Jaarverslag 2009. Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics



Vergelijkbare documenten
Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Verkort jaarverslag 2013

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Jaarverslag Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics

Stichting Pensioenfonds SABIC

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Vereniging van Gepensioneerden. April 2012

Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics

VERKORT JAARVERSLAG 2016

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

VERKORT JAARVERSLAG 2017

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 26 juni 2014

Terugblik 2011 in cijfers

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 25 juni 2015

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Jaarverslag 2009 Stichting GE Pension NL 2007

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017

Jaarverslag Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Datum rapport Nummer/versie Definitief

Extra nieuwsbrief. De positie van het pensioenfonds. Mei Waarom een extra nieuwsbrief?

27 september Deelnemersvergadering

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Extra informatie pensioenverlaging

Haarlem 18 juni 2019 Boxmeer 20 juni 2019 Oss 20 juni 2019

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari Stand van zaken SVG. 1 van 19

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

Verslag deelnemersvergadering 2013, gehouden op dinsdag 10 december 2013 om uur in het Golden Tulip Alkmaar, Arcadialaan 6 te Alkmaar.

Verkort jaarverslag 2016

Jaarverslag Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics

Verkort jaarverslag 2015

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus AB AMSTERDAM

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

PF-UPDATE Nr 2 juni 2009 nieuwsbrief Pensioenfonds

Toeslagverlening. Versie

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016

2010: Pensioen wereld volop in de schijnwerpers

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Jaarinformatie Stichting Pensioenfonds C1000 over het verslagjaar (opgesteld op basis van het jaarbericht 2012)

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam. Financieel crisisplan 2015

Brochure. Toeslagverlening

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

pensioenkrant augustus 2015

Verkort jaarverslag 2013

HERSTELPLAN 31 maart 2009

delta lloyd pensioenfonds Over het jaar 2012

Verkort Jaarverslag 2013

Haarlem 19 juni 2018 Boxmeer 21 juni 2018 Oss 21 juni 2018

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016

Grens volledige indexatie 141% 1 114% 115% complex 125% Indexatie 2.53% 0.00% 0.00% 0.00% 0.00%

Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland. Waardeoverdracht uit dienst

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 5 februari Stand van zaken SVG. 1 van 20

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen

Competentievisie verantwoordingsorgaan. Juli 2014

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

In het crisisplan worden verschillende parameters gebruikt die voor het pensioenfonds belangrijk zijn:

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Leiden, 3 september 2012

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Pensioeninformatiebijeenkomst over herstelplan 2009

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Stichting Norit Pensioenfonds

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland. Extra nieuwsbrief 2014 nummer 6

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

WELKOM. Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016

Transcriptie:

Jaarverslag 2009 Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics Datum rapport 27 mei 2010 Nummer/versie Definitief Auteur Bestuur Telefoon 050-5821990

Profielschets Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics (Pensioenfonds SABIC-IP) is een ondernemingspensioenfonds. Het pensioenfonds voert de pensioenregelingen uit voor de medewerkers van SABIC Innovative Plastics BV en is statutair gevestigd te Bergen op Zoom. De regelingen De basispensioenregeling is een (voorwaardelijk) geïndexeerde opbouwregeling, ook wel middelloonregeling genoemd. In de Pensioenwet wordt dit een uitkeringsovereenkomst genoemd. De premies voor de basispensioenregeling worden ingebracht door de werkgever en de werknemers. Op de opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers vindt jaarlijks onvoorwaardelijk toeslagverlening plaats. De toeslagverlening op de ingegane pensioenen en premievrije pensioenaanspraken van gewezen deelnemers is voorwaardelijk. De vrijwillige bijspaarregeling Gesave wordt gekarakteriseerd als een premieovereenkomst, ook wel beschikbare premieregeling genoemd. De premies hiervoor worden ingebracht door de deelnemers aan de regeling. Ultimo boekjaar heeft het pensioenfonds in totaal ruim 5.000 aangeslotenen. De uitvoering en het vermogensbeheer De uitvoering van de basispensioenregeling heeft het bestuur sinds 1 januari 2006 uitbesteed aan TKP Pensioen BV (TKP). Het vermogensbeheer heeft het bestuur eveneens uitbesteed, te weten aan: - GE Asset Management (GEAM) voor het beheer van de aandelen en een gedeelte van de vastrentende waarden middels deelname in beleggingsfondsen. GEAM heeft voor haar beleggingsfondsen het custody contract met Northern Trust Global Services Limited met ingang van 30 september 2009 beëindigd en in haar plaats per 1 oktober de Ierse vestiging van State Street Corporation als custodian aangesteld. - TKP Investments BV voor het beheer van indirect vastgoed. - BlackRock voor een gedeelte van de vastrentende portefeuille, met ingang van december 2009. - Gelijktijdig met de aanstelling van BlackRock is de Nederlandse vestiging van State Street Corporation aangesteld als custodian door het pensioenfonds. De individuele pensioenspaarregelingen (Gesave en Geflex) worden uitgevoerd door Delta Lloyd Bank. Het overlijdensrisico en het arbeidsongeschiktheidsrisico zijn op stop loss-basis herverzekerd bij Zwitserleven NV. Daarnaast maakt het bestuur gebruik van de werkzaamheden van een externe (certificerende) actuaris (Mercer) en een externe accountant (KPMG). 1

Inhoudsopgave 1. Kerncijfers 4 2. Personalia 6 3. Verslag Verantwoordingsorgaan 9 Bestuursverslag 13 4. Voorwoord 14 5. Doelstelling 17 6. Ontwikkelingen en beleid in 2009 18 6.1 Ontwikkelingen in 2010 die betrekking hebben op 2009 18 6.2 Ontwikkelingen in 2009 18 6.3 Beleid en beleidskeuzes 23 6.4 Risicobeheer 30 7. Verslag van het vermogensbeheer 34 7.1 Algemeen 34 7.2 Marktontwikkelingen aandelen en vastrentende waarden 35 7.3 Marktontwikkelingen vastgoedbeleggingen 36 8. Pensioen en uitvoering 38 8.1 Inleiding 38 8.2 Pensioencommunicatie 38 8.3 Pensioenadministratie 39 8.4 Pensioenregelingen 40 8.5 Nieuwe wetgeving 43 9. Governance en compliance 46 9.1 Algemeen 46 9.2 Goed Pensioenfondsbestuur 46 9.3 Informatie omtrent de toezichthouders, DNB en AFM 47 9.4 Bestuursaangelegenheden 47 9.5 Deskundigheids- en integriteitstoets en opleiding 49 9.6 Gedragscode 50 9.7 Geschillencommissie 50 9.8 Visitatiecommissie 50 9.9 Organisatie en uitvoering 51 9.10 Statutenwijziging 52 10. Verwachte gang van zaken 53 Jaarrekening 55 11. Jaarrekening 56 11.1 Balans 56 11.2 Staat van baten en lasten 57 11.3 Kasstroomoverzicht 58 11.4 Toelichting op de jaarrekening 59 11.5 Actuariële analyse 85 Overige gegevens 87 12. Overige gegevens 88 12.1 Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten 88 12.2 Gebeurtenissen na balansdatum 89 2

12.3 Accountantsverklaring 90 12.4 Actuariële verklaring 92 12.5 Bijzondere statutaire zeggenschapsrechten 94 Bijlagen 95 Bijlage 1 Deelnemersbestand 96 Bijlage 2 Begrippenlijst 97 3

