w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok De Klimboom Een nieuw schoolplein. Hoeveel tegels samen? Eerst schatten, dan precies.

Transcriptie

1 jaargroep a n t w o o r d e n Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok De Klimboom w e r k b o e k = Een nieuw schoolplein. Hoeveel samen? Eerst schatten, dan precies.

2 Les Overal getallen Gekleurde voor het nieuwe schoolplein. Van welke kleur zijn er het minst? Kruis aan en vul in. Vul de getallenstaart in. Schrijf daarna drie getallen in elk vak. is waard is waard is waard is waard Welk -tal ligt het dichtstbij? Schrijf een mooi getal op dat in de buurt ligt. Vul de getallenlijn in en maak vast. Waar ongeveer? Schrijf het getal en maak vast. Waar ongeveer? Telkens erbij. Vul in. 7 vijfduizend vierhonderdachtendertig tweeënveertighonderdvijftig 7 vierduizend vijfhonderddrieëntachtig vierenvijftighonderdachtendertig 7 vijfenveertighonderddrieëntachtig vijfduizend tweeëndertig 7

3 Les Handig rekenen Hoeveel samen? Eerst schatten, dan precies. Hoeveel samen, hoeveel over? Er komen 77 en bij. Er komen en bij. Er gaan, en af. De Klimboom = 7 7 Samen. Vul de gekleurde kaartjes in De Poort = Kijk bij opdracht. Hoeveel zijn er gelegd? Eerst schatten, dan precies. De Klimboom over De Poort over Maak de sommen = 7 = 7 7 7

4 Les Samen en alleen Op het schoolplein van De Springplank nk komen nieuwe. De oude worden verkocht. Alle kinderen van de school hebben een briefje meegekregen. Beste ouders, De Springplank Zaterdag tussen uur en uur worden op school de verkocht van het oude schoolplein. De prijs is cent per tegel of voor euro. Van de opbrengst willen we speeltoestellen kopen voor het nieuwe schoolplein. Hoeveel geld zit er om uur s middags in het geldkistje? Er wordt ook 7 keer een stapel van verkocht. Voor hoeveel euro is er om uur verkocht? Om uur zijn er stapels van verkocht. Groeten, de juffen en de meesters Verdeel het geld eerlijk. Er zijn schoolpleinen bij de school. Voor elk plein worden speeltoestellen gekocht. voor elk plein Hoeveel stapels zijn er tussen uur en uur verkocht? Er zit in het geldkistje. Er zijn nog geen losse verkocht. Wat kan er gekocht worden voor het kleuterplein? Kruis aan. Is er nog geld over? over Hoeveel stapels zijn er in totaal verkocht? Na uur worden er nog twee keer zoveel stapels verkocht. 7 Hoeveel euro is het tekort? Voor het grote plein hebben de kinderen een klimtoestel gekozen. tekort 7

5 Les Meten met maten Hoe lang en breed? Kleur de lengte groen en de breedte geel. Teken telkens één vierkante vloer en één andere vloer. m vloer vloer lengte m lengte m Lengte en breedte zijn even lang. breedte m breedte m Kijk bij opdracht. Hoeveel vierkante meters passen op de vloeren? Wat valt je op? vloer vloer Hoe groot zijn de vloeren? Schrijf op hoeveel er in de lengte en breedte passen. Schrijf ook het totaal aantal op. cm cm Bedenk zelf. lengte lengte breedte breedte totaal totaal lengte lengte breedte breedte totaal totaal

6 Les Meten in de ruimte Zoek de vormen in de tekeningen en kleur. Maak de toren. Teken eerst de bouwplaten na op stevig papier. voorkant achterkant zijkanten

7 Les Handig rekenen Hoeveel samen? Eerst schatten, dan precies. Hoeveel samen? Eerst schatten, dan precies. stapels van H T E D H T E D H T 7 E = Aanwijzing voor de leerkracht: verkort algoritme 7 stapels van stapels van Hoeveel samen? Vul de tabellen in. D H T E 7 7 D H T 7 E Ik maak rijen van elk Hoeveel samen? Vul de tabellen in. Ik breng stapels van weg. Hoeveel eieren samen? Bedenk sommen. dozen eieren dozen eieren bijvoorbeeld: bijvoorbeeld: bijvoorbeeld: = of = = of = = totaal = = of = 7 7

