Ministeriele verantwoordelijkheid in Nederland

Vergelijkbare documenten
Beginselen van het Nederlands Staatsrecht

Rijksuniversiteit Groningen PARLEMENT EN EUROPESE INTEGRATIE

RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN POLITIEKE MINISTERIELE VERANTWOORDELIJKHEID. Het Nederlandse begrip in rechtsvergelijkend perspectief PROEFSCHRIFT

Constitutioneel recht

Beginselen van de democratische rechtsstaat

EG en grondrechten. grondrechtenbescherming

Ver dragsrecht in Nederland

Machte^scheiding. Maarten T. Oosterhagen Gouda Quint. sanderc

Strafrechtelijke vervolging van politieke ambtsdragers: naar een normalisering van procedures

Het Statuut voor het Koninkrijk

Schoordijk Instituut. Centrum voor wetgevingsvraagstukken. M.M. van Toorenburg. Medeplegen. W.E.J. Tjeenk Willink 1998 Deventer

Inhoudsopgave. Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen. 1. Inleiding 1.1 Algemene inleiding Probleemstelling Opzet 3 1.

Doe mee en test je kennis. Stuur je antwoorden naar mij en ik informeer je over de scoren.

Woord vooraf. Lijst met afkortingen

INHOUD. Verkort aangehaalde literatuur. Afkortingen EERSTE BOEK INLEIDING De aanvang van de westerse staatsleer 3

Horizontale werking van grondrechten, in het bijzonder van het recht op privacy

Inhoud. Voorwoord XI. 3 Staatshoofd en ministers De liefde van een crimineel De Grondwet Het Statuut 50

Vrijheid van onderwijs in vijf Europese landen

Nader advies. Rechtmatigheid opdracht tot. ambtshalve betalingen SVB. Mr. dr. F. de Vries Mr. dr. H.G. Warmelink Prof. mr. D.J.

Inhoudsopgave. Inspiratie uit het buitenland voor het Nederlandse levenstestament 17 Mr. A. Van den Broeck

Gelijkheid en rechtvaardigheid Staatsrechtelijke vraagstukken rondom 'minderheden'

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

OMZETTING ALS RECHTSVORMWIJZIGING. Birgit Snijder-Kuipers

Fiscale onderkapitalisatie van vennootschappen

De juridische organisatie van de onderneming

Het woord is aan de minister Over ministeriële verantwoordelijkheid

ZEGGENSCHAPSRECHTEN VAN HOUDERS VAN EEN RECHT VAN PAND OF VRUCHTGEBRUIK OP AANDELEN OP NAAM. door. Mr. K.I.J. Visser

Onrechtmatige overheidsdaad

Deponering, publicatie en verzet

Lijst van veelvuldig gebruikte afkortingen. Lijst van verkort aangehaalde literatuur. Voorwoord bij de derde druk

De wet op de marktpraktijken. Procedure en sancties. TALLON Advocaat. larcier

INHOUDSOPGAVE DE GRONDWET VOOR EUROPA: SCHIJN OF WERKELIJKHEID? PROF. DR. KOEN LENAERTS... 1

GRONDSLAGEN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID

Handhaving consumentenbescherming

Het openbaar ministerie in civiele zaken

Aansprakelijkheid van leidinggevenden

Bijlage 1. Staking van stemmen - voltallige raad of niet?

DE GRONDWET - ARTIKEL 52 - ZITTINGSDUUR

Werkkostenregeling en overige actualisatie Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden Volgnr

EXTRA- VERPLICHTINGEN VAN LEDEN EN AANDEELHOUDERS

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Samenvatting door M woorden 15 november keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen. H3: De vertegenwoordigende lichamen en Trias Politica

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector

EVALUATIE VAN HET HERZIENE FISCALE PROCESRECHT. Erasmus Universiteit Rotterdam Oktober 2004 Dr E.B. Pechler; prof. dr M.W.C.

