3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625.
|
|
- Tania Annemie Smeets
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog Absolute verandering = Aantal 2004 Aantal 1994 = = Relatieve verandering = Nieuw Oud Aantal 2004 Aantal % 100% Oud Aantal % 47,07% Let op: Een absolute verandering is altijd een aantal; Een relatieve verandering is altijd in procenten. 1
2 3.1 Procenten [1] Voorbeeld 1: In 2004 zijn 50 groentewinkels dicht gegaan. Hoeveel procent van het totaal is dit? Dicht % 100% 3,1% Totaal Voorbeeld 2: In 2004 is 3,1% van de groentewinkels dicht gegaan. Hoeveel groentewinkels zijn dit? 0,031 Totaal 2004 = 0, = 50 groentewinkels. Voorbeeld 3: Van alle speciaalzaken in 2004 is 13% een groentewinkel. Hoeveel speciaalzaken zijn er in 2004? Groentewinkels = 13% van het aantal speciaalzaken 1625 = 0,13 aantal speciaalzaken Aantal speciaalzaken = ,13 2
3 3.1 Procenten [1] Voorbeeld 4: In 2004 waren er speciaalzaken. Sinds 2002 is het aantal speciaalzaken afgenomen met 7%. Bereken hoeveel speciaalzaken er in 2002 waren. Aantal 2004 = 0,93 Aantal = 0,93 Aantal 2002 Aantal 2002 = ,93 Let op: Als het oude aantal bekend is, kun je met behulp van de gegeven toename (of afname) het nieuwe aantal uitrekenen: NIEUW = (1 + p/100) OUD Als het nieuwe aantal bekend is, kun je met behulp van de gegeven toename NIEUW (of afname) het oude aantal uitrekenen: OUD = p
4 3.1 Procenten [2] Afspraken bij procentberekeningen: Rond procenten af op één decimaal; Geef kleine geldbedragen in centen nauwkeurig; Rond tijdens de berekening zo weinig mogelijk tussentijds af; Geef gevraagde hoeveelheden in dezelfde nauwkeurigheid als de gegeven hoeveelheden; Lees de opgave GOED door. Voorbeeld: In 2004 was het aantal groentewinkels In 2005 nam het aantal winkels met 2,6% af. In 2006 was er nog eens een afname van 1,7%. Bereken het aantal groentewinkels aan het eind van 2006 Aantal winkels 2006 = 0,974 0,983 Aantal winkels 2006 = 0,974 0, = Let op: Hierboven is berekend zonder tussentijds af te ronden. 4
5 3.2 Grafische verwerking [1] Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: De lengte van de staven komt overeen met de hoeveelheid; De staven staan meestal los van elkaar; De volgorde van de staven hoeft niet altijd van belang te zijn. 2. Stapeldiagram (Samengesteld staafdiagram): De lengte van de staven komt overeen met de hoeveelheid; De staven staan meestal los van elkaar; De volgorde van de staven hoeft niet altijd van belang te zijn. 5
6 3.2 Grafische verwerking [1] Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 3. Lijndiagram Langs de horizontale as staat meestal de tijd; De opeenvolgende punten zijn verbonden door lijnstukken; Tussenliggende punten hebben geen betekenis; Je kunt indien nodig op de verticale as een scheurlijn gebruiken. 4. Cirkeldiagram Een cirkeldiagram brengt de relatieve verdeling in beeld; Bij een aandeel van p% hoort een sector met een hoek van 0,01p x
7 3.2 Grafische verwerking [1] Voorbeeld: 22% van de emissie van fijn stof in 2002 wordt veroorzaakt door de industrie. Bereken de hoek die bij de sector industrie hoort. Stap 1: Een cirkel is 360. Stap 2: Sector Industrie = 22% van 360 = 0, = 79,2 Let op: De vier hier genoemde diagrammen moet je kunnen aflezen en zelf kunnen maken. 7
8 3.2 Grafische verwerking [2] Hiernaast staan een tweetal cirkeldiagrammen. Deze diagrammen zijn ook oppervlaktediagrammen. Bij een oppervlaktediagram is de oppervlakte een maat voor de totale hoeveelheid. Wanneer oppervlaktediagram II k keer zo groot is als oppervlaktediagram I geldt: Oppervlakte II = k Oppervlakte I Straal II = k Straal I Als de oppervlakte van cirkeldiagram II 5 keer zo groot is als de oppervlakte van cirkeldiagram I, dan is de straal 5 keer zo groot; Als de straal van cirkeldiagram II 5 keer zo groot is als de straal van cirkeldiagram I, dan is de oppervlakte 5 5 = 25 keer zo groot. 8
9 3.2 Grafische verwerking [2] Voorbeeld 1: Aalsmeer had in inwoners. R aalsmeer = 2 cm. R coevorden = 2.5 cm. Bereken het aantal inwoners van Coevorden. Stap 1: Straal cirkel Coevorden = 2,5 cm; Straal cirkel Aalsmeer = 2 cm Stap 2: De straal van cirkel Coevorden is 2,5/2 = 1,25 keer zo groot als die van Aalsmeer; De oppervlakte van de cirkel Coevorden is 1,25 2 keer zo groot als die van Aalsmeer. Stap 3: Het aantal inwoners van Coevorden is: 1, =
10 3.2 Grafische verwerking [2] Voorbeeld 2: Apeldoorn heeft in inwoners. Bereken de straal van het cirkeldiagram Apeldoorn. Stap 1: Apeldoorn heeft inwoners; Aalsmeer heeft inwoners. Stap 2: Apeldoorn heeft dus / = 6,753 keer zoveel inwoners als Aalsmeer. Het cirkeldiagram Apeldoorn is 6,753 keer zo groot als het cirkeldiagram Aalsmeer. Stap 3: De straal van het cirkeldiagram Apeldoorn is dus 6,753 2,599 keer zo groot als die van het cirkeldiagram Aalsmeer. De straal is 2, ,20 cm. 10
11 3.2 Grafische verwerking [3] Gegevens kunnen ook weergegeven worden met een beelddiagram. Beelddiagrammen kunnen er verschillend uit zien: 11
