Woning en woonomgeving

Vergelijkbare documenten
1 Algemene Gezondheid

Leeswijzer Voorbeeld: Kerncijfers ervaren gezondheid, 65 jaar en ouder (%)

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010

GO Jeugd 2008 Seksualiteit

Opvoedingsproblemen. leeftijd ouders leeftijd ouders leeftijd ouders middelbaar onderwijs. hoger onderw ijs.

Gezondheid in Friesland

Lichamelijke activiteit

Figuur 1. Redenen van jongeren om zich thuis of in de woonomgeving bang of angstig te voelen (GGD Fryslân GO Jeugd 2004).

Tabellenboek. GO Jeugd 2012

Gezondheid in Friesland

Lichamelijke gezondheid

letsel, blessure of vergiftiging middelbaar onderwijs 75 jaar en ouder lager onderwijs hoger onderwijs

2 Lichamelijke Gezondheid

Broodmaaltijd. 0-3 dagen per week. 4-5 dagen per week. 6-7 dagen per week. kinderen Groep 7 schooljaar jongeren GO Jeugd 2004

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag.

GO Jeugd 2008 Alcohol

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010

Kengetallen gemeenten Friesland

GO Jeugd 2008 Mishandeling

Bevolking: gemeentelijke indeling in regio s. Regio s

Psychosociale gezondheid en gedrag

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

Gezondheid in Friesland

Figuur 1. Jongeren in Friesland en Nederland, die voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (GGD Fryslân GO Jeugd 2004; CBS, 2003) 1.

Register van gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr)

Lichamelijke gezondheid

Er zijn geen noemenswaardige verschillen tussen het voorkomen van risicosituaties tussen jongens en meisjes.

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010

Ervaren hinder omwonenden Rotterdam The Hague Airport

N O O R W E G E N. Oslo DENEMARKEN. Kopenhagen L I T O U W E N K O N I N G K R IJ K. Berlijn. LUXEMBURG Luxemburg Praag. Wenen O O S T E N R IJ K

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling

CIJFERS WOON EN LEEFOMGEVING NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

Ontwikkeling banen in %

Belevingsonderzoek % Reusel-De Mierden

Bevolking: gemeentelijke indeling in regio's

Rapportage quick scan Friese taal 2007 Provincie Fryslân

Demografische gegevens

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt

Leefstijl. 1. Genotmiddelengebruik

Milieu en woonomgeving

fluchskrift

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

Grote banen: banen van 15 uur of meer Kleine banen: banen van minder dan 15 uur Peildatum: 1 april. Ontwikkeling werkgelegenheid in % 1,5

GEOGRAFISCHE CIJFERS WOON EN LEEFOMGEVING 19+

jongens meisjes 18 jaar of ouder

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Cijfers gezondheidssituatie gemeente Leeuwarderadeel

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

N O O R W E G E N DENEMARKEN L I T O U W E N K O N I N G K R IJ K O O S T E N R IJ K

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Friesland

Regionale maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Friesland

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Friesland

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Friesland

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Notitie. 1. Inleiding. 2. Analyse huurvariant. 2.1 Uitgangspunten huurvariant. Concept 0.3. Addendum Rapportage Vastgoed VRF

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving

4.3 Veiligheidsbeleving

Rapport resultaten enquête fietsgebruik in Fryslân. december 2005

Participatie en gezondheid. Resultaten uit de Gezondheidsenquête 2016

Depressie in Zeeland

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Gezondheid en leefomgeving in Katwijk

Vitaliteit. Samen. Lokaal. Integraal. Versterken. Verbinden Vitale regio Fryslân. Bestuurscommissie. 8 december 2016

Hoe veilig is Leiden?

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

26% 36% 31% (helemaal) mee eens niet mee eens en niet mee oneens (helemaal) mee oneens

Milieubelevingsonderzoek gemeente Moerdijk 2009 BIJLAGEN

Ik heb op 2 juni 2016 een verzoek op grond van artikel 41b van de Woningwet ontvangen namens 24 gemeenten, te weten

Milieu en leefomgeving

Leefomgeving en gezondheid. Resultaten uit de Gezondheidsenquête 2016

Resultaten Volwassenen- en Ouderenmonitor Helmond

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Energieverbruik en -opwek Bestuurlijke regio s provincie Fryslân

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Procesevaluatie Fries Jeugd en Alcoholbeleid

Gezondheid en welzijn van 19-plussers in Zoetermeer. Gezondheidsenquête 2016

VOORNAAMSTE RESULTATEN Inleiding Korte toelichting significantie 2

Resultaten Volwassenen- en Ouderenmonitor Valkenswaard

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Tussenevaluatie. Fries Jeugd en Alcoholbeleid

Waar staat je gemeente. Gemeente Enschede

Sociale samenhang in Groningen

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

Perceelbeschrijving 4 Crisishulp en opvang

Leefbaarheid en bevolkingskrimp: Groningers waarderen leefbaarheid positief, al zien ze wel achteruitgang

