Getallen 0 9 2 0 2 / Tel steeds verder of terug met 0 000. 0 000 00 000 000 000 2 Scrijf de juiste getallen acter de letters. Gebruik ronde getallen. 0 000 000 000 000 0 000 000 A B C D E F G H A = 200 000 C = E = G = B = D = F = H = Wat zijn de cijfers waard? Vul in en tel op. 0 900 20 00 0 00 20 00 = 000 000 = = = = 2 = = 2 = = = = = 9 = + = + = + = + Scrijf in cijfers. vijf miljoen = 000 000 een alf miljoen = vijf miljoen vijfonderdduizend = anderalf miljoen = vijf miljoen vijfduizend = vier en een alf miljoen = vijf miljoen vijftig = een kwart miljoen = Zet de getallen van opdract in volgorde van klein naar groot. 20 000 Blok 2 Week
0 Rond af op miljoenen. Afronden op miljoenen: Je kijkt naar et cijfer direct na de miljoenen. Is dat een 9,,,,? Dan komt er miljoen bij. De cijfers na de miljoenen worden nullen. Je rondt af naar boven. ( ) Is dat een,, 2,, 0? Dan komt er geen miljoen bij. De cijfers na de miljoenen worden nullen. Je rondt af naar beneden. ( ) 0 0 00 92 2 000 000 99 000 9 000 000 0 000 2 00 000 9 92 Rond de getallen af. Kijk naar et cijfer dat na et cijfer komt waarop je gaat afronden. Is dat een of lager? Je rondt af naar beneden. Is dat een of oger? Je rondt af naar boven. Op duizendtallen: Op onderdtallen: Op tientallen: 2 29,9,0 999, 9, 2 000 2,9 2 99, 2 0,9 9 2, 9,99 2, / Tel verder of tel terug. 200 000 20 000 00 000 000 000 000 00 0 000 00 000 22 220 2 0 /9 Zet de juiste bedragen acter de uisnummers. De straatprijs van 20 000 valt in Utrect. De prijs per lot is 000. Met verdubbelaar krijg je 2x zoveel. De auto is 0 000 waard. Huisnummer eeft loten met verdubbelaar en krijgt 90 000 Huisnummer 2 eeft 2 loten en krijgt Huisnummer 0 eeft loten met verdubbelaar en krijgt Huisnummer eeft loten met verdubbelaar en krijgt De auto valt op uisnummer 9 met maar lot. Met de waarde van de auto eeft dit uisnummer in totaal gewonnen. Blok 2 Week
2 Hoofdrekenen + : : + + Optellen en aftrekken. Vermenigvuldigen en delen. + = : 2 2 = 0 = 2000 = 0,99 = 2, : 0,0 = 9, +,0 = 0,0,0 = 9 (, 0,) = 0 : (0 0,) = ( 0,2) = (0, 0,) = : 2 Maak de sommen over geld, meten en tijd.,0 =... 0,0,20 =... 0,20 De elft van,0 = 00 =,2 m =... mm cm =... mm 0, km =... m 2, m³ =... dm³ 2 jaar =... weken e kwartaal =... dagen MCDXXII = XCIX = : Reken met breuken en procenten. = + = 0 = 0 = 2 + 2 = 2 = 2 = 2 : = 2 2 % =... deel % van 0 = 2 % van 0 = 0% van 2, = / Van alles door elkaar. Reken uit. Eerst vermenigvuldigen of delen, dan pas optellen of aftrekken. 0,0 = 00 : 2, = dm³ =... dl + 0, = 00 :,2 = m² =... cm² + 0, + = 00 : 0, =, m =.. m 20,0 = 000 : 0, = 20 minuten =... uur / Reken uit. Een voetbalveld is 0 m lang en eeft een oppervlakte van 200 m². Ernaast ligt een ander rectoekig veld. Hiervan is de oppervlakte de elft van de oppervlakte van et voetbalveld. En de breedte de elft van de breedte van et voetbalveld. Hoe lang is dat andere veld? A 20 m B 0 m C 0 m D 0 m E 00 m Blok 2 Week
2 0 %,0 Breuken, decimalen en procenten : 0,00 % % / Zet de getallen in de goede volgorde van klein naar groot. 2, 2,09 2,9 2, 2,0 2,99 2,0 2,09 2,09 99,09 90,99 0,9 99,9 90,09 99,99 99,99 90,09,0 2 Afronden met decimalen. Vul in.,2,2 2,9 2, op eeneden:,2,2 2,9 2, op decimaal:, Bij kommagetallen kun je afronden op eeneden, tientallen (of decimaal), onderdsten (of 2 decimalen), en duizendsten (of decimalen). Je kijkt naar et cijfer acter de pijl. Is dat een of lager? Dan rond je af naar beneden. Is dat een of oger? Dan rond je af naar boven. op 2 decimalen: op decimalen:,2 2,,09 0,09,29,2 2,,09 0,09,2 Welk deel is gekleurd? Welk deel is niet gekleurd? Vul in. Gekleurd: = 2 %... =... %... =... %... =... % Niet gekleurd: = %... =... %... =... %... =... % Blok 2 Week 9
