G&R vwo A/C deel 1 3 Beschrijvende statistiek C. von Schwartzenberg 1/ % 177,8% een toename van (ongeveer) 77,8% 80%.

Vergelijkbare documenten
gewicht in kg jongen/meisje aantal keer sporten per week bloedgroep zakgeld per maand in euro's

3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625.

Aardgasbaten. (b) Teken bij 1996 een cirkeldiagram (c) Teken bij de tabel een vlakdiagram

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:

DEEL II DOEN! - Praktische opdracht statistiek WA- 4HAVO

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:

13,5% 13,5% De normaalkromme heeft dezelfde vorm als A (even breed en even hoog), maar ligt meer naar links.

G&R vwo A/C deel 2 8 De normale verdeling C. von Schwartzenberg 1/14. 3a 1 2

Samenvattingen 5HAVO Wiskunde A.

DOEN! - Praktische Opdracht Statistiek 4 Havo Wiskunde A

34% 34% 2,5% 2,5% ,5% 13,5%

Netwerk, 4 Havo D, uitwerkingen Hoofdstuk 1, Statistische verwerking 1

STATISTIEK. Een korte samenvatting over: Termen Tabellen Diagrammen

2.1.4 Oefenen. d. Je ziet hier twee weegschalen. Wat is het verschil tussen beide als het gaat om het aflezen van een gewicht?

2 Data en datasets verwerken

4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1]

x 3x x 7x x 2x x 5x x 4x G&R havo B deel 1 3 Vergelijkingen en ongelijkheden C. von Schwartzenberg 1/12 TOETS VOORKENNIS

4.1 Cijfermateriaal. In dit getal komen zes nullen voor. Om deze reden geldt: = 10 6

Rekenboek 3 havo/vwo. Antwoorden NOORDHOFF UITGEVERS 2014 REKENBOEK 3 HAVO/VWO ANTWOORDEN 1

Paragraaf 5.1 : Frequentieverdelingen

Bij een tonnage van ton (over mijl) kost het 0,75 $/ton totale kosten ,75 = ($).

Statistiek: Herhaling en aanvulling

4.1 Procenten [1] In het linkerplaatje zijn 26 van de 100 vierkantjes rood gekleurd. 26 procent (26%) is nu rood. 26% betekent 26 van de 100.

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf

Checklist Wiskunde A HAVO HML

Steelbladdiagram In een steelbladdiagram staan alle leerlingen genoemd. Je kunt precies zien waar Wouter staat.

8.1 Centrum- en spreidingsmaten [1]

2 Data en datasets verwerken

sin( α + π) = sin( α) O (sin( x ) cos( x )) = sin ( x ) 2sin( x )cos( x ) + cos ( x ) = sin ( x ) + cos ( x ) 2sin( x )cos( x ) = 1 2sin( x )cos( x )

Gemiddelde: Het gemiddelde van een rij getallen is de som van al die getallen gedeeld door het aantal getallen.

x 2x x 4x x 1x x 8x x x 12 = 0 G&R vwo B deel 1 1 Vergelijkingen en ongelijkheden C. von Schwartzenberg 1/25

Blok 6A - Vaardigheden

x 0 2 y -1 0 x 0 1 y 2-1 y 3 4 y 0 2 G&R vwo A/C deel 1 2 Functies en grafieken C. von Schwartzenberg 1/15 1a 1b

n: x y = 0 x 0 2 x 0 1 x 0 1 x 0 4 y -6 0 y 1 0 y 0 1 y 2 0 p =. C. von Schwartzenberg 1/10

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven HAVO kan niet korter

18.1 Intro. ANTWOORDENBOEK Cijfers in orde 1. b 1366 c d 81 e 111 f g 20 miljoen h i 51,3 j 225

Hoofdstuk 8: De normale verdeling. 8.1 Centrum- en spreidingsmaten. Opgave 1:

5 T-shirts. (niet de tweede)

= cos245 en y P = sin245.

OEFENPROEFWERK HAVO A DEEL 2

Aardappelomzet in milj kg.

80 is het vaste bedrag. (moet je betalen onafhankelijk van het aantal km)

REKENEN TABELLEN LEZEN

Y = ax + b, hiervan is a de richtingscoëfficiënt (1 naar rechts en a omhoog), en b is het snijpunt met de y-as (0,b)

m: y = 0, 5x + 21 snijden met de x -as ( y = 0) 0 = 0, 5x , 5x = 21 x = 42. Snijpunt met x -as: (42, 0).