1. Kerncijfers Bedragen x 1.000 2009 2008 2007 2006 2005 ** Aantal aangeslotenen (per einde van het jaar) Deelnemers, actief en voortgezet * 1.442 1.539 1.575 2.734 2.662 Gewezen deelnemers * 2.847 2.989 3.946 2.754 2.651 Pensioengerechtigden 813 723 665 584 474 Totaal aantal aangeslotenen 5.102 5.251 6.186 6.072 5.787 Bijdragen van werkgevers Regulier 26.441 38.878 30.610 33.594 43.655 Additionele stortingen 7.800 - - 4.400-34.241 38.878 30.610 37.994 43.655 Uitkeringen 14.243 12.013 10.073 7.851 6.331 Eigen vermogen 63.715-4.552 230.903 156.972 82.856 (Overige) Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds 563.883 545.576 449.385 459.702 419.959 Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers 10.641 10.753 15.020 15.472 15.221 Overige voorzieningen 1.638 1.085 2.222 878 26.057 576.162 557.414 1 466.627 476.052 461.237 Beleggingen Beleggingen voor risico pensioenfonds 631.959 529.758 692.338 616.719 501.738 Beleggingsopbrengsten 68.543-127.564 47.673 56.941 71.989 Rendement o.b.v total return 12,4 % -19,8 % 7,6 % 11,0 % 18,1 % Beleggingen voor risico deelnemers 10.641 10.753 15.020 15.472 15.221 Dekkingsgraad *** 111,3 % 99,2 % 151,4 % 134,1 % 120,4 % 1 Ondanks de sterke daling van het aantal deelnemers in 2008 ten opzichte van 2007 zijn de (overige) technische voorzieningen significant gestegen. Deze stijging wordt veroorzaakt door de daling van de rentetermijnstructuur waarmee de verplichtingen worden berekend. 4

* De grote afname bij actieven en toename bij gewezen deelnemers in 2007 ten opzichte van 2006 wordt veroorzaakt door de beëindiging van de aangesloten GE-ondernemingen per 1 september 2007. Aangezien ultimo 2007 nog geen formele uittreding van GE-ondernemingen had plaatsgevonden, zijn de actieve GE-werknemers, in overleg met DNB en met het bestuur van Stichting GE Pension NL 2007, per 1 september 2007 als gewezen deelnemers opgenomen in het pensioenfonds. De grote afname van de gewezen deelnemers in 2008 ten opzichte van 2007 is het gevolg van het formaliseren van de uittreding van de GE-ondernemingen in 2008. De verdere afname van 2009 t.o.v. 2008 wordt grotendeels veroorzaakt door de afsplitsing van Momentive. ** De cijfers 2005 zijn in 2006 aangepast voor vergelijkingsdoeleinden (een andere rubricering in verband met overgang van pensioenvermogenmethode naar fondsvermogenmethode). *** De berekening van de dekkingsgraad is gelijk aan het eigen vermogen plus de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds, waarbij de overige technische voorzieningen buiten beschouwing worden gelaten, gedeeld door de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds. 5

2. Personalia Bestuur Benoemd namens de werkgever: Naam Functie in bestuur Bestuurslid vanaf Dr. ir. J.G.M. van Gisbergen plaatsvervangend secretaris Bestuurslid tot en met Portefeuille 11-04-2008 11-04-2012 Toezicht deskundigheidsplan Mr. ir. F. Grever voorzitter 01-11-2008 01-11-2012 Algemene bestuurlijke zaken Wet- en regelgeving Uitbesteding van werkzaamheden Mw. mr. D. Hameetman lid 01-05-2007 01-05-2011 Fiscale zaken en pensioenregelingen en pensioensoorten J.M.M.P. Stockbroekx lid 10-05-2007 10-05-2011 Vermogensbeheer Financiën en beleggingen De werkgeversvertegenwoordigers hebben zitting voor een periode van vier jaar en zijn terstond herbenoembaar. Benoemd namens de deelnemers: Naam Functie in bestuur Bestuurslid vanaf Bestuurslid tot en met Portefeuille Drs. J.J.O..Aerts secretaris 18-04-1991 31-12-2009 Secretariaat, actuariële zaken en verslaglegging Ir. A.W. Both lid 03-03-2010 03-03-2014 Nader te bepalen T.A.M. Dekkers secretaris 22-04-2010 22-04-2014 Nader te bepalen R. Lisapaly lid 11-04-2008 01-02-2010 Administratieve organisatie en interne controle Ing. L.J.M. de Smet lid 01-12-2006 01-12-2010 Communicatie Dr. A.A. Volkers plaatsvervangend voorzitter 01-03-2009 01-03-2013 Risicobeheer De werknemersvertegenwoordigers hebben zitting voor een periode van vier jaar. De aftredende kan zich terstond herkiesbaar stellen. Directeur Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics S.S. Hoogterp (tot 1 juli 2009) Drs. A.J. Smit (vanaf 1 juni 2009) Assistent van de directie: mw. C. Ligtenberg Dagelijks bestuur Mr. ir. F. Grever Dr. ir. J.G.M. van Gisbergen Dr. A.A. Volkers Drs. J.J.O. Aerts 6

Beleggingscommissie J. Stockbroekx (voorzitter) Drs. J.J.O. Aerts Mr. ir. F. Grever R. Lisapaly Drs. A.J Smit O.M.H. Tant Risicocommissie R. Lisapaly (voorzitter) Dr. A. Volkers Ing. L. de Smet Drs. A.J. Smit Communicatiecommissie Ing. L.J.M. de Smet (voorzitter) Mr. D. Hameetman Drs. J.J.O. Aerts Drs. A.J. Smit S.P.M. Op het Veld (TKP) Redactie PensioenPraat Ing. L.J.M. de Smet (voorzitter) Mw. mr. D. Hameetman Drs. A.J. Smit Drs. J.J.O. Aerts S.P.M. Op het Veld (TKP) Commissie Fondsdocumenten Mr. ir. F. Grever (voorzitter) Drs. J.J.O. Aerts Dr. ir. J. van Gisbergen Mw. mr. D. Hameetman Drs. A.J. Smit Commissie Deskundigheid en Functioneren Dr. ir. J.G.M. van Gisbergen (voorzitter) Mw. mr. D. Hameetman Drs. A.J. Smit Archiveringscommissie Drs. J.J.O. Aerts (voorzitter) Ing. L. de Smet Drs. A.J. Smit C. Ligtenberg 7

Deelnemersraad H. van den Durpel, voorzitter G. op den Dries, plaatsvervangend voorzitter J. van Es, secretaris A. van Valen E. Schlärmann B. Jonker P. van Tilburg, plaatsvervangend secretaris Administratie Deelnemersraad: mw. C. Ligtenberg Custodian State Street Corporation (vanaf december 2009) Pensioenadministratie TKP Pensioen BV, Groningen Vermogensbeheerders GE Asset Management Limited, Londen/Stamford (U.S.) (GEAM) BlackRock (vanaf december 2009) TKP Investments BV (TKP Pensioen Real Estate Fonds), Groningen (indirect vastgoed) Delta Lloyd Bank NV, Amsterdam (Geflex, Gesave) Adviseurs KPMG Accountants NV, externe accountant Mercer Certificering BV, externe actuaris Strategeon, beleggingsadviseur Mercer, adviserend actuaris Pellicaan, juridisch adviseur Herverzekering Zwitserleven NV, Amstelveen Performance meting beleggingen The WM Company, Amsterdam Verantwoordingsorgaan Namens de werkgever: Namens de actieve deelnemers: Namens de pensioengerechtigden: Ir. W. Grin en Ir. P. Broers (voorzitter) J. van Es (secretaris) en H. van den Durpel B.A. Klazema en J.W. Tillema Visitatiecommissie (in 2008) G. Russelman (voorzitter) Mr. G.J. Heeres L.J.M. Roodbol AAG Compliance Officer M. Mandemaker 8