Reken uit: minder en meer. 9 0,00 0,0 0, getal + 0, + 0,0 + 0,00 %,000 0 % 2 Reken uit. 0,999 0,99 0,9,,0,00 2 % van 00 = 00 % van 00 = 2 % van = 2 % van = 2 % van 00 = 2 2 % van 00 = 9 % van 0 = 22 2 9 % van 0 = 2,9 9,9 2,00 % Eerst scatten, dan uitrekenen. 2,,,, =,9, = 2, + 9,0 + 9,0 + 9,0 = 9, 0, = 0,9 +, +, +, =,2 : 0,9 = 2,,,, = 2, :,9 = / Vul de reeksen aan. 2,2 2,2 0 000 000 90 000 00 000 / Reken uit. De antwoorden zijn et begin van de volgende som. 9, : 0, 0 0,00... :... + 0,29 = 29 9... :... + 9,...,2 = 0 Blok 2 Week
Ontdek de som Rusland Maak de opdracten. Gebruik de gegevens in de tabel. Plaatsen met aantal inwoners In volgorde van groot naar klein Inwoneraantallen afgerond Irkoetsk 9 0 Moskou 00 000 Jekaterinenburg 29 2 Moskou 0 2 Novosibirsk 2 0 Omsk 0 Perm 00 Sint Petersburg 29 Vladiwostok 9 0 a b c d Zet de plaatsnamen in volgorde van groot naar klein. Rond de inwoneraantallen af op onderdduizendtallen en vul in. Welke steden ebben afgerond evenveel inwoners? Kleur de afgeronde aantallen in de staafgrafiek. 2 000 000 000 000 Novosibirsk Jekaterinenburg Omsk Perm Vladiwostok Irkoetsk e f Wonen in Moskou meer mensen dan in de andere steden samen? Rusland eeft ongeveer 000 000 inwoners. In Moskou woont... % van et aantal inwoners van Rusland. 2 Reken uit en vul de tabel in. Gebruik de lijngrafiek. miljoen 0 0 0 2 20 0 0 00 Bevolkingsontwikkeling in Rusland 90 92 9 9 9 90 92 9 9 9 90 92 9 9 9 90 92 9 9 9 990 992 99 99 99 2000 2002 200 200 200 200 periode aantal inwoners aan et begin aantal inwoners aan et eind toename (+) of afname ( ) in miljoenen toename (+) of afname ( ) in procenten van et begin. ( decimaal) 90-90 02 miljoen... miljoen... miljoen... % 90-990... miljoen... miljoen... miljoen... % 990-200... miljoen... miljoen... miljoen... % Blok 2 Week
Lees de tekst en beantwoord de vragen. De Trans-Siberisce spoorlijn (rode lijn) begint in Moskou en eindigt in Vladiwostok. Hieronder staan de steden vanaf Moskou met et aantal gereisde kilometers. Moskou (beginpunt) 0 km Omsk 22 km 2 Perm km Novosibirsk km Grens Europa en Azië km Irkoetsk km Jekaterinenburg km Vladiwostok 92 km (eindpunt) a Bij de grens van Europa en Azië eb je bijna... deel van de reis afgelegd. b In welke stad zit je op deel van de reis? c Hoeveel km is de reis van Irkoetsk naar Vladiwostok? d Hoeveel kilometer van de spoorlijn ligt in Azië? / Reken uit. Gebruik de informatie uit som. a b c d e f De trein doet over de reis dagen + uur. Dat is in totaal... uur. De trein stopt onderweg 2 keer. Hoeveel km ligt er gemiddeld tussen iedere stop?... km De gemiddelde sneleid van de trein is 2,2 km/uur. Hoeveel uur doet de trein over de reis zonder te stoppen? Rond af op ele uren.... uur. Hoeveel uur bedragen de wacttijden bij elkaar?... uur. Hoe lang staat de trein gemiddeld stil op een stopplaats?... =... uur. Bij grote plaatsen is de gemiddelde wacttijd :0 uur. Hoelang is dit gemiddeld op de andere stopplaatsen?... minuten. / Reken uit en vul in. Gebruik de informatie uit som en. plaats berekening van et deel van de reis in procenten reistijd (afronden op minuten) Perm : 92 = 0, 00 =, % 2 uur en minuten grens Europa-Azië Jekaterinenburg Omsk Novosibirsk Irkoetsk Vladiwostok 2 Blok 2 Week
