G&R vwo A/C deel 1 3 Beschrijvende statistiek C. von Schwartzenberg 1/ % 177,8% een toename van (ongeveer) 77,8% 80%.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "G&R vwo A/C deel 1 3 Beschrijvende statistiek C. von Schwartzenberg 1/ % 177,8% een toename van (ongeveer) 77,8% 80%."

Transcriptie

1 C. von Schwartzenberg / a, %,% een toename van (ongeveer),% %.,9 (of de toename is %,% %),,9,9 b %,% een toename van (ongeveer),%. Het aantal fitnesscentra is dus procentueel minder toegenomen dan het aantal personen dat aan fitness doet. a %,9% een afname van (ongeveer),%. b 9 %,% een toename van (ongeveer),%., c %, %. d, (woningbranden). 9, = a b c d e a b c d W () %,9% een toename van (ongeveer),9%. W () W () % 9,% een afname van (ongeveer),%. W () W (,) %,% een toename van (ongeveer),%. W () W (,9) % 9,% een afname van (ongeveer),%. W () W (,) %,% een toename van (ongeveer),%. W (),,, (miljoen).,, =, OUD OUD =, (keer per jaar).,,, totaal =, totaal = =, (miljoen).,, %,% een toename van,%.,, a, %,% een afname van (ongeveer),%., b =, 9 OUD OUD = (liter per Nederlander) totaal Ans, 9 miljoen liter.,9 c d a b,,, (miljoen)., %, % een afname van (ongeveer),%., In 99 is aantal = (,) 9. In is aantal = ( +, ) %,% een toename van,%. 9 of NIEUW = (, ) OUD ( +, ), OUD dus een toename van (ongeveer),%., 99. of NIEUW =, (, ) ( +, ) 9. c In 99 is het gemiddelde aantal = In is het gemiddelde aantal = % 9% een toename van 9%. d =,9 totaal totaal = 9.,9 a + %,% een toename van (ongeveer),%. + b v + 9 =, ( 9 + 9) v 9. c + =, ( + m) + = + m m., Het aantal mannen onder de huisartsen in 99 bedraagt %,%. + d In waren er,, 9 mannelijke specialisten. In 99 waren er specialisten en in waren er + specialisten. + %,% een toename van (ongeveer),%

2 C. von Schwartzenberg / a b c,, =, een toename van (ongeveer), %.,,, een toename van (ongeveer),%.,, een toename van (ongeveer) 9%. 9a,, =, een toename van bijna %. 9b,, =, 9 nog maar 9, % van het oorspronkelijke bedrag. 9c 9d,,9 een toename van (ongeveer),9%. Dit is alleen maar juist als er evenveel jongens als meisjes in de klas zitten. Zitten er jongens en meisjes in de klas, dan hebben, +, = leerlingen een onvoldoende en dat is %,% van de klas. a, x = x = =, daarna met % verhogen., b, x = x =, daarna met (ongeveer), % verlagen., c schilderij :, 9 inkoop = inkoop = =, ( ).,9 schilderij :, inkoop = inkoop = = 99, 9 ( )., De inkoop is, + 99,9 =, ( ) en de verkoop is + = ( ) verlies. a, " gemiddelde uitgaven p. p. in 99" = ( ) " gemiddelde uitgaven p. p. in 99 " = 9 ( ).,, b, " totale inkomen 99 " =, (miljard ) " totale inkomen 99 " = = (miljard )., c " besteed aan vakanties in " =,, =, (miljard )., " totale inkomen " =, (miljard ).,, % 9,% een toename van (ongeveer) 9,%. a %,% een toename van (ongeveer),%. b 9 =, " totale areaal " " totale areaal " = 9 (ha)., c % %,%. % d e = 9 bedrijven (met minder dan ha) hebben samen, ha de gemiddelde grootte is, (ha). 9,% 9,% %,% dus in Gelderland,% meer dan in Overijssel. a %,%. b =, " eenmansbedrijven in 99" " eenmansbedrijven in 99" =., c,. d %,%., e = " aantal inwoners " = :,. " aantal inwoners " a Werkelijke uitgaven: %,% een toename van bijna %. 9, In % van het BNP: % 9,% een afname van ruim %., b, (miljoen). 9 c =, "BNP in " "BNP in " = (miljoen euro) (ongeveer) miljard euro., d, (miljoen euro).

3 C. von Schwartzenberg / 9, a, ( ). b " aantal inwoners " :. " aantal inwoners " = =, c. 99, d Aantal bioscoopzalen in :. 9, Bruto ontvangst per bioscoopzaal in is dus: ( ). a b c, %,% een toename van (ongeveer),%.,, 9, Bruto recette in :, ( /bezoeker); in :,9 ( /bezoeker).,9,, %,% een toename van (ongeveer),%.,9 Het lijndiagram bevat slechts één meting per jaar. (tussenliggende punten op de lijnstukjes hebben geen betekenis) a Zie het lijndiagram hiernaast. miljoen euro b 9. 9 c 9 ; 9 ; 9. 9 % %; 9 % %; 9 % %. 9 Zie het cirkeldiagram hiernaast Z 999 % jaar % % prijzengeld organisatiekosten naar Staatskas d Zie het stapeldiagram hiernaast. miljoen euro a b c d Staafdiagram. Lijndiagram. Lijndiagram of staafdiagram. Lijndiagram. prijzengeld organisatiekosten naar Staatskas e f g h Cirkeldiagram of staafdiagram. Cirkeldiagram of staafdiagram. Cirkeldiagram of staafdiagram. Cirkeldiagram of staafdiagram. 999 jaar 9a In 9: (het cirkeldiagram vind je hieronder) glas: %, %; papier: %, %; overige: %, %.,%, % In : (teken dit cirkeldiagram zelf in je schrift) GFT: %, %; glas: % 9,%; papier: %,% ; tuinafval: % 9,%; overige: %, %. (geen plaats meer voor het cirkeldiagram), % glas papier overige 9b Nee, want een vijf keer zo grote straal geeft een oppervlakte die keer zo groot is. De straal moet, keer zo groot genomen worden.

4 C. von Schwartzenberg / b r Enschede = (cm),. a, ( ) 9. c (cm), r Doesburg = 9,. a b c, r Epe =, (cm) en r Enkhuizen =, (cm) aantal inwoners van Epe = ( )., + Het aantal -ers in Epe is dus,., r Hunsel =, (cm) en r Enkhuizen =, (cm) aantal inwoners van Hunsel = ( )., -9 jaar in Hunsel:, en in Enkhuizen:,., %, % Hunsel heeft (ongeveer) 9% minder personen onder de jaar dan Enkhuizen., 9 =, "inw. Kerkrade" "inw. Kerkrade" = 9 Kerkrade (cm), r,,. a b c r 9 Azië = (cm),. d r 9 Noord-Amerika = (cm),., ( ) (miljoen)., =, " inwoners van Zuid - Amerika ", " inwoners van Zuid - Amerika " = (miljoen)., r Zuid-Amerika, (cm). a b r Gauss =, (cm) en r Pascal = (cm) het Pascal College telt ( ) 9 leerlingen., vwo-leerlingen op Gauss:, en op Pascal:, 9., 9 Dat is, keer zo veel., c " aantal vwo- leerlingen op Newton " =, en =, " aantal leerlingen op Newton " " aantal leerlingen op Newton " =. Dus r Newton,, (cm)., a De oppervlakte van de afgebeelde Telegraaf > de oppervlakte van de andere afgebeelde dagbladen samen. b a De verhoudingen van de oplagen is zowel in de lengte als in de breedte van de pictogrammen verwerkt. Zo ontstaat een vertekend beeld. De lengte (en de breedte) van het biljet van is keer zo groot als van het biljet van. b De oppervlakte van het biljet van is keer zo groot als van het biljet van een vertekend beeld. a Aantal fietsen in Spanje is = (miljoen)., b Aantal inwoners in Mexico is, = 9 (miljoen). c Aantal fietsen in Italië : aantal fietsen in Zuid-Korea = :, :.,, d Aantal fietsen per persoon in China : aantal fietsen per persoon in Zuid-Korea = : =, :.,, a De index in 999 is : 9. De index in is : 9. De index in is 9 : De index in is 99 : 9. b De index in 999 is : 9. De index in is :. jaar 999 aantal index index a In werden, aanhangwagens gestolen. b Van de in 99 gestolen aanhangwagens werden er, (,) niet teruggevonden. c Kijk waar de grafiek het steilst is in de periode 99-. d In 99 is het terugvindpercentage % tegenover % in verbetering. In 99 werden er,, van de gestolen aanhangwagens teruggevonden. In werden er, 9, teruggevonden slechter. e =, 9 " aantal gestolen aanhangwagens " " aantal gestolen aanhangwagens " =.,9 = index = :. index