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Friesland, april 2016

Alleen als het echt niet anders kan

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Kernboodschappen Gezondheid Wierden

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Rapportage 1 e half jaar 2013

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

Resultaten Volwassenen- en Ouderenmonitor Heeze-Leende

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Thema s Omdat de resultaten en cijfers op wijkniveau erg uiteenlopen in onderwerp, is ervoor gekozen om deze onder te verdelen in 9 thema s:

Memo Houtrook GGD Fryslân, team Medische Milieukunde. Auteur: Tim Nonner

drenthe rapportage september 2016 leefbaarheid

Transcriptie:

Woning en woonomgeving Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010 Deze deelrapportage beschrijft de manier waarop de Friese bevolking van 19 jaar en ouder haar woning, het leefklimaat, de veiligheid en het woonmilieu in de woonbuurt beoordeelt. Ook wordt het ventilatiegedrag in de woning van de mensen beschreven en de waardering van het groen in de buurt. De resultaten komen uit de gezondheidsenquête 2010 onder volwassenen van 19 jaar en ouder 1. Woonomgeving kan invloed hebben op de gezondheid van de bevolking. De bijdrage van milieufactoren aan ziektelast bedraagt circa 2 tot 5%. De laatste jaren wordt steeds meer bekend over de positieve bijdrage van de omgeving aan gezondheid. Daarbij gaat het niet alleen om de inrichting van de leefomgeving, maar ook om de sociale omgeving. De woning Door middel van het geven van een rapportcijfer 2 is de Friese bevolking van 19 jaar en ouder gevraagd naar de beoordeling van de eigen woning. Friezen beoordelen hun eigen woning gemiddeld met een 8. Van de inwoners van Fryslân beoordeelt 4% de eigen woning met een onvoldoende. Vooral allochtonen zijn ontevreden over de woning; 15% van de niet-westerse allochtonen en 9% van de westerse allochtonen geeft hun eigen woning een onvoldoende in vergelijking met 4% van de autochtonen. Verder waarderen arbeidsongeschikten/werklozen (13%), gescheiden mensen (9%), 1 Uitgebreide informatie over het onderzoek is te vinden op www.ikpgezondheid.nl. 2 (1 t/m 10, 1 = zeer ontevreden en 10 = zeer tevreden) 1

ongehuwde mensen (8%) en mensen in de leeftijdsgroep 19-34 jaar (7%) hun woning relatief vaker met een onvoldoende vergeleken met de andere groepen. Zie ook tabel 1 in de bijlage. Vier procent van de Friezen van 19 jaar en ouder geeft hun eigen woning een onvoldoende. Onder niet-westerse allochtonen en arbeidsongeschikten/werklozen is het percentage onvoldoendes het hoogst (respectievelijk 13% en 15%). Ouderen willen in toenemende mate zelfstandig blijven wonen. Er zijn verschillende woonvormen waarbij ouderen zelfstandig kunnen wonen, maar tevens gebruik kunnen maken van een aantal basisvoorzieningen. In Fryslân woont 9% van de 65-plussers in een woonvorm voor ouderen (7% in een seniorenwoning en 2% in een andere woonvorm zoals een serviceflat, een aanleunwoning of een woon-zorgcombinatie) 3. Meer vrouwen (11%) dan mannen (6%) wonen in een woonvorm voor ouderen. Ook neemt dit percentage toe met de leeftijd (14% van de 75-plussers tegenover 5% van de groep 65-74-jarigen). Daarnaast wonen relatief meer laagopgeleiden en alleenstaanden (vooral gescheiden mensen) in een woonvorm voor ouderen. Zie ook tabel 1 in de bijlage. Van de 65-plussers woont in totaal 9% in een woonvorm voor ouderen. Onder de groep 75- plussers is dit 14%. Ventilatie Voor de luchtkwaliteit binnenshuis is ventilatie belangrijk. Allerlei stoffen die in het binnenmilieu vrijkomen, zoals vocht bij koken en wassen, tabaksrook 4 en vluchtige stoffen uit meubels, kunnen zich bij onvoldoende ventilatie ophopen 5. Ongezonde binnenlucht kan tal van lichamelijke klachten veroorzaken zoals hoofdpijn, keelpijn, allergieën en klachten van de ademhaling (zoals astma). Ongezonde binnenlucht in scholen kan ervoor zorgen dat de concentratie van leerlingen afneemt en dat er 10% meer fouten worden gemaakt. Voor optimale ventilatie wordt aanbevolen om 24 uur per dag een continue luchtstroom in de ruimte te hebben. Dit kan worden bereikt door ventilatieroosters open te zetten of ramen op een kier (bij voorkeur tegenover elkaar). In de gezondheidsenquête is gevraagd welk ventilatiesysteem in de woning aanwezig is en hoe lang men bepaalde vertrekken in de winter ventileert. In Fryslân heeft 66% van de woningen natuurlijke ventilatie; 53% heeft uitsluitend natuurlijke ventilatie en 13% heeft natuurlijke ventilatie met een ventilator in het raam of in de muur. De overige 34% van de woningen heeft een vorm van mechanische ventilatie. Uit figuur 1 blijkt dat in een groot deel van de huizen niet voldoende wordt geventileerd 6. Dit geldt voor alle bevraagde ruimtes: woonkamer (58%), badkamer (54%), keuken 3 De gezondheidsenquête is uitgezet onder zelfstandigwonenden; personen woonachtig in een inrichting of verpleeghuis zijn niet in het onderzoek betrokken. 4 Voor de resultaten van roken binnenshuis wordt verwezen naar de deelrapportage genotmiddelen op www.ikpgezondheid.nl 5 Jongeneel WP, Hertog FRJ den (RIVM). Binnenmilieu samengevat. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 2010 6 De ventilatienorm is per ruimte verschillend berekend en er is rekening gehouden met het aanwezige ventilatiesysteem in de woning. 2