Heralen / Verbind de getallen met de getallenlijn. 0 000 000 000 000 0 000 000 00 000 900 000 00 000 900 000 00 000 200 000 9 900 000 /2 Rond af. Bij et afronden kijk je naar et cijfer dat volgt. Is dat een of lager dan weglaten. Is dat een of oger dan komt er een miljoen, onderdduizendtal of tienduizendtal bij. Op miljoentallen: Op onderdduizendtallen: Op tienduizendtallen: 0 00 0 90 0 000 0 000 000 000 000 2 9 2 99 20 00 000 9 9 9 99 2 0 000 / Rond de decimale getallen af. op elen op decimaal op 2 decimalen op decimalen,,,, 2, 99, 2,299, / Reken uit met breuken en met decimalen. % van % van 2 % van % van 00 = = 00 = 000 = 00 = % van 00 =,2 = 2,2 9 % van 20 = % van 20 = 0 % van 0 = Blok 2 Week
/ Verbind de breuken met de bijbeorende procenten. 9 2 2 % 9 % 2 % 2 % 9 9 % 2 % % % 9 % 00 % 0 % % / Eerst scatten, dan uitrekenen. Reken andig als dat kan. 2,, = 9, + 9, + 9, + 9, =,92, =, +, +, +, = 2,0 :, =,,,, =, :, = 09,9,,, = / Reken uit. 9 2... +... 22... :... 2... : 2 2... : 2... + 2... : 0 =...... : 2... 02 2...... :... 2... :...... Het antwoord van de eerste som is et begin van de volgende som. Vereenvoudig de antwoorden als dat kan. / Vul de tabellen in en maak de reeksen af. Werk van boven naar beneden en van links naar rects. + 2 0 + 2 Blok 2 Week
Veroudingen / Reken uit. Spaargeld van: Quentin Milou Yassim Bedragen: 0 90 Milou eeft... zo veel spaargeld als Quentin. Yassim eeft... zo veel spaargeld als Quentin. Yassim eeft... zo veel spaargeld als Quentin en Milou samen. 2 Reken de veroudingen uit. Bij een verouding vergelijken we getallen met elkaar. Bijvoorbeeld zo: Issam eeft 0 plaatjes en Romy 20. Romy eeft 2 zoveel plaatjes als Issam. We zeggen: de verouding tussen de aantallen plaatjes van Issam en Romy is als staat tot 2. We scrijven dat zo op: : 2. Bij een scool staan 2 bomen. De eerste is 0 m, de tweede 0 m. De tweede boom is... zo lang als de eerste. We zeggen: de verouding tussen de lengten van de bomen is als... staat tot... We scrijven:... :... Gerard is 0 jaar. Piet is 0 jaar. Piet is... zo oud. De verouding van de leeftijden van Gerard en Piet is als... staat tot... We scrijven:... :... Scrijf de verouding van de tekeningen op. De gele en groene vierkanten iernaast staan in rijen van. De gele staan in 2 rijen van. De groene staan in rijen van. De verouding tussen de aantallen gele en de groene vierkanten is als 2 staat tot. We scrijven 2 :. a d =... :... =... :... b =... :... e =... :... c f =... :... =... :... Blok 2 Week 2
Reken de verouding uit. aantallen groepen van verouding 20 en 0 0 2 : 22 en en 2 en 0 aantallen groepen van verouding en 0 en 2 9 0 en 0 0 0 en 2 Reken de verouding uit. Maak groepen van 2 Maak groepen van 2 Maak nu zelf groepjes 2 : 00 = : 2 : = 2 : 22 = 0 : = 2 : = 2 : 0 = 0 : = 9 : 0 = 2 : 000 = 2 : 20 = 2 : = : = : = : = : 0 = : = / Vul de tabellen in. De verouding staat in de bovenste rij. : 2 : : 0 22 00 : : : 9 0,2 0, 2,2, / Scrijf de verouding op. Maak eerst de maten gelijk m : m = l : m³ = cm² : dm² = 2 m : m = 20 m : km = 00 m : 2 km = 00 l : m³ = 0 l : m³ = l : m³ = 2 cm² : 2 dm² = dm² : m² = 00 m² : m² = Blok 2 Week 2
+ : : + Hoofdrekenen Optellen en aftrekken. Vermenigvuldigen en delen. + 00 000 + 0 000 = 00 000 0 000 = 0 000 = 0 000 : 0 = 2 + 20 + 0,20 = 2 dm =... cm :9 uur =... minuten voor 0 20,- =... 00,- dl =... l 2: uur =... minuten voor 0,20 = 20 dg =... cg MCC = 2000 =... 0, km² =... m² MCMXL = Reken met breuken en procenten. % van 200 = 20 % van = 0 % van 20 = 22 = % van 200 = 00 % van 200 = 0, % van 00 = = 0 % van 2 = % van 0 = 20 + 20 = 2% van 2% van 000 = MDCCXL = = (0,2 : ) = 00% van 00 0,20 = = : Van alles door elkaar. Reken uit. 0 2 2 + 2 2 2 = 000 / (2,) +,0 =,0 : ( +,0) = (,2 ) 0, = 0 (0,2 : ) = Maak de sommen over geld, meten en tijd. 22 + = /, +,0 =,0, = 0, = 0,2 : = 0 = 2 = m 0,2 m =... m² = :9: uur =... sec. voor... uur Reken uit. Met 2 blokjes is de kubus iernaast in elkaar gelijmd. Vervolgens zijn er drie tunnels uit gefreesd. Hoeveel blokjes telt et bouwsel nu? A B 0 C 0 D 9 E Blok 2 Week 2