5 C. von Schwartzenberg / 9 Voordeel van indexcijfers is dat je de relatieve stijging en daling direct in beeld hebt. Nadeel is dat je geen absolute getallen voor de winst hebt. a Kwantitatieve gegevens in de kolommen: gewicht in kg aantal keer spporten per week zakgeld per maand in euro's afstand huis-school in km omvang gezin Kwalitatieve gegevens in de kolommen: j/m bloedgroep soort vervoer naar school profiel b Vragen over kwantitatieve gegevens: wat is je lengte? hoeveel cd's koop je per jaar? hoeveel uur per dag kijk je tv? Vragen over kwalitatieve gegevens: welke kleur haar heb je? wat is je favoriete popgroep? wat is je politieke voorkeur? c De frequentie van de jongens is. a soort vervoer o.v. fiets lopend brommer frequentie c De hoek van de sector "bloedgroep AB" is. a Zie de frequentieverdeling hieronder. bc OMVANG GEZIN frequentie omvang gezin turven freq. rel. freq. (%) lll b /, llll ll / = llll llll 9 9/, llll /, 9 lll /, l /, d Minder dan : ( + )/ %, %. omvang gezin Minstens : ( )/ %,%. a c d a b c = (weken). b + = weken geen keer of één keer te laat. Dat is % = % = 9 keer was de bus te laat. Wouter is = keer met de bus geweest. In 9 %,% van de gevallen was de bus te laat = (dagen). Totaal = pakken gecontroleerd, waarvan er = te weinig gewicht. Dat is % =,%. Zie de rel. frequentiepolygoon hiernaast (gebruik de tabel hieronder). aantal pakken b bloedgroep A B AB frequentie rel. freq. (%) freq. c omvang gezin aantal keer per week rel. freq. (%) Elk waarnemingsgetal komt slechts één of twee of drie keer voor. a b c frequentie rel. freq. (%),,,, Zie de frequentieverdeling hiernaast. Zie het histogram naast de tabel. Zie de frequentiepolygoon hiernaast. (over het histogram getekend naast de tabel) zakgeld turven frequentie < < < < < < llll llll l llll l llll ll lll l aantal pakken freq. zakgeld ( )

6 C. von Schwartzenberg / rel. freq. (%) a Twee keer. (de vijven op de tweede regel) b Het kleinste bedrag is. c komt het vaakst voor. ( keer) d De klassen: < ; < ; < en < met rel. freq.:,9%;,9%;,% en,%. e Zie de relatieve frequentiepolygoon hiernaast. zakgeld ( ) a Zie de frequentieverdeling hieronder. b Zie het histogram hieronder. klasse turven freq. rel. freq. (%) < l < < < < < < < 9 llll llll llll llll llll llll llll ll llll llll llll llll ll l /, / = /, / = /, /, /, /, rel. freq. (%) rel. freq. (%) 9 som van de ogen 9a Zie de frequentieverdeling hieronder. 9b leeftijd freq. rel. freq. (%) < < < < < /9, / 9, / 9, /9,9 /9, frequentiedichtheid leeftijd a Klasse < heeft frequentiedichtheid =,. Klasse < heeft frequentiedichtheid =,. b Klasse < heeft frequentiedichtheid =,. Klasse < heeft frequentiedichtheid =,. Het gevraagde histogram vind je hiernaast. a De frequentiedichtheden zijn: =,; =,; =,; =,; =, en =,. Het gevraagde histogram vind je hieronder. b minuten De frequentiedichtheden per jaar zijn: = ; = ; = ; =,; =, en =,. Het gevraagde histogram staat hieronder. frequentiedichtheid, c frequentiedichtheid per jaar,,,,,,,,, leeftijd leeftijd a bruto-maandloon frequentiedichtheid per frequentiedichtheid per euro < < < < < < / = /, = / = 9 /, = / = / =, bruto-maandloon

7 C. von Schwartzenberg / b De breedte is eenheden ( = ). De hoogte is eenheden (aflezen in figuur.9). De oppervlakte is = eenheden (vrouwen). c d a Het totaal aantal vrouwen: =. (zie de derde kolom in de tabel hiernaast) Oververtegenwoordigd (in de meerderheid) zijn de vrouwen in de klassen tot een maandloon van. lengte in cm freq. cum. freq. rel. cum. freq. < < < < < < 9 9 9,%, %,%,% 9,% % bruto-maandloon klassenbreedte aantal vrouwen totaal % vrouwen b < < < < < < rel. cum. frequentie in % =, = 9 =, = = = N lengte in cm gram < < < 9 9 < < cum. freq. freq. cum. freq. 9 afstand (km) freq. cum. freq. < < < < < cum. freq. N 9 gram km Zie bijvoorbeeld de polygoon in opgave (hierboven). In de klasse < zitten leerlingen. De waarnemingen in deze klasse liggen verspreid tussen en km. Als het punt bij het klassenmidden, uitgezet zou zijn, zou het net lijken of alle leerlingen minder dan, km van de school zouden wonen. a Het pakket bestaat uit artikelen die ingedeeld zijn in (zie de punten in de figuur) prijsklassen. b Klasse < bij A bestaat uit 9 = en bij B uit = artikelen. c Minstens euro bij A bestaat uit 9 = en bij B uit = artikelen. d e A is het goedkoopst want zijn polygoon loopt in het begin (dus bij goedkope artikelen) steiler dan dat van B. Met figuur. maak je eerst een frequentieverdeling. prijs < < < < < < freq. rel. freq.,% % %, %,%,% rel. freq. (%) a In totaal maken leerlingen test I en test II. Het hoogst aantal punten ligt tussen en. b Test II minstens punten = leerlingen. Test I minstens, maar minder dan punten = leerlingen. c Test I was de eenvoudigste: weinig leerlingen met lage scores en veel leerlingen met hoge scores. prijs in centen

8 C. von Schwartzenberg / de Maak eerst een frequentieverdeling. (zie hieronder) test II punten test I test II test I < < < < < 9a Vijf dagen van : tot : gedurende = uur bijgehouden. Bij A en klanten lees je af % gedurende uur minder dan klanten. aantal punten 9b Bij B en klanten lees je af % gedurende = uur meer dan klanten. 9c Bij B en klanten lees je af % gedurende, =, dag. De bewering klopt niet, het kan hooguit, dag geweest zijn. 9d Met eerst een frequentieverdeling. klasse rel. cum. freq. rel. freq. freq. (uur) < < < < < % % % 9% % % % % % % 9e Bij B was het juist drukker: bij A zijn er gedurende % van de tijd tot klanten/uur en bij B zijn er gedurende % van de tijd tot klanten/uur. frequentie (uur) freq. klanten/uur a b c d Vraag is onduidelijk. Wat bedoelt men met veel? Van het woord "verbeterde" gaat al een suggestie uit. Vraag is onduidelijk vanwege de opeenstapeling van "niet", "onverstandig" en "weinig". Vragen moeten duidelijk zijn. Vragen moeten op één manier geïnterpreteerd kunnen worden. Vragen moeten leiden tot éénduidige antwoorden. Schriftelijk zijn meer mensen bereikbaar. (met een telefoon moet je nummers kennen en er moet opgenomen worden) Bij schriftelijke enquête is niet zeker of mensen zullen reageren en duurt het even voordat je resultaten hebt. Met proef-enquête de duidelijkheid van de vragen uit te testen en na te gaan of ze leiden tot eenduidig antwoord. Controle-vragen dienen om de betrouwbaarheid van de antwoorden te testen. a Huishoudens in je woonplaats. d De verschillende weekbladen. b De eindexamenkandidaten. e De lezers van diverse weekbladen. c De mensen die last hebben van hooikoorts. a b c d Niet aselect. Je vraagt alleen het "winkelpubliek" van de stad. (geen platteland-zieken-kinderen) Niet aselect. Vooral werkende bevolking die met de auto naar het werk gaan. (geen huisvrouwen-thuisblijvers-fietsers) De steekproef is niet voldoende groot. Niet aselect. Alleen toeristen die dat gebied bezoeken worden ondervraagd. a b c d e f g Wat voor soort vlekken is bekeken? Andere wasmiddelen verdrijven wellicht 99% van dezelfde vlekken. leerlingen van één schoolklas is geen representatieve steekproef voor de hele Nederlandse jeugd. In een nieuwbouwwijk wonen vaak andere mensen (jonger, meer welgesteld) dan in een oude stadskern. Er staat niet bij welke en hoeveel andere middelen getest zijn. Het is interessant te weten hoe de regenval over het jaar gespreid is. De artsen kunnen de brillen cadeau gekregen hebben, of schaffen om een andere reden (mode, status) zo'n bril aan. De levensduur van een fietsband hangt niet af van de gebruikte fietspomp. Stel er zitten x vissen in de vijver = x =. x