(47%) en slaapkamer (33%). Afhankelijk van het ventilatiemechanisme is er sprake van onvoldoende ventileren bij minder dan één uur per etmaal (mechanische ventilatie) of minder dan acht uur per etmaal (overige ventilatie). Ruim de helft van de Friezen ventileert één of meerdere vertrekken in de woning onvoldoende. 70 60 50 40 30 20 10 0 woonkamer slaapkamer badkamer keuken Figuur 1: Percentage Friezen van 19 jaar en ouder dat het vertrek onvoldoende ventileert Waardering woning in Fryslân in 2010 ten opzichte van 2005 Ook in 2005 gaven de Friezen een 8 als gemiddeld rapportcijfer voor hun woning en gaf 4% een onvoldoende. De waardering van woning in 2010 is gelijk aan 2005. Gemeentelijke cijfers In de tabellen 2 en 3 van de bijlage staat per gemeente het percentage Friezen dat de woning een onvoldoende geeft en het percentage 65-plussers dat in een ouderenwoning woont weergegeven. Woonomgeving Friezen waarderen hun woonomgeving gemiddeld met een 8 (op een schaal van 1 tot 10). Van de Friezen van 19 jaar en ouder beoordeelt 6% zijn/haar woonomgeving als onvoldoende. Vooral gescheiden mensen zijn ontevreden over de woonomgeving; 13% geeft hun woonomgeving een onvoldoende. Verder geven relatief meer niet-westerse allochtonen (11%), westerse allochtonen (10%), arbeidsongeschikten/werklozen (10%), ongehuwde mensen (9%) en mensen in de leeftijdsgroep 19-34 jaar (9%) de woonomgeving een onvoldoende vergeleken met de andere groepen. Zie ook tabel 1 in de bijlage. 3

Zes procent van de Friezen van 19 jaar en ouder geeft hun woonomgeving een onvoldoende. Onder gescheiden mensen, allochtonen, arbeidsongeschikten/werklozen, ongehuwden en 19 t/m 34-jarigen is dit percentage relatief hoger en varieert het van 9% tot 13%. Ruim één op de tien inwoners (12%) van 19 jaar en ouder is van mening dat de buurt het afgelopen jaar achteruit is gegaan, 13% vindt dat de buurt vooruit is gegaan en 75% geeft aan dat de buurt gelijk is gebleven. Ruim één op de tien Friezen vindt dat de buurt het afgelopen jaar achteruit is gegaan. Eveneens ruim één op de tien vindt dat de buurt erop vooruit is gegaan. Groen In de gezondheidsenquête is voor het eerst ook een vraag opgenomen over groen in de buurt. Voor het dagelijks gebruik van groen (spelen, luieren en sporten) zijn openbare groengebieden dicht bij de woning belangrijk. Uit onderzoek blijkt dat in gebieden met weinig groen (10% groen) de kans dat iemand zich ongezond voelt, anderhalf zo groot is als in heel groene gebieden (90% groen) 7. In de gezondheidsenquête is een aantal stellingen opgenomen over het groen in de buurt. De antwoorden hierop staan weergegeven in figuur 2. Hieruit blijkt dat 90% van de Friezen aangeeft dat het groen op loopafstand is en dat evenzoveel mensen dit groen voldoende vinden. De minderheid is het eens met de stelling dat het groen een ontmoetingsplaats is voor mensen uit de buurt; 30% is hierover neutraal en 30% is het oneens met de stelling. is het groen een ontmoetingsplaats voor mensen uit de buurt kan ik goed recreëren in het groen In mijn buurt... kan ik goed tot rust komen in het groen is het groen op loopafstand is voldoende groen 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100 % mee eens neutraal mee oneens Figuur 2: Beantwoording stellingen met betrekking tot groen in de buurt 7 J. Maas., G. Vitamin: Green environments- Healthy environments PhD thesis, University of Utrecht, 2009 4