3. Verslag Verantwoordingsorgaan Statutaire opdracht Het bestuur van Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics heeft een Verantwoordingsorgaan (VO) ingesteld met ingang van 1 januari 2008. Het Verantwoordingsorgaan beoordeelt de door het bestuur gemaakte beleidskeuzes, het gevoerde beleid en de naleving van de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur, met als uitgangspunt de vraag of het bestuur bij de genomen besluiten op een evenwichtige wijze met de belangen van alle belanghebbende rekening heeft gehouden. Daarnaast heeft het Verantwoordingsorgaan recht op overleg met accountants, actuaris en Visitatiecommissie, en zonodig het raadplegen van externe deskundigen. Het Verantwoordingsorgaan kan advies aan het bestuur uitbrengen over: het vaststellen en wijzigen van de vergoedingsregeling voor bestuursleden; het wijzigen van het beleid ten aanzien van het Verantwoordingsorgaan; de vorm, inrichting en samenstelling van het intern toezicht; het vaststellen en wijzigen van een interne klachten- en geschillenprocedure; het vaststellen en wijzigen van het communicatie- en voorlichtingsbeleid. In 2008 heeft het Verantwoordingsorgaan een huishoudelijk reglement vastgesteld op basis van de uitgangspunten van Goed Pensioenfondsbestuur en in 2009 voorgelegd aan het pensioenfondsbestuur. Verantwoording en werkwijze De periode die wordt beoordeeld, is het jaar 2009. Daarin heeft onder meer een vergadering met het bestuur plaatsgevonden ten aanzien van het afgeven van een oordeel over 2008, en in november een vergadering over dekkingsgraad, herstelplan en strategie, aanpak adviezen Visitatiecommissie, en de uitwisseling van informatie met het Verantwoordingsorgaan door het bestuur. Verder zijn er in 2009 drie vergaderingen geweest. In 2010 zijn er reeds drie vergaderingen geweest ter voorbereiding van het jaarverslag 2009, inclusief een toelichting van het bestuur op gestelde vragen over de jaarstukken. Verder zijn alle stukken (o.a. jaarverslag, bevindingen externe accountant en actuaris) ontvangen en besproken, die nodig zijn om het oordeel 2009 te kunnen geven. Het Verantwoordingsorgaan heeft ondermeer de volgende activiteiten verricht: Huishoudelijk Reglement Verantwoordingsorgaan ingediend bij het pensioenfondsbestuur; advies uitgebracht over de vergoedingsregeling; advies uitgebracht over de klachtenprocedure; accorderen van Communicatieplan 2009/2010; ondertekening van de gedragscode door de Verantwoordingsorgaan-leden. Ter verdere verhoging van de deskundigheid is er door Mercer in 2009 een 1-daagse cursus en in 2010 een 2-daagse cursus gegeven aan alle betrokkenen. 9

Bevindingen en aandachtspunten Het Verantwoordingsorgaan heeft kennis genomen van het jaarverslag en de jaarrekening van het pensioenfonds en de overige door het bestuur verstrekte informatie, alsmede van de door het bestuur in de vergadering van 27 mei 2010 gegeven toelichting. Tevens heeft het Verantwoordingsorgaan kennis genomen van de bevindingen van de externe accountant en de externe actuaris. Pensioenbewustzijn Het bestuur heeft aangegeven dat zij het belangrijk vindt om deelnemers te wijzen op de eigen verantwoordelijkheid voor het opbouwen van het pensioen. Daarbij wil het Verantwoordingsorgaan een kanttekening plaatsen. Het Verantwoordingsorgaan is het in principe eens met deze doelstelling maar wil er op wijzen dat deze materie gevoelig ligt bij onze werknemers. Dit kwam tot uiting tijdens de huidige CAO-onderhandelingen waarbij de financiering en de gehanteerde normen in ons SABIC-IP Pensioenfonds ter discussie werden gesteld. Hier is nogal heftig en negatief op gereageerd, zowel door de bonden als door de werknemers. Dit is natuurlijk geen verrassing, maar het Verantwoordingorgaan zou willen pleiten voor een voorzichtige en doordachte aanpak van deze gevoelige maar noodzakelijke communicatie. Bestuursdoelstellingen in PF Jaarplan In een draft communicatie van de leden van het bestuur ten aanzien van hun individuele jaarplannen is de indruk bij het Verantwoordingsorgaan ontstaan dat deze plannen niet gelinkt zijn aan een eenduidige doelstelling van het Pensioenfonds als geheel. Het lijkt ons dat de individuele jaarplannen ondersteunend moeten zijn voor de hoofddoelstelling van het Pensioenfonds voor het desbetreffende jaar. Benchmarking In een overleg met het bestuur is benchmarking ter sprake gekomen. Het Verantwoordingsorgaan heeft begrepen wat de grondslag of basis van de benchmarking is die in verschillende rapporten gebruikt wordt. Het Verantwoordingsorgaan vraagt zich echter wel af waarom er geen absolute benchmarking plaatsvindt van de resultaten van ons Pensioenfonds met andere (vergelijkbare) fondsen. Deze benchmarking zou kunnen leiden tot inzichten die leiden tot betere resultaten van het SABIC-IP Pensioenfonds. Toeslagbeleid Gegeven het verloop van de dekkingsgraad in relatie tot het herstelplan heeft het bestuur conform de reglementen gehandeld om per 1 januari 2010 een inhaaltoeslag te verlenen over 2009 aan de gewezen deelnemers en gepensioneerden, in lijn met de ambities van het pensioenfonds. Communicatieplan Het Communicatieplan 2009 is in zijn geheel uitgevoerd. Met name is er veel aandacht geweest voor het duidelijk maken welke pensioenregeling voor eenieder van toepassing is (stroomdiagram op de website), omdat er een aantal overgangsregelingen bestaan. Daarnaast zijn op bedrijfsbijeenkomsten toelichtingen op het pensioensysteem gegeven. Het 10

Communicatieplan 2009/2010 bevat de onderdelen volgens de eisen die de Pensioenwet hieraan stelt. Informatie aan het Verantwoordingsorgaan De beoordeling die het Verantwoordingsorgaan hoort te kunnen doen is een toetsing over een heel boekjaar. Er dient wel continuïteit te bestaan in de flow van informatie naar het Verantwoordingsorgaan door het jaar heen, omdat volgen en beoordelen een lopend proces is. Het Verantwoordingsorgaan vraagt dan ook om alle stukken direct na goedkeuring door het bestuur ter beschikking te stellen aan het Verantwoordingsorgaan, zodat haar kennis tegen de achtergrond van de doelstellingen kan worden ontwikkeld. Oordeel Op basis van de beschreven werkzaamheden komt het Verantwoordingsorgaan tot het oordeel dat het bestuur met inachtneming van een voldoende mate van zorgvuldigheid en evenwichtige afweging van de belangen van de bij het pensioenfonds betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgever, tot verantwoorde besluitvorming en beleidskeuzes is gekomen. Bergen op Zoom, 27 mei 2010 Ir. P. Broers (voorzitter) H. van den Durpel J. van Es (secretaris) Ir. W. Grin B. Klazema J. Tillema 11

