Monitor Krachtwijken. Meting 2009 (1)

Vergelijkbare documenten
Krachtwijkenmonitor 2014

WijkWijzer 2016 De 10 Utrechtse wijken en 5 krachtwijken in cijfers. Utrecht.nl/onderzoek

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Kanaleneiland Leert! Waar staan we en hoe gaan we verder? Wat gaat goed en wat kan beter?

Samenvatting WijkWijzer 2017

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Crisismonitor Drechtsteden

Thermometer economische crisis

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010)

WijkWijzer 2015 Utrecht

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

rapport WistUdata, Zuid bij de Hand In dit wijkbeeld worden gegevens van de wijk Zuid gepresenteerd over diverse onderwerpen.

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0%

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Analyse veiligheidsbeleving 2015

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2008

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Crisismonitor Drechtsteden

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Crisismonitor Drechtsteden april 2010 (cijfers tot en met februari 2010)

Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010)

de Makassarbuurt De Staat van

Thermometer economische crisis

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Crisismonitor Drechtsteden

Analyse deelgebied Maaspoort 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Onderstaande tabel toont enkele algemene kenmerken afkomstig van het CBS, die een beeld geven van de vergelijkbaarheid van de gemeenten.

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014, 2015 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0%

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11

FYSIEK-ECONOMISCHE DOELSTELLINGEN

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Crisismonitor Drechtsteden februari 2010 (cijfers tot en met december 2009)

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers

Crisismonitor Drechtsteden

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Ittersum

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Crisismonitor Drechtsteden

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2018

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Kosten

Bijlage 1 Ontwikkeling arbeidsmarktpositie jongeren

WijkWijzer 2014 Utrecht

Buurtprofiel: Limmel hoofdstuk 7

Drentse Onderwijs monitor

Dordrecht in de Atlas 2013

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Een aantal gegevens over de wijken is bijeengebracht in het onderliggende rapport. Hierin zijn de volgende onderwerpen opgenomen:

Statistisch Bulletin. Jaargang

Werkloosheid 50-plussers

Onderwijs: kiezen voor en leren in de techniek

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09

Buurtprofiel: Wittevrouwenveld hoofdstuk 3

Op veel terreinen verbeteringen in de aandachtswijken

Drentse Onderwijs monitor

HANDLEIDING VOOR HET OPSTELLEN VAN MEETBARE DOELSTELLINGEN

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Buurtprofiel: Nazareth hoofdstuk 5

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland

Wijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert

Zuidoost. Wijk- en buurtmonitor 2018

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving

Sociale index Gebiedsteam Bolsward, Platteland Bolsward en Witmarsum-Arum 1 oktober 2014

Buurtprofiel: Pottenberg hoofdstuk 9

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Drentse Onderwijs monitor

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Drentse Onderwijs monitor

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Meerdere keren zonder werk

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

B en W nummer ; besluit d.d

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009

Binnenstad. Wijk- en buurtmonitor 2016

J A N U A R i

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

Transcriptie:

Monitor Krachtwijken Meting 2009 (1) www.onderzoek.utrecht.nl

Monitor Krachtwijken meting 2009 (1) Maart 2009

Colofon Uitgave Afdeling Bestuursinformatie Sector Bestuurs- en Concernzaken Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286 1350 bestuursinformatie@utrecht.nl in opdracht van Sector Programma s StadsOntwikkeling Gemeente Utrecht internet www.onderzoek.utrecht.nl rapportage Karel van Heelsbergen informatie Karel van Heelsbergen 030-286 1333 bronvermelding Het overnemen van gegevens uit deze publicatie is toegestaan met de bronvermelding: Bestuursinformatie, gemeente Utrecht Maart 2009 2

Samenvatting Monitoring krachtwijken Bestuursinformatie verzorgt voor de sector Programma s van StadsOntwikkeling de monitoring van de krachtwijken op outcomeniveau. Op dit niveau zijn in de vijf wijkactieplannen van deze krachtwijken in totaal 26 doelstellingen/indicatoren met bijbehorende n opgenomen om te kunnen volgen of de te nemen maatregelen op termijn (maatschappelijk) effect sorteren. Er zijn n voor de kortere termijn (2011) en voor de langere termijn (2017) bepaald. Positieve ontwikkelingen in krachtwijken Over het geheel genomen zijn de ontwikkelingen in de krachtwijken zonder meer positief. Kanaleneiland en Hoograven zijn de krachtwijken waar geen enkele van de gekozen indicatoren de verkeerde kant op gaat. De andere krachtwijken, Overvecht, Ondiep en Zuilen-oost, laten een gevarieerder beeld zien, waarbij meer indicatoren een gunstige dan een ongunstige ontwikkeling laten zien. Belangrijkste positieve ontwikkeling is dat in álle krachtwijken de toekomstverwachting voor de buurt in 2008 stijgt. Hierbij is de trend in Kanaleneiland en Overvecht al sinds 2002 ononderbroken gunstig. Ook is er in alle krachtwijken al langer sprake van een daling van het aandeel uitkeringsontvangers. Opvallend negatieve ontwikkelingen zijn de verdergaande stijging van de buurtonveiligheidsgevoelens en de maar geringe afname van de als intensief ervaren jongerenoverlast in Zuilen-oost, de stijgende lange termijntrend van woninginbraak in Overvecht en de toename van autokraak in Ondiep. Dit zijn belangrijke aandachtspunten in deze wijken. Verdere aandachtspunten zijn het relatief ongunstige niveau van de ervaren jongerenoverlast in Overvecht, dat niet of nauwelijks afneemt ondanks de vele inspanningen van de afgelopen jaren, en de nog altijd als zeer intensief ervaren jongerenoverlast in Kanaleneiland, zeker in het deelgebied waar de inspanningen zich vooral op richten. Ook het hoge niveau van woninginbraak in Kanaleneiland baart zorgen. Andere negatieve ontwikkelingen zijn de minder ervaren gezondheid in Overvecht en sterk dalende tevredenheid met het schoon zijn van de openbare ruimte in Ondiep. Wijkactieplannen sinds kort in uitvoering De gesignaleerde ontwikkelingen in deze eerste vervolgmeting kunnen slechts beperkt worden toegeschreven aan de uitvoering van de wijkactieplannen. De maatregelen in de krachtwijken zijn vanaf september 2008 in uitvoering gegaan en een substantieel deel van de indicatoren is in het najaar van 2008 gemeten. Echter, met de wijkactieplannen is nauw aangesloten op bestaande activiteiten in de wijken op het gebied van veiligheid, jeugd, werk, wonen en leefbaarheid. Deze activiteiten strijken zich al wel uit over een periode van vele jaren. De uitkomsten van de monitor zeggen daarmee iets over de effecten van inspanningen op al deze gebieden. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat de ontwikkelingen in de deelgebieden waarop de maatregelen zich toespitsen Kanaleneiland (zonder Transwijk) en Nieuw Hoograven / Bokkenbuurt in een behoorlijk aantal 3