Verder is gevraagd naar de tevredenheid over het groen in de buurt door middel van het geven van een rapportcijfer. In Fryslân geeft 7% van de inwoners het groen in de buurt een onvoldoende, het gemiddelde rapportcijfer is een 8. Een onvoldoende voor het groen in de buurt wordt vaker gegeven door arbeidsongeschikten en werklozen (13%), 19-34-jarigen en gescheiden mensen (beide 11%) en ongehuwde mensen (10%). Zie ook tabel 1 in de bijlage. Van de Friezen van 19 jaar en ouder geeft 7% het groen in de buurt een onvoldoende. Onder arbeidsongeschikten/werklozen, 19 t/m 34 jarigen en alleenstaanden is dit hoger. Waardering woonomgeving in Fryslân in 2010 ten opzichte van 2005 Ook in 2005 waardeerde de Fries van 19 jaar en ouder de woonomgeving met een 8 en vond ruim één op de tien de buurt erop vooruit of achteruit gegaan. In 2005 gaf 7% een onvoldoende voor de woonomgeving. De waardering van de woonomgeving in 2010 is nauwelijks veranderd. Woning en woonomgeving in Fryslân in vergelijking met Nederland Er is geen landelijk onderzoek beschikbaar waar op dezelfde manier naar de woning en woonomgeving is gevraagd. Wel is voor een aantal onderwerpen andere landelijke gegevens beschikbaar. Zo is in het WoonOnderzoek gevraagd naar de algemene tevredenheid met de woning en woonomgeving. Circa 3% van alle bewoners blijkt (zeer) ontevreden over de woning. Het percentage dat (zeer) ontevreden is over de woonomgeving ligt rond de 6% 8. In Fryslân geeft 5% van de inwoners de woning een onvoldoende en geeft 6% de woonomgeving een onvoldoende. De waardering van de woning lijkt in Fryslân lager dan landelijk. Landelijke cijfers zijn niet goed vergelijkbaar met de resultaten uit dit onderzoek. Gemeentelijke cijfers In tabel 2 en 3 van de bijlage staat de beoordeling van de woonomgeving en het groen in de buurt per gemeente weergegeven. Sociale veiligheid Onveiligheid of het gevoel hebben dat het onveilig is in de buurt, kan ervoor zorgen dat mensen worden belemmerd in hun sociale bezigheden. Sociale veiligheid 9 wordt wel omschreven als de bescherming of het zich beschermd voelen tegen gevaar dat veroorzaakt wordt door of dreigt van de kant van menselijk handelen in de openbare ruimte. Sociale veiligheid is een belangrijke factor die invloed heeft op de gezondheid van een mens 10 11. Burgers die zich minder gezond voelen, ervaren 8 CBS. Het wonen overwogen, Resultaten van het WoonOnderzoek Nederland 2009. Voorburg, CBS, 2010 9 A. Duenk, J. van der Klauw. Vast en zeker GGD, Notitie sociale veiligheid en kwetsbare groepen, Handvatten voor GGD en. Juli 2011 10 www.gezondheidsatlas.nl 5

meer sociale onveiligheid. Andersom geven mensen die zich gezond voelen aan dat ze een grotere sociale veiligheid ervaren. Mensen die zich sociaal onveilig voelen gaan minder de straat op. Ze krijgen dan minder beweging, wat leidt tot een verminderde conditie en een grotere kans op allerlei andere gezondheidsklachten zoals overgewicht 12. Daarnaast kan het leiden tot eenzaamheid. Eenzaamheid is, op zijn beurt, weer een risicofactor voor het krijgen van een depressie. Van de volwassenen in Fryslân voelt 5% zich overdag wel eens onveilig en 14% voelt zich s avonds/ s nachts wel eens onveilig 13. Vooral niet-westerse allochtonen en arbeidsongeschikten/werklozen voelen zich zowel overdag als s avonds/ s nachts vaker onveilig dan de overige groepen. Vrouwen geven aan zich s avonds of s nachts wel eens onveilig te voelen (20%). Verder voelen inwoners tussen de 19 en 34 jaar en ongehuwden zich zowel overdag als s avonds vaker dan gemiddeld onveilig. Zie ook tabel 1 in de bijlage. Van de volwassenen in Fryslân voelt 5% zich overdag wel eens onveilig en 14% voelt zich s avonds/ s nachts wel eens onveilig. Vooral niet-westerse allochtonen, arbeidsongeschikten/werklozen en vrouwen ( s avonds), voelen zich vaker dan gemiddeld onveilig. 30 20 10 0 Fryslân mannen vrouwen 19-64 jaar 65 jaar en ouder 19-34 jaar 35-49 jaar 50-64 jaar 65-74 jaar 75 jaar en ouder lager onderwijs middelbaar onderwijs hoger onderwijs totaal geslacht volwassenen en ouderen leeftijd opleiding overdag s avonds/'s nachts Figuur 3: Percentage inwoners dat zich overdag of s avonds/ s nachts wel eens onveilig voelt 11 www.regionaalkompas.nl 12 Uit Deelrapport VTV 2010; Duncan et al., 2009 13 Gebaseerd op de antwoorden ja, vaak en ja, soms. 6