Reactie bestuur op verslag Verantwoordingsorgaan De samenstelling van het Verantwoordingsorgaan is in 2009 niet gewijzigd. De werkgeversleden van het Verantwoordingsorgaan zijn aangewezen door de werkgever. De werknemersvertegenwoordigers zijn benoemd door de Deelnemersraad. De vertegenwoordigers van de pensioengerechtigden zijn gekozen door de pensioengerechtigden via verkiezingen die in december 2007 reeds hebben plaatsgevonden. Het Verantwoordingsorgaan is als volgt samengesteld: Werkgeversvertegenwoordigers: W. Grin en P. Broers (voorzitter); Werknemersvertegenwoordigers: J. van Es (secretaris) en H. van den Durpel; Vertegenwoordigers pensioengerechtigden: B.A. Klazema en J.W. Tillema. De bevindingen en het oordeel van het Verantwoordingsorgaan over boekjaar 2009 zijn opgenomen in hoofdstuk 3. Het bestuur heeft kennis genomen van het verslag van het Verantwoordingsorgaan over het door het bestuur gevoerde beleid in 2009 en de daarin opgenomen bevindingen en aandachtspunten. Toelichting van het bestuur op een aantal van de opgebrachte punten: - Pensioenbewustzijn: het Verantwoordingsorgaan onderschrijft het belang dat het bestuur hecht aan de eigen verantwoordelijkheid die deelnemers hebben voor hun pensioenopbouw. Het bestuur neemt kennis van de kanttekening die het Verantwoordingsorgaan hier bij plaatst, namelijk de gevoeligheid die deze materie kenmerkt, en zal deze ter harte nemen. - Bestuursdoelstellingen: het bestuur zal deze zorg meenemen bij de opstelling van haar doelstellingen voor 2011. - Benchmarking: het pensioenfonds doet mee aan het WM-universum waarin circa 100 pensioenfondsen deelnemen en met elkaar worden vergeleken. Hierdoor wordt een zekere mate van benchmarking, zoals die het Verantwoordingsorgaan voor ogen staat, verkregen. Met de uitkomsten hiervan moet echter zeer voorzichtig worden omgegaan aangezien ieder pensioenfonds verschillend is qua verplichtingenprofiel en daarmee samenhangend beleggingsbeleid. - Informatie aan het Verantwoordingsorgaan: de informatie-uitwisseling tussen de diverse fondsorganen, te weten bestuur, dagelijks bestuur, diverse commissies, Deelnemersraad en Verantwoordingsorgaan is sinds de implementatie van het nieuwe governance-model nog steeds in ontwikkeling. Het bestuur onderschrijft de mening van het Verantwoordingsorgaan dat dit voortgaande proces nog verbeterd kan worden. Zo zal ook het Huishoudelijk Reglement van het Verantwoordingsorgaan in nader overleg worden aangepast. 12

Bestuursverslag 13

4. Voorwoord Het zal u niet verbazen van de voorzitter van uw pensioenfonds te horen dat 2009 weer een bijzonder jaar is geweest. De kranten hebben nog nooit eerder zoveel aandacht aan de pensioenwereld besteed als dit jaar. Ik denk daarbij onder andere aan de AOW-discussie, maar ook aan de rapporten van verschillende commissies (Frijns, Goudswaard, Don) die in het leven waren geroepen na de financiële crisis. De ontwikkelingen in de wereld en in Nederland hebben ons fonds ook niet onberoerd gelaten. Over het gevoerde beleid en de behaalde resultaten kunt u uitvoerig in het jaarverslag lezen. Maar wat waren nu belangrijkste gebeurtenissen? In willekeurige volgorde noem ik een paar zaken die op mij de meeste indruk gemaakt hebben of waarvan ik denk dat die voor uw pensioen extra belangrijk zijn. We hebben een nieuwe directeur! Arthur Smit heeft halverwege het jaar de taken van Sjoerd Hoogterp overgenomen. Inmiddels is Arthur volledig ingewerkt en ondersteunt het bestuur voortreffelijk. De verdere afwikkeling van de scheiding van General Electric is weer een stapje naderbij gekomen. Er speelden nog twee zaken. Ten eerste de waardeoverdrachten van een aantal slapers die elders nog werkzaam waren voor GE. Waarschijnlijk wordt dat dit jaar (2010) opgelost. Daarnaast waren er nogal wat onduidelijkheden rondom de afsplitsing van Momentive. Helaas was er een arbitrage nodig om de gewenste duidelijkheid te verschaffen. Onder meer betrof dit de vraag hoe de toeslagverlening (indexatie) van de tot de scheiding opgebouwde aanspraken van de huidige en voormalige werknemers van Momentive in Bergen op Zoom (voorheen GE Silicones) gefinancierd moet worden. Tot onze teleurstelling waren de arbiters van mening dat de daarmee verbonden kosten tot in de lengte van jaren door uw pensioenfonds gedragen moeten worden. Zoals we u al in ons vorige jaarverslag hebben laten weten, hebben wij eind maart 2009 een herstelplan bij De Nederlandsche Bank ingediend. Dat was nodig omdat door een daling van de voorgeschreven rekenrente en van de waarde van onze beleggingen de zogenaamde dekkingsgraad beneden de kritische grens van 105% was gezakt. Eind december 2008 bedroeg deze belangrijke maatstaf 99,2%. In de loop van 2009 daalde deze tot een dieptepunt van 92,9% in februari. Gelukkig trad in 2009 later wel een herstel op. In het jaarverslag kunt u lezen waar dat herstel aan te danken is. Niet onvermeld mag blijven dat SABIC Innovative Plastics zijn verplichtingen is nagekomen en een forse extra bijdrage heeft gedaan. Van de gewezen deelnemers en van de pensioengerechtigden werd ook een offer gevraagd: de voor deze groepen bestaande voorwaardelijke toeslagverlening werd overgeslagen. Inmiddels (februari 2010) heeft het bestuur op grond van de positieve ontwikkeling van de dekkingsgraad gelukkig kunnen besluiten de gemiste voorwaardelijk toeslagverlening van 2009 met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010 toe te kennen. Zijn daarmee nu alle donkere wolken overgedreven? Voorlopig wel. Maar ook op de langere termijn? Dat is niet zo zeker als we allemaal zouden wensen. Vele factoren zijn van belang voor de toekomstige gezondheid van uw fonds. Ik noem er een paar. 14