2 1 2 3 4 5 Kanaleneiland Overvecht Zuilen-oost Ondiep Hoograven 3 4 1 5 gevallen gunstiger zijn dan in desbetreffende krachtwijken. De uitkomsten geven handreikingen voor bijsturing van de aanpak. De zorgelijke punten geven aanleiding voor het bijstellen ervan en het zoeken naar nieuwe oplossingen. Ontwikkelingen per krachtwijk Kanaleneiland (inclusief Transwijk) Deze krachtwijk laat zonder meer een positief ontwikkelingsbeeld zien: alle 12 indicatoren gaan in de goede richting. Dit geldt zeker voor het deelgebied Kanaleneiland zonder Transwijk, waar de inspanningen zich vooral op richten. De toekomstverwachting voor de buurt en autokraak kennen 4

daar een nog grotere verbetering het afgelopen jaar dan in de krachtwijk (met Transwijk). Het is aannemelijk dat dit mede het gevolg is van de in de afgelopen jaren genomen maatregelen. Niet onbelangrijk: de toekomstverwachting laat al sinds 2002 een gestage vooruitgang zien. De positieve ontwikkelingen van de afgelopen tijd nemen niet weg dat alle indicatoren een (veel) ongunstiger niveau hebben dan stedelijk gemiddeld. En dit geldt des te sterker voor het genoemde deelgebied. De meest zorgelijke punten in deze krachtwijk blijven de als intensief ervaren jongerenoverlast en het hoge niveau van woninginbraak; beide zijn het hoogste van alle krachtwijken. Overvecht Het ontwikkelingsbeeld voor deze krachtwijk is gevarieerd. Meer dan de helft van de 13 indicatoren laat een verbetering zien, waaronder het algemene buurtoordeel en de toekomstverwachting. De ontwikkeling van beide is ook gunstiger dan stedelijk, zo ook bij de dalende autokraak en het stijgende aandeel woningen buiten de sociale huursector. En net als in 'Kanaleneiland' stijgt het vertrouwen in de toekomst al sinds 2002, al blijft dit in Overvecht nog altijd het minste van alle krachtwijken. Niet anders dan in de andere krachtwijken kan nog geen duidelijke relatie worden gelegd met de uitvoering van het wijkactieplan. Daarvoor is deze te kort geleden daadwerkelijk gestart. Een groot punt van zorg is vooral de intensief ervaren jongerenoverlast die niet echt wil afnemen ondanks de vele inspanningen op het gebied van jeugd. Andere zorgpunten zijn het relatief hoge niveau van voortijdig schoolverlaters en de als matig ervaren gezondheid; beide het ongunstigst van alle krachtwijken. Woninginbraak is een geval apart: dit ligt nu nog nauwelijks boven het stedelijk gemiddelde, maar de lange termijntrend sinds 2002 is negatief. Ondiep Het ontwikkelingsbeeld voor deze krachtwijk is overwegend positief: de ontwikkeling bij 9 van de 14 indicatoren gaat in de goede richting. Hierbij gaat het ondermeer om de ervaren jongerenoverlast en de toekomstverwachting maar ook om woninginbraak, geweld en instromende 4-jarige kleuters met achterstandsscore. Wat opvalt, is dat Ondiep zelfs een nog iets betere toekomstverwachting kent dan stedelijk. Het niveau van jongerenoverlast en geweld blijft echter nog wel duidelijk ongunstiger dan in Utrecht als geheel. Waar het niet zo goed mee gaat, is de indicator 'niet graag in buurt blijven wonen'. Deze ontwikkelt zich in lichte mate negatief, wat enigszins contrasteert met de snelle verbetering van de toekomstverwachting. Dezelfde tegenstelling doet zich overigens voor in Zuilen-oost. Mogelijke verklaring hiervoor is dat bewoners voor de lange termijn hun wijk wel duidelijk in de lift zien, maar dat zij voor henzelf in het hier en nu en in de nabije toekomst hiervan nog erg weinig verwachten. Andere zorgpunten zijn autokraak, de openbare ruimte en de uitkeringsontvangers. Autokraak in Ondiep is, na een jarenlang dalende trend, het afgelopen jaar gestegen en is het hoogste van de krachtwijken. Het rapportcijfer 'schoon' voor de openbare ruimte daalt sterk ondanks de extra inzet op het beheer hiervan. Mogelijk valt dit deels te verklaren door de overlast van de sloopwerkzaamheden in de wijk. Tenslotte, het aandeel uitkeringsontvangers daalt volgens plan, maar blijft wel het hoogste van de krachtwijken. 5

Zuilen-oost Het ontwikkelingsbeeld voor deze krachtwijk is gemengd, met 7 van de 13 indicatoren die zich positief ontwikkelen. Dan hebben we het vooral over de vooruitgang bij geweld, toekomstverwachting, voortijdige schoolverlaters en instromende 4-jarige kleuters met achterstandsscore. Voor al deze indicatoren is de 2011 inmiddels bereikt. Ook gaat het dan om woninginbraak waar, na een jarenlange stijging, een einde kwam met een forse afname het afgelopen jaar. De toekomstverwachting ligt weer op stedelijk niveau, maar nogal in tegenstelling met de verdergaande stijging van het aandeel mensen dat niet graag in de buurt wil blijven wonen. Dit is net als in het hiervoor beschreven Ondiep, waar een mogelijke verklaring voor dit contrast is gegeven. Zorgelijk blijft de situatie bij de ervaren jongerenoverlast, die op relatief hoog niveau ligt alleen in Kanaleneiland is deze nog hoger - en het afgelopen jaar nauwelijks afneemt. De zorg geldt evenzeer voor de naar een erg hoog niveau gestegen buurtonveiligheidsgevoelens, bijna dubbel zo hoog als stedelijk. Ongunstig is ook de stijging van autokraak naar een hoger dan stedelijk niveau, maar dat wel na een jarenlange daling daarvoor. Tenslotte, de ervaren gezondheid neemt wat af. Hoograven Het ontwikkelingsbeeld voor deze krachtwijk is zonder meer positief. Alle 8 indicatoren ontwikkelen zich in de goede richting. Op meerdere terreinen zijn de ambities uit het wijkactieplan al gerealiseerd. Dan gaat het om de indicatoren toekomstverwachting, verzorging buurtgroen en de uitkeringsontvangers. Voor de meeste indicatoren is de ontwikkeling in het interventiegebied Nieuw Hoograven / Bokkenbuurt positiever dan in de krachtwijk als geheel. Dit geldt vooral de stijgende toekomstverwachting en het verder dalende aandeel werkzoekenden. De positieve ontwikkelingen zijn voornamelijk toe te schrijven aan maatregelen die al langer geleden zijn ingezet, aan (bouw)projecten die nu volop in uitvoering zijn en aan de serieuze aandacht die de krachtwijk ten deel valt. Het wijkactieplan is nog te kort geleden in daadwerkelijke uitvoering om daaraan in redelijkheid de conclusie te kunnen verbinden dat dit al kan worden teruggelezen in de cijfers. Zorg kan vooral worden uitgesproken voor het genoemde interventiegebied en ligt daarbinnen op het vlak van laagopgeleiden, werkzoekenden, uitkeringsontvangers en laagopgeleiden, maar ook het algemene buurtoordeel, waarvan het niveau (beduidend) ongunstiger is dan het stedelijk gemiddelde. 6

Inhoudsopgave Samenvatting 3 Inleiding 9 1 Kanaleneiland 13 2 Overvecht 27 3 Ondiep 43 4 Zuilen-oost 59 5 Hoograven 75 Bijlage: indicatorenoverzicht 85 7