Sociale veiligheid in Fryslân in 2010 ten opzichte van 2005 In 2005 voelde 5% zich overdag weleens onveilig. Dit komt overeen met het percentage in 2010. s Nachts voelde 17% zich in 2005 wel eens onveilig. Dit is iets hoger dan in 2010 (niet getoetst op significantie). Het percentage Friezen dat zich overdag wel eens onveilig voelt is in 2010 gelijk aan 2005. Het percentage dat zich s nachts wel eens onveilig voelt lijkt in 2010 iets te zijn afgenomen. Sociale veiligheid in Fryslân in vergelijking met Nederland In de landelijke Integrale Veiligheidsmonitor IVM is de respondenten een aantal vragen voorgelegd over door hen ervaren onveiligheidsgevoelens in het algemeen. Eerst is gevraagd of men zich wel eens onveilig voelt. Zo ja, dan is vervolgens gevraagd of men zich vaak, soms of zelden onveilig voelt. Volgens de IVM 2010 voelt een kwart van de bevolking (26%) van 15 jaar en ouder zich wel eens onveilig en voelt 2% van hen zich vaak onveilig 14. Dit is hoger dan het Friese percentage. Vergeleken met het landelijke cijfer lijken Friezen zich relatief iets minder onveilig te voelen. Geluidhinder en geurhinder Blootstelling aan (ongewenst) geluid kan uiteenlopende effecten op de gezondheid hebben. Hinder door geluid of geur kan leiden tot een toename van de psychologische stress met mogelijk gezondheidsklachten tot gevolg. Geluid kan daarnaast leiden tot slaapverstoring, toename van harten vaatziekten en verminderde leerprestaties van kinderen 15. Geur dringt vanuit diverse bronnen onze leefomgeving binnen. Overmatige belasting met geuren wordt vaak omschreven als stank en kan leiden tot hinder. Geurhinder is een belangrijke hinderfactor in de leefomgeving. De vragen over geur en geluidshinder zijn opgenomen in de enquête voor 19 t/m 64 jarigen en gefinancierd door Provincie Fryslân. Geluid- of geurhinder is bepaald door een score van 0-10 voor de mate waarin mensen overlast ervaren. Bij een score van 8 of hoger wordt gesproken over ernstige hinder. Het percentage Friezen tussen de 19-64 jaar dat ernstig gehinderd wordt door geluid is in figuur 4 per geluidsbron weergegeven. 14 CBS, statline, veiligheid en recht, onveiligheid, 2010 15 Kempen EEMM van (RIVM). Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen van geluid? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM 7

Geluidhinder verkeer > 50 km/uur verkeer < 50 km/uur treinen straaljagers andere vliegtuigen bedrijven/industrie buren bromfietsen/scooters recreatie en/of sportactiviteiten windtrubines/windmolens overig 0 1 2 3 4 5 % ernstig gehinderd Figuur 4: Percentage Friezen tussen de 19-64 jaar dat ernstig gehinderd wordt door geluid, per geluidsbron In een GES (Gezondheideffectscreening Stad & Milieu) leidt 2% of meer ernstige geluidhinder tot een negatieve score voor de kwaliteit van de woonomgeving. Voor de Friese bevolking geldt dit hinderpercentage voor de bronnen: buren (5%), straaljagers (4%), verkeer op wegen < 50km/uur (4%) en bromfietsen/scooters (4%). Van de Friezen van 19 t/m 64 geeft 14% aan door minstens één van de gevraagde bronnen ernstige geluidhinder te ervaren. Vooral ongehuwde mensen, arbeidsongeschikten, werklozen en niet-westerse allochtonen zijn relatief vaker ernstig gehinderd door geluid. Mensen met een middelbare opleiding daarentegen minder. Zie ook tabel 4 in de bijlage. In een GES (Gezondheideffectscreening Stad & Milieu) leidt enig hinderpercentage voor geur tot een negatieve score voor de kwaliteit van de woonomgeving. De meest gerapporteerde bron van geurhinder is houtkachel / allesbrander (3% wordt hier ernstig door gehinderd). Ook wegverkeer, industrie en landbouwactiviteiten dragen bij aan ernstige geurhinder. Zie ook figuur 5. Van de Friezen van 19 t/m 64 jaar geeft 5% aan door minstens één van de gevraagde bronnen ernstige geurhinder te ervaren. Vooral arbeidsongeschikten en werklozen zijn relatief vaker gehinderd. Zie ook tabel 4 in de bijlage. Inwoners van Fryslân worden vooral ernstig gehinderd door het geluid van buren, straaljagers, bromfietsen/scooters en verkeer op wegen met een snelheidslimiet van minder dan 50 km per uur. De belangrijkste bron van ernstige geurhinder is openhaard/allesbrander in de buurt. 8