Vendorrating: statistische presentatiemiddelen

Antwoorden bij 4 - De normale verdeling vwo A/C (aug 2012)

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

(Voorlopige omschrijving.) Bedrag dat resteert nadat de exploitatiekosten betaald zijn.

extra sommen Statistiek en Kans

Docenten: Het viel me op dat in boek 2 vmbo alle ontbrekende theorie staat.( bijvoorbeeld beelddiagrammen)

Examen VWO. wiskunde A1. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Centrummaten en klassen vmbo-kgt34

Toets bij 2F Opgavenboekje rekenen 1

Boek 1 hoofdstuk 4 Havo 4 Statistiek.

Formules en grafieken Hst. 15

Centrummaten en klassen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Overzicht statistiek 5N4p

Blok 2 - Vaardigheden

Verhoudingen - Voorbeeldtoets bij 'Handig met getallen, 2', hoofdstuk 1

Veranderingen Antwoorden

Blok 6A - Vaardigheden

Eindexamen wiskunde A 1-2 havo I

STATISTIEK OEFENOPGAVEN

C. von Schwartzenberg 1/20. Toets voorkennis EXTRA: 3 Differentiëren op bladzijde 156 aan het einde van deze uitwerking.

Statistiek. Beschrijvende Statistiek Hoofdstuk 1 1.1, 1.2, 1.5, 1.6 lezen 1.3, 1.4 Les 1 Hoofdstuk 2 2.1, 2.3, 2.5 Les 2

1 a Partij is een kwalitatieve variabele, kindertal een kwantitatieve, discrete variabele. b,c

Grafieken, functies en verzamelingen. Eerst enkele begrippen. Grafiek. Assenstelsel. Oorsprong. Coördinaten. Stapgrootte.

Kern 1 Lineaire functies

Antwoorden Hoofdstuk 1 Verschillen

( ) 1. G&R vwo A deel 4 16 Toepassingen van de differentiaalrekening C. von Schwartzenberg 1/13 = =

9.0 Voorkennis. Bij samengestelde kansexperimenten maak je gebruik van de productregel.

S1 STATISTIEK. Tabellen & diagrammen Centrummaten & Spreiding

3 Cijfers in orde. Antwoorden- boekje. Met behulp van Excel. Stedelijk. Gymnasium. Nijmegen

Boek: A deel 1; A deel2; A deel 3 Hoofdstukken: 3, 5, 10

vavo Toets VWO Examenklas Periode: 1 Toetsduur: 180 minuten (echte toets 120 minuten) Toetscode PTA: T1 Constructeur: M.

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen....

Tussendoelen domein VERHOUDINGEN 38

EURO. waarde dikte in mm 0,01 1,67 0,02 1,67 0,05 1,67 0,10 1,93 0,20 2,14 0,50 2,36 1,00 2,33 2,00 2,10

Som 23 kan met 6665 en som 24 met Dus totaal gunstige uitkomsten.

De antwoorden op de Toets Verhoudingen zijn separaat op deze website opgenomen.

Compex wiskunde A1 vwo 2006-I

wiskunde A havo 2017-II

Examen HAVO. Wiskunde A1,2

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2004

Examen HAVO. wiskunde A1,2. tijdvak 1 woensdag 28 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2002-II

Noordhoff Uitgevers bv

8.0 Voorkennis ,93 NIEUW

bevolkingscijfers van 1 januari 2000 tot 31 december 2010

Uitwerkingen Functies en grafieken

2 Data en datasets verwerken

BESCHRIJVENDE STATISTIEK MET GEOGEBRA 4.0

Praktische opdracht Wiskunde Statistiek

GEGEVENS154LEERLINGEN

6 A: = 26 m 2 B: = 20 m 2 C:

2.1 Kennismaken met breuken Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd?

Noordhoff Uitgevers bv

4 De normale verdeling

Stoeien met Statistiek

Transcriptie:

C. von Schwartzenberg / a, %,% een toename van (ongeveer),% %.,9 (of de toename is %,% %),,9,9 b %,% een toename van (ongeveer),%. Het aantal fitnesscentra is dus procentueel minder toegenomen dan het aantal personen dat aan fitness doet. a %,9% een afname van (ongeveer),%. b 9 %,% een toename van (ongeveer),%., c %, %. d, (woningbranden). 9, = a b c d e a b c d W () %,9% een toename van (ongeveer),9%. W () W () % 9,% een afname van (ongeveer),%. W () W (,) %,% een toename van (ongeveer),%. W () W (,9) % 9,% een afname van (ongeveer),%. W () W (,) %,% een toename van (ongeveer),%. W (),,, (miljoen).,, =, OUD OUD =, (keer per jaar).,,, totaal =, totaal = =, (miljoen).,, %,% een toename van,%.,, a, %,% een afname van (ongeveer),%., b =, 9 OUD OUD = (liter per Nederlander) totaal Ans, 9 miljoen liter.,9 c d a b,,, (miljoen)., %, % een afname van (ongeveer),%., In 99 is aantal = (,) 9. In is aantal = ( +, ) 99. 99 %,% een toename van,%. 9 of NIEUW = (, ) OUD ( +, ), OUD dus een toename van (ongeveer),%., 99. of NIEUW =, (, ) ( +, ) 9. c In 99 is het gemiddelde aantal = 9. 99 In is het gemiddelde aantal = 99. 9 % 9% een toename van 9%. d =,9 totaal totaal = 9.,9 a + %,% een toename van (ongeveer),%. + b v + 9 =, ( 9 + 9) v 9. c + =, ( + m) + = + m m., Het aantal mannen onder de huisartsen in 99 bedraagt %,%. + d In waren er,, 9 mannelijke specialisten. In 99 waren er 9 + 9 specialisten en in waren er + specialisten. + %,% een toename van (ongeveer),%. 9 + 9

C. von Schwartzenberg / a b c,, =, een toename van (ongeveer), %.,,, een toename van (ongeveer),%.,, een toename van (ongeveer) 9%. 9a,, =, een toename van bijna %. 9b,, =, 9 nog maar 9, % van het oorspronkelijke bedrag. 9c 9d,,9 een toename van (ongeveer),9%. Dit is alleen maar juist als er evenveel jongens als meisjes in de klas zitten. Zitten er jongens en meisjes in de klas, dan hebben, +, = leerlingen een onvoldoende en dat is %,% van de klas. a, x = x = =, daarna met % verhogen., b, x = x =, daarna met (ongeveer), % verlagen., c schilderij :, 9 inkoop = inkoop = =, ( ).,9 schilderij :, inkoop = inkoop = = 99, 9 ( )., De inkoop is, + 99,9 =, ( ) en de verkoop is + = ( ) verlies. a, " gemiddelde uitgaven p. p. in 99" = ( ) " gemiddelde uitgaven p. p. in 99 " = 9 ( ).,, b, " totale inkomen 99 " =, (miljard ) " totale inkomen 99 " = = (miljard )., c " besteed aan vakanties in " =,, =, (miljard )., " totale inkomen " =, (miljard ).,, % 9,% een toename van (ongeveer) 9,%. a %,% een toename van (ongeveer),%. b 9 =, " totale areaal " " totale areaal " = 9 (ha)., c % %,%. % d e = 9 bedrijven (met minder dan ha) hebben samen, ha de gemiddelde grootte is, (ha). 9,% 9,% %,% dus in Gelderland,% meer dan in Overijssel. a %,%. b =, " eenmansbedrijven in 99" " eenmansbedrijven in 99" =., c,. d %,%., e = " aantal inwoners " = :,. " aantal inwoners " a Werkelijke uitgaven: %,% een toename van bijna %. 9, In % van het BNP: % 9,% een afname van ruim %., b, (miljoen). 9 c =, "BNP in " "BNP in " = (miljoen euro) (ongeveer) miljard euro., d, (miljoen euro).

