenswins kunnen we ook he verband leggen me een vermogenswinsbelasing die nie de normale reurn (jaarlijkse reële renevoe r + inflaievoe π ) maar enkel de inramarginale reurn (jaarlijkse reurn boven r + π ) belas. We verondersellen da he onroerend goed na jaar word verkoch. De rijs die de verkoer onvang bij verkoo van he onroerend goed na belasing o de gerealiseerde inramarginale vermogenswins (arief ) is gelijk aan 1 ( ) (10) = {1 + g }, Er word veronderseld da ( 1 g ) = (1 + r + π ), zoda he arief van de vermogenswinsbelasing enkel de inramarginale vermogenswins belas. Ook verondersellen we da = (1 + g) da = (1 + RR) + 1. Di imliceer: 1 (11) = ( g g ) ) en (12) 1 ( ) ( g g ) = RR Condiie (12) sel da de obrengs van he belasen van de gerealiseerde inramarginale 1 vermogenswins ( g g ). aan he arief gelijk moe zijn aan de obrengs van he heffen van regisraierechen (arief RR o verkoorijs ). He (imliciee) arief van de inramarginale vermogenswinsbelasing da gerelaeerd is aan he arief van de regisraierechen bedraag en (13) RR 1+ RR = g g 1+ g Een exra voorwaarde m.b.. deze inerreaie is uieraard da g > g. Indien we enkel willen corrigeren voor inflaie, dan word r = 0. In di geval leggen we he verband ussen de regisraierechen en een belasing o de reële vermogenswins. 6 Soor Fiscaliei

De Belasingsgrondslag van Regisraierechen 4. DE BELASTIGSGRODSLAG OOR DE OPER Ook de koer draag een deel van de regisraierechen (zie figuur 2). Hoe kunnen we de regisraierechen veranwoorden vanui he sandun van de koer (voor he gedeele da de koer draag)? We onen aan da de regisraierechen kunnen worden beschouwd als een imliciee vermogensbelasing, een imliciee inkomsenbelasing of een imliciee vermogenswinsbelasing. ermogen De koer inveseer in onroerend goed da deel gaa uimaken van zijn vermogen. unnen we de regisraierechen dan beschouwen als een éénmalige vermogensbelasing o he momen van de aankoo? De regisraierechen worden geheven o de waarde van de ransacie onafhankelijk van hoe he gezin deze invesering financier: me eigen geld of geleend geld. Bij een vermogensbelasing zijn schulden echer fiscaal afrekbaar van de waarde van he belasbare vermogen. Enkel he neo vermogen van he gezin word belas onder een vermogensbelasing. Di imliceer da de regisraierechen o de oale waarde van he aangekoche onroerend goed nie kunnen beschouwd worden als een eenmalige vermogensbelasing o he momen van de aankoo. Me name omda de invesering o he momen van de aankoo maar gedeelelijk o he vermogen van he gezin behoor doorda he (meesal) in hoge mae door schuld is gefinancierd. De regisraierechen kunnen echer wel worden beschouwd als de conane waarde van een jaarlijkse e bealen vermogensbelasing die word geheven o he neo-vermogen geïnveseerd in onroerend goed. He volgende voorbeeld koel de regisraierechen aan een imliciee vermogensbelasing. We verondersellen da elke inveseerder uieindelijk voor 100% eigenaar zal worden van he onroerend goed, onafhankelijk van he iniieel geïnveseerde eigen vermogen bij de aankoo. He neo-vermogen sijg dus over de ijd door de kaiaalaflossingen die deel uimaken (naas de ineresbealingen) van de lening. Twee gezinnen koen een huis er waarde van X euro in de eerse eriode. Er word veronderseld da de koer de volledige las van de RR draag: RR * X. He voorbeeld beerk zich o wee eriodes. Gezin 1 financier de woning me eigen geld (EG) in de eerse eriode. Gezin 2 financier de woning volledig me geleend geld (GG) in de eerse eriode. De lening word volledig afgelos in de weede eriode. He neo vermogen van he gezin bedraag dan: eriode 1 eriode 2 Gezin 1 X X Gezin 2 0 X EG EG X v De conane waarde van de vermogensbelasing v die gezin 1 beaal bedraag: X v +. 1+ r GG X v GG De conane waarde van de vermogensbelasing v die gezin 2 beaal bedraag: 0 +. 1 + r Gegeven de RR die beide gezinnen bealen RR X is he arief van de imliciee vermogensbelasing gelijk aan (we maken he arief van de vermogensbelasing endogeen om he arief e koelen aan de regisraierechen): EG Fiscaal Soor Hogeschool Gen 7