Inleiding Bestuursinformatie verzorgt voor de sector Programma s van StadsOntwikkeling de monitoring van de krachtwijken op outcomeniveau. Op dit niveau zijn in de vijf wijkactieplannen van deze krachtwijken in totaal 26 doelstellingen/indicatoren met bijbehorende n opgenomen om te kunnen volgen of de te nemen maatregelen op termijn (maatschappelijk) effect sorteren. Er zijn n voor de kortere termijn (2011) en voor de langere termijn (2017) bepaald. Er wordt elk jaar gemeten. De geboden cijfers dienen snel overzicht en inzicht te bieden en beperken zich in de kern tot informatie over het doelbereik in de krachtwijken. Om ontwikkelingen rond het doelbereik goed te kunnen interpreteren worden cijfers over referentiegebieden opgenomen, in de regel de stad en de wijk en indien beschikbaar Nederland. Hierdoor kan ook een eerste indicatie van de effectiviteit van beleid worden verkregen maar zeker niet meer dan dat; inzicht in de daadwerkelijke (mate van) effectiviteit van beleid wordt met deze monitor niet gegeven. Wel wordt in samenspraak met de programmateams en de programmanager van de krachtwijken getracht mogelijke verklaringen voor gesignaleerde ontwikkelingen te geven. Dit krijgt vorm in de paragraaf 'Interpretatie BI/Programmateam', in de samenvattingen van de hoofdstukken en in de samenvatting van deze eerste vervolgmeting. Bestuursinformatie rapporteert in deze monitor alleen over de outcome en niet over de te leveren prestaties ofwel output. Over de output wordt gerapporteerd in de Voortgangsrapportage Programma Krachtwijken, waarvan de eerste in oktober 2008 is uitgebracht. Aandachtspunten bij raadpleging vervolgmeting Soms nieuwe cijfers en n In verband met wijzigingen van enkele definities zijn er soms nieuwe cijfers opgenomen, ook met terugwerkende kracht voor de jaren 2007 en 2006. Daarmee samenhangende n zijn, naar rato, opnieuw bepaald. Indien aan de orde is hierover in de tekst van de hoofdstukken een opmerking geplaatst. Het betreft de indicatoren 'voortijdige schoolverlaters' en '4-jarige kleuters met een achterstandsscore'. Daarnaast gaat het om de indicator 'doorstroming leerlingen naar HAVO/VWO'. Tenslotte, in de krachtwijk 'Kanaleneiland' is de indicator 'huishoudens met inkomen uit uitkering' vervangen door de in andere krachtwijken gehanteerde indicator 'uitkeringsontvangers < 65 jaar'. In deze eerste vervolgmeting is alle relevante informatie verwerkt om de ontwikkelingen en de stand van zaken in de krachtwijken goed te kunnen beoordelen. Definitie voortijdig schoolverlaters De definitie van voortijdig schoolverlaters is als volgt: Utrechtse jongeren van 17 t/m 22 jaar, die geen startkwalificatie hebben en geen opleiding volgen in oktober van het schooljaar, inclusief de zogenoemde nieuwe vestigers die volgens de Informatie Beheergroep geen startkwalificatie hebben of opleiding volgen. 9

Algemene methodiek bepaling n Met de 0-meting 2008 zijn de n vastgelegd. Per indicator is de hoogte van de bepaald op basis van de ontwikkeling 2006-2007, de stand 2007, beschikbare langjarige trends, de verhouding tot het stedelijke gemiddelde, n uit stedelijke programma s, wijkkennis en niet in de laatste plaats, de ambities van de wijk. We merken hierbij op dat naarmate de ambities in de verdere toekomst (2017) hoger liggen het op het einde steeds moeilijker wordt gestelde n te bereiken. Actualiteit cijfers en jaren Het kan zijn dat voor enkele indicatoren recente bestandsinformatie niet beschikbaar is. Volstaan wordt dan met de minder recente informatie uit bestanden die wél voorhanden is. Om het zo overzichtelijk mogelijk te houden wordt in de tabellen consequent gesproken over de jaren 2006, 2007 en 2008, op één uitzondering na (bij gezondheid). Bij de uitkomsten uit de Inwonersenquête en onderwijsgegevens gaat het dan om de stand oktober, bij de uitkomsten uit de meeste registraties gaat om de stand van begin januari (1-1). Bij de niet-werkende werkzoekenden en de huishoudens met een bijstandsuitkering gaat het echter om de stand aan het eind van het jaar. De cijfers uit de politieregistratie (BPS) betreffen de som van delicten over het hele jaar. Afrondingen, marges en afkortingen In deze monitor worden veel uitkomsten uit de Inwonersenquête Utrecht gebruikt. Om schijnnauwkeurigheid te voorkomen worden alle percentages uit deze enquête afgerond op hele procenten. Bij 0,5 procent is naar boven afgerond. Rapportcijfers uit deze enquête hebben wel een cijfer achter de komma. Cijfers voor indicatoren die uit registraties afkomstig zijn, hebben in de meeste gevallen ook een cijfer achter de komma. worden, uitzonderingen daargelaten in hele percentages/cijfers gegeven. Na te streven rapportcijfers hebben één cijfer achter de komma. Als percentages uit de Inwonersenquête bij een indicator één of enkele procentpunten verschillen, zijn daaraan geen conclusies te verbinden. Dat is inherent aan welke enquête-informatie dan ook. Bij verschillen van meer dan vijf procentpunten zijn duidelijke conclusies mogelijk. Afkortingen in tabellen: nb: (nog) niet bekend dan wel niet op vergelijkbare basis bekend / niet benoemd () BPS: BedrijfsProcessenSysteem, informatiesysteem van de politie Kanaleneiland en Kanaleneiland De krachtwijk Kanaleneiland omvat de subwijken Kanaleneiland én Transwijk. De aanhalingstekens zijn bewust en consequent toegevoegd om verwarring tegen te gaan en de krachtwijk te onderscheiden van de subwijk Kanaleneiland, het gedeelte van de krachtwijk waar de grootstedelijke problematiek het meest manifest is. Voor deze subwijk zijn daarom ook afzonderlijk cijfers opgenomen (hoofdstuk 1). Hoograven en Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt De krachtwijk Hoograven omvat de subwijken Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt en Oud-Hoograven / Tolsteeg. Aansluitend bij de wijkactieplannen van de andere vier krachtwijken zijn de nieuwe n opgesteld voor de hele krachtwijk Hoograven. Daarnaast zijn de n gebaseerd op de oorspronkelijk in het wijkactieplan onderscheiden subwijk Nieuw-Hoograven / 10

Bokkenbuurt, gehandhaafd. De grootstedelijke problematiek doet zich vooral in dit deel van Hoograven voor (hoofdstuk 5). Volgorde meetbare doelstellingen In deze monitor is dezelfde volgorde van de meetbare doelstellingen aangehouden als in de desbetreffende Wijkactieplannen. Informatie in 1-meting en vervolgmetingen Grafisch weergegeven ontwikkeling van indicatoren Cruciaal voor adequate monitoring is grafisch gepresenteerde informatie over de ontwikkeling van indicatoren, dit in relatie tot de ontwikkeling van het stedelijk gemiddelde. Deze informatie wordt op basis van indexcijfers (waarbij 2007=) gepresenteerd. Wellicht ten overvloede wijzen we erop dat uit de lijngrafieken dus géén niveaus van desbetreffende indicatoren kunnen worden afgeleid. Het niveau van een indicator in een krachtwijk ten opzichte van de referentiegebieden (stad/wijk) kan alleen uit de tabellen onder de grafieken worden afgelezen. Kleurensignalen bij samenvattingen van de hoofdstukken Bij de samenvattingen van de hoofdstukken zijn kleurensignalen gebruikt om voor alle indicatoren een snel maar genuanceerd overzicht te bieden van de recente ontwikkeling 2007-2008 ten opzichte van het streefpad 2007-2011 én de stedelijke ontwikkeling 2007-2008. Om een voorbeeld te geven: een ontwikkeling kan gunstig zijn én het streefpad volgen maar toch minder gunstig verlopen dan de stedelijke ontwikkeling. Dergelijke informatie geeft houvast bij het beoordelen van effecten van genomen maatregelen en uitgevoerde projecten. Het ontwikkelingssignaal krijgt vorm in een verkeerslicht met drie kleuren: - groen: gunstiger ontwikkeling dan streefpad / stedelijke ontwikkeling - geel: ontwikkeling volgens streefpad / stedelijke ontwikkeling - rood: ongunstiger ontwikkeling dan streefpad / stedelijke ontwikkeling 11