Geurhinder wegverkeer bedrijven/industrie landbouw en veeteeltactiviteiten open haard/allesbrander in de buurt overig 0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 % ernstig gehinderd Figuur 5: Percentage Friezen tussen de 19-64 jaar dat ernstig gehinderd wordt door geur, per bron Gemeentelijke cijfers In tabel 5 van de bijlage staat het percentage 19-64 jarigen dat ernstige geluidhinder en geurhinder ervaart per gemeente weergegeven. 9

Aandachtspunten voor beleid Belangrijkste opgave voor gemeenten Sociale veiligheid Sociale veiligheid is een maatschappelijk thema. Vrijwel iedere burger heeft met het thema veiligheid of zich veilig voelen in de openbare ruimte te maken. De oplossing voor het vergroten van de sociale veiligheid is niet door één partij aan te dragen, maar vraagt om samenwerking van diverse partijen en inzet op verschillende beleidsterreinen. Niet alleen de inzet van partijen in zorg en welzijn, maar ook partijen die invulling geven aan de fysieke ruimte, zoals de afdeling ruimtelijke ordening binnen een gemeente. De gemeente kan door aanpassingen in de fysieke ruimte (verlichting) en door interventies als maatjesprojecten het gevoel van sociale veiligheid vergroten. Een aantrekkelijke fysieke woonomgeving zorgt voor een beter veiligheidsgevoel bij zijn bewoners. In het verlengde hiervan ligt de verkeersveiligheid. Sociale veiligheid wordt verhoogd door een fysieke omgeving waarin mensen veilig over straat kunnen en door bijvoorbeeld fietstunnels die niet voor onveilige gevoelens zorgen. De combinatie van aandacht voor de mens en zijn fysieke omgeving draagt bij aan de oplossing van dit thema. Er ligt een wijziging van de Gemeentewet in de Tweede Kamer in verband met de versteviging van de regierol van de gemeente ten aanzien van het lokale veiligheidsbeleid. Gemeenten worden door deze wetswijziging verplicht een lokaal veiligheidsplan op te stellen, waarin de aanpak van lokale veiligheidsvraagstukken wordt vastgelegd. Naast sociale veiligheidsvraagstukken, kan het plan ook fysieke veiligheidsthema s bevatten. Waaronder de beheersing van fysieke risico s en de rampenbestrijding en crisisbeheersing. De veiligheidsregio Fryslân kan de gemeenten adviseren en ondersteunen bij het vormgeven van hun veiligheidsplan. De relatie van sociale veiligheid en gezondheid kan in de volgende gezondheidsenquête van 2012 nader uitgewerkt worden. Ventilatie Een ongezond klimaat in een woning kan leiden tot allerlei gezondheidsklachten. Goede ventilatie is daarom erg belangrijk. Er valt echter nog veel te winnen als het gaat om juiste ventilatie van woningen en gebouwen. Belangrijk is dat adequate ventilatievoorziening in woningen bevorderd wordt. Naast het verzorgen van de technische oplossing moet daarbij ook aandacht worden besteed aan het vergroten van de kennis bij de burger van het gebruik van de ventilatievoorzieningen. Veel huizen worden tegenwoordig bijvoorbeeld opgeleverd met mechanische ventilatiesystemen. Het is belangrijk dat bewoners weten hoe ze deze systemen optimaal kunnen gebruiken. Optimale ventilatie vraagt ook om het creëren van empowerment en een gedragsverandering bij de burgers. Bewustwording van het belang van goede ventilatie is daarvoor een begin. In samenwerking met woningbouwverenigingen kan GGD Fryslân een programma opstellen voor voorzieningen en burgergedrag, zoals voorlichting t.a.v. ventilatiegedrag. Dit kan bijvoorbeeld ook op scholen. 10

Geluid De kwaliteit van de woonomgeving wordt voor burgers mede bepaald door het al dan niet ervaren van (ernstige) geluidhinder. Ook kan de blootstelling aan ongewenst geluid effect hebben op de gezondheid. Om geluidhinder te verminderen is er een aantal punten aan te wijzen dat hier een bijdrage aan kan leveren. Ten eerste is het van belang te kijken naar het beleid t.a.v. geluid op 50-km-wegen. Hierbij kan gedacht worden aan het verbeteren van de verkeersstroom, scooter controles en het aanpassen van het wegdek. Een andere manier om geluidhinder tegen te gaan, is door de isolatie van woningen te verbeteren. Daarnaast kan ook vanuit het oogpunt van ruimtelijke ordening de geluidhinder in woningen worden teruggebracht. Bijvoorbeeld door niet tuin tegen tuin te bouwen. Het laatste punt dat kan zorgen voor minder geluidhinder is door te sturen op sociaal gedrag in de wijk. Geur Enige hinder van geur kan al leiden tot een negatieve waardering als het gaat om kwaliteit van de woonomgeving. Het verminderen van geurhinder door openhaard/allesbrander kan door meer te sturen op correct stookgedrag. Ook objectivering van de luchtkwaliteit kan zorgen dat er minder geurhinden wordt ervaren. Een andere oorzaak van geurhinder is de landbouw. Hier kan de overlast door geur worden teruggebracht door ruimtelijk- en milieubeleid t.a.v. intensieve veeteelt meer te richten op de beperking van geurhinder. Zowel voor geluid- als voor geurhinder geldt dat de GGD een actieve rol kan spelen bij de advisering bij gemeentelijk beleid, maar bijvoorbeeld ook bij de advisering wanneer het gaat om het uitrollen van voorlichting t.a.v. gedrag in de buurt. Daarnaast kan er onderzoek worden verricht naar de objectivering van luchtkwaliteit door kachels. 11