9 C. von Schwartzenberg 9/ a In de steekproef van de eerstejaars studenten presteren mannen slechter dan vrouwen. b Zowel bij de mannen als bij de vrouwen scoort % uit categorie gemiddelde eindlijst vwo toch onvoldoende. Uit de categorie gemiddelde eindlijst vwo < scoort zowel bij de mannen als de vrouwen % onvoldoende. Nu blijkt: onvoldoende studieresultaten heeft niets te maken met het geslacht maar wel met het gemiddelde. c Nee, in de steekproef zitten bij de mannen relatief meer mensen met een matige lijst. Zieke vissen zijn niet zo levendig als gezonde vissen en zullen daardoor beter te vangen zijn. Neem GR - practicum door. (zie aan het eind van deze uitwerkingen) Bij nummer hoort H en bij nummer hoort F. a Aantal codes is =. b e e Bij nummer hoort het artikel met code FN. (F is de letter en N de letter uit het alfabet) e e Bij nummer hoort het artikel met code PO. (P is de letter en O de letter uit het alfabet) 9a Een gelote steekproef zou niet-representatief kunnen uitvallen: de directie zou bijvoorbeeld over- of ondervertegenwoordigd kunnen zijn in de steekproef. 9b = directielid; = 9 uit de winkel en = 9 uit het magazijn. + =. Dus, mannen en (, ) vrouwen. leeftijd man vrouw < < en ouder,,,,,, Het aantal is nu = 9. (welke categorie komt nu het dichtst bij de volgende hele?) Om aan een steekproeflengte van te komen kiezen we daarom nog een extra vrouw van <. Steekproeflengte is stapgrootte =. De systematische steekproef bestaat uit de personen met nummer:,,,,, 9,,, en. Diagnostische toets Da, = 9 ( ). Db, 9 = 9 ( ). Dc =, " omzet in maart " " omzet in maart " = 9 ( )., Dd, =, ( ). De =, " totale omzet in juni " " totale omzet in juni " = 9 ( )., Df,,,,, ( ) een toename van (ongeveer),%.

10 C. von Schwartzenberg / Da,, =, een toename van (ongeveer), %. Db, 9, 9 =, een afname van, %. Dc,, =, een toename van, %. Da r motor = (cm) en r personenauto =, (cm) aantal (mannen met een motorrijbewijs) is ( )., Db De hoek bij -9 jaar is (ongeveer) aantal is (ongeveer). Dc r vrouwen =,, (cm). Da Da oppervlakte frequentie freq.dichtheid per m < < < < < < < < / = / = / = / = 9 / = / =, / =, / =, Db klasse turven freq. rel. freq. (%) rel. cum. freq. (%), <,, < 9, 9, <,, <,, <, llll l llll llll lll ll / = / = / = / = / = Db rel. freq. in % Dc freq. Dd 9 freq.dichtheid per m rel. cum. freq. in % opp. in m ( ),, 9,,,, zuurstofgehalte,, 9,,,, zuurstofgehalte,, 9,,,, zuurstofgehalte Da Punt II is het drukst, want daar horen bij grotere aantallen auto's per minuut de hoogste frequenties. Db Punt I in % % = % van de tijd, minuten keer. Punt II in % % = % van de tijd, minuten keer. Dc Punt I in % % = % van de tijd, minuten keer. Punt II in % % = % van de tijd, minuten keer. Da Totaal zijn er = leerlingen. onderbouw bovenbouw havo bovenbouw vwo jongens meisjes Db Steekproefomvang geeft stapgrootte,. De steekproef bestaat uit de nummers: (nummer eerst de leerlingen van no. tot en met no. ),, 9,,,, 9,,,,,,, en 9.

11 C. von Schwartzenberg / Gemengde opgaven. Beschrijvende statistiek Ga Zie het steel-bladdiagram hiernaast. Gb Zie de frequentieverdeling (eerste kolommen) hiernaast. Gc Zie de figuur hieronder (gebruik de linker verticale as). Gd Zie de figuur hieronder (gebruik de rechter verticale as). (zie de derde kolom voor de relatieve cumulatieve frequenties) frequentie rel. cum. freq. in % klasse freq. rel. cum. freq. (%) < < 9 9 < < < < < 9 9 < 9 /, /, /, 9 /, /, / 9, / 9, / = steel blad N 9 9 jaarverbruik in m,,, Ga rb = r (meet de stralen), A Opp. cirkel B = ( ) Opp., cirkel A beroepsbevolking B = ( ) beroepsbevolking., A Voor A geldt: % van de beroepsbevolking is werkzaam in de industrie ( = mensen). Dat betekent dat A een beroepsbevolking heeft van = mensen., Dus de beroepsbevolking B = ( ) 9 mensen., Gb In A werken, = mensen in de landbouw; in B zijn dat, 9 mensen. Dat is % = % meer. Gc Voor C geldt: % van de beroepsbevolking is werkzaam in de industrie ( = mensen). Dat betekent dat C een beroepsbevolking heeft van = mensen. Dus de beroepsbevolking C = beroepsbevolking A = beroepsbevolking A. Opp. cirkel C = Opp. cirkel A rc = ra =, (cm), 9 (cm). Gd In C werken "niet in de industrie", = mensen. Hiervan werkt % % (een kwart in de landbouw) % (in de handel) = % in "overig". Dus in C werken, = mensen in de categorie "overig". Ge Opp cirkel samen = cirkel samen (cm) (cm) Opp. A. Dus r = r A =,,. A B C totaal industrie overig landbouw handel samen % % % % % % hoeken Hiernaast het gevraagde cirkeldiagram. (de straal moet, cm zijn; gebruik de tabel hiernaast) % HANDEL % INDUSTRIE Ga Er zijn = 9 pomphouders. Shell:, ; BP/Mobil:, 9 ; 9 9 Texaco:, 9; Esso:, ; 9 9 Total:, 9 ; Q:, en 9 9 Fina:,. (één is teveel naar boven afgerond, want) = aantal voor Total wordt. % LANDBOUW % OVERIG

12 C. von Schwartzenberg / Gb De steekproeflengte is stapgrootte is =,. De steeproef bestaat uit de nummers,,,, 9,, en. Gc * Ga De absolute toename is 9 = 9. De relatieve toename is 9 % % %. Gb Oppervlaktediagram : oppervlaktediagram = : 9. Dus oppervlakte =, oppervlakte en r = r =,, (cm). 9 toneel cabaret muziek overige % % % % % % (overige) % 9 9 % % % % % % (overige) % % % % % % % toneel cabaret muziek % % overige Gc Absoluut neemt het toneelbezoek toe (Jorrit) van (in ) naar (in ). Relatief neemt het af (Vera) van % % (in ) naar % % (in ). Ga Juli had dagen met minder dan uur zon. Augustus had = dagen met minstens dan uur zon. Juli had = dagen met minstens uur, maar minder dan uur zon. Gb De maand juli was het zonnigst,want hier komen de dagen met veel uren zonneschijn vaker voor. (zie ook Ge) Gc klasse freq. < < < < < < < < < 9 9 < Gd klasse freq. rel. freq. (%) < < < < < < < < < 9 9 < / 9, /, /, /, / = / 9, /, 9 /, /, / = freq. rel. freq. aantal uren zon per dag in juli aantal uren zon per dag in augustus

13 C. von Schwartzenberg / Ge Juli had, +, +, +, +, +, +, +, +, + 9, =, uren. Augustus had, +, +, +, +, +, +, +, =, uren. In juli en augustus dus totaal, +, = uren zon. Ga, jongens en, 9 9 meisjes doen economie. Dus er deden meer meisjes dan jongens economie. Gb, + 9, +, +, +, +, 9 + 9, +, , +, = 9,. Bij precies vijf gekozen vakken naast Nederlands zou de som zijn. Dus 9,% van de meisjes deed een extra vak. Gc, jongens en, meisjes hadden spijt van economie., jongens en, meisjes hadden economie willen kiezen. + = jongens en + = meisjes zouden dan economie hebben. Dus nog steeds meer meisjes dan jongens zouden economie doen. G9a (, ) ( +, ) =,, =,. Dus toegenomen met %. G9b (,) ( +, ) =,, =,99. Dus,% meer. G9c (,) ( +,) =,, =, 99. Dus afgenomen met,%. Ga Zie de eerste berekening in de tabel hieronder. lengte in cm freq. freq.dichtheid per cm < < < < < 9 9 < / = / = 9 / = / = / = / = Gb Zie het gevraagde histogram hieronder. frequentiedichtheid per cm N 9 9 lengte in cm a TI-. Steekproef opzetten b c d a Een rij van acht toevalsgetallen uit,,,..., 99,. b Het keer werpen met een dobbelsteen. (niet zo handig omdat niet alle worpen op één scherm) Ga met > naar rechts

gewicht in kg jongen/meisje aantal keer sporten per week bloedgroep zakgeld per maand in euro's

gewicht in kg jongen/meisje aantal keer sporten per week bloedgroep zakgeld per maand in euro's a G&R havo A deel Statistiek C. von Schwartzenberg / Kwantitatieve gegevens: (getallen waarmee je kunt rekenen) Kwalitatieve gegevens: gewicht in kg jongen/meisje aantal keer sporten per week bloedgroep

Nadere informatie

3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625.