C. von Schwartzenberg / 9, a, ( ). b " aantal inwoners " :. " aantal inwoners " = =, c. 99, d Aantal bioscoopzalen in :. 9, Bruto ontvangst per bioscoopzaal in is dus: ( ). a b c, %,% een toename van (ongeveer),%.,, 9, Bruto recette in :, ( /bezoeker); in :,9 ( /bezoeker).,9,, %,% een toename van (ongeveer),%.,9 Het lijndiagram bevat slechts één meting per jaar. (tussenliggende punten op de lijnstukjes hebben geen betekenis) a Zie het lijndiagram hiernaast. miljoen euro b 9. 9 c 9 ; 9 ; 9. 9 % %; 9 % %; 9 % %. 9 Zie het cirkeldiagram hiernaast Z 999 % jaar % % prijzengeld organisatiekosten naar Staatskas d Zie het stapeldiagram hiernaast. miljoen euro a b c d Staafdiagram. Lijndiagram. Lijndiagram of staafdiagram. Lijndiagram. prijzengeld organisatiekosten naar Staatskas e f g h Cirkeldiagram of staafdiagram. Cirkeldiagram of staafdiagram. Cirkeldiagram of staafdiagram. Cirkeldiagram of staafdiagram. 999 jaar 9a In 9: (het cirkeldiagram vind je hieronder) glas: %, %; papier: %, %; overige: %, %.,%, % In : (teken dit cirkeldiagram zelf in je schrift) GFT: 9 9 9 %, %; glas: % 9,%; papier: 99 9 99 %,% ; tuinafval: % 9,%; overige: %, %. (geen plaats meer voor het cirkeldiagram), % glas papier overige 9b Nee, want een vijf keer zo grote straal geeft een oppervlakte die keer zo groot is. De straal moet, keer zo groot genomen worden.

C. von Schwartzenberg / b r Enschede = (cm),. a, ( ) 9. c (cm), r Doesburg = 9,. a b c, r Epe =, (cm) en r Enkhuizen =, (cm) aantal inwoners van Epe = ( )., + Het aantal -ers in Epe is dus,., r Hunsel =, (cm) en r Enkhuizen =, (cm) aantal inwoners van Hunsel = ( )., -9 jaar in Hunsel:, en in Enkhuizen:,., %, % Hunsel heeft (ongeveer) 9% minder personen onder de jaar dan Enkhuizen., 9 =, "inw. Kerkrade" "inw. Kerkrade" = 9 Kerkrade (cm), r,,. a b c r 9 Azië = (cm),. d r 9 Noord-Amerika = (cm),., ( ) (miljoen)., =, " inwoners van Zuid - Amerika ", " inwoners van Zuid - Amerika " = (miljoen)., r Zuid-Amerika, (cm). a b r Gauss =, (cm) en r Pascal = (cm) het Pascal College telt ( ) 9 leerlingen., vwo-leerlingen op Gauss:, en op Pascal:, 9., 9 Dat is, keer zo veel., c " aantal vwo- leerlingen op Newton " =, en =, " aantal leerlingen op Newton " " aantal leerlingen op Newton " =. Dus r Newton,, (cm)., a De oppervlakte van de afgebeelde Telegraaf > de oppervlakte van de andere afgebeelde dagbladen samen. b a De verhoudingen van de oplagen is zowel in de lengte als in de breedte van de pictogrammen verwerkt. Zo ontstaat een vertekend beeld. De lengte (en de breedte) van het biljet van is keer zo groot als van het biljet van. b De oppervlakte van het biljet van is keer zo groot als van het biljet van een vertekend beeld. a Aantal fietsen in Spanje is = (miljoen)., b Aantal inwoners in Mexico is, = 9 (miljoen). c Aantal fietsen in Italië : aantal fietsen in Zuid-Korea = :, :.,, d Aantal fietsen per persoon in China : aantal fietsen per persoon in Zuid-Korea = : =, :.,, a De index in 999 is : 9. De index in is : 9. De index in is 9 : 9 99. De index in is 99 : 9. b De index in 999 is : 9. De index in is :. jaar 999 aantal 9 9 99 index index a In werden, aanhangwagens gestolen. b Van de in 99 gestolen aanhangwagens werden er, (,) niet teruggevonden. c Kijk waar de grafiek het steilst is in de periode 99-. d In 99 is het terugvindpercentage % tegenover % in verbetering. In 99 werden er,, van de gestolen aanhangwagens teruggevonden. In werden er, 9, teruggevonden slechter. e =, 9 " aantal gestolen aanhangwagens " " aantal gestolen aanhangwagens " =.,9 = index = :. index