MEDEZEGGENSCHAP VAN WERKNEMERS BIJ FINANCIEEL-ECONOMISCHE BESLUITEN. met enige beschouwingen naar Duits recht DOOR MR. J. ROEST

Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden)

Rechtsvinding en fiscale werkelijkheid

DE LEVENSVERZEKERING

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

DE GRONDWET - ARTIKEL TOEKENNING BEVOEGDHEDEN

Overgang van vorderingen en schulden in het Nederlandse internationaal privaatrecht

Doorwerking van Europees recht

Tweede Kamer der Staten-Generaal

wetten.nl - Wet- en regelgeving printen - Wijzigingswet Wet kinderopvang, enz. (wijz...

Naar een glazen wetgevingshuis?

Het eigen gezicht van het handelsrecht

Inhoudsopgave. Woord vooraf. Voorwoord

3 Onrechtmatige overheidsdaad

Tweede Kamer der Staten-Generaal

IMPASSEZAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN BINNEN HET ENQUÊTERECHT. Mr. F. Veenstra

Bijlage 6 Collegiale ministeriële verantwoordelijkheid niet strijdig met Grondwet


Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inhoudstafel. Opzet van het onderzoek en centrale onderzoeksvraag... 21

DWINGEND RECHT VOOR DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP

Het koningschap wordt erfelijk vervuld door de wettige opvolgers van Koning Willem I, Prins van Oranje-Nassau.

De binnenlandse veiligheidstaken van de Nederlandse krijgsmacht

DE GRONDWET EN HET INZETTEN VAN STRIJDKRACHTEN

Militair tuchtrecht. ^ p. Kluwer a Wolters Kluwer business. Vijfde druk. Prof. mr. G.L. Coolen Mr. CF. Walgemoed

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

DEEL I. Bestuurlijke handhaving in vogelvlucht door Ingrid Opdebeek en Stéphanie De Somer

Woord vooraf Lijst van afkortingen Lijst van verkort aangehaalde literatuur

Belastingrecht in Hoofdlijnen

Voorwoord Woord vooraf Lijst van afkortingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het wetgevingsproces bij SZW. Anton Boere

5,8. Par 1: Staat! Par 2: Rechtstaat! Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november keer beoordeeld.

Rechterlijke organisatie, rechters en rechtspraak

Ongelijkheidscompensatie bij stelplicht en bewijslast in het civiele arbeidsrecht en het ambtenarenrecht

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

mr George Croes Directeur Directie Wetgeving en Juridische Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 26 oktober 2016 Betreft Belastingvrijdom

Symposium strafrecht. Vervolg van een grondslagendebat. onder redactie van. G.C.G.J. van Roermund M.S. Groenhuijsen W.J. Witteveen

Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht

DE GRONDWET - ARTIKEL KIESRECHT GEMEENTERAAD NIET-NEDERLANDERS

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Sponsoring van verenigingen en stichtingen. Mr. S. G. M. Buys

CONCEPT (versie 5 juni 2012) WET ONAFHANKELIJK NETBEHEER INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Gelet op artikel 10 van het Organisatie- en mandaatbesluit ministerie van Financiën;

MANDATENLIJST EN VERMOGENSAANGIFTE

Staats- en bestuursrecht

HANDBOEK FISCALE PROCEDURE BTW

GEWOGEN RECHTSMACHT IN HET IPR. Over forum (non) conveniens en forum necessitatis. mr. F. Ibili

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inhoud. Inleiding en algemene bepalingen

DAGELIJKS WERKBOEK DEEL #1

Transcriptie:

Ministeriele verantwoordelijkheid in Nederland Onder redactie van: prof.mr. D.J. Elzinga 1994 W.E.J. Tjeenk Willink Zwolle