Veroudingen / Scrijf de verouding zo klein mogelijk op. 2 : 00 = : 0 : 00 = : 2 = 2 2 : = : 20 = : 20 = 2 : 000 = : 000 = 2 : 000 = Vul in. Emine is 0 jaar. Ezra is 0 jaar. De verouding tussen de leeftijden is : De getallen 0 en 0 zijn gedeeld door.... Het getal... is de verkleiningsfactor. Max eeft zoveel plaatjes als Nikki. Max eeft 0 plaatjes en Nikki De verouding is... :... De getallen zijn vermenigvuldigd met... Het getal... is de vergrotingsfactor. Reken de verkleiningsfactor of vergrotingsfactor uit. Getallen/verouding Verkleiningsfactor Verouding/getallen Vergrotingsfactor : = : : 2 = : : 2 = 2 : 2 : = 2 : 2 : 2 = : : = 9 : 2 2 : 2 = 2 : : = 2 : 0 Met de verkleiningsfactor of de vergrotingsfactor kun je ontbrekende getallen in de verouding uitrekenen. 2 : 2 = :... Het getal 2 wordt verkleind tot. Het getal is gedeeld door. Dat is de verkleiningsfactor. Dan moet 2 ook door worden gedeeld. Het ontbrekende getal in de verouding is 9. 0 :... = : 9 Bij 0 oort et veroudingsgetal. De veroudingsfactor is, want = 0. Dan moet et veroudingsgetal 9 ook met worden vermenigvuldigd. Het ontbrekende getal in de verouding is. Blok 2 Week 2
Reken de ontbrekende getallen uit met de verkleiningsfactor of vergrotingsfactor. 2 : 2 = : : =... : :... = :... : 0 = : 0 0 : = 2 :... 9 : =... : 9 :... = :... : 0 = : : = :... 20 : 0 =... : :... = 2 :... : 0 = : : : 2 = :... :... 22 :... :... = 2 : : : : 2 =... : :...... : :... = 2 : : : : 2 =... :... : 9... :... : = : : 9 : : = :... :... :... :... = : : 9 Reken uit en vul in. a De kaas kost,00 per 00 gram. Gewict 2 gram 20 gram 00 gram 0 gram 000 gram Bedrag b Bij alle foto s is de verouding van lengte : breedte als : 2. De verouding blijft bij alle formaten dezelfde. Lengte... cm 9 cm... cm 9, cm... cm Breedte 2 cm... cm 0 cm... cm cm / Reken de veroudingen uit. 0,20 : 0,0 :,00 =,2 m :,00 m : 0, m = 0,0 : 2,00 :,00 = 0, l : cl : 9 dl = : 0 : 0 = 2 g : kg : 0, kg = 0,2 m² : dm² : m² = m³ : 2 liter : 0, m³ = 900 cm² : 0,0 m² : dm² = 0, m³ : 20 dm³ : 0 liter = m² : 2 dm² :, m² = 0, m³ : 0 liter : dm³ = / Reken de ontbrekende maten uit. Pleintjes met tegels van cm cm. Verouding lengte : breedte = : Oppervlakte van de pleintjes... m²... m² 2 m²... m² Aantal tegels in de lengte 20 Aantal tegels in de breedte 20 Blok 2 Week 2 9
9 Grafieken en percentages,0 9 2,000,00 0,0 Maak de opdracten met de grafieken. 2,00,0,000 2 Kleur de staafgrafiek en de cirkelgrafiek. Gebruik de aangegeven kleuren. Grondgebruik in Nederland veeteelt 29% natuur 2% 2 akkerbouw 20% water 9% tuinbouw % bebouwing/wegen 2% 2 Geef antwoord op de vragen. Gebruik de grafieken uit opdract. a Wordt meer dan de elft van de grond gebruikt voor landbouw? Kun je dat et best zien op de staafgrafiek of op de cirkelgrafiek? b Omvat natuur en water is bijna deel van et grondoppervlak? Kun je dat et best zien op de staafgrafiek of op de cirkelgrafiek? Veeteelt, akkerbouw en tuinbouw vormen samen de landbouw. c Is de oppervlakte water is groter dan de oppervlakte akkerbouw? Op welke grafiek kun je dat et beste zien? 0 Blok 2 Week 2