Seunun beleidsrelevan onderzoek - besuurlijke organisaie laanderen (14) EG v GG v RR = 1 1+ 1+ r = (1 + r) RR GG EG Di imliceer da: v > v. De regisraierechen kunnen dus beschouwd worden als een imliciee vermogensbelasing waarvan he arief sijg me de graad van schuldfinanciering (gegeven de waarde van he onroerend goed) (er comensaie voor de fiscale afrekbaarheid van ineres?). He arief van de imliciee vermogensbelasing sijg ook me he arief van de regisraierechen RR en de ineres voe r. De waarde van de invesering X heef geen invloed o he arief. Inkomen De éénmaal e bealen regisraierechen bij aankoo kunnen ook worden beschouwd als de conane waarde van een jaarlijkse e bealen belasing o he inkomen da de invesering in onroerend goed genereer. Di jaarlijks inkomen is in feie he kadasraal inkomen da bijvoorbeeld word belas onder de onroerende voorheffing. He volgende voorbeeld koel de regisraierechen aan een imliciee jaarlijkse belasing o he inkomen van de invesering in onroerend goed. erondersel da X euro word geïnveseerd in onroerend goed. He jaarlijkse inkomen da deze invesering genereer is gelijk aan ρ X. Di inkomen word belas aan he imliciee arief I. De conane waarde van deze belasing (er word veronderseld da he onroerend goed een oneindige sroom van inkomsen genereer, da de inkomsen worden verdisconeerd aan de renevoe r en da de invesering derecieer aan he arief δ ) is 0 ρ X e I ( r+ δ ) I ρ X d =. r + δ Gegeven de RR die bij aankoo worden beaald RR * X is he arief van de imliciee inkomsenbelasing gelijk aan: (15) I ρ X RR ( r + δ ) = RR X I = r + δ ρ He arief van de imliciee inkomsenbelasing sijg me he arief van de regisraierechen, me de renevoe en me de dereciaievoe. He arief daal me he gegenereerde inkomen er geïnveseerde euro. ermogenswins De door de koer e dragen regisraierechen kunnen ook beschouwd worden als een imliciee belasing o de vermogenswins van he vasgoed, die a-riori bij de aankoo word geïnd. He volgende voorbeeld koel de regisraierechen aan een imliciee vermogenswinsbelasing onder de veronderselling da de koer de regisraierechen draag. 8 Soor Fiscaliei

De Belasingsgrondslag van Regisraierechen We inerreeerden de regisraierechen reeds als een belasing o de door de verkoer gerealiseerde vermogenswins. Een gelijkaardige analyse laa ons oe om de regisraierechen e inerreeren als een belasing o de door de koer e realiseren vermogenswins. De verkoer werd belas o de gerealiseerde vermogenswins de e realiseren vermogenswins 3 ijdsi 2) bedraag (1 + r) eriode 3 en eriode 2. 3 1. De koer word belas o. De conane waarde van deze vermogenswins (o, waarbij veronderseld word da he aanal jaar is ussen In laas van vergelijking (4) (de verkoer verkoo aan maar onvang na vermogenswinsbelasing enkel ) krijgen we da de koer koo aan de rijs maar moe uieindelijk bealen door de geheven vermogenswinsbelasing (16) = + 3 (1 + r). 3 We verondersellen da = (1 + g ). Subsiuie in (16): (17) = + g (1 + r) Bovendien leggen we o da = (1 + RR). Subsiuie in (17) laa ons oe om de regisraierechen e inerreeren als een vermogenswinsbelasing o de koer waarvoor geld da: (18) g (1 + r) = RR Condiie (18) sel da de belasingobrengs van he belasen van de conane waarde van de e realiseren vermogenswins aan he arief regisraierechen. gelijk moe zijn aan de obrengs van de Subsiuie van = (1 + RR) in (18): (19) RR (1 + r) = 1+ RR g Gegeven een waardesijging van he onroerend goed me g in de oekoms, he belasen me regisraierechen aan he arief RR kom overeen me he belasen van de conane waarde van de vermogenswins aan he arief in condiie (19). % Fiscaal Soor Hogeschool Gen 9

Seunun beleidsrelevan onderzoek - besuurlijke organisaie laanderen Tarief vermogenswinsbelasing verkoer en koer He arief van de vermogenswinsbelasing voor de verkoer is gelijk aan he arief van de vermogenswinsbelasing voor de koer indien de belasingsgrondslag van beide vermogenswinsbelasingen gelijk is. De verkoer word belas o ijdsi 2 o de gerealiseerde meerwaarde o onroerend goed aangekoch in eriode 1: g. De koer word o ijdsi 2 belas o de e realiseren meerwaarde o onroerend goed gekoch in eriode 2 en verkoch in eriode 3: g. De arieven van de vermogenswinsbelasing zijn bijgevolg gelijk indien de gerealiseerde meerwaarde door de verkoer gelijk is aan de conane waarde van de e realiseren meerwaarde door de koer (gegeven consane waarde van, en RR ): 1 (20) = g 1 = g (1 + r) 1 Gegeven da = (1 + g) : g (21) = g = ( 1+ r) 1+ g Bijvoorbeeld gegeven een groeivoe g van 20%, een renevoe r van 5% en gelijk aan 4, condiie (21) sel da de groeivoe g van de waarde van he onroerend goed gekoch door de koer gelijk moe zijn aan 20.26% oda he arief van de regisraierechen kan geïnerreeerd worden als een even hoog arief o de vermogenswins van de verkoer en koer. 10 Soor Fiscaliei

De Belasingsgrondslag van Regisraierechen BIBLIOGRAFIE - Berlage, L. en A. Decoser, Inleiding o de economie, Universiaire Pers Leuven, 2000. - Brys, Ber, De Hervorming van de Regisraierechen: wegeving en oeniële effecen m.b.. ariculiere inveseringen in onroerend goed in laanderen, SBO, 2002. - arian, Hal R., Inermediae Microeconomics, a modern aroach, W.W. oron & Comany. Documen: De belasingsgrondslag van regisraierechen 01-10-2002 10:21 Fiscaal Soor Hogeschool Gen 11