Kan en wil SABIC Innovative Plastics ook in de toekomst bij tekorten bijspringen? We lezen allemaal dat we steeds langer van ons pensioen gaan genieten; we worden veel ouder dan voorzien was toen we met de opbouw van ons pensioen begonnen. Hebben we achteraf gezien wel genoeg gereserveerd? We willen allemaal graag dat onze pensioenen bij stijgende levenskosten meegroeien om zo onze levensstandaard te behouden. Waar moet dat van betaald worden? Van de premies? Hoe moet het straks als er meer gepensioneerden zijn dan actieve werknemers? De premies die door de werkgever worden afgedragen zijn al hoog. Waar moet dat geld dan vandaan komen? Uit de opbrengst van de beleggingen? Nu is er bij het berekenen van de benodigde premies altijd al van uit gegaan dat de ontvangen premies enige tijd belegd kunnen blijven en dus nog wat opbrengen voordat ze uitgekeerd moeten worden. De verplichtingen van het fonds worden gewaardeerd tegen een steeds wisselende marktrente. Hierdoor ontstaat volatiliteit bij de berekening van de dekkingsgraad. Om uit de opbrengst van de beleggingen ook de toeslagen te kunnen betalen, is het nodig met de beleggingen een hoger rendement te halen dan de voorgeschreven marktrente. Nu is het zo dat het alleen mogelijk is een hoger rendement te behalen wanneer meer risico genomen wordt. Er moet dus een afweging gemaakt worden hoeveel risico we willen en kunnen nemen en wat voor rendement we mogen verwachten bij een bepaald risico. Het bestuur van het pensioenfonds zal zich hier de komende tijd verder in verdiepen. In 2009 zijn de risico s al onderkend en mogelijkheden tot afdekking in de beleggingscommissie besproken. In vervolg hierop zal in 2010 een nieuwe ALM-studie worden uitgevoerd waarin allerhande scenario s worden uitgewerkt. Om de mogelijkheid te creëren bepaalde risico s af te dekken is in 2009 een deel van de beleggingen in obligaties bij een nieuw gekozen vermogensbeheerder ondergebracht, namelijk bij BlackRock. Dat afdekken van risico s brengt niet alleen voordelen met zich mee; het kost over het algemeen geld. De overgang naar BlackRock heeft veel aandacht van het bestuur en vooral van de beleggingscommissie opgeëist. Dat brengt me tot het bestuur. Het is heel plezierig vast te stellen dat er soms pittige discussies in het bestuur zijn gevoerd, maar dat uiteindelijk in goede harmonie tot besluitvorming is overgegaan. In het eerste kwartaal van 2009 is André Volkers tot het bestuur toegetreden. Eind december 2009 liep de bestuurstermijn van Jan Aerts ten einde. Jan heeft besloten zich niet meer herkiesbaar te stellen. Na de vele jaren dat Jan met deskundigheid en met grote toewijding voor het pensioenfonds heeft gewerkt, hebben we Jan s beslissing moeten accepteren. Daarmee komt gelukkig nog geen einde aan de waardevolle inzet van Jan voor het wel en wee van het pensioenfonds. Jan zal in 2010 als adviseur aan het pensioenfonds verbonden blijven. Op deze plaats wil ik alle bestuursleden en Arthur danken voor de plezierige wijze waarop we hebben samengewerkt. Ik kan iedere organisatie zo n goed functionerend en gemotiveerd bestuur toewensen! 15

Carla Ligtenberg heeft het bestuur ook het afgelopen jaar weer ondersteund. Vaak gebeurde dat ongemerkt op de achtergrond, maar het gebeurde. Carla hartelijk dank! De contacten met de Deelnemersraad en het Verantwoordingsorgaan zijn steeds op een plezierige en zakelijke manier verlopen. Daarvoor verdienen zij niet alleen dank van het bestuur maar ook van alle deelnemers. U zou ze best eens meer mogen laten blijken dat u hun inspanning op prijs stelt. Ik hoop dat mijn voorwoord u nieuwsgierig heeft gemaakt en dat u de moeite neemt het jaarverslag eens goed door te lezen. Aarzel niet Arthur of een van de bestuursleden aan te spreken als u graag verdere uitleg wenst. Bergen op Zoom, 27 mei 2010 Mr. ir. Frederik Grever Voorzitter Pensioenfonds 16

5. Doelstelling Het pensioenfonds draagt de verantwoordelijkheid voor een goede uitvoering van de in de pensioenovereenkomst gedefinieerde pensioenregelingen voor deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden, in overeenstemming met de bestaande wet- en regelgeving. Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics heeft ten doel om binnen de grenzen van zijn middelen de deelnemers, gewezen deelnemers en hun nabestaanden te beschermen tegen geldelijke gevolgen van ouderdom, arbeidsongeschiktheid en overlijden. Het fonds voorziet hiertoe in het op lange termijn verstrekken van de nominale pensioenaanspraken en pensioenrechten en streeft hierbij naar het waardevast houden van de opgebouwde pensioenen, de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken. De toeslagverlening op de opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers is onvoorwaardelijk. Op de opgebouwde aanspraken van gewezen deelnemers en de ingegane pensioenen wordt voorwaardelijk toeslag verleend. Dat wil zeggen dat er geen recht op toeslagverlening is en het voor de langere termijn niet zeker is of en in hoeverre toeslagverlening zal plaatsvinden. Ook draagt het fonds zorg voor duidelijke en klantgerichte communicatie met alle belanghebbenden. Het fonds heeft beleid ontwikkeld op het gebied van financiering, toeslagverlening, beleggingen en communicatie om de genoemde doelstellingen te bereiken. Dit beleid is vastgelegd in diverse documenten, waarvan de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) het belangrijkste is. Deze ABTN is voor het laatst geactualiseerd in het vierde kwartaal van 2009. 17

6. Ontwikkelingen en beleid in 2009 6.1 Ontwikkelingen in 2010 die betrekking hebben op 2009 Indien er na het afsluiten van het kalenderjaar (tevens boekjaar) er zich ontwikkelingen die een grote invloed hebben op de jaarrekening, dan dienen te worden meegenomen. Normaliter beperkt zich dat tot de gevolgen van toeslagverlening: de toeslagverlening die per 1 januari wordt toegekend wordt reeds meegenomen bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen van december en wordt daardoor ook meegenomen bij de vaststelling van de dekkingsgraad per ultimo van het boekjaar, wat dit jaar heeft geleid tot een aanpassing met 2,3%. In het najaar van 2008, echter, publiceerde de CBS de Prognosetafel 2008-2050. In deze publicatie werd vastgesteld dat de levensverwachting de afgelopen paar jaar veel meer is toegenomen dan oorspronkelijk werd aangenomen. Het gevolg is dat het Actuarieel Genootschap heeft besloten de pas twee jaar geleden overlevingstafels al in 2010 aan te passen. DNB heeft in de loop van het voorjaar 2010 daarop beslist dat pensioenfondsen bij de opmaak van de jaarrekening van 2009 alvast een prudente inschatting moeten maken van de te verwachten aanpassing en dit meenemen in de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen. Voor ons fonds betekent dit een aanpassing van 3,5% ( 19 miljoen) op de voorziening, wat weer leidt tot een verlaging van de dekkingsgraad met 3,9%. Tezamen met de correctie voor de toeslagverlening is de dekkingsgraad daarmee verlaagd met 6,2% van 117,5% tot 111,3%. Deze correcties komen in het jaarverslag meerdere malen terug. 6.2 Ontwikkelingen in 2009 Dekkingsgraad De dekkingsgraad is een maatstaf voor de financiële positie van een pensioenfonds. Het geeft het pensioenvermogen als percentage van de contante waarde van de pensioenverplichtingen (vpv) weer. De dekkingsgraad kan wijzigen door talrijke invloeden, zoals de ontwikkeling van het beleggingsresultaat, verzekeringstechnische ontwikkelingen en de ontwikkeling van de rentetermijnstructuur. Hieronder volgt het verloop van de dekkingsgraad. 2009 Dekkingsgraad per 1 januari 99,2% Mutatie door rentetermijnstructuur 6,0% Mutatie door beleggingsresultaat 9,4% Mutatie door premie 1,3% Mutatie door kanssystemen 0,8% Mutatie door toeslagverlening -2,3% Mutatie door waardeoverdrachten, kosten, uitkeringen en overige oorzaken 0,8% Subtelling 115,2% Aanpassing als gevolg van gestegen levensverwachting -3,9% Dekkingsgraad per 31 december 111,3% 18