3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625. 3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625. Absolute verandering = Aantal 2004 Aantal 1994 = 1625 3070 = -1445 Relatieve verandering = Nieuw Oud Aantal

Nadere informatie

Aardgasbaten. (b) Teken bij 1996 een cirkeldiagram (c) Teken bij de tabel een vlakdiagram

Aardgasbaten. (b) Teken bij 1996 een cirkeldiagram (c) Teken bij de tabel een vlakdiagram 1. In figuur 1 zie je gegevens over de aardgasbaten in Nederland gedurende de periode 1985-1994. Je ziet zowel een staafdiagram als een frequentiepolygoon. Aardgasbaten figuur 1 (a) In welk jaar is de

Nadere informatie

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: 5.0 Voorkennis Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: De lengte van de staven komt overeen met de hoeveelheid; De staven staan meestal los van

Nadere informatie

DEEL II DOEN! - Praktische opdracht statistiek WA- 4HAVO

DEEL II DOEN! - Praktische opdracht statistiek WA- 4HAVO DEEL II DOEN! - Praktische opdracht statistiek WA- 4HAVO Leerlingmateriaal 1. Doel van de praktische opdracht Het doel van deze praktische opdracht is om de theorie uit je boek te verbinden met de data

Nadere informatie

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: 5.0 Voorkennis Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: De lengte van de staven komt overeen met de hoeveelheid; De staven staan meestal los van

Nadere informatie

13,5% 13,5% De normaalkromme heeft dezelfde vorm als A (even breed en even hoog), maar ligt meer naar links.

13,5% 13,5% De normaalkromme heeft dezelfde vorm als A (even breed en even hoog), maar ligt meer naar links. G&R havo A deel C. von Schwartzenberg /8 a Er is uitgegaan van de klassen: < 60; 60 < 6; 6 < 70;... 8 < 90. b c De onderzochte groep bestaat uit 000 personen. (neem nog eens GRpracticum uit hoofdstuk 4

Nadere informatie

G&R vwo A/C deel 2 8 De normale verdeling C. von Schwartzenberg 1/14. 3a 1 2

G&R vwo A/C deel 2 8 De normale verdeling C. von Schwartzenberg 1/14. 3a 1 2 G&R vwo A/C deel 8 De normale verdeling C. von Schwartzenberg 1/14 1a Gemiddelde startgeld x = 1 100000 + 4 4000 + 3000 = 13100 dollar. 10 1b Het gemiddelde wordt sterk bepaald door de uitschieter van

Nadere informatie

Samenvattingen 5HAVO Wiskunde A.

Samenvattingen 5HAVO Wiskunde A. Samenvattingen 5HAVO Wiskunde A. Boek 1 H7, Boek 2 H7&8 Martin@CH.TUdelft.NL Boek 2: H7. Verbanden (Recht) Evenredig Verband ( 1) Omgekeerd Evenredig Verband ( 1) Hyperbolisch Verband ( 2) Machtsverband

Nadere informatie

DOEN! - Praktische Opdracht Statistiek 4 Havo Wiskunde A

DOEN! - Praktische Opdracht Statistiek 4 Havo Wiskunde A DOEN! - Praktische Opdracht Statistiek 4 Havo Wiskunde A Docentenhandleiding 1. Voorwoord Doel van de praktische opdracht bij het hoofdstuk over statistiek 1 : Het doel van de praktische opdracht (PO)

Nadere informatie

34% 34% 2,5% 2,5% ,5% 13,5%

34% 34% 2,5% 2,5% ,5% 13,5% C. von Schwartzenberg 1/16 1a Er is uitgegaan van de klassen: 1 < 160; 160 < 16; 16 < 170;... 18 < 190. 1b De onderzochte groep bestaat uit 1000 personen. 1c x = 17,3 (cm) en σ, 7 (cm). 1de 680 is 68%

Nadere informatie

Netwerk, 4 Havo D, uitwerkingen Hoofdstuk 1, Statistische verwerking 1

Netwerk, 4 Havo D, uitwerkingen Hoofdstuk 1, Statistische verwerking 1 Netwerk, 4 Havo D, uitwerkingen Hoofdstuk, Statistische verwerking Hoofdstuk Statistische verwerking Kern Populatie en steekproef a In Derbroek vonden + 6 ondervraagden de overlast ernstig tot zeer ernstig.

Nadere informatie

STATISTIEK. Een korte samenvatting over: Termen Tabellen Diagrammen

STATISTIEK. Een korte samenvatting over: Termen Tabellen Diagrammen STATISTIEK Een korte samenvatting over: Termen Tabellen Diagrammen Modus De waarneming die het meeste voorkomt. voorbeeld 1: De waarnemingen zijn 2, 3, 4, 5, 5, 5, 6, 6, 7 en 8. De waarneming 5 komt het

Nadere informatie

2.1.4 Oefenen. d. Je ziet hier twee weegschalen. Wat is het verschil tussen beide als het gaat om het aflezen van een gewicht?

2.1.4 Oefenen. d. Je ziet hier twee weegschalen. Wat is het verschil tussen beide als het gaat om het aflezen van een gewicht? 2.1.4 Oefenen Opgave 9 Bekijk de genoemde dataset GEGEVENS154LEERLINGEN. a. Hoe lang is het grootste meisje? En de grootste jongen? b. Welke lengtes komen het meeste voor? c. Is het berekenen van gemiddelden

Nadere informatie

2 Data en datasets verwerken

2 Data en datasets verwerken Domein Statistiek en kansrekening havo A 2 Data en datasets verwerken 1 Data presenteren 1.4 Oefenen In opdracht van: Commissie Toekomst Wiskunde Onderwijs 1.4 Oefenen Opgave 9 Bekijk de genoemde dataset

Nadere informatie

4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1]

4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1] 4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1] Relatief frequentiepolygoon van de lengte van mannen in 1968 1 4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1] In dit plaatje is een frequentiepolygoon getekend.

Nadere informatie

x 3x x 7x x 2x x 5x x 4x G&R havo B deel 1 3 Vergelijkingen en ongelijkheden C. von Schwartzenberg 1/12 TOETS VOORKENNIS

x 3x x 7x x 2x x 5x x 4x G&R havo B deel 1 3 Vergelijkingen en ongelijkheden C. von Schwartzenberg 1/12 TOETS VOORKENNIS G&R havo B deel Vergelijkingen en ongelijkheden C. von Schwartzenberg / a x = x =. b x = x x =. c d x (x ) 0 x = 0 =. 9. e f x 0 x ( x ) 0. x x = x x ( x )( x + ). TOETS VOORKENNIS a ( x + ) = x c x e

Nadere informatie

4.1 Cijfermateriaal. In dit getal komen zes nullen voor. Om deze reden geldt: 1.000.000 = 10 6

4.1 Cijfermateriaal. In dit getal komen zes nullen voor. Om deze reden geldt: 1.000.000 = 10 6 Voorbeeld 1: 1 miljoen = 1.000.000 4.1 Cijfermateriaal In dit getal komen zes nullen voor. Om deze reden geldt: 1.000.000 = 10 6 Voorbeeld 2: 1 miljard = 1.000.000.000 In dit getal komen negen nullen voor.

Nadere informatie

Rekenboek 3 havo/vwo. Antwoorden NOORDHOFF UITGEVERS 2014 REKENBOEK 3 HAVO/VWO ANTWOORDEN 1

Rekenboek 3 havo/vwo. Antwoorden NOORDHOFF UITGEVERS 2014 REKENBOEK 3 HAVO/VWO ANTWOORDEN 1 Rekenboek havo/vwo Antwoorden NOORDHOFF UITGEVERS 04 REKENBOEK HAVO/VWO ANTWOORDEN Blok Getallen. Bewerkingen a 45 d 6 g 8 b 60 e 90 h 687 c 4 f 56 i 48 a 4 d 000 b 4 000 e 000 c 70 f 0 000 a 7 d 0 b 70

Nadere informatie

Paragraaf 5.1 : Frequentieverdelingen

Paragraaf 5.1 : Frequentieverdelingen Hoofdstuk 5 Beschrijvende statistiek (V4 Wis A) Pagina 1 van 7 Paragraaf 5.1 : verdelingen Les 1 Allerlei diagrammen = { Hoe vaak iets voorkomt } Relatief = { In procenten } Absoluut = { Echte getallen

Nadere informatie

Bij een tonnage van ton (over mijl) kost het 0,75 $/ton totale kosten ,75 = ($).