,00 0,00,0 Gebruik de getallen in de tabel en reken uit.,00 Het berekenen van de percentages doe je zo: Aantal ectares bosgebied per provincie : aantal ectares bosgebied eel Nederland 00. Groningen: : 0 00 =, % Afgerond is dat 2 %. 0 2,000,0 a Reken et percentage bosgebied per provincie uit. Rond af op ele procenten. b Kleur de procenten van opdract a in de stapelgrafiek per regio. Gebruik voor elke provincie een andere kleur. a Noord-Nederland (Groningen + Friesland + Drente), b Oost-Nederland (Overijssel + Gelderland) c Midden-Nederland (Flevoland + Utrect) d West-Nederland (Noord - Holland- en Zuid - Holland + Zeeland) e Zuid-Nederland (Noord - Brabant en Limburg) provincie 200 bosgebied in ectares In % van et totaal over 200 kleur 0 Groningen 2 % 02 Friesland 2 2... % 0 Drente 2... % 0 Overijssel 9... % 0 Gelderland 9... % 0 Flevoland 9... % 0 Utrect 22 2... % 0 Noord - Holland... % 09 Zuid - Holland 0 0... % 0 Zeeland 02... % Noord - Brabant 2 2... % 2 Limburg... % Heel Nederland 0... % Blok 2 Week 2
,0 9 2,000,00 0,0 2 0%,00 20% 0%,000,0 a b c d e / Reken uit. In een bos staan 200 000 bomen. berken =... % =... bomen 2 2 eiken =... % =... bomen beuken =... % =... bomen dennen =... % =... bomen sparren =... % =... bomen populieren =... % =... bomen wilgen =... % =... bomen elzen =... % =... bomen Controle... %... bomen + / Reken uit. In 90 was et aantal ectares bosgrond in Nederland 20 20 a. Hoeveel % bosgrond is erbij gekomen in de periode van 90 tot 200? 2 Blok 2 Week 2
0 Heralen / Eerst scatten en dan uitrekenen., +,2 +, + 0,9 =, :, =, +,29 + 9,2 +,9 = 202, : 2, =,9 9,2, =,,9 =, 9, 9, = 0, 2, = /2 Bekijk de grafieken over regenval in Suriname (S), Nederland (N) en India (I). Maak dan de vragen. 00 mm 00 mm N S I N S I N S I N S I regenval in Suriname, Nederland en India e kw. 2e kw. e kw. e kw. a b c d e Maak met de gegevens uit de staafgrafiek een lijngrafiek. In welk land valt de minste regen over et ele jaar? Kun je dat et makkelijkste zien in de staafgrafiek of de lijngrafiek? In welke kwartalen valt er minder regen in India dan in Nederland? Kun je dat et makkelijkste zien in de staafgrafiek of de lijngrafiek? Wat kun je zeggen over de regenval in Suriname? Kun je dat et makkelijkste zien in de staafgrafiek of de lijngrafiek? Op welke grafiek kun je et verscil in kwartaal et beste zien? / Vul de ontbrekende getallen in. 0 : = : 9 : = : : = : : 0 = : 0 2 : 2 = : : 0 = 2 : : = : : 0 = : : = : 2 : 0 = : 2 : = : : 2 = : 2 : = :... =... : 9 = :... =... : =... : = :...,2 :, =... : =, :... =... : 0 =,2 :... =... : Blok 2 Week 2
/ Reken uit. + 2 = + = + 9 = 2 2 + = = = 2 = 2 = = = : = 2 : = / Vul de tabel in. x 0, 0, 0,2 0, 0,2 0,,2, 2 / Reken de ontbrekende maten van de aquariums uit. De lengte, breedte en oogte van de aquariums verouden zic als : : Inoud 0 liter 0 liter, liter... liter... liter Lengte dm 0 dm Breedte dm... dm 2,...,... Hoogte dm... dm,2... Blok 2 Week 2
Veroudingen / Reken de ontbrekende getallen uit met de verkleiningsfactor en de vergrotingsfactor. : 2 = : : 2 = : : = : 9 : 2 = : :... = 2 :... : = 2 : 0 :... = : 9... : = : 22 :... :... = : 2 :... : 0 :... = : :... :... : 0 = : : :... :... = 2 : : 2 Vul in. Er zijn gele en groene blokken. De verouding tussen de gele en de groene blokken is als : (We zeggen: staat tot ). We kunnen ook zeggen: van de blokken is geel en van de blokken zijn groen. Rekenen met veroudingen, breuken en procenten. Vul in. Getallen: Van de... rondjes zijn er... gekleurd en... niet. Rekentaal: Je kunt ook zeggen dat... op de... rondjes is gekleurd. Dan is... op de... rondjes niet gekleurd. Breuken:... deel is gekleurd en... deel is niet gekleurd. Procenten:... % is gekleurd en... % is niet gekleurd. Verouding: Gekleurd staat tot niet gekleurd is als... :... Reken uit in aantallen, breuken, verouding en procenten. aantallen in rekentaal in breuken als verouding in procenten jongens (j) meisjes (m) j m j : m j m 0 op de 0 0 op de 0 20 van de 0 0 op de 0 2 per 000... per 000... per 000 per 000 op de 00... op de 00 : 2 % % Doordenker: oe kun je de antwoorden zelf controleren? Blok 2 Week