In februari bedroeg de aan het bestuur gerapporteerde dekkingsgraad nog circa 118% vóór toekenning van de toeslag en inhaaltoeslag (zie paragraaf 6.1). Het bestuur nam toen de beslissing om naast de toeslag ook de inhaaltoeslag in zijn totaliteit toe te kennen. Een verhoging (verlaging) van de rentetermijnstructuur leidt tot een daling (stijging) van de pensioenverplichtingen en tot een stijging (daling) van de dekkingsgraad en wordt weergegeven onder het kopje mutatie door rentetermijnstructuur. Het verschil tussen ontvangen en benodigde premies komt tot uitdrukking in de post mutatie door premie. Aan het vaststellen van de technische voorzieningen liggen kanssystemen ten grondslag. De belangrijkste zijn sterfte en arbeidsongeschiktheid. Mutatie uit hoofde van toeslagverlening ontstaat met name door de op 1 januari 2010 toegekende inhaalindexatie. Voor deze indexatie is reeds premie betaald in 2008. De ontvangen premie heeft alleen betrekking op de reguliere indexatie voor slapers en pensioengerechtigden van 1 januari 2010. De toeslag voor actieve deelnemers wordt verantwoord bij mutatie door premie. Onderstaande tabel geeft het verloop van de dekkingsgraad over de laatste vier jaar weer. Ter illustratie zijn daarbij ook het behaalde beleggingsrendement en de gemiddelde rentetermijnstructuur behorende bij de gemiddelde looptijd van de verplichtingen vermeld: 2009 2008 2007 2006 Dekkingsgraad 111,3% 99,2% 151,4% 134,1% Beleggingsrendement 12,4% -19,8% 7,6% 11,0% Gemiddelde rentetermijnstructuur 3,9% 3,9% 4,9% 4,3% Beleggingsresultaten Het rendement van de beleggingsportefeuille bedroeg in 2009 12,4%. Aandelen behaalden in 2009 een hoog rendement van 27,8%. Vastrentende waarden behaalden een rendement van 5,8%. Vastgoed was de enige beleggingscategorie dat een negatief rendement behaalde (-14,5%). Ten opzichte van de benchmark was het rendement van de aandelen 4,0%-punt lager en het rendement van de vastrentende waarden 2,4%-punt lager. Impact herstelplan Het jaar 2009 stond in het teken van het herstelplan. In het jaar daarvoor was er sprake van een wereldwijde financiële crisis. Veel pensioenfondsen werden geconfronteerd met een dekkingstekort, zo ook Pensioenfonds SABIC-IP. Voor het pensioenfonds gold dat de dekkingsgraad in de loop van december 2008 onder de 100% was gedaald. Vanaf januari 2009 zijn daarom geen nieuwe in- en uitgaande waardeoverdrachten meer in behandeling genomen, omdat waardeoverdrachten dienen te worden opgeschort zodra één van de bij de overdracht betrokken fondsen een dekkingsgraad van minder dan 100% heeft. De deelnemers en de betrokken pensioenuitvoerders zijn over de opschorting van waardeoverdrachten geïnformeerd. Nog gedurende het jaar 2009 kwam de 19

dekkingsgraad weer boven de 100% te liggen. Vanaf dat moment heeft het pensioenfonds weer meegewerkt aan waardeoverdrachten. Het bestuur heeft de onderdekking, zoals wettelijk verplicht, aan DNB gemeld. Ook heeft het bestuur vóór 1 april 2009 een herstelplan ingediend. DNB heeft dit herstelplan goedgekeurd. De belangrijkste kenmerken van het herstelplan zijn: Voor het kortetermijnherstel wordt een periode van vijf jaar gehanteerd. Het bestuur heeft besloten het rendementspercentage in 2009 op 0% te stellen. Bovendien is voor de daar opvolgende jaren een rendement gehanteerd dat gemiddeld 0,5% lager is dan het maximum dat door DNB is toegestaan. In de uitvoeringsovereenkomst tussen het pensioenfonds en de werkgever zijn afspraken gemaakt dat de werkgever bij een dekkings- of reservetekort de verschuldigde pensioenpremie verhoogt. Voor het jaar 2009 heeft de werkgever een extra premie gestort van 7,8 miljoen. Toeslagverlening aan gewezen deelnemers en pensioengerechtigden is voorwaardelijk (afhankelijk van de financiële positie van het fonds) en wordt gefinancierd uit de premie. Het bestuur neemt ieder jaar een besluit over de toeslagverlening. Zolang de dekkingsgraad lager is dan het minimaal vereist eigen vermogen (105%) worden geen toeslagen toegekend aan gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Daarnaast mag door het verlenen van een toeslag de dekkingsgraad niet lager worden dan het minimaal vereist vermogen. Indien in enig jaar geen toeslag is verleend aan de gewezen deelnemers en pensioengerechtigden, kan het bestuur besluiten om in latere jaren over te gaan op inhaalindexatie. Het beleggingsbeleid gedurende de herstelperiode is zodanig dat er geen sprake is van toename van het fondsrisico. Het herstelplan ziet erop toe dat de dekkingsgraad per eind 2013 (einde kortetermijnherstelperiode) minimaal 105,0% bedraagt en dat deze per eind 2023 (einde langetermijnherstelperiode) minimaal 126,4% 2 bedraagt. Het pensioenfonds heeft in 2009 voor een bedrag van 7,8 miljoen aan aanvullende vermogensdotaties ontvangen van de werkgever. In 2009 heeft de dekkingsgraad zich positiever ontwikkeld dan waarvan in het herstelplan was uitgegaan. Onderstaand overzicht geeft dit weer: 2 In het herstelplan is uitgegaan van de vereiste dekkingsgraad ultimo 2008. De vereiste dekkingsgraad ultimo 2009 bedraagt 127,4%. 20