Bij een tonnage van ton (over mijl) kost het 0,75 $/ton totale kosten ,75 = ($). C von Schwartzenberg 1/14 1a 0,5 $/ton (zie de verticale as bij punt A) 0 000 0,5 = 10 000 ($) 1b,1 $/ton (ga vanuit A verticaal omhoog naar de rood gestippelde grafiek) 0 000,1 = 4000 ($) us 4, keer zoveel

Nadere informatie

Statistiek: Herhaling en aanvulling

Statistiek: Herhaling en aanvulling Statistiek: Herhaling en aanvulling 11 mei 2009 1 Algemeen Statistiek is de wetenschap die beschrijft hoe we gegevens kunnen verzamelen, verwerken en analyseren om een beter inzicht te krijgen in de aard,

Nadere informatie

4.1 Procenten [1] In het linkerplaatje zijn 26 van de 100 vierkantjes rood gekleurd. 26 procent (26%) is nu rood. 26% betekent 26 van de 100.

4.1 Procenten [1] In het linkerplaatje zijn 26 van de 100 vierkantjes rood gekleurd. 26 procent (26%) is nu rood. 26% betekent 26 van de 100. 4.1 Procenten [1] In het linkerplaatje zijn 26 van de 100 vierkantjes rood gekleurd. 26 procent (26%) is nu rood. 26% betekent 26 van de 100. 26 26% = = 0,26 100 In het rechterplaatje zijn 80 van de 400

Nadere informatie

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf HAVO 4 wiskunde A Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf 1. rekenregels en verhoudingen Ik kan breuken vermenigvuldigen en delen. Ik ken

Nadere informatie

Checklist Wiskunde A HAVO 4 2014-2015 HML

Checklist Wiskunde A HAVO 4 2014-2015 HML Checklist Wiskunde A HAVO 4 2014-2015 HML 1 Hoofdstuk 1 Ik weet hoe je met procenten moet rekenen: procenten en breuken, percentage berekenen, toename en afname in procenten, rekenen met groeifactoren.

Nadere informatie

Steelbladdiagram In een steelbladdiagram staan alle leerlingen genoemd. Je kunt precies zien waar Wouter staat.

Steelbladdiagram In een steelbladdiagram staan alle leerlingen genoemd. Je kunt precies zien waar Wouter staat. 2.1.3 Representaties In de voorbeelden kijken we steeds naar gewicht. Je gaat daarna zelf kijken naar de informatie over lengte en cijfergemiddelde. Voor alle opgaven geldt dat je deze zowel in de DWO

Nadere informatie

8.1 Centrum- en spreidingsmaten [1]

8.1 Centrum- en spreidingsmaten [1] 8.1 Centrum- en spreidingsmaten [1] Gegeven zijn de volgende 10 waarnemingsgetallen: 1, 3, 3, 3, 4, 5, 6, 8, 8, 9 Het gemiddelde is: De mediaan is het middelste waarnemingsgetal als de getallen naar grootte

Nadere informatie

2 Data en datasets verwerken

2 Data en datasets verwerken Domein Statistiek en kansrekening havo A 2 Data en datasets verwerken 1 Data presenteren 1.3 Representaties In opdracht van: Commissie Toekomst Wiskunde Onderwijs 1 Data presenteren 1.1 Introductie In

Nadere informatie

sin( α + π) = sin( α) O (sin( x ) cos( x )) = sin ( x ) 2sin( x )cos( x ) + cos ( x ) = sin ( x ) + cos ( x ) 2sin( x )cos( x ) = 1 2sin( x )cos( x )

sin( α + π) = sin( α) O (sin( x ) cos( x )) = sin ( x ) 2sin( x )cos( x ) + cos ( x ) = sin ( x ) + cos ( x ) 2sin( x )cos( x ) = 1 2sin( x )cos( x ) G&R vwo B deel Goniometrie en beweging C. von Schwartzenberg / spiegelen in de y -as y = sin( x f ( x = sin( x f ( x = sin( x heeft dezelfde grafiek als y = sin( x. spiegelen in de y -as y = cos( x g(

Nadere informatie

Gemiddelde: Het gemiddelde van een rij getallen is de som van al die getallen gedeeld door het aantal getallen.

Gemiddelde: Het gemiddelde van een rij getallen is de som van al die getallen gedeeld door het aantal getallen. Statistiek Modus De waarneming die het meeste voorkomt. voorbeeld 1: De waarnemingen zijn 2, 3, 4, 5, 5, 5, 6, 6, 7 en 8. De waarneming 5 komt het meeste (driemaal) voor, dus de modus is 5. (Kijk maar:

Nadere informatie

x 2x x 4x x 1x x 8x x x 12 = 0 G&R vwo B deel 1 1 Vergelijkingen en ongelijkheden C. von Schwartzenberg 1/25

x 2x x 4x x 1x x 8x x x 12 = 0 G&R vwo B deel 1 1 Vergelijkingen en ongelijkheden C. von Schwartzenberg 1/25 C. von Schwartzenberg 1/ 1 I, II, IV en V zijn tweedegraadsvergelijkingen. (de hoogste macht van is steeds ; te zien na wegwerken haakjes?) (III is een eerstegraadsvergelijking en VI is een derdegraadsvergelijking)

Nadere informatie

Blok 6A - Vaardigheden

Blok 6A - Vaardigheden Extra oefening - Basis B-a + = + = 7 7 e = 8 b = = 9 f 9 = = = = 7 8 0 0 0 6 6 8 8 c = = 9 g 6 = = = 7 7 7 7 d + = + = h = 6 9 9 9 9 7 9 B-a 0,666 6, = kilogram b 0, = e,0 c Er zijn in totaal + 9 = delen.

Nadere informatie

x 0 2 y -1 0 x 0 1 y 2-1 y 3 4 y 0 2 G&R vwo A/C deel 1 2 Functies en grafieken C. von Schwartzenberg 1/15 1a 1b

x 0 2 y -1 0 x 0 1 y 2-1 y 3 4 y 0 2 G&R vwo A/C deel 1 2 Functies en grafieken C. von Schwartzenberg 1/15 1a 1b G&R vwo A/C deel 1 Functies en grafieken C. von Schwartzenberg 1/15 1a 1b t =, 5 d 10, 5 + 46 = 1 (m). 1 minuut en 45 seconden geeft t = 1,75 d 10 1,75 + 46 = 8,5 (m). 1c 1d Per minuut wordt de diepte

Nadere informatie

n: x y = 0 x 0 2 x 0 1 x 0 1 x 0 4 y -6 0 y 1 0 y 0 1 y 2 0 p =. C. von Schwartzenberg 1/10

n: x y = 0 x 0 2 x 0 1 x 0 1 x 0 4 y -6 0 y 1 0 y 0 1 y 2 0 p =. C. von Schwartzenberg 1/10 1a 1b G&R havo B deel C. von Schwartzenberg 1/10 Tien broden kosten 16 euro blijft over voor bolletjes 60 16 = euro. Hij kan nog = 110 bolletjes kopen. 0,0 90 bolletjes kosten 6 euro blijft over voor broden

Nadere informatie

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven HAVO kan niet korter

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven HAVO kan niet korter Voorbereidende opgaven HAVO Kerstvakantiecursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk

Nadere informatie

18.1 Intro. ANTWOORDENBOEK Cijfers in orde 1. b 1366 c d 81 e 111 f g 20 miljoen h i 51,3 j 225

18.1 Intro. ANTWOORDENBOEK Cijfers in orde 1. b 1366 c d 81 e 111 f g 20 miljoen h i 51,3 j 225 18.1 Intro 1 a 81 b 1366 c 115000 d 81 e 111 f 33000 g 20 miljoen h 25000 i 51,3 j 225 2 Handel, bevolking (geboorten, huwelijken,...), gezondheid, financiën (inkomsten, faillisementen,...), verkeer (aantallen

Nadere informatie

Hoofdstuk 8: De normale verdeling. 8.1 Centrum- en spreidingsmaten. Opgave 1:

Hoofdstuk 8: De normale verdeling. 8.1 Centrum- en spreidingsmaten. Opgave 1: Hoofdstuk 8: De normale verdeling 8. Centrum- en spreidingsmaten Opgave : 00000 4 4000 5 3000 a. 300 dollar 0 b. 9 van de atleten verdienen minder dan de helft van het gemiddelde. Het gemiddelde is zo

Nadere informatie

5 T-shirts. (niet de tweede)

5 T-shirts. (niet de tweede) G&R Havo A deel Handig tellen C. von Schwartzenberg /0 a b a b c Neem GR - practicum door. (zie aan het eind van deze uitwerkingen) Tellen (van de eindpunten) geeft keuzemogelijkheden. Berekening: =. Voordeel

Nadere informatie

= cos245 en y P = sin245.