C. von Schwartzenberg / 9 Voordeel van indexcijfers is dat je de relatieve stijging en daling direct in beeld hebt. Nadeel is dat je geen absolute getallen voor de winst hebt. a Kwantitatieve gegevens in de kolommen: gewicht in kg aantal keer spporten per week zakgeld per maand in euro's afstand huis-school in km omvang gezin Kwalitatieve gegevens in de kolommen: j/m bloedgroep soort vervoer naar school profiel b Vragen over kwantitatieve gegevens: wat is je lengte? hoeveel cd's koop je per jaar? hoeveel uur per dag kijk je tv? Vragen over kwalitatieve gegevens: welke kleur haar heb je? wat is je favoriete popgroep? wat is je politieke voorkeur? c De frequentie van de jongens is. a soort vervoer o.v. fiets lopend brommer frequentie c De hoek van de sector "bloedgroep AB" is. a Zie de frequentieverdeling hieronder. bc OMVANG GEZIN frequentie omvang gezin turven freq. rel. freq. (%) lll b /, llll ll / = llll llll 9 9/, llll /, 9 lll /, l /, d Minder dan : ( + )/ %, %. omvang gezin Minstens : (9 + + + )/ %,%. a c d a b c + + + + = (weken). b + = weken geen keer of één keer te laat. Dat is % = %. + + + = 9 keer was de bus te laat. Wouter is = keer met de bus geweest. In 9 %,% van de gevallen was de bus te laat. + + + + + + = (dagen). Totaal = pakken gecontroleerd, waarvan er + + + + + = te weinig gewicht. Dat is % =,%. Zie de rel. frequentiepolygoon hiernaast (gebruik de tabel hieronder). aantal pakken b bloedgroep A B AB frequentie rel. freq. (%) freq. c omvang gezin aantal keer per week rel. freq. (%) Elk waarnemingsgetal komt slechts één of twee of drie keer voor. a b c frequentie rel. freq. (%),,,, Zie de frequentieverdeling hiernaast. Zie het histogram naast de tabel. Zie de frequentiepolygoon hiernaast. (over het histogram getekend naast de tabel) zakgeld turven frequentie < < < < < < llll llll l llll l llll ll lll l aantal pakken freq. zakgeld ( )

C. von Schwartzenberg / rel. freq. (%) a Twee keer. (de vijven op de tweede regel) b Het kleinste bedrag is. c komt het vaakst voor. ( keer) d De klassen: < ; < ; < en < met rel. freq.:,9%;,9%;,% en,%. e Zie de relatieve frequentiepolygoon hiernaast. zakgeld ( ) a Zie de frequentieverdeling hieronder. b Zie het histogram hieronder. klasse turven freq. rel. freq. (%) < l < < < < < < < 9 llll llll llll llll llll llll llll ll llll llll llll llll ll l /, / = /, / = /, /, /, /, rel. freq. (%) rel. freq. (%) 9 som van de ogen 9a Zie de frequentieverdeling hieronder. 9b leeftijd freq. rel. freq. (%) < < < < < /9, / 9, / 9, /9,9 /9, frequentiedichtheid leeftijd a Klasse < heeft frequentiedichtheid =,. Klasse < heeft frequentiedichtheid =,. b Klasse < heeft frequentiedichtheid =,. Klasse < heeft frequentiedichtheid =,. Het gevraagde histogram vind je hiernaast. a De frequentiedichtheden zijn: =,; =,; =,; =,; =, en =,. Het gevraagde histogram vind je hieronder. b minuten De frequentiedichtheden per jaar zijn: = ; = ; = ; =,; =, en =,. Het gevraagde histogram staat hieronder. frequentiedichtheid, c frequentiedichtheid per jaar,,,,,,,,, leeftijd leeftijd a bruto-maandloon frequentiedichtheid per frequentiedichtheid per euro < < < < < < / = /, = / = 9 /, = / = / =, bruto-maandloon

