Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland Preadviezen 2010 De staatsrechtelijke positie van de politieke partijen Materieelrechtelijke aspecten van mensenhandel Schade van derden in het aansprakelijkheidsrecht door Dajo De Prins Bettie Drexhage en Remco Nehmelman Gert Vermeulen Marnix Alink en Just Wiarda Ingrid Boone en Bart Wylleman Esther Engelhard Boom Juridische uitgevers Den Haag 2010
Inhoud Preadviezen publiekrecht De staatsrechtelijke positie van de politieke partijen De staatsrechtelijke rechtspositie van politieke partijen in België. Politieke partijen onder de Belgische Grondwet Dqjo De Prins n 1 Inleiding n 1.1 Inleiding n 1.2 Drie problemen in de relatie grondwet-politieke partijen n 1.3 Onderzoeksvragen 13 2 Politieke partijen in de Belgische Grondwet 14 2.1 Inleiding 14 2.2 Verenigingsvrijheid 15 2.3 Kiesstelsel van evenredige vertegenwoordiging 17 2.4 Een partijartikel in de Grondwet? 19 3 Politieke partijen en vrij mandaat parlementslid 20 3.1 Inleiding 20 3.2 Verbod van imperatief mandaat 20 3.3 Volstrekte ongebondenheid versus ultieme beslissingsvrijheid 23 3.4 Grondwet tegenover particratie 26 4 Partijenwetgeving en de Grondwet 33 4.1 Inleiding 33 4.2 Partijenwetgeving en het Europees Hof voor de rechten van de mens 34 4.3 Partijenwetgeving en het Belgisch Grondwettelijk Hof 37 4.4 Pleidooi voor strikte toetsing partijenwetgeving 40 5 Besluit 44 De constitutionele positie van politieke partijen in Nederland. Met een toegift over hun constitutionele positie in de Europese Unie 45 Bettie Drexhage en Remco Nehmelman 1 De vraagstelling en wat daarbij verder komt kijken 45 1.1 Inleiding 45 1.2 Het onderwerp 46 1.3 Afbakening en plan van aanpak 48 1.4 Vier normatieve uitgangspunten 49
2 Het staatsrecht en de politieke partijen 51 2.1 Inleiding 5 1 2.2 Voor 1917 5 1 2.3 De periode 1917-1945 52 2.4 Na 1945 54 3 De verhouding russen politieke partij en volksvertegenwoordiger 56 3.1 Inleiding 56 3.2 De verhouding partij en volksvertegenwoordiger naar positief recht 57 3.3 De praktijk 59 3.4 Moet de wetgeving aangevuld worden? 63 4 De interne organisatie van politieke partijen 67 4.1 Inleiding 67 4.2 Rechtsvorm en interne organisatie naar positief recht 68 4.3 De praktijk 7 4.4 Is ingrijpen door de wetgever gewenst? 75 5 Het partijverbod 80 5.1 Inleiding 80 5.2 Het partijverbod naar positief recht 81 5.3 De praktijk 84 5.4 Is een andere toepassing van het partijverbod voorstelbaar? 87 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 7 7-i 7-2 7-3 7-4 7-5 De financiering van politieke partijen Inleiding Partijfinanciering naar positief recht De praktijk Wetgeving in ontwikkeling Is aanpassing van de wetgeving wenselijk? De constitutionele positie van Europese politieke partijen Inleiding Ontwikkeling van de Europartijen Regulering Praktijk Beoordeling 93 93 94 96 98 100 104 104 104 107 109 109 Lijst van verkort aangehaalde literatuur
Preadviezen strafrecht Materieelrechtelijke aspecten van mensenhandel Materieelstrafrechtelijke elementen van mensenhandel in het Belgisch strafrecht. Analyse en evaluatie vanuit strafrechtelijk beleids- en internationaalrechtelijk perspectief 117 Gert Vermeulen 1 Inleiding 117 2 Internationaalrechtelijke context 119 3 Belgisch materieel strafrecht 124 3.1 Voor de Wet van 10 augustus 2005 124 3.2 Na de Wet van 10 augustus 2005 131 3.3 Na de nieuwe EU-richtlijn 148 3.4 Besluit 151 4 Legalisering of (zelfregulering van niet-uitbuitende vormen van exploitatie van geïnformeerd-consensuele seksuele dienstverlening als element van een hedendaags strafrechtelijk beleid inzake mensenhandel? 153 4.1 Inleiding 153 4.2 Vermenging beleidsdebatten seksuele dienstensector en mensenhandel gedateerd 155 4.3 'Scheiding der markten' in de seksuele dienstensector? 155 5 Doordacht migratiebeleid als onderdeel van een geïntegreerde aanpak van mensenhandel? 165 5.1 Inleiding 165 5.2 Link tussen migratie en mensenhandel 165 5.3 Het huidige migratiebeleid en de impact op de mensenhandelproblematiek 166 5.4 Naar een soepeler migratiebeleid in de strijd tegen mensenhandel 169 5.5 Besluit 171 6 Aanbevelingen 172