= cos245 en y P = sin245. G&R havo B deel C. von Schwartzenberg / a b overstaande rechthoekszijde PQ PQ sinα = (in figuur 8.) sin = = PQ = sin 0, 9. schuine zijde OP aanliggende rechthoekszijde OQ OQ cosα = (in figuur 8.) cos =

Nadere informatie

OEFENPROEFWERK HAVO A DEEL 2

OEFENPROEFWERK HAVO A DEEL 2 OEFENPROEFWERK HAVO A DEEL 2 HOOFDSTUK 6 STATISTIEK EN BESLISSINGEN OPGAVE 1 Hieronder zijn vier boxplots getekend. a Welke boxplot hoort bij een links-scheve verdeling? Licht toe. b Hoe ligt bij boxplot

Nadere informatie

Aardappelomzet in milj kg.

Aardappelomzet in milj kg. PERIODE STATISTIEK, COMBINATORIEK, Lineaire en Exponentiele functies. Voor al deze opdrachten geldt dat het werken met EXCEL van harte wordt aanbevolen. OPDRACHT 1 Aardappelen Uit onderzoek van de LandbouwUniversiteit

Nadere informatie

80 is het vaste bedrag. (moet je betalen onafhankelijk van het aantal km)

80 is het vaste bedrag. (moet je betalen onafhankelijk van het aantal km) C. von Schwartzenberg 1/1 1a 1b 1c 1d t = 10 A = 0, 8 10 + 3 = 8 + 3 = 26 (miljoen ha). Bij halverwege 1985 hoort t = 15, 5 A = 0, 8 15, 5 + 3 = 21, 6 (miljoen ha). Het snijpunt met de verticale as is

Nadere informatie

REKENEN TABELLEN LEZEN

REKENEN TABELLEN LEZEN REKENEN TABELLEN LEZEN TABELLEN LEZEN DOEL: Je weet hoe je uit tabellen en verschillende soorten grafieken de juiste informatie kan halen. CELLEN, KOLOMMEN EN RIJEN Rij Cel of veld Kolom Deze tabel heeft

Nadere informatie

Y = ax + b, hiervan is a de richtingscoëfficiënt (1 naar rechts en a omhoog), en b is het snijpunt met de y-as (0,b)

Y = ax + b, hiervan is a de richtingscoëfficiënt (1 naar rechts en a omhoog), en b is het snijpunt met de y-as (0,b) Samenvatting door E. 1419 woorden 11 november 2013 6,1 14 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde A Getal en ruimte Lineaire formule A = 0.8t + 34 Er bestaat dan een lineair verband tussen A en t, de grafiek

Nadere informatie

m: y = 0, 5x + 21 snijden met de x -as ( y = 0) 0 = 0, 5x , 5x = 21 x = 42. Snijpunt met x -as: (42, 0).

m: y = 0, 5x + 21 snijden met de x -as ( y = 0) 0 = 0, 5x , 5x = 21 x = 42. Snijpunt met x -as: (42, 0). C. von Schwartzenberg 1/1 1a In 1 minuut zakt het watereil 1 0 = cm (in 10 minuten zakt het water 0 cm). 10 Na 1 minuut is de waterhoogte 0 = 6 cm en na minuen is de waterhoogte 0 = cm. 1b II h = 0 t,

Nadere informatie

Vendorrating: statistische presentatiemiddelen

Vendorrating: statistische presentatiemiddelen pag.: 1 van 6 Vendorrating: statistische presentatiemiddelen Hieronder bespreken we in het kort een aantal verschillende presentatievormen waarmee we vendorratingresultaten op een duidelijke manier kunnen

Nadere informatie

Antwoorden bij 4 - De normale verdeling vwo A/C (aug 2012)

Antwoorden bij 4 - De normale verdeling vwo A/C (aug 2012) Antwoorden bij - De normale verdeling vwo A/C (aug 0) Opg. a Aflezen bij de 5,3 o C grafiek:,3% en bij de,9 o C grafiek: 33,3% b Het tweede percentage is 33,3 /,3 = 5, maal zo groot. c Bij de 5,3 o C grafiek

Nadere informatie

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag Practicum algemeen 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag 1 Diagrammen maken Onafhankelijke grootheid en afhankelijke grootheid In veel experimenten wordt

Nadere informatie

(Voorlopige omschrijving.) Bedrag dat resteert nadat de exploitatiekosten betaald zijn.

(Voorlopige omschrijving.) Bedrag dat resteert nadat de exploitatiekosten betaald zijn. pen analyseren verkoopcijfers UITWERKING begrip nettowinst brutowinstpercentage brutowinst brutowinst (Voorlopige.) Bedrag dat resteert nadat de exploitatiekosten betaald zijn. Percentage waarmee de inkoopprijs

Nadere informatie

extra sommen Statistiek en Kans

extra sommen Statistiek en Kans extra sommen Statistiek en Kans 1. Bepaal bij de volgende rijen de modus, de mediaan en het gemiddelde a. 1, 4, 2, 3, 5, 3, 6, 3 b. 12, 11, 13, 11, 12, 11, 12, 13, 11, 14, 75, 15 c. 1, 43, 12, 32, 43,

Nadere informatie

Docenten: Het viel me op dat in boek 2 vmbo alle ontbrekende theorie staat.( bijvoorbeeld beelddiagrammen)

Docenten: Het viel me op dat in boek 2 vmbo alle ontbrekende theorie staat.( bijvoorbeeld beelddiagrammen) Docenten: Voor mij is dit ook de eerste keer dat deze p.o. gebruikt wordt. Mijn bedoeling is een tussenstap van 2 vmbo statistiek naar PO statistiek PTA 3 vmbo. In het grote PO moeten de leerlingen zelf

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1. tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde A1. tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2008 tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur wiskunde A1 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Centrummaten en klassen vmbo-kgt34

Centrummaten en klassen vmbo-kgt34 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 30 august 2017 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie https://maken.wikiwijs.nl/74220 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

Toets bij 2F Opgavenboekje rekenen 1

Toets bij 2F Opgavenboekje rekenen 1 Voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs Toetsen taal en rekenen Toets bij F Opgavenboekje rekenen In deze toets staan 0 opgaven Gebruik op je antwoordblad de kolom waarboven staat: Rekenen

Nadere informatie

Boek 1 hoofdstuk 4 Havo 4 Statistiek.

Boek 1 hoofdstuk 4 Havo 4 Statistiek. Samenvatting statistiek havo4 boek 1 H4 Centrummaten: Modus (modaal) = wat het vaakst voorkomt, zowel kwalitatief als kwantitatief Mediaan = het middelste getal, in een rij getallen die op volgorde staat

Nadere informatie

Formules en grafieken Hst. 15

Formules en grafieken Hst. 15 Formules en grafieken Hst. 5. De totale kosten zijn dan : 0,5. 0000 = 0.000 dollar. Dan zijn de kosten per ton, dollar. De prijs is dan :,. 0.000 = 4.000 dollar. 0,50 dollar per ton en 4000 mijl. Aflezen

Nadere informatie

Centrummaten en klassen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Centrummaten en klassen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 12 April 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/74220 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein

Nadere informatie

Overzicht statistiek 5N4p

Overzicht statistiek 5N4p Overzicht statistiek 5N4p EEB2 GGHM2012 Inhoud 1 Frequenties, absoluut en relatief... 3 1.1 Frequentietabel... 3 1.2 Absolute en relatieve frequentie... 3 1.3 Cumulatieve frequentie... 4 2 Centrum en spreiding...