Kanaleneiland krachtwijk Kanaleneiland (inclusief Transwijk) Indicatoren Ontwikkeling 2007-2008 tov: streefpad 2007-2011 stedelijke ontwikkeling 2007-2008 ervaren jongerenoverlast autokraken woninginbraken aandeel werkzoekenden 15-26 jaar ervaren sociale buurtsamenhang ervaren verantwoordelijkheid voor buurt doorstroming leerlingen HAVO/VWO aandeel voortijdige schoolverlaters aandeel uitkeringontvangers < 65 jaar aandeel sociale huurwoningen ervaren gezondheid ervaren toekomstverwachting buurt legenda: gunstiger dan streefpad / stedelijke ontwikkeling volgens streefpad / stedelijke ontwikkeling ongunstiger dan streefpad / stedelijke ontwikkeling subwijk Kanaleneiland Indicatoren Ontwikkeling 2007-2008 tov: stedelijke ontwikkeling 2007-2008 ervaren jongerenoverlast autokraken woninginbraken aandeel werkzoekenden 15-26 jaar ervaren sociale buurtsamenhang ervaren verantwoordelijkheid voor buurt doorstroming leerlingen HAVO/VWO aandeel voortijdige schoolverlaters aandeel uitkeringontvangers < 65 jaar aandeel sociale huurwoningen ervaren gezondheid ervaren toekomstverwachting buurt 12

1 Kanaleneiland De officiële krachtwijk Kanaleneiland bestaat uit de subwijken Kanaleneiland én Transwijk (inclusief bedrijvengebied). De krachtwijk telt op 1 januari 2009 20.853 inwoners, de subwijk Kanaleneiland 15.648 inwoners. De subwijk is het gedeelte van de krachtwijk waar de grootstedelijke problematiek het meest manifest is. Voor deze subwijk zijn daarom ook afzonderlijk cijfers opgenomen Samenvatting Deze eerste vervolgmeting geeft de stand weer van 2008. Ten opzichte van de 0-meting van 2007 is het samenvattende beeld voor de 12 gemeten outcome-indicatoren als volgt: Ontwikkelingen over het jaar 2008: Het ontwikkelingsbeeld is zonder meer positief. Bij 11 van de 12 indicatoren is de ontwikkeling het afgelopen jaar gunstig dan wel volgt minimaal het streefpad 2007-2011. Afgezien van woninginbraak sluit dit aan bij de reeds positieve ontwikkeling van de indicatoren in het jaar daarvoor. Overigens is de trend al langere tijd gunstig bij uitkerings-ontvangers, werkzoekenden 15-26 jaar en de toekomstverwachting buurt. En ook woninginbraak neemt, na een jarenlange stijging, het afgelopen jaar licht af, echter niet voldoende om de van 2011 goed in het vizier te houden. Geschetste positieve ontwikkelingen bij de indicatoren gaan zonder uitzondering op voor de subwijk Kanaleneiland. Van de 5 cruciale indicatoren ervaren jongerenoverlast, autokraak, sociale samenhang, buurtverantwoordelijkheid en toekomstverwachting buurt - kennen autokraak en toekomstverwachting daar een nog grotere verbetering dan in de krachtwijk als geheel. Het programmateam Kanaleneiland en BI achten de positieve ontwikkelingen zeker een gevolg van de inspanningen van veel partijen de afgelopen jaren om tot verbetering in de situatie in de krachtwijk te komen. Diverse projecten en maatregelen, de intensieve contacten tussen gemeente, politie en de wijk en het naderen van de daadwerkelijke uitvoeringsfase van plannen hebben hieraan bijgedragen. Hierbij lijkt het ons ook aannemelijk dat de opstelling van het Wijkactieplan, de start eind 2007 van het hierop gebaseerde versnellingsplan en de energie die hiermee vrijkwam mede hun invloed hebben gehad op de gunstige ontwikkeling van de indicatoren. Niveau tov referentiegebieden: Van alle 12 outcome-indicatoren in de krachtwijk is het niveau (veel) ongunstiger dan in Utrecht. Dat geldt in nog sterkere mate voor de subwijk Kanaleneiland. Vooral de ervaren jongerenoverlast en woninginbraak zijn erg hoog, het hoogste van alle krachtwijken. In het wijkactieplan staan de volgende 12 outcome-indicatoren: 1. Door inwoners ervaren jongerenoverlast in hun buurt (percentage vaak ). 2. Door politie geregistreerde autokraken. 3. Door politie geregistreerde woninginbraken. 4. Door CWI geregistreerde niet-werkende werkzoekenden 15-26 jaar. 5. Door inwoners ervaren sociale samenhang in hun buurt. 6. Door inwoners gevoelde verantwoordelijkheid voor hun buurt. 7. Door afdeling Onderwijs geregistreerde doorstroming van leerlingen naar HAVO/VWO. 8. Door afdeling Onderwijs geregistreerde voortijdige schoolverlaters. 9. Door CWI geregistreerde uitkeringsontvangers (bijstand/werkloosheid/arbeidsongeschiktheid) jonger dan 65 jaar (ter vervanging van 'door CBS geregistreerde huishoudens met een inkomen uit uitkering'). 10. Uit gemeentelijk Vastgoedbestand verkregen aandeel sociale huurwoningen. 11. Door inwoners ervaren gezondheid. 12. Door inwoners gegeven toekomstverwachting voor hun buurt. 13

1. Vaak ervaren jongerenoverlast in de buurt Ontwikkeling aandeel vaak ervaren jongerenoverlast in de buurt (index, 2007=) index (2007 = ) krachtwijk Kanaleneiland 130 120 70 60 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Aandeel vaak ervaren jongerenoverlast in de buurt Gebied 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017 Krachtwijk Kanaleneiland 55% 42% 41% 40% * 35% * Subwijk Kanaleneiland 65% 51% 48% Niet van Utrecht 22% 19% 19% Nederland 9% 10% 11% Bronnen: Inwonersenquête Utrecht, Wijkactieplan Kanaleneiland en Integrale Veiligheidsmonitor (2008) * De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen n zijn 50% (2011) en 35% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Kanaleneiland (65%). Uitkomsten krachtwijk Kanaleneiland Ontwikkeling jongerenoverlast: in de krachtwijk blijft deze het afgelopen jaar ongeveer gelijk, net als in Utrecht. Gunstig is dat de subwijk Kanaleneiland een lichte daling laat zien. De ontwikkeling over de periode 2002-2008 laat zien dat de jongerenoverlast in het verleden op een lager niveau lag. Niveau jongerenoverlast is tweemaal zo hoog als in Utrecht en het hoogste van alle krachtwijken, zeker als het de subwijk betreft. Het niveau is ook veel hoger dan in Nederland. Bereik : de voor 2011 is momenteel reeds vrijwel bereikt. Een hogere ambitie voor 2011 dan de huidige ligt voor de hand. 14

