Werkkostenregeling en overige actualisatie Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden Volgnr

Transcriptie

1 VOORSTEL AAN DE RAAD Onderwerp Werkkostenregeling en overige actualisatie Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden Volgnr Portefeuillehouder wethouder R. Bergsma Ambtenaar J. Aardenburg/J. Gelderblom Afdeling Bedrijfsvoering Datum voorstel 14 mei 2013 Opiniërende raad 3 juni 2013 Agendapunt 11 Besluitvormende raad 25 juni 2013 Agendapunt Samenvatting Sinds 1 januari 2011 kan de WKR ingevoerd worden. De WKR is een nieuwe fiscale systematiek die per 1 januari 2015 voor elke werkgever verplicht wordt. Op basis van een door een externe adviseur uitgevoerde inventarisatie, is gebleken dat de invoering van de WKR per 1 januari 2013 zonder regelingen op arbeidsvoorwaardelijk terrein te veranderen voor onze organisatie een financieel voordeel van ca ,00 oplevert. Deze situatie is voor ons college aanleiding geweest om op 18 december jl. te besluiten om met ingang van 1 januari 2013 de WKR in te voeren. Bij brief van 21 januari jl. hebben wij u over de invoering en de effecten van de WKR geïnformeerd. De invoering voor raad en college vraagt nog een afzonderlijke beslissing van de raad, zo is ons onlangs vanuit de VNG duidelijk geworden. Voor de goede orde wordt opgemerkt, dat wanneer het college besluit voor de ambtenaren over te stappen naar de WKR, dat ook voor de politieke ambtsdragers moet gebeuren. Beslispunten Wij stellen u voor om: de voor de ambtelijke organisatie ingevoerde werkkostenregeling (WKR) ook met ingang van 1 januari 2013 van toepassing te verklaren op de vergoeding voor raads- en collegeleden, alsmede in te stemmen met de overige punten van actualisatie, door middel van het vaststellen van bijgevoegde Verordening tot 1 e wijziging van de Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden Bijlagen ter inzage in de raadskamer 1. Artikelsgewijze toelichting. 2. Overzicht wel/niet opgenomen voorzieningen. 3. Brief d.d. 21 januari 2013 aan de raadsleden van de gemeente Woudrichem met als onderwerp Werkkostenregeling. 4. Twee vragen en antwoorden VNG m.b.t. werkkostenregeling. 5. Circulaire Ministerie van BiZa en Koninkrijkrelaties d.d. 4 december Circulaire VNG d.d. 20 juli Advies opiniërende vergadering - Reactie college - raadsvoorstel nr pagina 1/3