Inhoud Afkortingen XIII Mr.drs. A.H.M. Dölle 1 De geschiedenis van de Nederlandse ministeriele verantwoordelijkheid op hoofdlijnen 1 1.1 Inleiding 1 1.2 1814-1840: De Staten-Generaal wil'meepraten' 4 1.2.1 Inleiding 4 1.2.2 De Grondwet van 1814 4 1.2.3 De Grondwet van 1815 7 1.2.4 1815-1830: De 'Belgische' roep om ministeriele verantwoordelijkheid 7 1.2.5 1830-1840: Groeiende weerstand tegen het bestel 10 1.3 De periode 1840-1848 15 1.3.1 De grondwetsherziening 1840 15 1.3.2 Het voorstel van de Negenmannen 17 1.3.3 De grondwetsherziening van 1848 21 1.4 De ministeriele verantwoordelijkheid: 1848-1917 23 1.4.1 Inleiding 23 1.4.2 1848-1866 23 1.4.3 1866 en 1868: De kwesties-mijer/luxemburg 26 1.4.4 Na 1868 29 2 De politieke ministeriele verantwoordelijkheid 31 2.1 Inleiding 31 2.2 Controle en verantwoordelijkheid 31 2.3 De ministeriele verantwoordelijkheid 35 2.4 Het verantwoordingsproces 42 2.5 Verantwoordelijkheid en vertrouwensregel 44 2.6 Controle, verantwoordelijkheid en vertrouwen 47 VII

Mr. J.W.M. Engels 3 De collectieve ministeriele verantwoordelijkheid 51 3.1 Inleiding 51 3.2 Oorsprong en grondslag van de collectieve ministeriele verantwoordelijkheid: het homogeniteitsbeginsel 51 3.3 Aard en omvang van de collectieve ministeriele verantwoordelijkheid: de ministerraad 55 3.4 De verhouding tussen individuele en collectieve ministeriele verantwoordelijkheid 59 4 De strafrechtelijke ministeriele verantwoordelijkheid 65 4.1 Inleiding 65 4.2 Wettelijke regeling 67 4.3 Het 'forum privilegiatum' 70 4.4 Beoordeling van het stelsel 74 Mr. H.G. Warmelink 5 De geldelijke ministeriele verantwoordelijkheid 79 5.1 Inleiding 79 5.2 Aansprakelijkheid van bestuurders 79 5.3 Rekening en verantwoording 80 5.4 Comptabiliteit en verantwoordelijkheid 82 5.5 Indemniteit of aansprakelijkheid 83 5.6 Verantwoording en decharge 85 5.7 Ontheffing van verantwoordelijkheid 86 5.8 Van geldelijke verantwoordelijkheid naar fmanciele verantwoording 88 5.9 Per saldo 90 Dr. J.P. Rehwinkel 6 Ministeriele verantwoordelijkheid voor het Koninklijk Huis 91 6.1 Inleiding 91 6.2 Geschiedenis 91 6.3 Omvang 94 6.4 Activering 98 6.5 Ministeriele verantwoordelijkheid voor het Koninklijk Huis: allesbehalve een fictie 100 VIII

Mr. H.G. Warmelink 7 Ministeriele verantwoordelijkheid voor ambtelijk handelen 103 7.1 Inleiding 103 7.2 Constructies van verantwoordelijkheid 104 7.3 Omvang en inhoud van verantwoordelijkheid 105 7.4 Van theorie naar praktijk 107 7.5 Verantwoordelijkheid en verwijtbaarheid 107 7.6 Consequenties van het ontbreken van verantwoordelijkheid 109 7.7 Politieke verantwoordelijkheid van ambtenaren 110 7.8 Beperking van ministeriele bevoegdheden 112 7.9 Verantwoordelijkheid onder druk en de druk van verantwoordelijkheid 114 Mr.drs. A.H.M. Dölle 8 Ministeriele verantwoordelijkheid voor niet-functioneel gedrag 117 8.1 Inleiding. 117 8.2 Persoonlijk en functioneel gedrag 118 8.3 De overdracht van verantwoordelijkheid 122 8.3.1 Verantwoordelijkheid met terugwerkende kracht? 122 8.3.2 De verantwoordelijkheid voor handelingen van ambtsvoorgangers 124 8.3.3 Aard van de ministeriele verantwoordelijkheid voor ambtsdragers 125 8.3.4 Verantwoording door de ambtsvoorganger 127 8.3.5 Aard van de verantwoordingsplicht van de ambtsvoorganger 128 Prof. mr. JJ. Vis 9 De ministeriele verantwoordelijkheid en de staatssecretaris 129 9.1 Inleiding 129 9.2 Het optreden als minister in de gevallen waarin de minister het nodig acht 130 9.3 Met inachtneming van de ministeriele aanwijzingen 136 9.4 De verantwoordelijkheid van de staatssecretaris 'uit dien hoofde' 139 9.5 De 'onverminderde' verantwoordelijkheid van de minister 145 9.6 Conclusie 146 IX