2. Autokraak Ontwikkeling aantal autokraken per 1.000 inw./arb.pl. (index, 2007=) krachtwijk Kanaleneiland index (2007 = ) 200 1 160 140 120 60 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Aantal geregistreerde autokraken per 1.000 inwoners/arbeidsplaatsen Gebied 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017 Krachtwijk Kanaleneiland 40 28 23 21 * 17 * Subwijk Kanaleneiland 47 33 24 Niet Utrecht 25 20 19 van Nederland nb nb nb Bronnen: Politieregio Utrecht (BPS), bewerking BI en Wijkactieplan Kanaleneiland * De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen n zijn een daling van 33% (2011) en 45% (2017) ten opzichte van de stand 2006. Uitkomsten krachtwijk Kanaleneiland Ontwikkeling autokraak is het afgelopen jaar gunstig en gunstiger dan in Utrecht. De ontwikkeling in de subwijk Kanaleneiland is bijzonder positief. Niveau autokraak is nog wel ongunstiger dan in Utrecht, maar positief is dat het verschil het afgelopen jaar duidelijk afgenomen. Dit geldt in nog veel sterkere mate voor de subwijk Kanaleneiland. Overigens, het niveau van autokraak fluctueerde in de periode 2001-2005 tussen de 21 en 45 autokraken per 1.000 inwoners/arbeidsplaatsen. Bereik : de ontwikkeling richting 2011 is op de goede weg; deze is momenteel reeds dicht genaderd. Opgave is het bereikte niveau van autokraken minimaal te handhaven en verder te verlagen naar de voor 2011 die dicht bij het huidige stedelijke gemiddelde ligt. 15

3. Woninginbraak Ontwikkeling aantal woninginbraken per 1.000 woningen (index, 2007=) index (2007 = ) 120 krachtwijk Kanaleneiland 60 40 20 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Aantal geregistreerde woninginbraken per 1.000 woningen Gebied 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017 Krachtwijk Kanaleneiland 20 31 30 13 * 13 * Subwijk Kanaleneiland 25 37 36 Niet Utrecht 21 19 18 van Nederland nb nb nb Bronnen: Politieregio Utrecht (BPS), bewerking BI en Wijkactieplan Kanaleneiland * De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen n zijn een daling van 33% (2011) en 45% (2017) ten opzichte van de stand 2006. Uitkomsten krachtwijk Kanaleneiland Ontwikkeling woninginbraak: er is in 2008 sprake van een geringe daling, net als in de stad. Dit geldt ook voor de subwijk Kanaleneiland. Niveau woninginbraak was in 2006 ongeveer hetzelfde als in Utrecht. De afgelopen twee jaar is het niveau in de krachtwijk en nog meer in de subwijk veel ongunstiger dan in Utrecht en duidelijk het hoogste van alle krachtwijken. In de subwijk vindt de afgelopen drie jaar 85% van alle woninginbraken van de hele krachtwijk plaats. Overigens lag het aantal woninginbraken in de periode 2001-2004 zo rond 16 inbraken per 1.000 woningen, met een sterke stijging in 2005 naar 25. In Utrecht toen was toen sprake van een gestage daling van 24 naar 18 inbraken per 1.000 woningen. Bereik : de voor 2011 is momenteel nog vér buiten bereik. Zeer grote inspanningen lijken noodzakelijk om de gewenste voor 2011 te kunnen bereiken. 16

4. Niet-werkende werkzoekenden 15-26 jaar Ontwikkeling aandeel niet-werkende werkzoekenden 15-26 jaar (index, 2007=) index (2007 = ) krachtwijk Kanaleneiland 340 300 260 220 1 140 60 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Aandeel niet-werkende werkzoekenden 15-26 jaar Gebied 2006 * 2007 * 2008 * 2009 2010 2011 2011 2017 Krachtwijk Kanaleneiland 3,5% 2,9% 2,7% 1,8% ** 1,2% ** Subwijk Kanaleneiland 4,4% 3,3% 3,2% Niet Utrecht 1,8% 1,2% 1,2% van Nederland nb nb nb Bronnen: CWI en Wijkactieplan Kanaleneiland * Stand per 31 december ** De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen n zijn 2,0 (2011) en 1,5% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Kanaleneiland (1-1-2006: 4,4%). Opmerking bij deze n: alleen bereikbaar bij gelijkblijvende economische ontwikkeling en een toereikend reïntegratiebudget. Uitkomsten krachtwijk Kanaleneiland Ontwikkeling aandeel niet-werkende 15-26 jarige werkzoekenden over het jaar 2008 is gunstig, net als in Utrecht. Niveau aandeel 15-26 jarige werkzoekenden is hoger dan in Utrecht. Het verschil is echter kleiner dan wellicht verwacht. Er is momenteel zeker geen sprake van een grote mate van werkloosheid onder deze leeftijdsgroep. Bereik : de ontwikkelingsrichting is goed, maar de ambitie voor 2011 is hoog, zeker in het licht van de huidige economische crisis. De opgave is in ieder geval de bereikte resultaten vast te houden. De economische crisis zal de ontwikkeling negatief beïnvloeden, de mogelijk hieruit voortvloeiende (rijks)beleid wellicht positief. 17

5. Sociale samenhang in de buurt Ontwikkeling rapportcijfer sociale samenhang (index, 2007=) krachtwijk Kanaleneiland index (2007 = ) 130 120 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Samengesteld rapportcijfer sociale samenhang op basis van inwonersoordelen Gebied 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017 Krachtwijk Kanaleneiland 4,2 4,6 4,9 5,0 * 6,0 * Subwijk Kanaleneiland 3,9 4,4 4,9 Niet Utrecht 5,5 5,6 5,7 van Nederland nb nb nb Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Kanaleneiland * De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen n zijn een 5,5 (2011) en een 6,1 (2017) op basis van de meting 2006 voor de subwijk Kanaleneiland (3,9). Uitkomsten krachtwijk Kanaleneiland Ontwikkeling sociale samenhang over het jaar 2008 is gunstig, gunstiger dan in Utrecht. Het dieptepunt ligt al weer enkele jaren geleden (2006). Niveau sociale samenhang blijft ongunstiger dan in Utrecht. Het verschil is nu echter minder groot (0,8 punt) dan in 2006 (1,3 punt). Bereik : de sociale samenhang ontwikkelt zich in de goede richting, waardoor de voor 2011 momenteel reeds dicht is genaderd. Opgave is de behaalde vooruitgang minimaal te consolideren en zo mogelijk nog verder uit te bouwen. Het bereiken van een rapportcijfer 6 in 2017, boven het huidige stedelijke gemiddelde, zal veel inspanningen vergen van direct betrokkenen. 18

6. Verantwoordelijkheid buurt Ontwikkeling aandeel inwoners verantwoordelijkheid buurt (index, 2007=) krachtwijk Kanaleneiland index (2007 = ) 130 120 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Aandeel inwoners dat zich verantwoordelijk voelt voor leefbaarheid/veiligheid in hun buurt Gebied 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017 Krachtwijk Kanaleneiland 71% 72% 74% 75% * % * Subwijk Kanaleneiland 65% 70% 72% Niet Utrecht 85% 84% 85% van Nederland nb nb nb Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Kanaleneiland * De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen n zijn een 75% (2011) en een % (2017) op basis van de meting 2006 voor de subwijk Kanaleneiland (65%). Uitkomsten krachtwijk Kanaleneiland Ontwikkeling: Buurtverantwoordelijkheid wordt geleidelijk iets beter. Vergeleken met 2006 is de winst het grootst in de subwijk Kanaleneiland. De situatie in de stad blijft ongeveer gelijk. Niveau buurtverantwoordelijkheid is ongunstiger dan in Utrecht. Overigens, in de jaren 2000-2004 lag de 'buurtverantwoordelijkheid' zowel in de krachtwijk als in de subwijk op een hoger niveau, boven de % namelijk. Het stedelijk gemiddelde lag toen structureel boven de 85%. Bereik : de van 2011 is momenteel reeds dicht genaderd. Met de nodige inspanningen moet in de verdere toekomst een terugkeer op het niveau van de eerste jaren van de 21 ste eeuw boven de % - mogelijk zijn. 19