C. von Schwartzenberg / b De breedte is eenheden ( = ). De hoogte is eenheden (aflezen in figuur.9). De oppervlakte is = eenheden (vrouwen). c d a Het totaal aantal vrouwen: + 9 + + + + =. (zie de derde kolom in de tabel hiernaast) Oververtegenwoordigd (in de meerderheid) zijn de vrouwen in de klassen tot een maandloon van. lengte in cm freq. cum. freq. rel. cum. freq. < < < < < < 9 9 9,%, %,%,% 9,% % bruto-maandloon klassenbreedte aantal vrouwen totaal % vrouwen b < < < < < < rel. cum. frequentie in % =, = 9 =, = = = N lengte in cm gram < < < 9 9 < < cum. freq. freq. cum. freq. 9 afstand (km) freq. cum. freq. < < < < < cum. freq. N 9 gram km Zie bijvoorbeeld de polygoon in opgave (hierboven). In de klasse < zitten leerlingen. De waarnemingen in deze klasse liggen verspreid tussen en km. Als het punt bij het klassenmidden, uitgezet zou zijn, zou het net lijken of alle leerlingen minder dan, km van de school zouden wonen. a Het pakket bestaat uit artikelen die ingedeeld zijn in (zie de punten in de figuur) prijsklassen. b Klasse < bij A bestaat uit 9 = en bij B uit = artikelen. c Minstens euro bij A bestaat uit 9 = en bij B uit = artikelen. d e A is het goedkoopst want zijn polygoon loopt in het begin (dus bij goedkope artikelen) steiler dan dat van B. Met figuur. maak je eerst een frequentieverdeling. prijs < < < < < < freq. rel. freq.,% % %, %,%,% rel. freq. (%) a In totaal maken leerlingen test I en test II. Het hoogst aantal punten ligt tussen en. b Test II minstens punten = leerlingen. Test I minstens, maar minder dan punten = leerlingen. c Test I was de eenvoudigste: weinig leerlingen met lage scores en veel leerlingen met hoge scores. prijs in centen

C. von Schwartzenberg / de Maak eerst een frequentieverdeling. (zie hieronder) test II punten test I test II test I < < < < < 9a Vijf dagen van : tot : gedurende = uur bijgehouden. Bij A en klanten lees je af % gedurende uur minder dan klanten. aantal punten 9b Bij B en klanten lees je af % gedurende = uur meer dan klanten. 9c Bij B en klanten lees je af % gedurende, =, dag. De bewering klopt niet, het kan hooguit, dag geweest zijn. 9d Met eerst een frequentieverdeling. klasse rel. cum. freq. rel. freq. freq. (uur) < < < < < % % % 9% % % % % % % 9e Bij B was het juist drukker: bij A zijn er gedurende % van de tijd tot klanten/uur en bij B zijn er gedurende % van de tijd tot klanten/uur. frequentie (uur) freq. klanten/uur a b c d Vraag is onduidelijk. Wat bedoelt men met veel? Van het woord "verbeterde" gaat al een suggestie uit. Vraag is onduidelijk vanwege de opeenstapeling van "niet", "onverstandig" en "weinig". Vragen moeten duidelijk zijn. Vragen moeten op één manier geïnterpreteerd kunnen worden. Vragen moeten leiden tot éénduidige antwoorden. Schriftelijk zijn meer mensen bereikbaar. (met een telefoon moet je nummers kennen en er moet opgenomen worden) Bij schriftelijke enquête is niet zeker of mensen zullen reageren en duurt het even voordat je resultaten hebt. Met proef-enquête de duidelijkheid van de vragen uit te testen en na te gaan of ze leiden tot eenduidig antwoord. Controle-vragen dienen om de betrouwbaarheid van de antwoorden te testen. a Huishoudens in je woonplaats. d De verschillende weekbladen. b De eindexamenkandidaten. e De lezers van diverse weekbladen. c De mensen die last hebben van hooikoorts. a b c d Niet aselect. Je vraagt alleen het "winkelpubliek" van de stad. (geen platteland-zieken-kinderen) Niet aselect. Vooral werkende bevolking die met de auto naar het werk gaan. (geen huisvrouwen-thuisblijvers-fietsers) De steekproef is niet voldoende groot. Niet aselect. Alleen toeristen die dat gebied bezoeken worden ondervraagd. a b c d e f g Wat voor soort vlekken is bekeken? Andere wasmiddelen verdrijven wellicht 99% van dezelfde vlekken. leerlingen van één schoolklas is geen representatieve steekproef voor de hele Nederlandse jeugd. In een nieuwbouwwijk wonen vaak andere mensen (jonger, meer welgesteld) dan in een oude stadskern. Er staat niet bij welke en hoeveel andere middelen getest zijn. Het is interessant te weten hoe de regenval over het jaar gespreid is. De artsen kunnen de brillen cadeau gekregen hebben, of schaffen om een andere reden (mode, status) zo'n bril aan. De levensduur van een fietsband hangt niet af van de gebruikte fietspomp. Stel er zitten x vissen in de vijver = x =. x