Nadere informatie

Blok 2 - Vaardigheden

Blok 2 - Vaardigheden B-1a Blok - Vaardigheden Blok - Vaardigheden Extra oefening - Basis De getallen 16 en 16 6 ijn asolute aantallen. De percentages ijn relatieve aantallen. c aantal mensen 16 6 000 16 60 9 686 percentage

Nadere informatie

Verhoudingen - Voorbeeldtoets bij 'Handig met getallen, 2', hoofdstuk 1

Verhoudingen - Voorbeeldtoets bij 'Handig met getallen, 2', hoofdstuk 1 Verhoudingen - Voorbeeldtoets bij 'Handig met getallen, 2', hoofdstuk 1 Deze toets bestaat uit 20 opgaven. Voor elke goede oplossing krijg je 2 punten; vanaf 28 punten is de toets voldoende. Je kunt de

Nadere informatie

Veranderingen Antwoorden

Veranderingen Antwoorden Veranderingen Antwoorden Paragraaf 4 Opg. 1 5 Opg. Relax 400 van 100 naar 400 is 6 maal 50 min. erbij. Dus ook 6 maal 5,- optellen bij 14,50 en dat wordt 44,50 Relax 1500 van 100 naar 1500 is 8 maal 50

Nadere informatie

Blok 6A - Vaardigheden

Blok 6A - Vaardigheden Extra oefening - Basis B-a 7 + e 7 + 0 00 0 ( ) 0 f 8 ( + ) 0 0 0 8 0 80 c 7 + 9 7 g 9 0 7 40 0 40 47 d + h + 9 8 0 8 7 9 0 0 0 0 B-a 0,4 8 7, e 0,,, 0,7 8, 8,87 f 0,00 0 0,7 c 0,77 9,4 g 0,004 88,8 d

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A 1-2 havo 2009 - I

Eindexamen wiskunde A 1-2 havo 2009 - I Autobanden Er bestaan veel verschillende merken autobanden en per merk zijn er banden in allerlei soorten en maten. De diameter van de band hangt af van de diameter van de velg en de hoogte van de band.

Nadere informatie

STATISTIEK OEFENOPGAVEN

STATISTIEK OEFENOPGAVEN STATISTIEK OEFENOPGAVEN 1. Bereken van elke serie getallen steeds de modus, het gemiddelde, de mediaan en de spreidingsbreedte. A. 3, 3, 4, 4, 4, 5, 5, 7, 8, 10. B. 2, 3, 3, 4, 4, 5, 8, 9, 11. C. 9, 3,

Nadere informatie

C. von Schwartzenberg 1/20. Toets voorkennis EXTRA: 3 Differentiëren op bladzijde 156 aan het einde van deze uitwerking.

C. von Schwartzenberg 1/20. Toets voorkennis EXTRA: 3 Differentiëren op bladzijde 156 aan het einde van deze uitwerking. G&R havo B deel Differentiaalrekening C von Schwartzenberg /0 Toets voorkennis EXTRA: Differentiëren op bladzijde 56 aan het einde van deze uitwerking a f ( ) 5 7 f '( ) 8 5 b g( ) ( 5) 5 g '( ) 6 0 c

Nadere informatie

Statistiek. Beschrijvende Statistiek Hoofdstuk 1 1.1, 1.2, 1.5, 1.6 lezen 1.3, 1.4 Les 1 Hoofdstuk 2 2.1, 2.3, 2.5 Les 2

Statistiek. Beschrijvende Statistiek Hoofdstuk 1 1.1, 1.2, 1.5, 1.6 lezen 1.3, 1.4 Les 1 Hoofdstuk 2 2.1, 2.3, 2.5 Les 2 INHOUDSOPGAVE Leswijzer...3 Beschrijvende Statistiek...3 Kansberekening...3 Inductieve statistiek, inferentiele statistiek...3 Hoofdstuk...3. Drie deelgebieden...3. Frequentieverdeling....3. Frequentieverdeling....4.5

Nadere informatie

1 a Partij is een kwalitatieve variabele, kindertal een kwantitatieve, discrete variabele. b,c

1 a Partij is een kwalitatieve variabele, kindertal een kwantitatieve, discrete variabele. b,c Hoofdstuk 8, Statistische maten 1 Hoofdstuk 8 Statistische maten Kern 1 Centrum- en spreidingsmaten 1 a Partij is een kwalitatieve variaele, kindertal een kwantitatieve, discrete variaele.,c d kindertal

Nadere informatie

Grafieken, functies en verzamelingen. Eerst enkele begrippen. Grafiek. Assenstelsel. Oorsprong. Coördinaten. Stapgrootte.

Grafieken, functies en verzamelingen. Eerst enkele begrippen. Grafiek. Assenstelsel. Oorsprong. Coördinaten. Stapgrootte. Grafieken, functies en verzamelingen Eerst enkele begrippen Grafiek In een assenstelsel teken je een grafiek. Assenstelsel Een assenstelsel bestaat uit twee assen die elkaar snijden: een horizontale en

Nadere informatie

Kern 1 Lineaire functies

Kern 1 Lineaire functies Kern 1 Lineaire functies 1 a V = 10 kw b V = 0,07 100 + = 7 + = 10 c Alle lijnen beginnen bij V =, alleen het hellingsgetal is verschillend. Bij 15 C geldt V = 0,05 I + Bij 1 C geldt V = 0,06 I + Bij C

Nadere informatie

Antwoorden Hoofdstuk 1 Verschillen

Antwoorden Hoofdstuk 1 Verschillen Antwoorden Hoofdstuk 1 Verschillen 1a. Niet sterk, want het is gebaseerd op slechts één zomer. b. Vriendinnen volgen is een vorm van groepsgedrag. Waar heeft Anneke het bericht gelezen? In een kwaliteitskrant

Nadere informatie

( ) 1. G&R vwo A deel 4 16 Toepassingen van de differentiaalrekening C. von Schwartzenberg 1/13 = =

( ) 1. G&R vwo A deel 4 16 Toepassingen van de differentiaalrekening C. von Schwartzenberg 1/13 = = C von Schwartzenberg 1/1 1a 1b 1c 1 1 1 4 5 4 6 4 4 5 f ( ) 6 + 6 6 + 6 6 f '( ) 4 + + 4 4 + + 4 g( ) 5 8 g '( ) 5 1 5 Onthou: y y '( ) 1 8 8 1 1 1 h + + + h'( ) 1 1 7 6 6 k ( ) ( 1) + 8 k '( ) 1( 1 )

Nadere informatie

9.0 Voorkennis. Bij samengestelde kansexperimenten maak je gebruik van de productregel.

9.0 Voorkennis. Bij samengestelde kansexperimenten maak je gebruik van de productregel. 9.0 Voorkennis Bij samengestelde kansexperimenten maak je gebruik van de productregel. Productregel: Voor de gebeurtenis G 1 bij het ene kansexperiment en de gebeurtenis G 2 bij het andere kansexperiment

Nadere informatie

S1 STATISTIEK. Tabellen & diagrammen Centrummaten & Spreiding

S1 STATISTIEK. Tabellen & diagrammen Centrummaten & Spreiding S1 STATISTIEK Tabellen & diagrammen Centrummaten & Spreiding TABELLEN & DIAGRAMMEN WELKE AUTO VIND JIJ HET MOOISTE? Kies 1,2,3,4 of 5 NUMMER 1 NUMMER 2 NUMMER 3 NUMMER 4 NUMMER 5 VERWERKING Tabel Cirkeldiagram

Nadere informatie

3 Cijfers in orde. Antwoorden- boekje. Met behulp van Excel. Stedelijk. Gymnasium. Nijmegen

3 Cijfers in orde. Antwoorden- boekje. Met behulp van Excel. Stedelijk. Gymnasium. Nijmegen 1 Stedelijk Gymnasium Nijmegen 2 0 6 7 4 5 9 8 3 Cijfers in orde Met behulp van Excel L Antwoorden- boekje 2 Antwoorden Introductielessen Excel Introductieles Excel (1) Opdracht 1 Er staat een zwart blokje

Nadere informatie

Boek: A deel 1; A deel2; A deel 3 Hoofdstukken: 3, 5, 10

Boek: A deel 1; A deel2; A deel 3 Hoofdstukken: 3, 5, 10 5 havo Wiskunde A 11 januari 2010 PTA 2 Boek: A deel 1; A deel2; A deel 3 Hoofdstukken: 3, 5, 10 Houd er rekening mee, dat aan een antwoord alleen in het algemeen geen punten worden toegekend wanneer een

Nadere informatie

vavo Toets VWO Examenklas Periode: 1 Toetsduur: 180 minuten (echte toets 120 minuten) Toetscode PTA: T1 Constructeur: M.

vavo Toets VWO Examenklas Periode: 1 Toetsduur: 180 minuten (echte toets 120 minuten) Toetscode PTA: T1 Constructeur: M. vavo Toets VWO Examenklas 2018-2019 Periode: 1 Toetsduur: 180 minuten (echte toets 120 minuten) Toetscode PTA: T1 Versie: Oefentoets Constructeur: M. el Messaoudi Wiskunde A Leerstof: Hoofdstuk 5: Beschrijvende

Nadere informatie

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen....

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen.... HAVO 4 wiskunde A Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen.... 1. rekenregels en verhoudingen Ik kan breuken vermenigvuldigen en delen. Ik ken de rekenregel breuk Ik kan

Nadere informatie

Tussendoelen domein VERHOUDINGEN 38

Tussendoelen domein VERHOUDINGEN 38 WISKUNDETAAL BIJ VERHOUDINGEN, BREUKEN EN PROCENTEN kan gegevens in een verhoudingstabel interpreteren en begrijpt hoe een verhoudingstabel kan worden gebruikt om verhoudingen weer te geven en te vergelijken.