7. Doorstroming leerlingen naar HAVO/VWO Ontwikkeling doorstroming leerlingen naar HAVO/VWO (index, 2007=) krachtwijk Kanaleneiland index (2007 = ) 130 120 70 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Doorstroming leerlingen naar HAVO/VWO Gebied 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017 Krachtwijk Kanaleneiland 21,7% 27,5% 29,2% nb 45% * Subwijk Kanaleneiland 19,9% 27,3% 27,9% Niet Utrecht 47,2% 49,7% 49,8% van Nederland nb nb nb Bronnen: DMO, afdeling Onderwijs en Wijkactieplan Kanaleneiland * De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen is 26% (2017) op basis van de meting 2006 voor de subwijk Kanaleneiland (16%). Uitkomsten krachtwijk Kanaleneiland Opmerking vooraf: Betreft nieuwe, betere cijfers van de afdeling Onderwijs op het vlak van doorstroming naar HAVO/VWO (ofwel instroom vanaf basisschool naar het eerste leerjaar van HAVO/VWO). Streefwaarde is naar rato aangepast. Ontwikkeling aandeel doorstroming naar HAVO/VWO is gunstig, duidelijk gunstiger dan stedelijk. Over de afgelopen twee jaar bezien verloopt de ontwikkeling in de subwijk Kanaleneiland gunstiger dan in de krachtwijk. Niveau aandeel doorstroming naar HAVO/VWO is beduidend ongunstiger dan in Utrecht. Positief is dat het verschil tussen de krachtwijk en de subwijk Kanaleneiland de afgelopen jaren licht is afgenomen. De niveaus verschillen nog maar weinig van elkaar. Bereik : de ontwikkeling gaat duidelijk in de goede richting. Opgave is de trend naar boven vast te houden. 20

8. Voortijdige schoolverlaters Ontwikkeling aandeel voortijdige schoolverlaters (index, 2007=) krachtwijk Kanaleneiland index (2007 = ) 70 2007 2008 2009 2010 2011 Aandeel en aantal voortijdige schoolverlaters 2007 Eenmeting 2008 Gebied 2006 aantal ** % aantal ** % 2011 2017 Krachtwijk Kanaleneiland nb 489 20,8% 442 18,9% nb 8,3% * Subwijk Kanaleneiland nb 397 22,2% 358 20,5% Nvt Utrecht nb 5.152 16,2% 4.619 14,3% *** Nederland nb nb nb nb nb Nvt Bronnen: DMO, afdeling Onderwijs en Wijkactieplan Kanaleneiland * De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen is: afname met 60% in 2017 t.o.v. de stand 2006. ** Aantal voortijdige schoolverlaters in procenten van schoolpopulatie in desbetreffend gebied. *** De stedelijke doelstelling is dat in het schooljaar 2010-2011 het aantal voortijdig schoolverlaters met 50% gedaald moet zijn ten opzichte van de stand in het schooljaar 2004-2005. Uitkomsten krachtwijk Kanaleneiland Opmerking vooraf: Betreft nieuwe, vollediger cijfers voor beide jaren op basis van nieuwe definitie van afdeling Onderwijs, waarbij 'nieuwe vestigers' nu zijn inbegrepen. Er zijn, naar rato, nieuwe n opgesteld, die zijn gebaseerd op het aandeel in plaats van aantal voortijdig schoolverlaters. Ontwikkeling aandeel voortijdig schoolverlaters in 2008 is gunstig, maar iets minder gunstig dan stedelijk. Ontwikkeling in subwijk is maar een fractie minder gunstig dan in de krachtwijk. Niveau aandeel voortijdige schoolverlaters in de krachtwijk is ongunstiger dan stedelijk. Dit geldt nog wat sterker voor de subwijk Kanaleneiland. Bereik : bij handhaving van ontwikkelingsrichting kan voor 2017 goed worden bereikt. Opgave is de daling van het aandeel voortijdig schoolverlaters de komende jaren vast te houden. 21

9. Uitkeringsontvangers Ontwikkeling aandeel uitkeringsontvangers (index, 2007=) krachtwijk Kanaleneiland index (2007 = ) 130 120 70 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Aandeel uitkeringsontvangers Gebied 2006 * 2007 * 2008 * 2009 2010 2011 2011 2017 Krachtwijk Kanaleneiland 21,2% 18,9% 16,8% 14 ** 11 ** Subwijk Kanaleneiland 23,6% 21,2% 18,7% Niet Utrecht 13,9% 12,3% 10,8% van Nederland nb nb nb Bronnen: CWI en Wijkactieplan Kanaleneiland * Stand per 1 januari ** Opmerking bij deze nog nader te bepalen n: de gemeente heeft alleen directe invloed op het aandeel bijstandsuitkeringen; het UWV heeft invloed op het volume van de ww en de arbeidsongeschiktheid, waarbij geldt dat dit volume naast de economische ontwikkeling zeer afhankelijk is van wetgeving in dit kader. Uitkomsten krachtwijk Kanaleneiland Opmerking vooraf: De indicator 'huishoudens met inkomen uit uitkering' is vervallen en vervangen overeenkomstig de in de andere krachtwijken gehanteerde indicator 'uitkeringsontvangers'. De n zijn op soortgelijke wijze bepaald als die in Zuilen-oost. Ontwikkeling uitkeringsontvangers (bijstand/werkloosheid/ arbeidsongeschiktheid) jonger dan 65 jaar over het jaar 2007 is gunstig, net als het jaar ervoor, en nauwelijks minder gunstig dan in Utrecht. Dezelfde gunstige ontwikkeling doet zich voor in de subwijk Kanaleneiland. Niveau uitkeringsontvangers is duidelijk ongunstiger dan in Utrecht. Dit geldt nog meer voor de subwijk Kanaleneiland. Bereik : bij de trend van de afgelopen jaren kan van 2011 gehaald worden. De grote opgave in de huidige tijd van economische malaise is in ieder geval de bereikte resultaten vast te houden. Eventueel nieuw (rijks)beleid zal wellicht het aantal uitkeringsontvangers doen dalen dan wel de groei ervan afremmen. 22

10. Sociale huursector Ontwikkeling aandeel sociale huurwoningen (index, 2007=) krachtwijk Kanaleneiland index (2007 = ) 120 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Aandeel sociale huurwoningen Gebied 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017 Krachtwijk Kanaleneiland 56,3% 56,1% 56,3% nb 55% * Subwijk Kanaleneiland 65,6% 65,7% 65,7% Niet Utrecht 39,5% 39,2% 38,4% van Nederland nb nb nb Bronnen: Gemeentelijk vastgoedbestand en Wijkactieplan Kanaleneiland * De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen is 55% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Kanaleneiland (68%). Uitkomsten krachtwijk Kanaleneiland Ontwikkeling: Omdat het bestaand onroerend goed betreft wijzigt het aandeel sociale huurwoningen uiterst langzaam, tenzij grootschalige sloop en/of verkoop van sociale huurwoningen aan de orde is. Alleen over een lange periode gezien kunnen verschuivingen worden gesignaleerd. In de krachtwijk Kanaleneiland was het aandeel sociale huurwoningen in 2002 57,1%, de laatste drie jaar blijft dit stabiel iets boven de 56%; voor Utrecht gaat het in 2002 om 43,8% terwijl dit aandeel de laatste drie jaar geleidelijk afneemt. Niveau aandeel sociale huurwoningen in de krachtwijk is duidelijk hoger dan in Utrecht. Dit geldt in nog iets sterkere mate voor de subwijk Kanaleneiland. Bereik : de voor 2017 lijkt goed realiseerbaar als de bestaande plannen voor sloop van sociale huurwoningen en de komst van gedifferentieerde nieuwbouw in de komende jaren daadwerkelijk gestalte gaan krijgen. 23