C. von Schwartzenberg 9/ a In de steekproef van de eerstejaars studenten presteren mannen slechter dan vrouwen. b Zowel bij de mannen als bij de vrouwen scoort % uit categorie gemiddelde eindlijst vwo toch onvoldoende. Uit de categorie gemiddelde eindlijst vwo < scoort zowel bij de mannen als de vrouwen % onvoldoende. Nu blijkt: onvoldoende studieresultaten heeft niets te maken met het geslacht maar wel met het gemiddelde. c Nee, in de steekproef zitten bij de mannen relatief meer mensen met een matige lijst. Zieke vissen zijn niet zo levendig als gezonde vissen en zullen daardoor beter te vangen zijn. Neem GR - practicum door. (zie aan het eind van deze uitwerkingen) Bij nummer hoort H en bij nummer hoort F. a Aantal codes is =. b e e Bij nummer hoort het artikel met code FN. (F is de letter en N de letter uit het alfabet) e e Bij nummer hoort het artikel met code PO. (P is de letter en O de letter uit het alfabet) 9a Een gelote steekproef zou niet-representatief kunnen uitvallen: de directie zou bijvoorbeeld over- of ondervertegenwoordigd kunnen zijn in de steekproef. 9b = directielid; = 9 uit de winkel en = 9 uit het magazijn. + =. Dus, mannen en (, ) vrouwen. leeftijd man vrouw < < en ouder,,,,,, Het aantal is nu + + + + + = 9. (welke categorie komt nu het dichtst bij de volgende hele?) Om aan een steekproeflengte van te komen kiezen we daarom nog een extra vrouw van <. Steekproeflengte is stapgrootte =. De systematische steekproef bestaat uit de personen met nummer:,,,,, 9,,, en. Diagnostische toets Da, = 9 ( ). Db, 9 = 9 ( ). Dc =, " omzet in maart " " omzet in maart " = 9 ( )., Dd, =, ( ). De =, " totale omzet in juni " " totale omzet in juni " = 9 ( )., Df,,,,, ( ) een toename van (ongeveer),%.

C. von Schwartzenberg / Da,, =, een toename van (ongeveer), %. Db, 9, 9 =, een afname van, %. Dc,, =, een toename van, %. Da r motor = (cm) en r personenauto =, (cm) aantal (mannen met een motorrijbewijs) is ( )., Db De hoek bij -9 jaar is (ongeveer) aantal is (ongeveer). Dc r vrouwen =,, (cm). Da Da oppervlakte frequentie freq.dichtheid per m < < < < < < < < / = / = / = / = 9 / = / =, / =, / =, Db klasse turven freq. rel. freq. (%) rel. cum. freq. (%), <,, < 9, 9, <,, <,, <, llll l llll llll lll ll / = / = / = / = / = Db rel. freq. in % Dc freq. Dd 9 freq.dichtheid per m rel. cum. freq. in % opp. in m ( ),, 9,,,, zuurstofgehalte,, 9,,,, zuurstofgehalte,, 9,,,, zuurstofgehalte Da Punt II is het drukst, want daar horen bij grotere aantallen auto's per minuut de hoogste frequenties. Db Punt I in % % = % van de tijd, minuten keer. Punt II in % % = % van de tijd, minuten keer. Dc Punt I in % % = % van de tijd, minuten keer. Punt II in % % = % van de tijd, minuten keer. Da Totaal zijn er + + + + + = leerlingen. onderbouw bovenbouw havo bovenbouw vwo jongens meisjes Db Steekproefomvang geeft stapgrootte,. De steekproef bestaat uit de nummers: (nummer eerst de leerlingen van no. tot en met no. ),, 9,,,, 9,,,,,,, en 9.