Bijlage Een waargenomen verschil zoals dat in de tabellen is af te lezen, betekent niet automatisch een werkelijk verschil. Er is naar alle waarschijnlijkheid sprake van een werkelijk verschil, als het verschil op statistische gronden wordt hard gemaakt. Er wordt dan gesproken van een significant verschil Cijfers weergegeven in blauw wil zeggen een significant positief verschil en in rood een significant negatief verschil. De waargenomen verschillen, die niet statistisch aangetoond zijn berusten naar alle waarschijnlijkheid op toeval. 12

Tabel 1: Woning en woonomgeving Woning Woont in Woonomgeving Groen in Onveilig Onveilig onvoldoende ouderenwoning % onvoldoende de buurt onvoldoende overdag s avonds/ s n nachts Fryslân 6156 4 9 6 7 5 14 Geslacht mannen 19+ 2702 4 6 5 7 4 8 vrouwen 19+ 3454 4 11 6 7 5 20 Volwassenen & ouderen 19-64 jaar 3715 4 6 7 5 14 65 jaar en ouder 2441 3 9 5 6 4 12 Leeftijd 19-34 806 7 9 11 6 19 35-49 1201 4 5 6 5 13 50-64 1708 3 5 6 4 12 65-74 1409 3 5 4 5 4 12 75 jaar en ouder 1032 3 14 6 8 4 13 Opleiding lager onderwijs 3028 4 11 6 8 6 15 middelbaar onderwijs 1796 4 6 6 8 4 13 hoger onderwijs 1266 4 3 5 5 3 13 Burgerlijke staat 17 gehuwd/samenwonend 4495 3 5 4 6 4 12 ongehuwd 662 8 15 9 10 8 20 gescheiden 347 9 19 13 11 8 20 weduwe/weduwnaar 594 3 17 7 8 4 15 Arbeidssituatie 18 arbeidsongeschikten/werkloos 282 13 10 13 15 22 niet arbeidsonges./werkloos 3405 4 6 7 4 14 Herkomst autochtonen 5807 4 9 5 7 5 14 allochtonen (niet-westers) 108 15 12 11 7 13 24 allochtonen (westers) 230 9 9 10 10 4 19 16 Alleen gesteld aan Friezen van 65 jaar en ouder 17 bij deze categorie (gehuwd,ongehuwd, gescheiden,verweduwd), spelen leeftijdseffecten een rol, hiervoor is niet gecorrigeerd. 18 zie voetnoot 1, deze vraag is alleen gesteld bij de bevolking van 19-64 jaar. 13

Tabel 2: Kerncijfers woning en woonomgeving per gemeente 19-64 jaar (%) 19-64 jaar Woning Woonomgeving Groen in de Onveilig Onveilig onvoldoende onvoldoende buurt onvoldoende overdag s avonds/ s nachts n Fryslân 3715 4 5 7 5 14 Gemeente Achtkarspelen 90 4 5 8 7 13 Het Bildt 85 3 12 10 2 12 Boarnsterhim 93 5 2 7 3 6 Bolsward 99 3 2 4 5 8 Dantumadiel 89 6 5 4 8 14 Dongeradeel 96 4 10 9 6 14 Ferwerderadiel 105 3 4 10 2 11 Franekeradeel 96 3 1 13 3 9 Gaasterlân-Sleat 100 1 3 0 3 10 Harlingen 334 3 4 14 7 19 Heerenveen 179 10 9 7 5 19 Kollumerland C.A. 86 2 3 1 5 19 Leeuwarden 553 7 10 13 8 24 Leeuwarderadeel 98 6 3 5 5 17 Lemsterland 92 5 6 9 8 14 Littenseradiel 94 8 7 4 0 9 Menameradiel 106 1 3 8 4 15 Nijefurd 92 3 5 8 6 12 Ooststellingwerf 88 2 2 1 5 12 Opsterland 110 2 4 2 2 12 Skarsterlân 96 0 0 2 2 5 Smallingerland 179 6 10 12 6 16 Sneek 175 3 8 9 3 12 Tytsjerksteradiel 174 2 4 2 3 13 Weststellingwerf 99 5 3 2 5 12 Wûnseradiel 114 5 6 8 0 4 Wymbritseradiel 101 1 4 4 5 12 De Waddeneilanden 92 4 3 4 1 4 Súdwest-Fryslân 581 3 6 7 4 10 14