2 VOORSTEL AAN DE RAAD 1. Inleiding Sinds 1 januari 2011 kan de WKR ingevoerd worden. De WKR is een nieuwe fiscale systematiek die per 1 januari 2015 voor elke werkgever verplicht wordt. Op basis van een door een externe adviseur uitgevoerde inventarisatie, is gebleken dat de invoering van de WKR per 1 januari 2013 zonder regelingen op arbeidsvoorwaardelijk terrein te veranderen voor onze organisatie een financieel voordeel van ca ,00 oplevert. In het kader van de afweging tussen het algemeen belang van de gemeente en persoonlijke belangen van werknemers en politieke ambtsdragers prevaleert naar onze mening het algemeen belang. Deze situatie is voor ons college aanleiding geweest om op 18 december jl. te besluiten om met ingang van 1 januari 2013 de WKR in te voeren. Bij brief van 21 januari jl. hebben wij u over de invoering en de effecten van de WKR geïnformeerd. De invoering voor raad en college vraagt nog een afzonderlijke beslissing van de raad, zo is ons onlangs vanuit de VNG duidelijk geworden, namelijk aanpassing van de Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden Deze omissie wordt met dit raadsbesluit hersteld. Wij verontschuldigen ons dat wij dit niet eerder aan de orde hebben gesteld. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de gehele verordening te actualiseren. 2. Beleidskader, doel en effect De WKR valt binnen het beleidskader P&O en heeft met name betrekking op de verstrekkingen en vergoedingen aan werknemers. Het beoogde effect van de WKR is optimale benutting van de zogenaamde fiscale vrije ruimte om een fiscaal voordeel te behalen op het terrein van loonkosten. Omdat een werkgever slechts volledig in de situatie van Woudrichem is dat zowel de ambtelijke organisatie als de politieke organisatie wel/niet kan deelnemen aan de werkkostenregeling, is op 18 december jl. indirect een besluit gevallen voor de politieke organisatie. De raad beslist, door middel van het vaststellen van de Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden, over de vaststelling van de onkostenvergoeding, de ter beschikkingstelling van computerfaciliteiten, verhuiskosten, reis- en verblijfkosten van wethouders, raads- en commissieleden. Echter, wanneer het college besluit voor de ambtenaren over te stappen naar de werkkostenregeling, moet dat ook voor de politieke ambtsdragers gebeuren. Uw raad is verantwoordelijk voor de vaststelling van bijgaande Verordening tot 1 e wijziging van de Verordening voorziening wethouders, raads- en commissieleden 2006 waarin de WKR zijn uitwerking krijgt. Deze regeling geldt voor zowel de wethouders als voor de raads- en commissieleden. In verband met de werkkostenregeling zijn hoofdstuksgewijs de betreffende netto-vergoedingen aangewezen als eindheffingsbestanddeel. Dit is nodig, want als dat niet gebeurd, worden deze vergoedingen door de belastingdienst als loon gezien en moet hierover belasting worden ingehouden. De regeling werkt daarom terug tot 1 januari 2013, zijnde de datum van invoering van de WKR voor de gemeente. In verband met de actualisatie van de verordening is in onderhavige wijzigingsverordening de fietsregeling voor wethouders en de regeling bedrijfsfitness voor raadsleden en wethouders nieuw opgenomen. Wellicht ten overvloede treft u bijgaand een overzicht aan van de wel c.q. niet opgenomen voorzieningen. 3. Argumenten en kanttekeningen Het basisuitgangspunt van de WKR is dat alle vergoedingen en verstrekkingen worden gezien als loon en dus belast zijn. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om binnen de 1,5 % van de fiscale loonsom bepaalde vergoedingen en verstrekkingen aan te merken als netto vergoedingen zonder dat hier nog belasting c.q. eindheffing over betaald moet worden, mits men binnen de vrije ruimte blijft. Over elke vergoeding / verstrekking die de vrije ruimte overschrijdt, wordt 80% eindheffing betaald. Om gebruik te maken van de WKR wijst de werkgever vergoedingen / verstrekkingen aan die onder het forfait van de WKR gebracht worden. Daarbij streven we naar optimaal voordeel. Wettelijk is overigens bepaald dat de onkostenvergoeding van de politieke ambtsdragers verplicht onder het forfait worden gebracht. Door middel van het vaststellen van bijgaande wijzigingsverordening worden de raadsvoorstel nr pagina 2/3

3 VOORSTEL AAN DE RAAD vergoedingen/verstrekkingen benoemd die onder het forfait van de WKR worden gebracht. Het betreft: - de onkostenvergoeding voor raadsleden en wethouders; - de vergoedingen voor reis- en verblijfkosten van raadsleden, wethouders en commissieleden, alsmede de reis- en pensioenkosten en verhuiskosten voor de wethouder die nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt; - de vergoedingen voor deelname aan cursussen e.d. door raadsleden, wethouders en commissieleden; - de vergoedingen en verstrekkingen terzake computer en internetverbinding aan raadsleden en wethouders; - de fiscale voordelen in verband met de fietsregeling en bedrijfsfitnessregeling. Tevens wordt u verwezen naar bijgaande artikelsgewijsde toelichting op de wijzigingsverordening. In die toelichting vindt u de nodige informatie waarom actualisatie van belang is. 4. Financiën Uit eerder genoemde inventarisatie is gebleken, dat de invoering van de WKR per 1 januari 2013 voor onze organisatie een financieel voordeel oplevert van ca , Aanpak Invoering van de WKR heeft al plaatsgevonden. Het besluit van de raad betekent het voldoen aan een formeel vereiste. 6. Communicatie Bij brief van 21 januari jl. zijn de raadsleden geïnformeerd over de invoering en de effecten van de WKR. 7. Regionale en lokale aspecten Niet van toepassing. 8. Besluit Wij stellen u voor, de bijgevoegde Verordening tot 1 e wijziging van de Verordening voorzieningen wethouders, raadsen commissieleden 2006 vast te stellen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudrichem, de secretaris, de burgemeester, A.G. Dolislager dr. F.A. Petter raadsvoorstel nr pagina 3/3

4 De raad van de gemeente Woudrichem; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders gehoord het advies van de opiniërende vergadering d.d. 3 juni 2013; b e s l u i t : vast te stellen de Verordening tot 1 e wijziging van de verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2006 Artikel I Artikel 3, lid 2, vervalt alsmede de aanduiding 1 voor het eerste lid. Artikel II In artikel 5, lid 2 onder b., worden na de woorden onderdeel b, tussengevoegd de woorden: en artikel 5a. Artikel III In artikel 8, lid 1, vervallen de woorden: in de vorm van een laptop. Artikel IV Artikel 9 vervalt en wordt vervangen door een nieuw artikel 9, luidende: Artikel 9. Bedrijfsfitness 1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan deelnemen aan de gemeentelijke bedrijfsfitnessregeling. In dat geval wordt de bruto vergoeding voor werkzaamheden verminderd met de kosten van het betreffende fitnessabonnement. 2. Het raadslid zonder arbeidsverhouding kan deelnemen aan de gemeentelijke bedrijfsfitnessregeling. Naar keuze van het raadslid wordt de netto vergoeding voor werkzaamheden dan wel de netto onkostenvergoeding verminderd met de kosten van het betreffende fitnessabonnement. 3. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente. Artikel V Artikel 10 vervalt. pagina 1/4