Mr. F. de Vries 10 De politieke verantwoordelijkheid en het functioneren van de Eerste Kamer 149 10.1 Inleiding 149 10.2 De Eerste Kamer als medewetgever 150 10.2.1 De positie van de Eerste Kamer 151 10.2.2 De Eerste Kamer: toezicht als wetgever 151 10.2.3 De wetgevende rol van de Staten-Generaal 153 10.2.4 De ontwikkeling van de Eerste Kamer als medewetgever 155 10.2.5 De wetgevende rol van de Eerste Kamer en de ministeriele verantwoordelijkheid 158 10.3 De Eerste Kamer als controlerend orgaan 160 10.3.1 Controlebevoegdheden 160 10.3.2 Financieel toezicht 161 10.3.3 Incidentele controle 163 10.4 Parlementaire controle, ministeriele verantwoordelijkheid en politiek vertrouwen 166 10.4.1 De Eerste Kamer en de verschuivingen in de aard van de parlementaire werkzaamheden 167 10.4.2 Ministeriele verantwoordelijkheid en politiek vertrouwen 168 10.4.3 De vertrouwensregel in de Eerste Kamer 168 10.4.4 De vertrouwensregel en het politieke primaat 172 10.5 Politieke verantwoordelijkheid in de Eerste Kamer 173 Prof.mr. J.J. Vis 11 Ministeriele verantwoordelijkheid en kabinetsformatie 177 11.1 Inleiding 177 11.2 Het parlementaire primaat 179 11.3 Mislukte formaties 182 11.4 Informateurs 183 11.5 Technische ondersteuning; kosten 184 11.6 Slotopmerkingen 184 Mr. H.G. Hoogers Mr. N.Y. Del Grosso 12 De ministeriele verantwoordelijkheid voor het buitenlands beleid 187 12.1 Inleiding 187 12.2 Historisch overzicht 187

12.3 Ministeriele verantwoordelijkheid voor de communautaire besluitvorming 196 12.3.1 Communautaire instellingen en besluitvorming 196 12.3.2 Omvang en betekenis van ministeriele verantwoordelijkheid 202 12.4 Samenvatting enconclusie 208 Mr. J. Koopman 13 Ministeriele verantwoordelijkheid en Openbaar Ministerie 211 13.1 Inleiding 211 13.2 Positie en taak van het Openbaar Ministerie 213 13.3 Literatuur en praktijk tot 1985 214 13.4 Het Openbaar Ministerie in verandering 221 13.5 Volle ministeriele verantwoordelijkheid en een betrekkelijk zelfstandig OM 228 Dr. G. Visscher 14 Ministeriele verantwoordelijkheid en parlementair inlichtingenrecht 237 14.1 Inleiding 237 14.2 De ontwikkeling in het parlementair inlichtingenrecht 238 14.3 Het inlichtingenrecht in de huidige situatie 242 14.4 Het inlichtingenrecht in de praktijk 245 14.5 Enkele afsluitende opmerkingen 254 Mr. J.L. Boxum 15 Ministeriele verantwoordelijkheid en zelfstandige bestuursorganen 257 15.1 Inleiding 257 15.2 Doeleinden van verzelfstandiging en ministeriele verantwoordelijkheid 259 15.3 De bevoegdheden van de minister om invloed uit te oefenen 263 15.4 De eigen machtspositie van het zelfstandig bestuursorgaan 269 15.5 Verzelfstandiging en ministeriele invloed 270 15.6 Slot: verzelfstandiging en verantwoording 273 XI

Dr. J. de Ridder 16 Ministeriele verantwoordelijkheid en politiek-ambtelijke verhoudingen 279 16.1 Ministeriele verantwoordelijkheid en ministeriele zeggenschap 279 16.2 Beperkingen en middelen van de politieke leiding 282 16.3 Loyaliteit, professionaliteit en eigen belang 284 16.4 Regeis enhierarchie 287 16.5 Indirecte sturing 288 16.6 Afsluitende opmerkingen 291 Literatuurregister 293 XII