Tabel 3: Kerncijfers woning en woonomgeving per gemeente 65 jaar en ouder (%) 65 jaar en ouder Woning Woont in Woonomgeving Groen in Onveilig Onveilig onvoldoende ouderen woning % onvoldoende de buurt onvoldoende overdag s avonds/ s nachts n Fryslân 2441 3 9 6 7 4 12 Gemeente Achtkarspelen 105 2 8 3 4 4 13 Het Bildt / Ferwerderadiel 99 3 10 4 7 2 8 Boarnsterhim 102 3 13 5 7 5 12 Bolsward / Wûnseradiel 116 3 13 4 10 2 13 Dantumadiel / Kollumerland 95 5 14 4 2 3 6 Dongeradeel 102 6 11 4 8 1 5 Ferwerderadiel: zie het Bildt Franekeradeel / Harlingen 106 7 6 6 15 7 14 Gaasterlân-Sleat / Lemsterland / 110 0 11 6 7 3 7 Nijefurd Harlingen: zie Franekeradeel Heerenveen 120 0 7 3 1 4 11 Kollumerland C.A.: zie Dantumadiel Leeuwarden 357 2 10 6 7 5 20 Leeuwarderadeel / Menameradiel 104 3 3 4 8 3 16 Lemsterland: zie Gaasterlân-Sleat Littenseradiel / Wymbritseradiel 80 6 7 7 4 2 9 Menameradiel: zie Leeuwarderadeel Nijefurd: zie Gaasterlân-Sleat Ooststellingwerf 94 2 18 6 5 4 15 Opsterland 113 2 5 1 4 2 11 Skarsterlân 111 1 12 3 6 2 15 Smallingerland 122 2 4 5 4 4 15 Sneek 117 4 6 6 11 5 11 Tytsjerksteradiel 186 4 10 6 2 4 11 Weststellingwerf 102 7 8 6 3 5 14 Wûnseradiel: zie Bolsward Wymbritseradiel: zie Littenseradiel De Waddeneilanden 100 1 8 0 1 2 1 Súdwest-Fryslân 312 3 9 5 8 4 10 15

Tabel 4: Percentage Friezen tussen de 19-64 jaar dat ernstig wordt gehinderd door geluid of door geur naar achtergrondkenmerken (%) Door minstens één Door minstens één geurbron geluidsbron Fryslân 14 5 Geslacht mannen 19-64 14 6 vrouwen 19-64 14 5 Leeftijd 19-34 15 6 35-49 14 4 50-64 14 6 Opleiding lager onderwijs 15 7 middelbaar onderwijs 12 4 hoger onderwijs 16 7 Burgerlijke staat 19 gehuwd/samenwonend 13 5 ongehuwd 18 8 gescheiden 17 9 weduwe/weduwnaar 15 4 Arbeidssituatie 20 arbeidsongeschikt/werkloos 22 13 niet 14 arbeidsongeschikt/werkloos 5 Herkomst autochtonen 14 5 allochtonen (niet-westers) 24 9 allochtonen (westers) 19 5 19 bij deze categorie (gehuwd,ongehuwd, gescheiden,verweduwd), spelen leeftijdseffecten een rol, hiervoor is niet gecorrigeerd. 16

Tabel 5: Percentage inwoners dat ernstige geluidshinder en geurhinder ervaart per gemeente voor 19-64 jarigen (%) 19-64 jaar Door minstens één geluidsbron Door minstens één geurbron n Fryslân 3715 14 5 Gemeente Achtkarspelen 90 8 4 Het Bildt 85 12 2 Boarnsterhim 93 14 9 Bolsward 99 8 2 Dantumadiel 89 16 7 Dongeradeel 96 17 9 Ferwerderadiel 105 8 5 Franekeradeel 96 24 2 Gaasterlân-Sleat 100 8 2 Harlingen 334 8 4 Heerenveen 179 13 5 Kollumerland C.A. 86 9 7 Leeuwarden 553 24 7 Leeuwarderadeel 98 28 4 Lemsterland 92 13 4 Littenseradiel 94 12 7 Menameradiel 106 37 5 Nijefurd 92 8 5 Ooststellingwerf 88 10 8 Opsterland 110 9 2 Skarsterlân 96 8 5 Smallingerland 179 13 5 Sneek 175 10 3 Tytsjerksteradiel 174 9 8 Weststellingwerf 99 7 4 Wûnseradiel 114 11 3 Wymbritseradiel 101 8 7 De Waddeneilanden 92 16 6 Súdwest-Fryslân 581 9 4 17