Reken de ontbrekende getallen uit. Scaal : 00 000 betekent: cm op de kaart is in werkelijkeid 00 000 cm. cm is in werkelijkeid km. Scaal cm op de kaart is in werkelijkeid.. km Afstand op de kaart Afstand in werkelijkeid : 00 000 km cm km : 200 000... km... cm 2 km :... km 2 cm... km : 2 00 000... km cm... km : 000 000... km... cm 90 km / Reken de veroudingen uit. Bij de maten zet je de grootste maten om in de kleinste. Voorbeeld: liter : 0 dm³ : 0, m³ = liter : 0 liter : 00 liter = : 0 : 00 De liter of dm³ is de kleinste maat. 0,0 :,00 : 2,00 = cm : 2,00 m : 0,2 m =,00 : 0,00 : 20,00 = dl : cl : 9 dl = 0 : 20 : 0 = 2 g : kg : 0, kg = 0,0 : 2,0 :,00 =, dl : 0, l : dl = 0, : 2,00 : = 2 g : 2, kg :,2 kg = / Reken de verouding uit. 0,2 m² : dm² :,2 m² = m³ : 2 liter : 0, m³ = 900 cm² : 0,0 m² : dm² = 0, m³ : 20 dm³ : 0 liter = m² : 2 dm² :, m² = 0, m³ : 0 liter : dm³ = Blok 2 Week
+ : 2 : + Hoofdrekenen Optellen en aftrekken. Vermenigvuldigen en delen. + 00 000 + 20 000 = 00 000 20 000 = 00 000 = 00 000 : 0 = 2 Maak de sommen over geld, meten en tijd. + 2 0,- + 2,0 = 0,0 = 0, = 0000 : = % van 200 = 2% van 20 = % % van 2 = = : van 200 = 00% van 200 = 0,2% van 00 = = 0% van = % van 0,- = = Reken uit. Eerst vermenigvuldigen of delen, dan pas optellen of aftrekken. 9 9 9 = 0 2 9 : 9 = =, : 2 = 2 : = % van % van 200 = MDCCCXL = 20 :,2 2 = 00% van 0 000 / 00:0 uur =... minuten over... MCL = millennium =... jaar millennium =... eeuwen 2 m =... dm 9 l =... dl 2 g =... kg m² =... dam² Reken met breuken en procenten. + = / (0, 9 ) 0 = (,) = 2 (0,0 9) = 2 (0 9,) = 00,0 + 0, = 00,0 0,0 = 2 00,0 = 20 :,2 = = = + 9 2 = 000 : = Reken uit. Met de cijfers tot en met, die je elk maar één keer mag gebruiken, kun je verscillende getallen van drie cijfers maken, bijvoorbeeld en 2. Maak twee getallen waarvan et verscil zo klein mogelijk is. Dat verscil is: A 9 B C 9 D E Blok 2 Week
/ 0 Samen 0,, Samen 9,9 Samen 0 0,2 0,2 0,,,9 0,2 0, 9,0 2,2,, 2 9 Reken uit. Samen 0 2 0,9 0,09 0, Scrijf de breuken met 2 decimalen. Rond af op 2 decimalen. Gebruik papier als dat nodig is. 2 Voorbeeld: 0 0 / 2 \ 0,... afronden op 2 decimalen.,00 0 = 0,2 (A) 20 =... (D) 2 =... (C) 2 0... (L)... (E)... (M) 2... (E)... (I) 9... (N) Reken uit. 00 0,0 0, 0 0, 0 00, 0,9 0 0, 0 Zet onder elkaar en reken uit. 00 + 2 + 9 = + 9 + 9 = + 0 + 9 = 0 = 92 2 = 9 29 = 2 2 = 2 = 20 = 0 : = 0 : = 09 : 2 = Zet bij optellen et grootste getal boven. Controleer de cijfersommen met de rekenmacine. Blok 2 Week Scrijf de breuken met 2 decimalen en zet de letters bij de goede pijl. 0 2 Getallen en cijferen 0
/ Eerst scatten dan uitrekenen. Controleer met de rekenmacine. 2,2 = 2 = 2,0 :, = 9, : 2, =, + 9,2 +,9 = 9, +,9 + 9, = 2,,, = 2, 9,2 0,2 = 0 Reken uit., : 0, =, : 0,0 =, : 0,0 = 0,, = 2,2 2,2 =,, = Controleer bij de vermenigvuldigingen oeveel cijfers je acter de komma krijgt in et antwoord. Tel de cijfers acter de komma in de som. / Reken uit. Gebruik bij de sommen deze stappen: Stap : reken uit wat tussen aakjes staat. Stap 2: vermenigvuldig of deel in volgorde van links naar rects. Stap : tel op en trek af in volgorde van links naar rects. (0 ) : 2 : + = 0 0 + 2 : = 0 + : (2 ) = 0 + 0 : (2 ) = 0 : ( ) + 2 + = (9 ) + : 2 = ( + ) : = : 2 = 9: +9 :9= + ( 2 + ) : 2 = / Vul in. getallen som verscil product quotiënt,2 en, en...,2... en 2, 2,0... en...... en... 2 Blok 2 Week 9