11. Gezondheid Ontwikkeling aandeel met matig/slecht ervaren gezondheid (index, 2007=) krachtwijk Kanaleneiland index (2007 = ) 140 130 120 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Inwoners: aandeel met matig/slecht ervaren gezondheid Gebied 2004 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017 Krachtwijk Kanaleneiland 22% 21% 18% nb 17% * Subwijk Kanaleneiland 23% 23% 19% Niet Utrecht 17% 13% 13% van Nederland nb nb nb Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Kanaleneiland * De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen is 16% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Kanaleneiland (20%). In verband met een wijziging in de vraagstelling naar gezondheid is de meting 2006 voor deze indicator in het algemeen niet goed bruikbaar en vervangen door de meting van 2004 (23%), waarmee verder is gerekend. Uitkomsten krachtwijk Kanaleneiland Ontwikkeling van het aandeel matig/slecht ervaren gezondheid is gunstig in 2008, terwijl dit aandeel in Utrecht gelijk blijft. Het verschil met de subwijk Kanaleneiland is overigens gering. Niveau matig/slecht ervaren gezondheid is ongunstiger dan in Utrecht. Bereik : voor 2017 is momenteel reeds vrijwel bereikt. Opgave is bereikte resultaat vast te houden. Het lijkt realistisch een hoger ambitieniveau na te streven. 24

12. Toekomstverwachting buurt Ontwikkeling aandeel negatieve toekomstverwachting buurt (index, 2007=) krachtwijk Kanaleneiland index (2007 = ) 150 140 130 120 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Inwoners: aandeel negatieve toekomstverwachting buurt Gebied 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017 Krachtwijk Kanaleneiland 33% 27% 24% nb 16% * Subwijk Kanaleneiland 34% 29% 22% Niet Utrecht 18% 16% 16% van Nederland nb nb nb Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Kanaleneiland * De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen is 20% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Kanaleneiland (34%). Uitkomsten krachtwijk Kanaleneiland Ontwikkeling toekomstverwachting over het jaar 2008 is gunstig, net als het jaar ervoor. De ontwikkeling is gunstiger dan in Utrecht. Van belang is ook om te signaleren dat de ontwikkeling in de subwijk Kanaleneiland, het gebied waarop de inspanningen zich vooral richten, nog beduidend gunstiger is. Overigens dateert de somberste toekomstverwachting van de krachtwijk van 2002 (40%). Niveau toekomstverwachting is ongunstiger dan in Utrecht, maar het verschil in niveau is in 2008 (8 procentpunten) aanzienlijk minder dan in 2002 (19 procentpunten). Dit geldt nog sterker voor de subwijk waar het gaat om 6 versus 20 procentpunten. Bereik : de van 2017, het stedelijk gemiddelde van nu, is ambitieus maar haalbaar als de positieve ontwikkeling van de afgelopen jaren zich voortzet. De inspanningen van de afgelopen jaren lijken hun vruchten af te werpen. De verwachting is dat de daadwerkelijke uitvoering van de plannen de toekomstverwachting positief zal beïnvloeden. 25

Overvecht krachtwijk Overvecht Indicatoren Ontwikkeling 2007-2008 tov: streefpad 2007-2011 stedelijke ontwikkeling 2007-2008 ervaren jongerenoverlast autokraken woninginbraken doorstroming leerlingen naar HAVO/VWO aandeel voortijdig schoolverlaters ervaren sociale buurtsamenhang algemeen buurtoordeel bewoners ervaren gezondheid aandeel niet-sociale huurwoningen basisschoolleerlingen mer achterstandsscore huishoudens met bijstandsuitkering werkzoekenden 15-26 jaar ervaren toekomstverwachting buurt legenda: gunstiger dan streefpad / stedelijke ontwikkeling volgens streefpad / stedelijke ontwikkeling ongunstiger dan streefpad / stedelijke ontwikkeling 26

2 Overvecht De krachtwijk Overvecht bestaat uit de woongebieden van Overvecht, exclusief het bedrijventerrein Overvecht en het poldergebied langs de noordelijke randweg Utrecht. Qua inwonertal wijkt de krachtwijk nauwelijks af van de officiële wijk Overvecht; de laatste is daarom niet als referentiewijk opgenomen. De krachtwijk telt per 1 januari 2009 30.789 inwoners. Samenvatting Deze eerste vervolgmeting geeft de stand weer van 2008. Ten opzichte van de 0-meting van 2007 is het samenvattende beeld voor de 13 gemeten outcome-indicatoren als volgt: Ontwikkelingen over het jaar 2008: Het ontwikkelingbeeld is gemengd. Bij 8 van de 13 indicatoren is de ontwikkeling gunstig dan wel in lijn met het pad richting 2011. Dan gaat het ondermeer over vooruitgang bij het algemene buurtoordeel, de toekomstverwachting voor de buurt, autokraak en de 15-26 jarige werkzoekenden. Wat daarbij opvalt, is dat de toekomstverwachting al sinds 2002 elk jaar beter wordt en ook dat het aandeel werkzoekenden sinds 2003 continu daalt. Negatief is de ontwikkeling bij woninginbraak waarvan de globale trend al sinds 2002 stijgend is. De ervaren gezondheid verslechtert in plaats van te verbeteren. Ook de doorstroming van leerlingen naar HAVO/VWO loopt iets terug. Verder daalt het aandeel voortijdig schoolverlaters wel, maar onvoldoende volgens het streefpad 2007-2001. Jongerenoverlast zou moeten dalen volgens dit streefpad maar blijft het afgelopen jaar gelijk, ondanks de vele inspanningen op dit terrein. Het programmateam Overvecht en BI achten het nog te vroeg om een duidelijke relatie te leggen tussen de inspanningen voortvloeiend uit het Wijkactieplan en de positieve ontwikkelingen bij een aantal indicatoren. Wel wordt het waarschijnlijk geacht dat deze ontwikkelingen mede verklaard worden door de inzet van de Pechtold-gelden en de bijdragen vanuit het Grotestedenbeleid. Niveau tov referentiegebieden: Het niveau van 11 van de 13 outcome-indicatoren in de krachtwijk is ongunstiger dan in Utrecht, in veel gevallen beduidend ongunstiger. Dit geldt bijvoorbeeld voor de toekomstverwachting, de ervaren gezondheid en de voortijdig schoolverlaters die alle het minst van alle krachtwijken scoren. Daarnaast gaat dit op voor o.a. jongerenoverlast en doorstroming leerlingen naar HAVO/VWO. Ondanks de verdere stijging van woninginbraak in de krachtwijk ligt het niveau ervan nauwelijks boven het stedelijk gemiddelde. Door de lichte daling van autokraak is het niveau ervan nu net wat gunstiger dan in Utrecht. In het wijkactieplan staan de volgende 13 outcome-indicatoren: 1. Door inwoners ervaren jongerenoverlast in hun buurt (percentage vaak ). 2. Door politie geregistreerde autokraken. 3. Door politie geregistreerde woninginbraken. 4. Door afdeling Onderwijs geregistreerde doorstroming van leerlingen naar HAVO/VWO. 5. Door afdeling Onderwijs geregistreerde voortijdige schoolverlaters. 6. Door inwoners ervaren sociale samenhang in hun buurt. 7. Door inwoners gegeven algemene oordeel over hun buurt. 8. Door inwoners ervaren gezondheid. 9. Uit gemeentelijk Vastgoedbestand verkregen aandeel sociale huurwoningen. 10. Door afdeling Onderwijs geregistreerde basisschoolleerlingen met een achterstandsscore. 11. Door gemeente (DMO) geregistreerde huishoudens met een bijstandsuitkering. 12. Door CWI geregistreerde niet-werkende werkzoekenden 15-26 jaar. 13. Door inwoners gegeven toekomstverwachting voor hun buurt. 27