C. von Schwartzenberg / Gemengde opgaven. Beschrijvende statistiek Ga Zie het steel-bladdiagram hiernaast. Gb Zie de frequentieverdeling (eerste kolommen) hiernaast. Gc Zie de figuur hieronder (gebruik de linker verticale as). Gd Zie de figuur hieronder (gebruik de rechter verticale as). (zie de derde kolom voor de relatieve cumulatieve frequenties) frequentie rel. cum. freq. in % klasse freq. rel. cum. freq. (%) < < 9 9 < < < < < 9 9 < 9 /, /, /, 9 /, /, / 9, / 9, / = steel blad 9 9 9 9 9 N 9 9 jaarverbruik in m,,, Ga rb = r (meet de stralen), A Opp. cirkel B = ( ) Opp., cirkel A beroepsbevolking B = ( ) beroepsbevolking., A Voor A geldt: % van de beroepsbevolking is werkzaam in de industrie ( = mensen). Dat betekent dat A een beroepsbevolking heeft van = mensen., Dus de beroepsbevolking B = ( ) 9 mensen., Gb In A werken, = mensen in de landbouw; in B zijn dat, 9 mensen. Dat is % = % meer. Gc Voor C geldt: % van de beroepsbevolking is werkzaam in de industrie ( = mensen). Dat betekent dat C een beroepsbevolking heeft van = mensen. Dus de beroepsbevolking C = beroepsbevolking A = beroepsbevolking A. Opp. cirkel C = Opp. cirkel A rc = ra =, (cm), 9 (cm). Gd In C werken "niet in de industrie", = mensen. Hiervan werkt % % (een kwart in de landbouw) % (in de handel) = % in "overig". Dus in C werken, = mensen in de categorie "overig". Ge Opp. 9 9 9 cirkel samen = cirkel samen (cm) (cm) Opp. A. Dus r = r A =,,. A B C totaal industrie overig landbouw handel..9............ samen.9.... % % % % % % hoeken Hiernaast het gevraagde cirkeldiagram. (de straal moet, cm zijn; gebruik de tabel hiernaast) % HANDEL % INDUSTRIE Ga Er zijn + + + + + + = 9 pomphouders. Shell:, ; BP/Mobil:, 9 ; 9 9 Texaco:, 9; Esso:, ; 9 9 Total:, 9 ; Q:, en 9 9 Fina:,. (één is teveel naar boven afgerond, want) 9 + + 9 + + 9 + + = aantal voor Total wordt. % LANDBOUW % OVERIG

C. von Schwartzenberg / Gb De steekproeflengte is stapgrootte is =,. De steeproef bestaat uit de nummers,,,, 9,, en. Gc * Ga De absolute toename is 9 = 9. De relatieve toename is 9 % % %. Gb Oppervlaktediagram : oppervlaktediagram = : 9. Dus oppervlakte =, oppervlakte en r = r =,, (cm). 9 toneel cabaret muziek overige 9 9 9 % % % % % % (overige) % 9 9 % % % % % % (overige) % % % % % % % toneel cabaret muziek % % overige Gc Absoluut neemt het toneelbezoek toe (Jorrit) van (in ) naar (in ). Relatief neemt het af (Vera) van % % (in ) naar % % (in ). Ga Juli had dagen met minder dan uur zon. Augustus had = dagen met minstens dan uur zon. Juli had = dagen met minstens uur, maar minder dan uur zon. Gb De maand juli was het zonnigst,want hier komen de dagen met veel uren zonneschijn vaker voor. (zie ook Ge) Gc klasse freq. < < < < < < < < < 9 9 < Gd klasse freq. rel. freq. (%) < < < < < < < < < 9 9 < / 9, /, /, /, / = / 9, /, 9 /, /, / = freq. rel. freq. aantal uren zon per dag in juli aantal uren zon per dag in augustus

C. von Schwartzenberg / Ge Juli had, +, +, +, +, +, +, +, +, + 9, =, uren. Augustus had, +, +, +, +, +, +, +, =, uren. In juli en augustus dus totaal, +, = uren zon. Ga, jongens en, 9 9 meisjes doen economie. Dus er deden meer meisjes dan jongens economie. Gb, + 9, +, +, +, +, 9 + 9, +, +... +, +, = 9,. Bij precies vijf gekozen vakken naast Nederlands zou de som zijn. Dus 9,% van de meisjes deed een extra vak. Gc, jongens en, meisjes hadden spijt van economie., jongens en, meisjes hadden economie willen kiezen. + = jongens en + = meisjes zouden dan economie hebben. Dus nog steeds meer meisjes dan jongens zouden economie doen. G9a (, ) ( +, ) =,, =,. Dus toegenomen met %. G9b (,) ( +, ) =,, =,99. Dus,% meer. G9c (,) ( +,) =,, =, 99. Dus afgenomen met,%. Ga Zie de eerste berekening in de tabel hieronder. lengte in cm freq. freq.dichtheid per cm < < < < < 9 9 < / = / = 9 / = / = / = / = Gb Zie het gevraagde histogram hieronder. frequentiedichtheid per cm N 9 9 lengte in cm a TI-. Steekproef opzetten b c d a Een rij van acht toevalsgetallen uit,,,..., 99,. b Het keer werpen met een dobbelsteen. (niet zo handig omdat niet alle worpen op één scherm) Ga met > naar rechts