Ontdek de som Veroudingen Vul de tabel in en maak de vragen. Willemijn gaat appeltaarten bakken voor een feest. Maak de tabel af. aantal taarten bloem boter suiker eieren appels kaneel (recept) 20 gram gram 0 gram 2 2 gram... gram... gram... gram... gram 9... gram... gram... gram... gram 2 Reken uit en vul de tabel in. Een kok maakt een menu klaar voor 0 personen en later voor. De verouding om gewict tussen salade, vlees, aardappelen en spinazie is als : 2 :. Voor aardappelen en spinazie is et gewict gelijk. salade vlees aardappelen spinazie Voor personen 00 gram... gram... gram... gram Voor 0 personen... kg... kg... kg... kg Voor personen... kg... kg... kg... gram Reken uit en vul in. cm cm a De verouding tussen de lengtes van de foto s is als : 2 =... De verouding tussen de breedte van de foto s is als : 2 =... De vergrotingsfactor van de lengte en van de breedte is... b De kleine foto past... x in de vergrote foto. De verouding tussen de oppervlaktes van de foto s is als :... De vergrotingsfactor is... Reken uit en vul in. Op de kaart van Aruba is de rode weg cm lang. In werkelijkeid is de weg km. Dat is... cm. Je kunt ook zeggen: cm op de kaart is in werkelijkeid... cm. We scrijven: De scaal is... De grootste breedte van et eiland scat ik op... km. 0 Blok 2 Week
Reken uit. Sylvana laat een foto van ziczelf maken. Van die foto laat ze gelijk kleine foto's maken. De grote foto is cm x 2, cm Het formaat van de kleine foto wordt... cm x... cm Er passen 2 kleine foto's in de grote foto. De verkleiningsfactor is... De verouding van de oppervlakte van de kleine foto tot de oppervlakte van de grote foto is als :... Reken de sneleid uit en bepaal de verouding. sneleid per uur Kilometer per uur korten we af met km/u Een ardloper loopt de 00 m sprint in 0 seconden. Een scaatser legt de km af in minuten en 0 seconden. Een wielrenner leg 202, km af in 0:0 uur.... km/u... km/u... km/u Wat is de verouding in sneleid per uur tussen de ardloper, scaatser en wielrenner? De verouding is... :... :... / Vul in. a De kleine kubus past... in de tweede kubus. De lengte, breedte en oogte zijn 2 zo lang. De vergrotingsfactor is... b De verouding tussen de e en de 2e kubus is... :... c Wanneer de vergrotingsfactor is, oeveel blokjes zitten er dan in de kubus? d En oeveel blokjes bij de vergrotingsfactor? / Maak de opdracten. a b Teken een kubus met blokjes lang, blokjes breed en blokjes oog. Teken een kubus met blokjes lang, blokjes breed en blokjes oog. Neem opdract als voorbeeld. Blok 2 Week
Heralen / Zet onder elkaar en reken uit.,9,2 = 2, + 0, + 9,0 =,,29 =, +,9 + 09,22 =, :, = 900 2, 902,2 =, : 2, = 29, 9, 0,9 = /2 Maak de tabel af en teken de gegevens in de staafgrafiek. Totaal e kwartaal jan. 90 mm febr. 0 mm mrt. 90 mm... mm 2e kwartaal april 20 mm mei 0 mm juni 0 mm... mm e kwartaal juli 20 mm aug. 0 mm sept. 0 mm... mm e kwartaal okt. 0 mm nov. 0 mm dec. 0 mm... mm Neerslag per kwartaal, maand en per jaar. 00 mm jan. febr. mrt. april mei juni juli aug. sept. okt. nov. dec. a b Totale neerslag dit jaar is... mm. Gemiddelde neerslag per maand is... mm. Teken de gemiddeldelijn in de staafgrafiek. Kijk naar de tabel of de grafiek. Beantwoord de vragen. In welk kwartaal ligt de gemiddelde neerslag et verst onder et gemiddelde? Lagen in dit jaar de gemiddelden per maand vaker onder of vaker boven et gemiddelde? Welke conclusie kun je trekken? In et e kwartaal liep de neerslag langzaam terug. Wat gebeurt er in januari als die trend zic voortzet in vergelijking met et afgelopen jaar? 2 Blok 2 Week