Verwacht (in %) Werkelijk (in %) Dekkingsgraad per 31 december 2008 99,1 * 99,2 Premie 3,4 1,3 Sturingsmiddeleverlening Toeslag- 0,0-2,3 Beleggingen -2,5 9,4 Rentetermijnstructuur 0,0 6,0 Overige Effect van uitkeringen, kosten, kanssystemen en waardeoverdachten. 0,0 1,6 Subtotaal 100,0 115,2 Aanpassing aan gestegen levensverwachting per 31 december 2009 0,0-3,9 Dekkingsgraad per 31 december 2009 100,0 111,3 * De verschillende aanvangsdekkingsgraden in de tabel worden veroorzaakt, doordat het herstelplan een aanvangsdekkingsgraad hanteert van 99,1% per 31 december 2008, terwijl bij de definitieve jaarrekening 2008 is uitgegaan van een dekkingsgraad van 99,2%. Bovenstaand overzicht laat zien dat vooral de gunstige ontwikkelingen op de aandelen- en rentemarkten zorgden voor een hogere dekkingsgraad dan verwacht. Het behaalde beleggingsrendement bedroeg 12,4%, terwijl het herstelplan voorzichtigheidshalve uitging van een rendement van 0%. Daarnaast werd er in het herstelplan van uitgegaan dat de ontwikkeling van de rente geen effect zou hebben op de dekkingsgraad in 2009. In werkelijkheid steeg de rentetermijnstructuur in 2009, met als gevolg een positief effect op de dekkingsgraad van 6,0%-punt. Eind 2009 was er geen sprake meer van een dekkingstekort, maar nog wel van een reservetekort, omdat de dekkingsgraad lager lag dan de vereiste dekkingsgraad van 127,4%. Het kortetermijnherstelplan is vanaf december 2009 niet langer van toepassing, omdat de dekkingsgraad op dat moment langer dan drie kwartaaleinden boven de dekkingsgraad behorend bij het minimaal vereist vermogen ligt. Met ingang van 1 januari 2010 geldt daarom het lange termijn herstelplan. In 2009 is de voorgeschreven jaarlijkse evaluatie van het herstelplan door het bestuur uitgevoerd. Het bestuur stelde daarbij vast dat de feitelijke ontwikkeling van het herstelplan vier jaar voorliep op de verwachting. Op grond hiervan is besloten de gemiste toeslagverlening per januari 2009 alsnog toe te kennen per januari 2010. Dit besluit is in bovenstaande tabel terug te vinden als kosten van de indexatie (samen met de kosten van de toeslagverlening voor dit verslagjaar). Deze evaluatie heeft niet geleid tot bijstelling van de oorspronkelijke uitgangspunten van het herstelplan. Op grond van de huidige situatie voorziet het herstelplan in herstel binnen de daarvoor geldende termijnen. 21

Uittreding Momentive Performance Materials Silicones BV In december 2009 is er uitspraak gedaan inzake de arbitragezaak tussen Momentive Performance Materials Silicones BV (Momentive) en Pensioenfonds SABIC-IP. De arbitrage had betrekking op de volgende onderwerpen: - de premieheffing in 2008; - de toeslagverlening voor actieve deelnemers in de pensioenregeling; - de toeslagverlening voor de inactieve deelnemers en de gepensioneerden; - de herstelpremie met betrekking tot het tekort c.q. de lage dekkingsgraad; - de renteverplichtingen. De arbitragecommissie heeft bepaald, dat Momentive over 2008 nog premie (inclusief rente) was verschuldigd. Naar aanleiding daarvan is de vordering uit hoofde van de premieafrekening over 2008 door Momentive betaald. De arbitragecommissie heeft verder bepaald dat de werknemers van Momentive per 1 januari 2009 geen deelnemer meer zijn, maar dat deze werknemers per die datum gewezen deelnemer zijn geworden. De bepalingen in de pensioenreglementen die op de gewezen deelnemers betrekking hebben, zijn dan ook vanaf die datum van toepassing. De vordering uit hoofde van de herstelpremie 2009 is volgens de arbitragecommissie niet verschuldigd door Momentive, omdat het vanaf 1 januari 2009 geen aangesloten onderneming meer was. De hierdoor gemiste herstelbijdrage is door het bestuur alsnog aan de werkgever (SABIC) in rekening gebracht en door de werkgever voldaan. Eind december 2009 zijn de premievrije polissen aan de betreffende werknemers verstrekt. Toeslagverlening Het bestuur besloot op 26 november 2009 dat, indien de dekkingsgraad van het fonds op 31 december 2009 nog steeds meer bedroeg dan 110% én de prijsinflatie kleiner of gelijk was aan 0,5%, de jaarlijkse voorwaardelijke toeslagverlening volledig zou worden toegekend. Het bestuur heeft in februari 2010 met terugwerkende kracht per 1 januari 2010 besloten de premievrije rechten van gewezen deelnemers en de ingegane uitkeringen te verhogen met 0,38% omdat aan genoemde voorwaarden werd voldaan. De toeslagverlening aan actieve deelnemers is onvoorwaardelijk en zal volgens de ontwikkeling van de CBS-CAO-lonen bij de werkgever worden aangepast. Per 1 januari 2010 is op de opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers een toeslag verleend van 2,2%. Inhaaltoeslagverlening Het bestuur had op 15 december 2008 besloten de ingegane pensioenen en de opgebouwde aanspraken van gewezen deelnemers per 1 januari 2009 niet aan te passen aan de consumentenprijsindex. Het bestuur had dit besluit genomen omdat de financiële positie van het fonds toeslagverlening niet toeliet. Dit besluit is in overeenstemming met de uitgangspunten van het pensioenreglement, zoals beschreven in paragraaf 6.3.3 Toeslagbeleid en de richtlijnen van DNB. Zoals bij de ontwikkeling van de dekkingsgraad reeds is toegelicht, heeft het bestuur besloten per 1 januari 2010 op de premievrije rechten van gewezen deelnemers en de ingegane 22

uitkeringen van de pensioengerechtigden een inhaaltoeslag toe te passen van 3,06%. Deze inhaaltoeslag houdt verband met het niet toekennen van een toeslag per 1 januari 2009. Gestegen levensverwachting Eind 2008 heeft het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) nieuwe sterftekansen gepubliceerd, samen met een herziene prognose tot en met 2050. Het fonds hanteert de prognosetafel 2005-2050 van het Actuarieel Genootschap. De nieuwe levensverwachtingen zijn volgens de prognosetafels van het CBS hoger dan de verwachtingen die zijn verwerkt in de prognosetafel 2005-2050 van het Actuarieel Genootschap. Concreet betekent dit dat er met een hogere toename van de levensverwachting rekening moet worden gehouden dan het fonds tot op heden heeft gedaan. De geconstateerde toename van de levensverwachting is voor het Actuarieel Genootschap aanleiding voor een aanpassing van de eerder gepubliceerde prognosetafel 2005-2050. Uiterlijk medio 2010 wordt de publicatie van een herziene AG-prognosetafel verwacht. Het bestuur is van mening dat de gestegen levensverwachting moet worden meegenomen in de waardering van de technische voorzieningen. De gevolgen van de recente informatie is op basis van fondsspecifieke kenmerken geschat op 3,5% van de technische voorziening. Het bestuur heeft besloten om de voorziening pensioenverplichtingen per 31 december 2009 hiermee te verhogen. Dit heeft geleid tot een verhoging van de voorziening met circa 19 miljoen, met als gevolg een daling van de dekkingsgraad met 3,9%-punt. Na de publicatie van de nieuwe AG-prognosetafels zullen de gevolgen van de gestegen levensverwachting door het bestuur worden bekeken in relatie tot het gehele stelsel van actuariële grondslagen. 6.3 Beleid en beleidskeuzes Het bestuur heeft beleid ontwikkeld op het gebied van financiering, beleggingen en toeslagen om de risico s en de financiële positie van het pensioenfonds te beheersen. Bij het maken van beleidskeuzes worden de belangen van alle belanghebbenden evenwichtig afgewogen. Het beleid moet worden uitgevoerd binnen de kaders van de pensioenregeling zoals die overeengekomen is met de werkgever en de werknemers. Dit wordt visueel toegelicht aan de hand van onderstaande figuur: 23