Materieelrechtelijke aspecten van mensenhandel in het Nederlands strafrecht 175 Marnix Alinlc en Just Wiarda 1 Inleiding 175 2 De ontwikkeling van de strafbaarstelling van mensenhandel 178 2.1 Wetsgeschiedenis 178 2.2 Nieuwe internationale ontwikkelingen 206 3 Het Straatsburgse perspectief 207 3.1 Inleiding 207 3.2 Siliadin tegen Frankrijk 208 3.3 Rantsev tegen Cyprus en Rusland 210 4 De huidige strafbaarstelling van mensenhandel 212 4.1 Inleiding 212 4.2 Artikel 273f Sr 214 4.3 Onvrijwilligheid en uitbuiting nader bekeken 230 5 Overige strafrechtelijke aspecten van mensenhandel 242 5.1 Rechtsmacht en dubbele strafbaarheid 242 5.2 Verjaring 245 5.3 Strafbaarstelling van de klant van een slachtoffer van mensenhandel 245 6 Aanpalende wet- en regelgeving 246 6.1 Inleiding 246 6.2 Wetsvoorstel Regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (32 211) 247 6.3 Vreemdelingen 250 6.4 Arbeid 252 6.5 Wonen 252 6.6 Organen 253 7 Conclusie 253 Bijlage 1: Strafbepalingen 257 Bijlage 2: Uit de Aanwijzing mensenhandel (Stcrt. 2008,2718) 261
Preadviezen privaatrecht Schade aan derden in het aansprakelijkheidsrecht De vergoeding van schade van derden in het Belgische aansprakelijkheidsrecht 263 Boone en Bart Wylleman 1 Inleiding 263 2 Geen a priori beperkingen op de vergoedbaarheid van derdenschade 266 3 Schade van naasten en nabestaanden 273 3.1 Inleiding 273 3.2 Schade van naasten bij letselschade 273 3.3 Schade van nabestaanden bij overlijden 281 3.4 De invloed van de eigen schuld van het slachtoffer op het recht op vergoeding van zijn naasten en nabestaanden 289 4 Schade van derden die naar aanleiding van de schade van het slachtoffer tot uitkeringen of prestaties verplicht zijn 292 4.1 Inleiding 292 4.2 Schuldenaars van het slachtoffer 292 4.3 Publieke hulp- en veiligheidsdiensten 296 5 Schade van schuldeisers van het slachtoffer 299 5.1 Inleiding 299 5.2 Afgeleide schade van schuldeisers van andere dan geldsomverbintenissen 299 5.3 Afgeleide schade van schuldeisers van geldsomverbintenissen 301 5.4 Beperkingen aan de vorderingsmogelijkheden van schuldeisers 307 6 Schade van aandeelhouders 310 6.1 Inleiding 310 6.2 De klassieke leer: aandeelhouders hebben geen zelfstandig vorderingsrecht voor afgeleide schade 311 6.3 Nieuwe strekking: wel een zelfstandig vorderingsrecht voor individuele aandeelhouders 314 6.4 Eigen visie 315 6.5 Bijzondere schade 316 7 Weerslagschade van overige derden 317 8 Besluit 318
Over het hek van de dam bij 'derdenschade' 325 Esther Engelhard 1 Inleiding 325 1.1 Centrale stelling 325 1.2 Systematisering 'derdenschade': drie categorieën 326 1.3 Eerste aanzet naar een ander perspectief, of beter: naar twee perspectieven 328 1.4 Gekozen opzet, onderzoeksmethode en analytisch kader 329 1.5 Plan van aanpak 331 2 De technische kant van het verhaal 331 2.1 Een stapeling van zes technieken 331 2.2 Wettelijke limitering én exclusiviteit bij personenschade 332 2.3 Schending van een zorgplicht 334 2.4 Strekking van de geschonden norm (relativiteit) 335 2.5 Schadetechnieken 336 2.6 Dubbele causaliteitstoets (en andere schademechanismen) 337 2.7 Evaluatie 337 3 Derdenschade op specifieke deelterreinen 338 3.1 Overzicht 338 3.2 Derdenschade in verband met de persoon van de primair benadeelde 339 3.3 Derdenschade die verband houdt met zaken (objecten) van de primair benadeelde 345 3.4 Schade van aandeelhouders door aantasting van het vennootschapsvermogen 354 3.5 Schade van schuldeisers door aantasting van het vermogen van de onderneming 362 4 Conclusie 369 4.1 Terug naar het spanningsveld en de twee polen 369 4.2 Algemene conclusies 369 4.3 Tot slot 372 Preadviezen 1997-2010 375 10