8 Les 7 Handig rekenen Hoeveel kratten heb je nodig? Hoeveel zakken heeft de bakker nodig? flessen kratten koeken in zakken van. koeken in zakken van. Hoeveel kratten heb je nodig? flessen flessen 7 H T E H T E 7 Hoeveel pakken voor euro? Kijk bij opdracht. Kun je ook sneller rekenen? D H T E D H T E per pak per pak per pak per pak per pak per pak per pak per pak

9 Les Samen en alleen Aan welke tafel krijgen de kinderen het meest? Hoe groot is? Teken en schrijf. tafel tafel tafel pizza Teken de helft. Hoe groot is? Teken en schrijf. Aan alle tafels evenveel. Aan welke tafel krijgen de kinderen het meest? tafel tafel tafel pizza Teken een kwart. Hoeveel kosten de stukken?,,,, Vul in. Tafel en tafel. pizza, pizza pizza,, pizza pizza pizza pizza,,,, 7

10 Les Meten met maten Hoeveel passen op de hele muur? Welk pak koop je? Kruis aan en vertel waarom. = Er zijn nodig. Hoeveel stickers zitten er in de doos? 7 stickers stickers stickers Hoeveel passen op de hele muur? 7.

11 Les Meten in de ruimte Vergroten. Maak de vloer x zo lang en x zo breed. Wat gebeurt er? De vloer wordt x zo groot. Maak de patronen af. Vergroten. Kies een tekening en maak hem x zo lang en x zo breed. En nog een keer. Wat gebeurt er? Verkleinen. Maak de tekening x zo kort en x zo smal. Wat gebeurt er? Bedenk zelf twee patronen. Begin bij het rode vakje.

12 Les Handig rekenen Hoeveel koeken samen, hoeveel koeken over? Hoeveel samen, hoeveel over? Eerst schatten, dan precies. Op maandag heb ik koeken gebakken, op dinsdag koeken. Op woensdag zijn er koeken verkocht. Hoeveel samen? Hoeveel koeken samen, hoeveel koeken over? Op maandag heb ik koeken gebakken, op dinsdag koeken Op vrijdag zijn er verkocht en op zaterdag. 7 Hoeveel over? Van 7 koeken zijn er en 7 verkocht. Hoeveel koeken samen? 7

13 Les Handig rekenen Hoeveel zakken appels in doos, in dozen en in 7 dozen? Hoeveel appels nodig voor appelflappen, voor en voor? in doos Voor appelflap is een halve appel in dozen in 7 dozen nodig. voor voor voor Hoeveel mandarijnen in netten, netten en netten? Kijk bij opdracht. Hoeveel dozen zijn er nodig voor de appelflappen? Eerst schatten, dan precies. dozen in netten 7 in netten 7 in netten 7 = dozen Hoeveel kiwi s samen in bakjes, in bakjes en in bakjes? in netten 7 in netten in netten 7 in bakjes in bakjes 7 in bakjes Hoeveel mandarijnen samen? 7 Kijk bij opdracht. Hoeveel kiwi s zijn er samen? Eerst schatten, dan precies. kiwi s kistjes van 7 kistjes van 7 = kiwi s

14 Les Samen en alleen Op basisschool De Springplank wordt een pleinfeest gehouden. Alle kinderen van de school hebben een briefje meegekregen. Beste ouders, De Springplank Zaterdagmorgen om uur wordt ons nieuwe schoolplein geopend. We beginnen met een ballonnenwedstrijd. Daarna is het feest. Er is koffie, thee, limonade en koek te koop. Kinderen kunnen voor euro een spelstrippenkaart kopen. Het feest is s middags om uur afgelopen. Groeten, de juffen en de meesters Hoeveel pakken bekers zijn er gekocht? Er zijn plastic bekers en kartonnen bekers. pakken plastic bekers pakken kartonnen bekers Hoeveel zakken ballonnen zijn er gekocht? Er zijn 7 ballonnen in zakken van. Hoeveel koeken zijn er gebakken? De bakker heeft pakken koek zonder chocolade en pakken met chocolade gebakken. zakken Hoeveel ballonnen zijn er over? ballonnen gaan stuk, ballonnen worden opgelaten. koeken chocokoeken Hoeveel spelstrippenkaarten zijn er verkocht? Een strippenkaart kost euro. ballonnen Hoeveel bekers koffie en thee zijn er gedronken? 7 strippenkaarten koffie thee koek cent cent cent 7 Hoeveel spelstrippenkaarten zijn er gemaakt? Als alle kaarten verkocht zijn zit er in het geldkistje. limonade cent koffie thee 77 strippenkaarten 7