Deze paragraaf geeft een toelichting weer op het gevoerde beleid van het pensioenfonds en het risicobeheer. 6.3.1 Beleggingsbeleid Algemeen Het bestuur heeft een beleggingscommissie ingesteld. De taak van de beleggingscommissie is het adviseren ten aanzien van het strategisch beleid, het uitvoeren van het tactische beleid en het bewaken van de vermogensbeheerders. De taken zijn verder verbijzonderd in het Bestuursreglement dat door het bestuur in de loop van het jaar is ingesteld. Gedurende het verslagjaar bestond de beleggingscommissie uit Jurgen Stockbroekx, Frederik Grever, Jan Aerts, Sjoerd Hoogterp (tot 1 juli), Arthur Smit (vanaf 1 juni), Olaf Tant en Rick Lisapali. De beleggingscommissie heeft in 2009 onder andere advies gevraagd aan Strategeon, dat optreedt als externe beleggingsadviseur van het fonds, met name voor het berekenen van de openstaande risico s van het gevoerde beleid. De beleggingscommissie vergadert ten minste vier maal per jaar met de vermogensbeheerders. Tijdens deze bijeenkomsten dienen de vermogensbeheerders verantwoording af te leggen over het gevoerde beleggingsbeleid en aan te geven wat de beleidsplannen voor de toekomst zijn. Daarnaast komt de beleggingscommissie minimaal iedere maand één keer bij elkaar, waarbij onder andere de (te verwachten) ontwikkelingen op de financiële markten, de asset allocatie en uitvoering van het beleid worden besproken. 24

In 2009 is verder gewerkt aan het ingezette beleid van 2008. Het mandaat vastrentende waarden van GEAM werd gesplitst, de helft bleef bij GEAM en de andere helft werd ondergebracht bij BlackRock. Dit is ter voorbereiding op mogelijke afdekking van het renterisico van het fonds. Renteafdekking kan namelijk plaats vinden door het aangaan van contracten met derden in de vorm van derivaten. Daarbij vindt te eniger tijd verrekening van wederzijdse verplichtingen plaats. De tegenpartij van dergelijke contracten wenst zekerheid dat het fonds in staat zal zijn aan zijn verplichtingen te voldoen. Die zekerheid kan worden verschaft door effecten in onderpand te geven. Dat veronderstelt dat er beleggingsmandaten zijn die aan bepaalde eisen voldoen. GEAM was niet in staat hieraan te voldoen, BlackRock wel. De beleggingscommissie maakt gebruik van de diensten van The WM-Company, die de resultaten van de beleggingen vergelijkt met de strategische benchmarks die door het bestuur van het pensioenfonds op advies van de beleggingscommissie en na overleg met de portefeuillebeheerder(s) zijn vastgesteld. Ook worden de beleggingsresultaten eens per jaar vergeleken met het zogeheten WM-universum. Het WM-universum bestond voor 2009 uit 104 fondsen die gemiddeld een rendement behaalden van 14,6%, zodat ons fonds (met een totaal rendement van 12,4%) iets onder het gemiddelde van het universum is blijven steken. De vermogensbeheerders hebben ieder een duidelijk beleggingsmandaat dat is afgeleid van het algemeen mandaat en dat aangeeft binnen welke grenzen per categorie mag worden belegd. Dit beleggingsmandaat is in de loop van 2009 opgesteld door de beleggingscommissie in overleg met de vermogensbeheerder(s) en begin 2010 ter goedkeuring voorgelegd aan het bestuur. Het beleggingsmandaat geeft de zogeheten benchmarks aan waartegen de vermogensbeheerder(s) worden gemeten en legt de vermogensbeheerders restricties op die erop gericht zijn de risico s verbonden aan de beleggingen binnen aanvaardbare grenzen te houden. Beheer van de beleggingen Het beleggingsbeleid is erop gericht om een zo hoog mogelijk rendement te behalen waarbij de beleggingsrisico s beheersbaar dienen te zijn. In de loop van het jaar zijn de liquide middelen die waren geaccumuleerd als gevolg van het besluit eind 2008 voorlopig geen nieuwe beleggingen te doen, grotendeels weer belegd. Dit betrof allemaal beleggingen in zakelijke waarden, aangezien die beneden haar strategisch niveau waren gezakt als gevolg van de financiële crisis. Zoals boven reeds is vermeld is het algemene mandaat bijgesteld. Thans luidt die als volgt: - Zakelijke waarden maken voor 45% deel uit van het totaal te beleggen vermogen, met een minimum van 38% en een maximum van 51%. Er zijn subcategorieën vastgesteld met bijbehorende bandbreedtes. - Vastrentende waarden maken voor 45% deel uit van het totaal te beleggen vermogen, met een minimum van 40% en een maximum van 50% - Indirect vastgoed maakt voor 5% deel uit van het totaal te beleggen vermogen, met een minimum van 3% en een maximum van 7% - International Private Equity maakt voor 5% deel uit van het totaal te beleggen vermogen, met een minimum van 3% en een maximum van 6%. - Liquiditeiten mogen tot maximaal 2% van het totaal te beleggen vermogen uitmaken. 25

- Afwijkingen van deze grenzen behoeven goedkeuring van het bestuur, onder opgave van de redenen waarom de afwijking is ontstaan en de termijn waarbinnen de afwijking hersteld kan zijn. De subcategorieën binnen de portefeuille zakelijk waarden zijn: - Global equities (doel 27,5%, minimum 25%, maximum 30%) - Euro equities (doel 12,5%, minimum 10%, maximum 14%) - Emerging markets equities (doel 3%, minimum 2%, maximum 4%) - China equities (doel 2%, minimum 1%, maximum 3%) - Er geldt een randvoorwaarde dat minimaal 65% van deze beleggingen in euro moet plaatsvinden. De beleggingen in zakelijke waarden vinden plaats via beleggingspools bij GEAM, in de vorm van Common Contractual Fund (CCF) en Variable Capital Company (VCC) fondsen in Ierland. De VCC is een Ierse juridische entiteit, die aandelen uitgeeft en wordt bestuurd door een raad van bestuur. De CCF is een transparante entiteit, die stukken uitgeeft en wordt bestuurd door een management onderneming. In oktober zijn de CCF fondsen omgezet in VCC fondsen wegens fiscale redenen. Op hetzelfde moment is GEAM van custodian gewijzigd van Northern Trust naar State Street Corporation. De beleggingen in vastrentende waarden waren volledig ondergebracht bij een beleggingsfonds van GEAM in Ierland. In december is daarvan de helft afgesplitst en ondergebracht bij BlackRock. Tezelfdertijd heeft het pensioenfonds State Street Corporation aangesteld als custodian. De beleggingen in onroerend goed zijn ondergebracht in een Fonds voor Gemene Rekening, TREF genaamd, dat beheerd wordt door TKP Investments. De beleggingen in International Private Equities zijn ondergebracht in een beleggingsfonds dat beheerd wordt door GEAM. De beleggingen voor eigen rekening van de deelnemers (Geflex en Gesave) zijn ondergebracht bij Delta Lloyd Bank. Gelet op de aanhoudende onzekerheden in de financiële wereld heeft het bestuur in maart 2008 het security lending programma tijdelijk stopgezet. Het betrof hier het uitlenen van effecten. Deze opschorting is nog steeds van kracht. Verdere ontwikkelingen Gezien de ontwikkeling t.o.v. de verwachtingen in het herstelplan en de voortgaande onzekerheid op de financiële markten heeft de beleggingscommissie een aantal voorstellen gedaan aan het bestuur die deze ook heeft geaccordeerd als maatregelen te treffen in 2010: - het doen van een nieuwe ALM-studie met aansluitend risicobudget en Continuïteitsanalyse; - het formuleren van een nieuw strategisch beleid volgend op de conclusies van deze studie; - het aantrekken van externe deskundigen ter versterking van de beleggingscommissie. 26