12 3.2 Grafische verwerking [3] In de onderstaande tabel staat de winst van een tweetal bakkers: Bakkersland Bakkersgigant Om deze winsten beter met elkaar te kunnen vergelijken, maken we gebruik van indexcijfers. De winst in het jaar 2006 wordt voor beide bakkers gelijk gesteld aan 100. Winst Bakkersland 2007 = , Winst Bakkersgigant 2007 = ,
13 3.2 Grafische verwerking [3] In de onderstaande tabel staat de winst van een tweetal bakkers: Bakkersland Bakkersgigant Hieruit volgt de volgende tabel met indexcijfers: Bakkersland ,6 106,7 120 Bakkersgigant ,5 109,1 113,6 Procentueel gezien is de winst van Bakkersland in de jaren harder gestegen dan de winst van de Bakkersgigant. 13
14 3.3 Frequentieverdelingen [1] Kwantitatieve gegevens: gegevens, die een hoeveelheid uitdrukken; Gewicht, salaris, aantal kinderen, leeftijd. Kwalitatieve gegevens: gegevens, die een kenmerk (en dus geen hoeveelheid) uitdrukken. Bloedgroep, geslacht, merk auto, soort woning. Voorbeeld: Defecten per week Frequentie Een frequentietabel geeft aan hoe vaak een bepaalde gebeurtenis zich voordoet. De totale frequentie is = 62. In de tabel zijn alle mogelijke gebeurtenissen weergegeven. Er is nu sprake van een frequentieverdeling. 14
15 3.3 Frequentieverdelingen [1] Defecten per week Frequentie De gegevens uit de frequentietabel staan in het histogram rechts. Een histogram is een staafdiagram bij een frequentietabel met kwantitatieve gegevens op de horizontale as. De staven liggen tegen elkaar aan. 15
16 3.3 Frequentieverdelingen [1] Cijfer Frequentie De gegevens uit de frequentietabel staan in de frequentiepolygoon rechts. Er is nu gebruik gemaakt van absolute frequenties. Dit is een relatieve-frequentiepolygoon. Er is nu gebruik gemaakt van relatieve frequenties. Relatieve frequentie = frequentie tot. frequentie 100% 16
17 3.3 Frequentieverdelingen [2] Lengte (m) 1,50 - < 1,55 1,55 - < 1,60 1,60 - < 1,65 1,65 - < 1,70 1,70 -< 1,75 1,75 - < 1,80 1,80 - < 1,85 1,85 - < 1,90 Freq ,90 -< 1,95 Wanneer je een verzameling gegevens hebt, waarin vaak de frequentie 1 voorkomt, ga je de gegevens indelen in klassen. In dit voorbeeld is er een klassenindeling gemaakt met een klassenbreedte van 0,05 meter. Van de klassen 1,55 -< 1,60 zijn 1,55 en 1,60 de klassengrenzen. De gegevens zijn weergegeven in een frequentiepolygoon. De punten staan nu steeds in het midden van de klasse. 17
18 3.3 Frequentieverdelingen [2] Gegeven is de volgende reeks getallen: Deze kunnen geordend worden met een steel-bladdiagram: In de eerste kolom staan de tientallen; In de tweede kolom staan de eenheden; Het getal 45 komt drie keer voor, daarom staat in de rij met als steel 4, drie keer het blad 5. 18
19 3.3 Frequentieverdelingen [3] Afgelegde afstand in km (x 1000) Frequentie 0 -< < < < < Klassenbreedte In de bovenstaande tabel is de afstand weergegeven, die de bedrijfsauto s van een bedrijf hebben afgelegd. De klassenbreedte is nu niet voor elke klasse hetzelfde. Je kunt nu dus niet zomaar conclusies trekken over de verdeling van bovenstaande gegevens. Frequentiedichtheid van een klasse = frequentie van de klasse klassenbreedte 19
20 3.3 Frequentieverdelingen [3] Afgelegde afstand in km (x 1000) Frequentie Klassenbreedte Frequentiedichtheid 0 -< , < , < ,4 60 -< , < ,5 Met behulp van de frequentiedichtheid kun je nu de conclusie trekken dat de frequentiedichtheid het grootst is voor de klasse 35 -< 60. Dit is dus niet noodzakelijk de klasse met de grootste frequentie. Als je deze gegevens in een histogram zet, zijn niet alle staven even breed. 20
21 3.3 Frequentieverdelingen [3] Afgelegde afstand in km (x 1000) Frequentie Klassenbreedte Frequentiedichtheid per < ,5 20 -< , < < , < Een andere mogelijkheid om gegevens te vergelijken is het kiezen van een eenheid van klassenbreedte. Neem als eenheid van klassenbreedte 10. De klasse 60 -< 100 heeft dan een klassenbreedte van 40 : 10 = 4 De frequentie dichtheid per 10 van de klasse 60 -< 100 is dan 39/4 = 9,75 21
22 3.3 Frequentieverdelingen [4] Klasse Frequentie Cumulatieve frequentie Relatieve cumulatieve frequentie 1,50 -< 1, ,44% 1,55 -< 1, (10 + 4) 15,56% 1,60 -< 1, ( ) 28,89% 1,65 -< 1, ,67% 1,70 -< 1, ,44% 1,75 -< 1, ,67% 1,80 -< 1, % 1,85 -< 1, ,89% 1,90 -< 1, % De cumulatieve frequentie van een klasse krijg je door de frequentie van deze klasse en alle voorgaande klassen op te tellen; De relatieve cumulatieve frequentie van een klasse krijg je door de cumulatieve frequentie van deze klasse te delen door het aantal waarnemingen 100%. 22
23 3.3 Frequentieverdelingen [4] Als je de cumulatieve frequenties in een polygoon tekent, krijg je een cumulatief frequentiepolygoon. Op de horizontale as staan de klassen; Boven de rechtergrens van elke klasse wordt de cumulatieve frequentie gezet; Boven de linkergrens van de eerste klasse wordt de cumulatieve frequentie 0 gezet; Verbindt de punten door lijnstukjes. Als je de relatieve cumulatieve frequenties in een polygoon tekent, krijg je een relatief cumulatief frequentiepolygoon. 23