5 Artikel VI Na artikel 13 wordt een nieuw artikel opgenomen, luidende: Artikel 13a. Werkkostenregeling Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen: a. de vergoedingen op grond van artikel 3, lid 1; b. de vergoedingen op grond van artikel 5; c. de vergoedingen op grond van artikel 6; d. de vergoedingen op grond van artikel 7; e. de vergoedingen en verstrekkingen op grond van artikel 8 van deze verordening en artikel 7a, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden; f. de voordelen voor de raadsleden ingevolge artikel 9, lid 1. Artikel VII In artikel 15, lid 1 onder b., worden na de woorden onderdeel b, tussengevoegd de woorden: en artikel 5a. Artikel VIII In artikel 19, lid 1, vervallen de woorden: in de vorm van een laptop. Artikel IX Artikel 20 vervalt en wordt vervangen door een nieuw artikel 20, luidende: Artikel 20. Mobiele telefoon 1. Op aanvraag wordt de wethouder voor de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld. Deze mobiele telefoon dient ten minste 10% voor zakelijke doeleinden te worden gebruikt. Het is de wethouder toegestaan de telefoon mede voor privédoeleinden te gebruiken. 2. De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente. 3. Het college stelt de bruikleenovereenkomst vast. 4. Op de netto bezoldiging, dan wel de netto onkostenvergoeding van de wethouder zal een bedrag worden ingehouden dat gelijk is aan het bedrag van de loonbelasting dat op basis van de Wet op de loonbelasting 1964 over de ter beschikking gestelde mobiele telefoon verschuldigd is, indien het zakelijk gebruik van de telefoon minder bedraagt dan 10%. 5. Indien ten behoeve van de in het eerste lid bedoelde mobiele telefoon geen telefoonabonnement op naam van de gemeente wordt afgesloten, ontvangt de wethouder op aanvraag een vergoeding voor de gesprekskosten, op declaratiebasis, van gesprekken die aantoonbaar ten behoeve van de uitoefening van zijn ambt zijn gevoerd. Artikel X Artikel 21 vervalt en wordt vervangen door een nieuw artikel 21, luidende: pagina 2/4

6 Artikel 21. Fietsregeling 1. De wethouder kan deelnemen aan de gemeentelijke fietsregeling. Naar keuze van de wethouder wordt de bruto bezoldiging dan wel bruto eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets. 2. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente. Artikel XI Artikel 23 vervalt en wordt vervangen door een nieuw artikel 23, luidende: Artikel 23. Bedrijfsfitness 1. De wethouder kan deelnemen aan de gemeentelijke bedrijfsfitnessregeling. In dat geval wordt de bruto bezoldiging verminderd met de kosten van het betreffende fitnessabonnement. 2. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente. Artikel XII Na artikel 23 wordt een nieuw artikel opgenomen, luidende: Artikel 23a. Werkkostenregeling Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen: a. de vergoedingen op grond van artikel 14; b. de vergoedingen op grond van artikel 15; c. de vergoedingen op grond van artikel 16; d. de vergoedingen op grond van artikel 17; e. de vergoedingen en verstrekkingen op grond van artikel 18; f. de vergoedingen en verstrekkingen op grond van artikel 19 van deze verordening en artikel 27a van het Rechtspositiebesluit wethouders; g. de voordelen voor de wethouders ingevolge artikel 21; h. de vergoedingen op grond van artikel 22; i. de voordelen voor de wethouders ingevolge artikel 23. Artikel XIII In artikel 27, lid 1 onder b., worden na de woorden onderdeel b, tussengevoegd de woorden: en artikel 5a. Artikel XIV Na artikel 29 wordt een nieuw artikel opgenomen, luidende: pagina 3/4

7 Artikel 29a. Werkkostenregeling Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen: a. de vergoedingen op grond van artikel 27; b. de vergoedingen op grond van artikel 28; c. de vergoedingen op grond van artikel 29. Artikel XV Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van de openbare bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari Aldus besloten door de raad van de gemeente Woudrichem in zijn openbare vergadering van 25 juni de voorzitter, dr. F.A. Petter de griffier, drs. ing. P.A. Paulides- Ruitenberg pagina 4/4