1. Vaak ervaren jongerenoverlast in de buurt Ontwikkeling aandeel vaak ervaren jongerenoverlast in de buurt (index, 2007=) krachtwijk Overvecht index (2007 = ) 130 120 70 60 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Aandeel vaak ervaren jongerenoverlast in de buurt Gebied 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017 Krachtwijk Overvecht 43% 35% 35% 30% * 23% * Utrecht 22% 19% 19% Niet van Nederland 9% 10% 11% Bronnen: Inwonersenquête Utrecht, Wijkactieplan Overvecht en Integrale Veiligheidsmonitor (2008) * De in het Wijkactieplan Overvecht opgenomen n zijn 38% (2011) en 28% (2017), op basis van de meting 2006 van de wijk Overvecht (42%). Uitkomsten krachtwijk Overvecht Ontwikkeling: jongerenoverlast blijft afgelopen jaar gelijk, nadat deze het jaar daarvoor was gedaald. Ook in Utrecht blijft de jongerenoverlast gelijk in 2008. Niveau jongerenoverlast is krap tweemaal zo hoog als in Utrecht en veel hoger dan in Nederland. In de jaren 2000-2004 was de jongerenoverlast beduidend lager. De krachtwijk scoorde destijds iets boven de 20%, het stedelijk gemiddelde van de afgelopen drie jaar. Bereik : de stabilisering van de jongerenoverlast is ongunstig in het licht van de van 2011 en zeker die van 2017. Het programmateam wijst op de ongunstige cijfers rond de Gagel en Overkapel. Vooral daar blijft de jongerenoverlast hardnekkig, ondanks de vele inspanningen die worden gepleegd. 28

2. Autokraak Ontwikkeling aantal autokraken per 1.000 inw./arb.pl. (index, 2007=) krachtwijk Overvecht index (2007 = ) 200 1 160 140 120 60 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Aantal geregistreerde autokraken per 1.000 inwoners/arbeidsplaatsen Gebied 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017 Krachtwijk Overvecht 36 21 18 18 * 15 * Utrecht 25 20 19 Niet van Nederland nb nb nb Bronnen: Politieregio Utrecht (BPS), bewerking BI en Wijkactieplan Overvecht * De in het Wijkactieplan Overvecht opgenomen n zijn een daling van 33% (2011) en van 45% (2017) ten opzichte van de stand 2006. Uitkomsten krachtwijk Overvecht Ontwikkeling autokraak is gunstig in 2008, net als het jaar ervoor. De ontwikkeling de afgelopen jaren is beduidend gunstiger dan in Utrecht. Niveau autokraak is in 2008 zelfs onder het stedelijk gemiddelde uitgekomen en nadert het lage niveau van 2003, toen er sprake was van17 autokraken per 1.000 inwoners/arbeidsplaatsen. In 2006 was de situatie nog veel ongunstiger in de krachtwijk. Bereik : de voor 2011 is momenteel bereikt. Met blijvende aandacht en gerichte acties moet de ambitie voor 2017 goed zijn te realiseren. Het programmateam geeft aan dat het afgelopen jaar in het kader van de wijkveiligheid preventieve maatregelen, waaronder betere verlichting op bepaalde plaatsen, zijn genomen. Opgave is minimaal het relatief lage niveau van autokraak te handhaven. 29

3. Woninginbraak Ontwikkeling aantal woninginbraken per 1.000 woningen (index, 2007=) krachtwijk Overvecht index (2007 = ) 120 70 60 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Aantal geregistreerde woninginbraken per 1.000 woningen Gebied 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017 Krachtwijk Overvecht 18 17 19 12 * 12 * Utrecht 21 19 18 Niet van Nederland nb nb nb Bronnen: Politieregio Utrecht (BPS), bewerking BI en Wijkactieplan Overvecht * De in het Wijkactieplan Overvecht opgenomen n zijn een daling van 33% (2011) en 45% (2017) ten opzichte van de stand 2006. Uitkomsten krachtwijk Overvecht Ontwikkeling woninginbraak is behoorlijk ongunstig, zowel wat betreft 2008 als bezien over langere tijd, de periode 2002-2008. De ontwikkelingen zijn ook tegengesteld aan de stad, waar woninginbraken afnemen. Niveau woninginbraak is nu ongeveer gelijk aan dat in Utrecht. Overigens lag het aantal woninginbraken in de krachtwijk in de periode 2001-2005 vrijwel stabiel rond de 14 inbraken per 1.000 woningen, terwijl het in Utrecht toen daalde van 24 naar 18 inbraken per 1.000 woningen. Bereik : de ontwikkelingsrichting is momenteel ongunstig. De voor 2011 raakte het afgelopen jaar wat verder uit beeld. Belangrijke opgave is de negatieve trend van het afgelopen jaar te keren. Het team geeft hierbij wel aan dat de cijfers voor de eerste maanden van 2009 gunstiger zijn dan de eerste maanden van 2008. De woningcorporaties zijn in de loop van 2008 gestart met het nemen van maatregelen die woninginbraak structureel moeten voorkomen. 30

4. Doorstroming leerlingen naar HAVO/VWO Ontwikkeling doorstroming leerlingen naar HAVO/VWO (index, 2002=) krachtwijk Overvecht index (2007 = ) 120 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Doorstroming leerlingen naar HAVO/VWO Gebied 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017 Krachtwijk Overvecht 30,1% 32,4% 31,4% 36% * 42% * Utrecht 47,2% 49,7% 49,8% Niet van Nederland nb nb nb Bronnen: DMO, afdeling Onderwijs en Wijkactieplan Overvecht * De in het Wijkactieplan Overvecht opgenomen n zijn 30% (2011) en 35% (2017) op basis van de meting 2006 voor de wijk Overvecht (27%). Uitkomsten krachtwijk Overvecht Opmerking vooraf: Betreft nieuwe, betere cijfers van de afdeling Onderwijs op het vlak van doorstroming naar HAVO/VWO (ofwel instroom vanaf basisschool naar het eerste leerjaar van HAVO/VWO). De is naar rato aangepast. Ontwikkeling aandeel doorstroming naar HAVO/VWO in 2008 is ongunstig, ongunstiger dan stedelijk, waar de doorstroming gelijk blijft. Niveau aandeel doorstroming naar HAVO/VWO is ongunstiger dan in Utrecht. Bereik : het recente ontwikkelingsbeeld is niet goed in het licht van de te bereiken van 2011. Opgave is de weg omhoog weer in te slaan zoals in de periode 2006-2007. 31