24 3.4 Steekproeven [1] Als bepaalde zaken onderzocht worden zoals: Het stemgedrag van de Nederlandse bevolking; Het beste soort wasmiddel; De kwaliteitscontrole van een product. Dan wordt gebruik gemaakt van een steekproef. Bij een steekproef wordt een selectie gemaakt uit de volledige groep (bijvoorbeeld personen Uit de Nederlandse bevolking wordt naar hun politieke voorkeur gevraagd). Op basis van deze selectie kunnen dan bepaalde conclusies getrokken worden. Een steekproef moet representatief zijn, om een juiste afspiegeling van de volledige groep (populatie) te zijn. 1) De steekproef moet voldoende groot zijn; (Er moeten voldoende mensen ondervraagd worden) 2) De steekproef moet aselect zijn. (Iedereen moet evenveel kans hebben om in de steekproef voor te komen) 24
25 3.4 Steekproeven [2] Voorbeeld gelote steekproef: Uit een groep van 200 personen, moeten er 10 gekozen worden. Schrijf de namen op 200 briefjes. Doe deze in een vaas en haal er hier vervolgens 10 uit. Algemeen: Elk element van de populatie heeft dezelfde kans om in de steekproef terecht te komen. Voorbeeld systematische steekproef: Uit een groep van 200 personen, moeten er 10 gekozen worden. Als toevalsgetal wordt 47 genomen. De stapgrootte is nu 200/10 = 20. Dit betekent dat de getallen gekozen worden. Algemeen: Er wordt één toevalsgetal gegenereerd. De andere steekproefelementen volgen hieruit door met vaste stappen door de gehele populatie te lopen. 25
26 3.4 Steekproeven [2] Voorbeeld gelaagde steekproef: Uit een groep van 200 personen, moeten er 10 gekozen worden. De groep bestaat uit 35 kinderen, 120 mensen tussen de 18 en 65 en 45 mensen boven de 65. Er worden nu , = 2 kinderen geselecteerd; Er worden nu Er worden nu , = 6 volwassenen geselecteerd; = 2 mensen boven de 65 geselecteerd. Algemeen: In een gelaagde steekproef komen de te onderscheiden groepen in dezelfde verhouding voor als in de gehele populatie. 26
27 3 Samenvatting Een absolute verandering is een verandering in aantallen: NIEUW OUD; Nieuw Oud Een relatieve verandering is een verandering in procenten: 100% Oud Gegevens kunnen op grafische wijze in een diagram worden weergegeven: Staafdiagram; Stapeldiagram; Lijndiagram; Cirkeldiagram; Voor een oppervlaktediagram geldt: Oppervlakte cirkel II = k Oppervlakte cirkel I dan Straal cirkel II = k Straal cirkel I Kwantitatieve gegevens drukken een hoeveelheid uit. Kwalitatieve gegevens drukken een kenmerk (en dus geen hoeveelheid) uit. 27
28 3 Samenvatting Met behulp van een frequentietabel kun je aangeven hoe vaak een bepaalde gebeurtenis zich voordoet. De gegevens uit de frequentietabel kun je zetten in: een frequentiepolygoon. Er is nu gebruik gemaakt van absolute frequenties. een relatief-frequentiepolygoon. Er is nu gebruik gemaakt van relatieve frequenties. Relatieve frequentie = frequentie tot. frequentie 100% Wanneer nodig deel je de gegevens in, in klassen: De klasse 1,55 -< 1,60 heeft een klassenbreedte van 0,05 meter. 1,55 en 1,60 zijn de klassengrenzen. 28
29 3 Samenvatting In een steel-bladdiagram staan: In de eerste kolom de tientallen; In de tweede kolom de eenheden. Frequentiedichtheid van klasse = frequentie van de klasse klassenbreedte Cumulatieve frequentie = tel de frequentie van de klasse en alle voorgaande klassen op (Grafisch weergeven in cumulatief frequentiepolygoon); Rrelatieve cumulatieve frequentie = Deel de cumulatieve frequentie van de klasse te delen door het aantal waarnemingen 100% (Grafisch weergeven in relatief cumulatief frequentiepolygoon). Een steekproef moet voldoende groot en aselect zijn (Representatief) Gelote steekproef; Gelaagde steekproef; Systematische steekproef. 29
5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:
5.0 Voorkennis Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: De lengte van de staven komt overeen met de hoeveelheid; De staven staan meestal los van
Nadere informatie5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:
5.0 Voorkennis Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: De lengte van de staven komt overeen met de hoeveelheid; De staven staan meestal los van
Nadere informatie4.1 Procenten [1] In het linkerplaatje zijn 26 van de 100 vierkantjes rood gekleurd. 26 procent (26%) is nu rood. 26% betekent 26 van de 100.
4.1 Procenten [1] In het linkerplaatje zijn 26 van de 100 vierkantjes rood gekleurd. 26 procent (26%) is nu rood. 26% betekent 26 van de 100. 26 26% = = 0,26 100 In het rechterplaatje zijn 80 van de 400
Nadere informatie4.1 Cijfermateriaal. In dit getal komen zes nullen voor. Om deze reden geldt: 1.000.000 = 10 6
Voorbeeld 1: 1 miljoen = 1.000.000 4.1 Cijfermateriaal In dit getal komen zes nullen voor. Om deze reden geldt: 1.000.000 = 10 6 Voorbeeld 2: 1 miljard = 1.000.000.000 In dit getal komen negen nullen voor.
Nadere informatieSamenvattingen 5HAVO Wiskunde A.