15 Les Meten met maten Vul de maanden in en kleur de kwartalen. Maak daarna de zinnen af. januari ma di wo 7 do 7 vr za zo 7 week april ma di 7 wo 7 do vr za 7 zo week 7 juli ma di 7 wo 7 do vr za 7 zo week 7 oktober ma di wo 7 do 7 vr za zo 7 week jaarkalender februari ma di wo 7 do vr za 7 zo 7 week 7 mei ma 7 di wo do 7 vr 7 za zo week augustus ma di 7 wo do vr 7 za 7 zo week november ma di wo 7 do vr za 7 zo 7 week 7 maart ma di wo 7 do vr za 7 zo 7 week juni ma 7 di wo do 7 vr za zo 7 week 7 september ma 7 di 7 wo do vr 7 za zo week 7 december ma 7 di 7 wo do vr 7 za zo week Een jaar heeft Een jaar heeft eerste kwartaal tweede kwartaal derde kwartaal vierde kwartaal maanden. weken. Een kwartaal heeft maanden. Week is in het eerste kwartaal. Week is in het Week is in het kwartaal. kwartaal. Week is in het tweede kwartaal. Ik ben jarig in week. Ik ben jarig in het vierde derde kwartaal. Hoeveel kosten de postzegels? zegels van, zegels van, zegels van, vellen 7 vellen vellen,,, Hoeveel kosten de voor de tuin? In welk kwartaal is de temperatuur gemeten? Vul in en maak vast aan de tijdlijn. Teken de seizoenen. jan. feb. maart april mei juni juli aug. sept. okt. nov. dec. voor,7 voor 7, C C C C week week week week tweede kwartaal vierde kwartaal eerste kwartaal derde kwartaal De kosten 7, De kosten,

16 Les Wizmix Wat is het? Je speelt het spel met personen. Iedere speler heeft fiches in een eigen kleur. Zorg dat de andere speler jouw speelveld niet kan zien. Ruil één fiche met jouw tegenspeler en leg dat op een tekening. Jouw tegenspeler doet hetzelfde. Je moet proberen te raden op welke tekening jouw tegenspeler een fiche heeft gelegd. Je mag om de beurt vragen stellen over de vormen die in de tekeningen voorkomen. Bijvoorbeeld: Zit er een kubus in? Zijn er meer dezelfde vormen? Zijn er meer bollen? Zit er een vierkant in? Zijn er piramides? De speler die antwoordt zegt alleen ja of nee. Gebruik je fiches om de tekeningen te bedekken die het niet zijn. Als je het zeker weet mag je het zeggen. Heb je het als eerste goed dan ben je de winnaar. Rechthoek Vierkant Driehoek Cirkel Balk Kubus Bol Piramide

17 Nieuw in dit blok informatie voor ouders en verzorgers Getallen en bewerkingen Verkennen van het getallengebied tot. De kinderen maken getallen vast aan de getallenlijn tot en de getallenlijn tot.. Zij schatten de posities en maken gebruik van de samenhang tussen de getallen. Getallen en bewerkingen Handig rekenen De kinderen gaan verder met het verkennen van het optellen van meer getallen. In dit blok oefenen zij met het optellen van vier getallen. Getallen en bewerkingen Rekenen op papier De kinderen leren delen met mooie getallen tot. Zij rekenen de sommen uit door herhaald aftrekken van mooie getallen. Zij kunnen hierbij gebruik maken van een lange staart of een korte staart. Getallen en bewerkingen Breuken De kinderen ontdekken dat er een directe relatie is tussen / en, bij geldbedragen. Meten Maanden, weken en kwartalen De kinderen maken kennis met de structuur van een jaar in maanden en weken. Deze structuur wordt gerelateerd aan kwartalen. Meetkunde Een tekening vergroten De kinderen leren een tekening bijvoorbeeld vergroten door lengte en breedte respectievelijk zo lang en zo breed te maken. Meten Oppervlakte berekenen De kinderen leren dat ze de oppervlakte van een muur kunnen berekenen als slechts een deel ervan zichtbaar is. Meetkunde Vormen in de omgeving De leerlingen doen ervaring op in het herkennen van wiskundige vormen in de werkelijkheid.