Nadere informatie

EURO. waarde dikte in mm 0,01 1,67 0,02 1,67 0,05 1,67 0,10 1,93 0,20 2,14 0,50 2,36 1,00 2,33 2,00 2,10

EURO. waarde dikte in mm 0,01 1,67 0,02 1,67 0,05 1,67 0,10 1,93 0,20 2,14 0,50 2,36 1,00 2,33 2,00 2,10 EURO Vanaf 1 januari 2002 werden de munten en bankbiljetten van twaalf Europese landen vervangen door munten en bankbiljetten in euro. In de tabel hieronder staan muntstukken met de bijbehorende diktes

Nadere informatie

Som 23 kan met 6665 en som 24 met Dus totaal gunstige uitkomsten.

Som 23 kan met 6665 en som 24 met Dus totaal gunstige uitkomsten. G&R vwo C deel C von Schwartzenberg / Som kan met! (op = manieren) (op! manieren) (op manier)! =, = en Dus totaal + + = 0 gunstige uitkomsten Dubbel onderstreept betekent: "niet alleen" in de genoteerde

Nadere informatie

De antwoorden op de Toets Verhoudingen zijn separaat op deze website opgenomen.

De antwoorden op de Toets Verhoudingen zijn separaat op deze website opgenomen. Handig met getallen Antwoorden Verhoudingen De antwoorden bij de opgaven van het hoofdstuk Verhoudingen zijn hier kort en bondig dus zonder uitleg weergegeven. Ze zijn per paragraaf gerangschikt. De paragrafen

Nadere informatie

Compex wiskunde A1 vwo 2006-I

Compex wiskunde A1 vwo 2006-I Beschuit Gewone beschuiten worden verkocht in beschuitrollen van 13 stuks. Een gewone beschuit weegt gemiddeld 8,0 gram. Er zijn ook grotere, zogeheten Twentsche beschuiten die worden verkocht in zakken

Nadere informatie

wiskunde A havo 2017-II

wiskunde A havo 2017-II wiskunde A havo 207-II Personenauto s in Nederland maximumscore 3 De aantallen aflezen: in 2000 6,3 (miljoen) en in 20 7,7 (miljoen) 7,7 6,3 00(%) 6,3 Het antwoord: 22(%) ( nauwkeuriger) Opmerkingen Bij

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde A1,2

Examen HAVO. Wiskunde A1,2 Wiskunde A1,2 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 25 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2004

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2004 Examenopgaven VMBO-GL en TL 2004 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30 15.30 uur WISKUNDE CSE GL EN TL WISKUNDE VBO-MAVO-D Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde A1,2. tijdvak 1 woensdag 28 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde A1,2. tijdvak 1 woensdag 28 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 2008 tijdvak 1 woensdag 28 mei 13.30-16.30 uur wiskunde A1,2 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 21 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2002-II

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2002-II Cesuur bij eamens Bij de eindeamens in de jaren 997 tot en met 2000 werden aan enkele VWO-scholen eperimentele eamens afgenomen in het vak wiskunde-b. Bij deze eamens waren elk jaar maimaal 90 punten te

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Voorkennis V-a Hester houdt e 5,00 3 e,85 3 e 3,9 5 e 5,00 e 3,70 e 6,58 5 e,7 over. b e 5,00 3 (e,85 e 3,9) 5 e 5,00 3 e 5, 5 e 5,00 e 0,8 5 e,7 V-a 6 3 5 36 9 5 7 b 9 (5 ) 5 9 (5 ) 5 9 5 c 0 3 6 5 000

Nadere informatie

8.0 Voorkennis ,93 NIEUW

8.0 Voorkennis ,93 NIEUW 8.0 Voorkennis Voorbeeld: In 2014 waren er 12.500 speciaalzaken. Sinds 2012 is het aantal speciaalzaken afgenomen met 7%. Bereken hoeveel speciaalzaken er in 2012 waren. Aantal 2014 = 0,93 Aantal 2012

Nadere informatie

bevolkingscijfers van 1 januari 2000 tot 31 december 2010

bevolkingscijfers van 1 januari 2000 tot 31 december 2010 bevolkingscijfers van 1 januari 2000 tot 31 december 2010 Totale bevolking op 01/01/2000 Mannen 37.332 Vrouwen 38.984 Totaal 76.316 inwoners 01/01/2000 Man Vrouw totaal oppervlakte inw per km² 19.045 20.226

Nadere informatie

Uitwerkingen Functies en grafieken

Uitwerkingen Functies en grafieken Uitwerkingen Functies en grafieken 1 1. d = -10t + 46 ; t in minuten en d in meters. a. t =,5 d = -10.,5 + 46 = 1 b. 1min en 45 seconden t = 1,75 d = -10.1,75 + 46 = -17,5 + 46 = 8,5 meter. c. -10 wil

Nadere informatie

2 Data en datasets verwerken

2 Data en datasets verwerken Domein Statistiek en kansrekening havo A 2 Data en datasets verwerken 2 Verbanden tussen data representaties 2.4 Oefenen In opdracht van: Commissie Toekomst Wiskunde Onderwijs 2 Verbanden tussen data representaties

Nadere informatie

BESCHRIJVENDE STATISTIEK MET GEOGEBRA 4.0

BESCHRIJVENDE STATISTIEK MET GEOGEBRA 4.0 ? BESCHRIJVENDE STATISTIEK MET GEOGEBRA 4.0 R. Van Nieuwenhuyze Hoofdlector wiskunde, lerarenopleiding HUB, Brussel. Auteur Van Basis tot Limiet. roger.van.nieuwenhuyze@skynet.be Roger Van Nieuwenhuyze

Nadere informatie

Praktische opdracht Wiskunde Statistiek

Praktische opdracht Wiskunde Statistiek Praktische opdracht Wiskunde Statistiek Praktische-opdracht door R. 3948 woorden 5 december 2016 2,8 3 keer beoordeeld Vak Wiskunde Scoreformulier: Statistisch onderzoek havo 4 wiskunde A Namen groepsleden:

Nadere informatie

GEGEVENS154LEERLINGEN

GEGEVENS154LEERLINGEN 2.4.4 Oefenen Voorbeeld Bekijk de dataset GEGEVENS154LEERLINGEN nog een keer. Je wilt nagaan of leerlingen die wiskunde B kiezen beter waren in wiskunde in de onderbouw dan leerlingen die wiskunde A kiezen.

Nadere informatie

6 A: 6 2 2 1 5 1 4 = 26 m 2 B: 6 2 2 1 4 2 4 = 20 m 2 C: 6 2 1 2

6 A: 6 2 2 1 5 1 4 = 26 m 2 B: 6 2 2 1 4 2 4 = 20 m 2 C: 6 2 1 2 Hoofdstuk 17 PYTHAGORAS HAVO 17.1 INTRO 1 b c 6 A: 6 1 5 1 4 = 6 m B: 6 1 4 4 = 0 m C: 6 1 3 3 4 = 18 m D: 0 m E: 6 m 7 a A:, cm B: 5,0 cm C: 3, cm D: 4,1 cm b Voor elke zijde geldt dat het de schuine

Nadere informatie

2.1 Kennismaken met breuken. 2.1.1 Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd?

2.1 Kennismaken met breuken. 2.1.1 Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd? Oefenopdrachten hoofdstuk Gebroken getallen RekenWijzer, oefenopdrachten hoofdstuk Gebroken getallen. Kennismaken met breuken.. eel van geheel Opdracht Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd? deel

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Voorkennis V-a Hester houdt e 5,00 3 e,85 3 e 3,9 = e 5,00 e 3,70 e,58 = e,7 over. b e 5,00 3 (e,85 + e 3,9) = e 5,00 3 e 5, = e 5,00 e 0,8 = e,7 V-a 3 = 3 9 = 7 b 9 (5 ) = 9 (5 ) = 9 = c 0 3 = 000 3 =

Nadere informatie

4 De normale verdeling

4 De normale verdeling bladzijde 217 35 a X = het aantal vrouwen met osteoporose. P(X = 30) = binompdf(100, 1, 30) 0,046 4 b X = het aantal mannen met osteoporose. Y = het aantal vrouwen met osteoporose. P(2 met osteoporose)

Nadere informatie

Stoeien met Statistiek

Stoeien met Statistiek Stoeien met Statistiek Havo 4: Statistiek op grote datasets 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Docentenhandleiding... 5 Inleiding voor leerlingen... 6 Opdracht 1... 7 Opdracht 2... 8 Opdracht 3...

Nadere informatie