Samenvattingen 5HAVO Wiskunde A. Boek 1 H7, Boek 2 H7&8 Martin@CH.TUdelft.NL Boek 2: H7. Verbanden (Recht) Evenredig Verband ( 1) Omgekeerd Evenredig Verband ( 1) Hyperbolisch Verband ( 2) Machtsverband
Nadere informatieHavo A deel 1 H2 Statistiek - Samenvatting
Havo A deel 1 H2 Statistiek - Samenvatting Begrip 1. Staafdiagram Schetsje: zo ziet het er uit 2. Lijndiagram = polygoon 3. Cirkeldiagram = sectordidagram 4. Beeldiagram = pictogram 5. Stapeldiagram 6.
Nadere informatieSTATISTIEK. Een korte samenvatting over: Termen Tabellen Diagrammen
STATISTIEK Een korte samenvatting over: Termen Tabellen Diagrammen Modus De waarneming die het meeste voorkomt. voorbeeld 1: De waarnemingen zijn 2, 3, 4, 5, 5, 5, 6, 6, 7 en 8. De waarneming 5 komt het
Nadere informatieChecklist Wiskunde A HAVO 4 2014-2015 HML
Checklist Wiskunde A HAVO 4 2014-2015 HML 1 Hoofdstuk 1 Ik weet hoe je met procenten moet rekenen: procenten en breuken, percentage berekenen, toename en afname in procenten, rekenen met groeifactoren.
Nadere informatieGemiddelde: Het gemiddelde van een rij getallen is de som van al die getallen gedeeld door het aantal getallen.
Statistiek Modus De waarneming die het meeste voorkomt. voorbeeld 1: De waarnemingen zijn 2, 3, 4, 5, 5, 5, 6, 6, 7 en 8. De waarneming 5 komt het meeste (driemaal) voor, dus de modus is 5. (Kijk maar:
Nadere informatieAardgasbaten. (b) Teken bij 1996 een cirkeldiagram (c) Teken bij de tabel een vlakdiagram
1. In figuur 1 zie je gegevens over de aardgasbaten in Nederland gedurende de periode 1985-1994. Je ziet zowel een staafdiagram als een frequentiepolygoon. Aardgasbaten figuur 1 (a) In welk jaar is de
Nadere informatieHAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf
HAVO 4 wiskunde A Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf 1. rekenregels en verhoudingen Ik kan breuken vermenigvuldigen en delen. Ik ken
Nadere informatieY = ax + b, hiervan is a de richtingscoëfficiënt (1 naar rechts en a omhoog), en b is het snijpunt met de y-as (0,b)
Samenvatting door E. 1419 woorden 11 november 2013 6,1 14 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde A Getal en ruimte Lineaire formule A = 0.8t + 34 Er bestaat dan een lineair verband tussen A en t, de grafiek
Nadere informatieSteelbladdiagram In een steelbladdiagram staan alle leerlingen genoemd. Je kunt precies zien waar Wouter staat.
2.1.3 Representaties In de voorbeelden kijken we steeds naar gewicht. Je gaat daarna zelf kijken naar de informatie over lengte en cijfergemiddelde. Voor alle opgaven geldt dat je deze zowel in de DWO
Nadere informatie4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1]
4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1] Relatief frequentiepolygoon van de lengte van mannen in 1968 1 4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1] In dit plaatje is een frequentiepolygoon getekend.
Nadere informatieDOEN! - Praktische Opdracht Statistiek 4 Havo Wiskunde A
DOEN! - Praktische Opdracht Statistiek 4 Havo Wiskunde A Docentenhandleiding 1. Voorwoord Doel van de praktische opdracht bij het hoofdstuk over statistiek 1 : Het doel van de praktische opdracht (PO)
Nadere informatieNetwerk, 4 Havo D, uitwerkingen Hoofdstuk 1, Statistische verwerking 1
Netwerk, 4 Havo D, uitwerkingen Hoofdstuk, Statistische verwerking Hoofdstuk Statistische verwerking Kern Populatie en steekproef a In Derbroek vonden + 6 ondervraagden de overlast ernstig tot zeer ernstig.
Nadere informatieOverzicht statistiek 5N4p
Overzicht statistiek 5N4p EEB2 GGHM2012 Inhoud 1 Frequenties, absoluut en relatief... 3 1.1 Frequentietabel... 3 1.2 Absolute en relatieve frequentie... 3 1.3 Cumulatieve frequentie... 4 2 Centrum en spreiding...
Nadere informatieStatistiek: Herhaling en aanvulling
Statistiek: Herhaling en aanvulling 11 mei 2009 1 Algemeen Statistiek is de wetenschap die beschrijft hoe we gegevens kunnen verzamelen, verwerken en analyseren om een beter inzicht te krijgen in de aard,
Nadere informatie2 Data en datasets verwerken
Domein Statistiek en kansrekening havo A 2 Data en datasets verwerken 1 Data presenteren 1.3 Representaties In opdracht van: Commissie Toekomst Wiskunde Onderwijs 1 Data presenteren 1.1 Introductie In
Nadere informatieDEEL II DOEN! - Praktische opdracht statistiek WA- 4HAVO
DEEL II DOEN! - Praktische opdracht statistiek WA- 4HAVO Leerlingmateriaal 1. Doel van de praktische opdracht Het doel van deze praktische opdracht is om de theorie uit je boek te verbinden met de data
Nadere informatieHAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen....
HAVO 4 wiskunde A Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen.... 1. rekenregels en verhoudingen Ik kan breuken vermenigvuldigen en delen. Ik ken de rekenregel breuk Ik kan
Nadere informatieVendorrating: statistische presentatiemiddelen
pag.: 1 van 6 Vendorrating: statistische presentatiemiddelen Hieronder bespreken we in het kort een aantal verschillende presentatievormen waarmee we vendorratingresultaten op een duidelijke manier kunnen
Nadere informatie2.2 Verbanden tussen datarepresentaties
2.2 Verbanden tussen datarepresentaties 2.2.1 Introductie In paragraaf 1 heb je een hele reeks aan datarepresentaties leren kennen. In deze paragraaf leer je welke verbanden er tussen deze representaties
Nadere informatie1 Inleiding... 3. 2 Beelddiagram... 4 2.1 Wat is een beelddiagram... 4 2.2 Hoeveel heren en dames deden mee van Tata Steel en KLM?...