/ Reken met de verkleiningsfactor of de vergrotingsfactor de ontbrekende getallen uit. 0 : = 2 : : 2 =... : : =... :... 2 : =... :... :... =... : 90 :... =... : 9 : 2 : 2 = :... :... : : =... : :...... :... : 22 = : : / Reken uit welk deel wel en welk deel niet gekleurd is. aantallen in rekentaal in breuken als verouding in procenten auto s (a) fietsen (f) a f a : f a f op de 2 20 op de 2 2 per... per : 20 % 0 %... per 00 00 per 00... van de 00 2 van de 00 / Reken uit. + 2 = + = + 9 = 2 2 + = = = 2 = 2 = = 2 2 = : = 2 : = / Maak de sommen. : = : = : 9 = : 0 9 = 2 : = 2 : = 2 : 9 = 2 : 0 9 = : = : = : 9 = : 0 9 = / Reken de ontbrekende getallen uit. delingen met rest de deeltallen zonder rest waar et deeltal uit de deling tussen ligt : = rest 2 90 :... = 2 rest 2... : 2 =... rest 2 2 2... :... = 9 rest 22 0 Blok 2 Week
Oefentoets / Zet een pijl met de bijbeorende letter op de juiste plek onder de getallenlijn. 0 0 000 000 0 000 000 00 000 000 M M = 000 000 I = 000 000 J = 9 000 000 E = 000 000 N = 000 000 N = 99 000 000 L = actentwintig miljoen O = actenveertig miljoen E = tweeëntactig miljoen /2 Rond steeds etzelfde getal af. getal op elen op decimaal op 2 decimalen op decimalen,,,, 2,9,0 99,09 / Scrijf de veroudingen zo klein mogelijk eracter. 2 : 00 = 2 : = : 2 = 2 : 0 = 2 : = 0 : = : 0 = : = 0,0 : 0,20 = 0,0 : 0,0 = 0,0 :,00 = 0,0 : 2,00 = dm : m = 2 cm : m = cm : m = 0 cm : 2 m = Blok 2 Week
/ Vul de ontbrekende getallen in. 2 : 2 = :... 0 : = 2 :... : =... : : =... : :... = :... : 0 = : :... = 2 :... : 0 = : :... :... = : 2 :... : :... = 2 : :... :... : = : : :... :... = : : / Verbind de breuken met de bijbeorende procenten. 9 2 2 % 9 % 2 % 2 % 9 9 % 2 % % % 9 % 00 % 0 % % / Reken uit in aantallen, breuken, verouding en procenten. aantallen in rekentaal in breuken als verouding in procenten jongens (j) meisjes (m) j m j : m j m op de 0 op de... %... % 2 per... per... %... %... per 00 00 per 00... %... %... van de 90 0 van de 90... %... % / Maak eerst een scatting en reken dan de sommen cijferend uit. +,2 + 9, = 2,,2 = 0,, =, 2, = +,9 + 2,9 = 2,0, =, 9,2 2, =, :, =, +, + 9, =, :, = 9, 2,9, =,2 :,2 = 9 zie andleiding
20 Puzzelen met cijfers! De Sudoku Dit moet je weten als je een Sudoku gaat maken: Een Sudoku is opgebouwd uit een speelveld van 9 bij 9 okjes. Die okjes zijn verdeeld in kleinere vierkanten van bij okjes. In et speelveld zijn een aantal cijfers geplaatst van tot en met 9. De bedoeling is in elke orizontale rij de cijfer van t/m 9 zo in te vullen, dat elk cijfer maar één keer in die rij voorkomt. Maar let op: de cijfers tot en met 9 mogen ook maar één keer in een verticale rij voorkomen. En ze mogen ook maar één keer voorkomen in et blok van vakjes. 2 2 9 9 2 2 9 2 9 2 2 9 Lees dit voorbeeld goed door: Kijk naar et middelste blok aan de bovenkant van de Sudoku. Daar moet nog een 2 komen. In de bovenste rij komt geen 2, want er staat al een 2 in de bovenste orizontale rij. In de 2e rij komt geen 2, want er staat al een 2 in deze orizontale rij. In de onderste rij van dat blok zijn nog 2 okjes vrij. In et okje linksonder mag geen 2, want er staat al een 2 in de vertikale rij. De 2 komt dus in et okje rectsonder in dit blok. Blok 2 Week
Vul aan de and van de vragen et eerste getal in. a In et blok rectsonder moet een komen. b c d Mag er een staan in de bovenste rij van dat blok? Mag er een staan in de onderste rij van dat blok? Waar kan de dan komen staan? Scrijf de in dat okje op. 2 Vul aan de and van de vragen et tweede getal in. a In et blok in et midden moet een komen. b c d Mag er een staan in de recter rij van dat blok? Mag er een staan in de middelste rij van dat blok? Waar kan de dan komen staan? Scrijf de in et goede okje op. Ga zo door en maak de Sudoku af. Los de puzzel op. De cijfers tot en met 9 moeten in de rondjes van et vierkant worden geplaatst. Hierbij moet de som van de cijfers op elke rij, kolom, en diagonaal gelijk zijn. Blok 2 Week