INHOUDSOPGAVE Vak: Wiskunde 1 Inleiding... 3 2 Beelddiagram... 4 2.1 Wat is een beelddiagram... 4 2.2 Hoeveel heren en dames deden mee van Tata Steel en KLM?... 4 3 Staafdiagram... 5 3.1 Wat is een staafdiagram...
Nadere informatie2 Data en datasets verwerken
Domein Statistiek en kansrekening havo A 2 Data en datasets verwerken 2 Verbanden tussen data representaties 2.4 Oefenen In opdracht van: Commissie Toekomst Wiskunde Onderwijs 2 Verbanden tussen data representaties
Nadere informatie2 Data en datasets verwerken
Domein Statistiek en kansrekening havo A 2 Data en datasets verwerken 1 Data presenteren 1.4 Oefenen In opdracht van: Commissie Toekomst Wiskunde Onderwijs 1.4 Oefenen Opgave 9 Bekijk de genoemde dataset
Nadere informatieParagraaf 5.1 : Frequentieverdelingen
Hoofdstuk 5 Beschrijvende statistiek (V4 Wis A) Pagina 1 van 7 Paragraaf 5.1 : verdelingen Les 1 Allerlei diagrammen = { Hoe vaak iets voorkomt } Relatief = { In procenten } Absoluut = { Echte getallen
Nadere informatieG&R vwo A/C deel 1 3 Beschrijvende statistiek C. von Schwartzenberg 1/ % 177,8% een toename van (ongeveer) 77,8% 80%.
C. von Schwartzenberg / a, %,% een toename van (ongeveer),% %.,9 (of de toename is %,% %),,9,9 b %,% een toename van (ongeveer),%. Het aantal fitnesscentra is dus procentueel minder toegenomen dan het
Nadere informatie2.1.4 Oefenen. d. Je ziet hier twee weegschalen. Wat is het verschil tussen beide als het gaat om het aflezen van een gewicht?
2.1.4 Oefenen Opgave 9 Bekijk de genoemde dataset GEGEVENS154LEERLINGEN. a. Hoe lang is het grootste meisje? En de grootste jongen? b. Welke lengtes komen het meeste voor? c. Is het berekenen van gemiddelden
Nadere informatie8.1 Centrum- en spreidingsmaten [1]
8.1 Centrum- en spreidingsmaten [1] Gegeven zijn de volgende 10 waarnemingsgetallen: 1, 3, 3, 3, 4, 5, 6, 8, 8, 9 Het gemiddelde is: De mediaan is het middelste waarnemingsgetal als de getallen naar grootte
Nadere informatieGrafieken, functies en verzamelingen. Eerst enkele begrippen. Grafiek. Assenstelsel. Oorsprong. Coördinaten. Stapgrootte.
Grafieken, functies en verzamelingen Eerst enkele begrippen Grafiek In een assenstelsel teken je een grafiek. Assenstelsel Een assenstelsel bestaat uit twee assen die elkaar snijden: een horizontale en
Nadere informatietabellen, grafieken en diagrammen
tabellen, grafieken en diagrammen vmbo Tabellen, grafieken en diagrammen CSWeetje VMBO 9 In het dagelijkse leven heb je te maken met informatie en gegevens. Op verschillende manieren kun je deze tegen
Nadere informatieOnderzoeksmethodiek LE: 2
Onderzoeksmethodiek LE: 2 3 Parameters en grootheden 3.1 Parameters Wat is een parameter? Een karakteristieke grootheid van een populatie Gem. gewicht van een 34-jarige man 3.2 Steekproefgrootheden Wat
Nadere informatieMETA-kaart domein - Exponentieel verband havo4 wiskunde A H=bxg^t
META-kaart domein - Exponentieel verband havo4 wiskunde A H=bxg^t Welk verband zie ik tussen de gegeven informatie en wat er gevraagd wordt? Wat heb ik nodig? Heb ik de gegevens uit de tekst gehaald? Welke
Nadere informatie9.0 Voorkennis. Bij samengestelde kansexperimenten maak je gebruik van de productregel.
9.0 Voorkennis Bij samengestelde kansexperimenten maak je gebruik van de productregel. Productregel: Voor de gebeurtenis G 1 bij het ene kansexperiment en de gebeurtenis G 2 bij het andere kansexperiment
Nadere informatie10.1 Berekeningen met procenten [1]
10.1 Berekeningen met procenten [1] Voorbeeld 1: Hoeveel is 48% van 560? Dit is 0,48 560 = 268,8 Voorbeeld 2: Een broek van het merk Replay kost normaal 129,-. Deze week is het uitverkoop en krijg je 35%
Nadere informatieAardappelomzet in milj kg.
PERIODE STATISTIEK, COMBINATORIEK, Lineaire en Exponentiele functies. Voor al deze opdrachten geldt dat het werken met EXCEL van harte wordt aanbevolen. OPDRACHT 1 Aardappelen Uit onderzoek van de LandbouwUniversiteit
Nadere informatieDocenten: Het viel me op dat in boek 2 vmbo alle ontbrekende theorie staat.( bijvoorbeeld beelddiagrammen)
Docenten: Voor mij is dit ook de eerste keer dat deze p.o. gebruikt wordt. Mijn bedoeling is een tussenstap van 2 vmbo statistiek naar PO statistiek PTA 3 vmbo. In het grote PO moeten de leerlingen zelf
Nadere informatieCentrummaten en klassen vmbo-kgt34
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 30 august 2017 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie https://maken.wikiwijs.nl/74220 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van
Nadere informatieWISKUNDE A HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0
WISKUNDE A HAVO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de
Nadere informatie(Voorlopige omschrijving.) Bedrag dat resteert nadat de exploitatiekosten betaald zijn.
pen analyseren verkoopcijfers UITWERKING begrip nettowinst brutowinstpercentage brutowinst brutowinst (Voorlopige.) Bedrag dat resteert nadat de exploitatiekosten betaald zijn. Percentage waarmee de inkoopprijs
Nadere informatieWISKUNDE C VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0
WISKUNDE C VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de
Nadere informatieCentrummaten en klassen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 12 April 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/74220 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein
Nadere informatieSamenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8
Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8 Samenvatting door N. 1410 woorden 6 januari 2013 5,4 13 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Getal en Ruimte 7.1 toenamediagrammen Interval
Nadere informatieKerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven HAVO kan niet korter
Voorbereidende opgaven HAVO Kerstvakantiecursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk
Nadere informatieS1 STATISTIEK. Tabellen & diagrammen Centrummaten & Spreiding
S1 STATISTIEK Tabellen & diagrammen Centrummaten & Spreiding TABELLEN & DIAGRAMMEN WELKE AUTO VIND JIJ HET MOOISTE? Kies 1,2,3,4 of 5 NUMMER 1 NUMMER 2 NUMMER 3 NUMMER 4 NUMMER 5 VERWERKING Tabel Cirkeldiagram
Nadere informatieGEGEVENS154LEERLINGEN
2.4.4 Oefenen Voorbeeld Bekijk de dataset GEGEVENS154LEERLINGEN nog een keer. Je wilt nagaan of leerlingen die wiskunde B kiezen beter waren in wiskunde in de onderbouw dan leerlingen die wiskunde A kiezen.
Nadere informatieextra sommen Statistiek en Kans
extra sommen Statistiek en Kans 1. Bepaal bij de volgende rijen de modus, de mediaan en het gemiddelde a. 1, 4, 2, 3, 5, 3, 6, 3 b. 12, 11, 13, 11, 12, 11, 12, 13, 11, 14, 75, 15 c. 1, 43, 12, 32, 43,
Nadere informatie8.0 Voorkennis ,93 NIEUW
8.0 Voorkennis Voorbeeld: In 2014 waren er 12.500 speciaalzaken. Sinds 2012 is het aantal speciaalzaken afgenomen met 7%. Bereken hoeveel speciaalzaken er in 2012 waren. Aantal 2014 = 0,93 Aantal 2012
Nadere informatieWisMon WisTaal. Wiskunde vaktaal. theorie & opgaven. havo/vwo
WisMon WisTaal havo/vwo theorie & opgaven Wiskunde vaktaal Inhoudsopgave Introductie. Legenda. 1. De vraag begrijpen. 1.1 Slim lezen... 6 1.2 Instructietaal... 9 Samengevat... 14 2. Getallen. 2.1 Getaleigenschappen..
Nadere informatiewaarde 0,01 0,02 0,05 0,10 0,20 0,50 1,00 2,00
EURO Vanaf 1 januari 2002 werden de munten en bankbiljetten van twaalf Europese landen vervangen door munten en bankbiljetten in euro. In de tabel hieronder staan de waarden van de euromunten aangegeven.
Nadere informatiegewicht in kg jongen/meisje aantal keer sporten per week bloedgroep zakgeld per maand in euro's
a G&R havo A deel Statistiek C. von Schwartzenberg / Kwantitatieve gegevens: (getallen waarmee je kunt rekenen) Kwalitatieve gegevens: gewicht in kg jongen/meisje aantal keer sporten per week bloedgroep
Nadere informatieExamenopgaven VMBO-KB 2004
Examenopgaven VMBO-KB 2004 2 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30 15.30 uur WISKUNDE CSE KB WISKUNDE VBO-MAVO-C Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn
Nadere informatieBESCHRIJVENDE STATISTIEK MET GEOGEBRA 4.0
? BESCHRIJVENDE STATISTIEK MET GEOGEBRA 4.0 R. Van Nieuwenhuyze Hoofdlector wiskunde, lerarenopleiding HUB, Brussel. Auteur Van Basis tot Limiet. roger.van.nieuwenhuyze@skynet.be Roger Van Nieuwenhuyze
Nadere informatie5 keer beoordeeld 4 maart Wiskunde H6, H7, H8 Samenvatting
4,4 Samenvatting door Syb 954 woorden 5 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Wiskunde Methode Getal en Ruimte Wiskunde H6, H7, H8 Samenvatting HOOFDSTUK 6 Procenten, Diagrammen en Kansrekening (10 en 100 zijn
Nadere informatie2 Data en datasets verwerken
Domein Statistiek en kansrekening havo A 2 Data en datasets verwerken 4 Twee groepen vergelijken 4.4 Oefenen In opdracht van: Commissie Toekomst Wiskunde Onderwijs 4.4 Oefenen Voorbeeld Bekijk de dataset
Nadere informatieMini-theorie vooraf. Beelddiagram In een beelddiagram zijn de hoeveelheden aangegeven met figuurtjes
Allereerst een goede raad - gebruik de HELP-functie van waar je kunt - sla regelmatig op - gebruik de functie "Ongedaan maken" (Ctrl+Z) als eerste redmiddel Mini-theorie vooraf Soorten grafieken Grafieken
Nadere informatie14.1 Kansberekeningen [1]
14.1 Kansberekeningen [1] Herhaling kansberekeningen: Somregel: Als de gebeurtenissen G 1 en G 2 geen gemeenschappelijke uitkomsten hebben geldt: P(G 1 of G 2 ) = P(G 1 ) + P(G 2 ) B.v. P(3 of 4 gooien
Nadere informatieSPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen
SPSS Introductiecursus Sanne Hoeks Mattie Lenzen Statistiek, waarom? Doel van het onderzoek om nieuwe feiten van de werkelijkheid vast te stellen door middel van systematisch onderzoek en empirische verzamelen
Nadere informatie2 Data en datasets verwerken
Domein Statistiek en kansrekening havo A 2 Data en datasets verwerken 3 Frequentieverdelingen typeren 3.6 Geïntegreerd oefenen In opdracht van: Commissie Toekomst Wiskunde Onderwijs 3 Frequentieverdelingen
Nadere informatieNiveauproef wiskunde voor AAV
Niveauproef wiskunde voor AAV Waarom? Voor wiskunde zijn er in AAV 3 modules: je legt een niveauproef af, zodat je op het juiste niveau kan starten. Er is de basismodule voor wie de rekenvaardigheden moet
Nadere informatie22-9-2010. Pieperproef. Praktische opdracht voor wiskunde Klas 2 Havo. 2H_Pieperonderzoek LEERLINGEN JvdB en HB.versie 2.0 1 van 8
Pieperproef Praktische opdracht voor wiskunde Klas 2 Havo 2H_Pieperonderzoek LEERLINGEN JvdB en HB.versie 2.0 1 van 8 Inhoudsopgave Benodigdheden blz. 3 Pieperonderzoek, De proef blz. 4 Uitwerking & Normering
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door M. 935 woorden 5 november 2014 7,9 5 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Kwantitatieve waarneming: waarnemen zonder
Nadere informatieWat betekent het twee examens aan elkaar te equivaleren?
Wat betekent het twee examens aan elkaar te equivaleren? Op grond van de principes van eerlijkheid en transparantie van toetsing mogen kandidaten verwachten dat het examen waarvoor ze opgaan gelijkwaardig
Nadere informatieHoofdstuk 2: Grafieken en formules
Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde
Nadere informatie2 Data en datasets verwerken
Domein Statistiek en kansrekening havo A 2 Data en datasets verwerken Inhoud 2.0 Data voor onderzoek 2.1 Data presenteren 2.2 Centrum en spreiding 2.3 Verdelingen typeren 2.4 Relaties 2.5 Overzicht In
Nadere informatieWorkshop Voor de verandering Studiedag NVvW 7 november 2015 Marjan Botke & Rob van Oord
Workshop Voor de verandering Studiedag NVvW 7 november 2015 Marjan Botke & Rob van Oord In de hand-out kun je de volgende zaken vinden: de werkbladen over snmarties die tijdens de studiedag gebruikt zijn
Nadere informatieDomein Statistiek en kansrekening havo A 2 Data en datasets verwerken
Domein Statistiek en kansrekening havo A 2 Data en datasets verwerken In opdracht van: Commissie Toekomst Wiskunde Onderwijs ctwo Utrecht 2009, SLO Utrecht 2014 Dit lesmateriaal is ontwikkeld in het kader
Nadere informatieREKENEN TABELLEN LEZEN
REKENEN TABELLEN LEZEN TABELLEN LEZEN DOEL: Je weet hoe je uit tabellen en verschillende soorten grafieken de juiste informatie kan halen. CELLEN, KOLOMMEN EN RIJEN Rij Cel of veld Kolom Deze tabel heeft
Nadere informatieFactor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen.
Samenvatting door een scholier 1569 woorden 23 juni 2017 5,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Moderne wiskunde Wiskunde H1 t/m H5 Hoofdstuk 1 Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet
Nadere informatieLeerlijnen groep 7 Wereld in Getallen
Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen 1 2 REKENEN Boek 7a: Blok 1 - week 1 in geldcontext 2 x 2,95 = / 4 x 2,95 = Optellen en aftrekken tot 10.000 - ciferend; met 2 of 3 getallen 4232 + 3635 + 745 = 1600
Nadere informatie4900 snelheid = = 50 m/s Grootheden en eenheden. Havo 4 Hoofdstuk 1 Uitwerkingen
1.1 Grootheden en eenheden Opgave 1 a Kwantitatieve metingen zijn metingen waarbij je de waarneming uitdrukt in een getal, meestal met een eenheid. De volgende metingen zijn kwantitatief: het aantal kinderen
Nadere informatieInleiding tot de meettheorie
Inleiding tot de meettheorie Meten is het toekennen van cijfers aan voorwerpen. Koeien Koeien in een kudde, studenten in een auditorium, mensen met een bepaalde stoornis, leerlingen met meer dan 15 in
Nadere informatie2.3 Frequentieverdelingen typeren
2.3 Frequentieverdelingen typeren 2.3.1 Introductie Kijkend naar een datarepresentatie valt meestal al snel op hoe de verdeling van de tellingen/frequenties over de verschillende waarden eruitziet. Zitten
Nadere informatieBijlage bij Eindverslag van de Nomenclatuurcommissie Wiskunde september 2007
Bijlage bij Eindverslag van de Nomenclatuurcommissie Wiskunde september 2007 zie havo vwo aantonen 1 aanzicht absolute waarde afgeleide (functie) notatie met accent: bijvoorbeeld f'(x), f' notatie met
Nadere informatieExamen VBO-MAVO-C. Wiskunde
Wiskunde Examen VBO-MAVO-C Voorbereidend Beroeps Onderwijs Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 24 mei 13.30 15.30 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het
Nadere informatie2. In de klassen 2A en 2B is een proefwerk gemaakt. Je ziet de resultaten in de frequentietabel. 2A 2B
1. (a) Bereken het gemiddelde salaris van de werknemers in de tabel hiernaast. (b) Bereken ook het mediale salaris. (c) Hoe groot is het modale salaris hier? salaris in euro s aantal werknemers 15000 1
Nadere informatieHoofdstuk 2 De normale verdeling. Kern 1 Normale verdelingen. 1 a
Hoofdstuk De normale verdeling Kern Normale verdelingen a percentage 30 0 0 57 6 67 7 77 8 87 9 97 0 07 De polygoon heeft een klokvorm. b In totaal is 0, + 0,9 + 3,3 +,0 +,3 + 7,3= 50,5 procent van de
Nadere informatieAlleen deze bladen inleveren! Let op je naam, studentnummer en klas
Naam: Studentnummer: Klas/groep: HvA-HES Amsterdam, Fraijlemaborg 133, 1102 CV Amsterdam Postbus 22575, 1100 DB Amsterdam Nummer Studiegids: Code onderwijseenheid: Opleidingen: 1012_KM1-T1 KM1VPAFE01 Toets
Nadere informatieMeten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren.
1 Meten en verwerken 1.1 Meten Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren. Grootheden/eenheden Een
Nadere informatieSamenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen
Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen Samenvatting door een scholier 2378 woorden 4 juni 2005 5,1 222 keer beoordeeld Vak Wiskunde Gelijkvormigheid Bij vergroten of verkleinen van een figuur worden
Nadere informatieTIP 10: ANALYSE VAN DE CIJFERS
TOETSTIP 10 oktober 2011 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouw- baarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 10: ANALYSE VAN DE CIJFERS Wie les geeft, botst automatisch
Nadere informatieG&R vwo A/C deel 2 8 De normale verdeling C. von Schwartzenberg 1/14. 3a 1 2
G&R vwo A/C deel 8 De normale verdeling C. von Schwartzenberg 1/14 1a Gemiddelde startgeld x = 1 100000 + 4 4000 + 3000 = 13100 dollar. 10 1b Het gemiddelde wordt sterk bepaald door de uitschieter van
Nadere informatieStatistiek inleiding 2 mavo
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres J van Remoortere 06 december 2013 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/47815 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.
Nadere informatieKennemer College Beroepsgericht Programma van Toetsing en Afsluiting schooljaar Proefwerk 60 min 3 Ja Schriftelijk.
Kennemer College Beroepsgericht Programma van Toetsing en Afsluiting schooljaar 2017 2018 Wiskunde 3 Basis Periode Wat moet je kennen en kunnen? (deel)taken Toets-vorm Duur Weging Herkan sing Wijze van
Nadere informatiePraktische opdracht Wiskunde Statistiek
Praktische opdracht Wiskunde Statistiek Praktische-opdracht door R. 3948 woorden 5 december 2016 2,8 3 keer beoordeeld Vak Wiskunde Scoreformulier: Statistisch onderzoek havo 4 wiskunde A Namen groepsleden:
Nadere informatieBoek 1 hoofdstuk 4 Havo 4 Statistiek.
Samenvatting statistiek havo4 boek 1 H4 Centrummaten: Modus (modaal) = wat het vaakst voorkomt, zowel kwalitatief als kwantitatief Mediaan = het middelste getal, in een rij getallen die op volgorde staat
Nadere informatie4 HAVO wiskunde A HOOFDSTUK voorkennis 1. soorten verdelingen 2. de normale verdeling 3. betrouwbaarheidsintervallen 4. groepen en kenmerken
4 HAVO wiskunde A HOOFDSTUK 6 0. voorkennis 1. soorten verdelingen 2. de normale verdeling 3. betrouwbaarheidsintervallen 4. groepen en kenmerken 0. voorkennis Centrum- en spreidingsmaten Centrummaten:
Nadere informatieLeerstofplanning. 3 vmbo-k
Leerstofplanning 3 vmbo-k Inhoud 3 vmbo-k deel 1 1 Kijken in ruimtefiguren Bij kaart: schaal, hemelsbreed en werkelijke afstand(vuistregels), hoogtelijnen op kaart, verticale doorsnede bij hoogtekaart,
Nadere informatieHoe verwerk je gegevens met de Grafische Rekenmachine?
Hoe verwerk je gegevens met de Grafische Rekenmachine? Heb je een tabel met alleen gegevens? Kies STAT EDIT Vul L 1 met je gegevens (als de lijst niet leeg is, ga je met de pijltjes helemaal naar boven,
Nadere informatievoorbeeldexamenopgaven statistiek wiskunde A havo
voorbeeldexamenopgaven statistiek wiskunde A havo FORMULEBLAD Vuistregels voor de grootte van het verschil van twee groepen 2 2 kruistabel a c b d, met phi = ad bc ( a+ b)( a+ c)( b+ d)( c+ d) als phi
Nadere informatieWiskunde Sta-s-ek LJ3P4
Wiskunde Sta-s-ek LJ3P4 Sta-s-ek en misleiding 1. manipula-e van gegevens 2. manipula-e van conclusies Aselect Representa,ef (opbouw) Representa,ef (aantal) Vraagstelling Ankereffect Getallen of % Oorzaak
Nadere informatieExamen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 19 mei 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-KB 2016 tijdvak 1 donderdag 19 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 75 punten te behalen.
Nadere informatie1 E NKELE STATISTISCHE BEGRIPPEN
1 E NKELE STATISTISCHE BEGRIPPEN 1 1.1 Een statistisch onderzoek Als we goed willen uitleggen wat statistiek precies inhoudt, is het nodig eerst enkele begrippen te verduidelijken. We doen dit aan de hand
Nadere informatiePracticum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag
Practicum algemeen 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag 1 Diagrammen maken Onafhankelijke grootheid en afhankelijke grootheid In veel experimenten wordt
Nadere informatieA. Week 1: Introductie in de statistiek.
A. Week 1: Introductie in de statistiek. Populatie en steekproef. In dit vak leren we de basis van de statistiek. In de statistiek probeert men erachter te komen hoe we de populatie het beste kunnen observeren.
Nadere informatieSTOF VOOR SCHOOLEXAMEN 5
STOF VOOR SCHOOLEXAMEN 5 Nederlands Hoofdstuk 1 en 2. Lezen Taalverzorging en woordenschat Grammatica en spelling Schrijfopdracht (artikel) Groene boekje (lessen 19 t/m 27) Geldt voor alle niveaus. Engels
Nadere informatieEindexamen wiskunde A1 vwo 2007-I
Beoordelingsmodel Restzetels maximumscore 4 5 329 + 9080 + 875 = 33 60 33 60 stemmen is minder dan de helft van 67 787 stemmen 0 + 5 + 5 = 20 20 zetels is meer dan de helft van 39 zetels 2 maximumscore
Nadere informatieSamenvatting Wiskunde B Leerboek 1 examenstof
Samenvatting Wiskunde B Leerboek 1 examenst Samenvatting door een scholier 1925 woorden 2 mei 2003 5,4 123 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde B Getal en ruimte Wiskunde boek 1. Hodstuk 1. Procenten.
Nadere informatieKennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2.
Rekenrijk doelen groep 1 en 2 De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2. Aantallen kunnen tellen De kinderen kunnen kleine aantallen tellen. De kinderen kunnen eenvoudige
Nadere informatie