Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 19 August 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/52545 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein, hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt.
Inhoudsopgave Grammatica - Lijdend voorwerp Vooraf Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Extra 1: vwo Extra 2: lvoorl Verderkijker Over dit lesmateriaal Pagina 1
Grammatica - Lijdend voorwerp Vooraf In deze grammaticaopdracht staat het lijdend voorwerp centraal. Leerdoelen Aan het eind van deze les: Kun je het lijdend voorwerp vinden door (redekundige) zinsontleding. Kun je met een voorbeeld duidelijk maken dat er niet in iedere zin een lijdend zit. Eindproduct Je rondt deze opdracht af met de toets 'Lijdend voorwerp'. De toets bestaat uit tien meerkeuzevragen. Beoordeling Je hebt een voldoende voor de toets als je 80% van de vragen goed hebt beantwoord. Werkwijze Activiteiten Stap Groepsgrootte Activiteit Stap 1 Alleen Bestudeer het Kennisbankitem 'Het lijdend voorwerp'. Stap 2 Alleen + samen Zit er wel of geen lijdend voorwerp in de zin? Stap 3 Alleen + samen Maak de oefening over het lijdend voorwerp en schrijf een rap. Stap 4 Alleen Maak de eindtoets: 'Het lijdend voorwerp'. Pagina 2
Benodigdheden Geen extra benodigdheden nodig. Tijd Voor deze opdracht heb je ongeveer één lesuur nodig. Stap 1 Als je het lijdend voorwerp in een zin wilt vinden, moet je eerst het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp opzoeken. Weet je het nog? Als je twijfelt, bestudeer dan onderstaande items in de Kennisbank: KB: Grammatica: Het werkwoordelijk gezegde KB: Grammatica: Het onderwerp Bestudeer nu uit de Kennisbank het volgende onderwerp. KB: Grammatica: Het lijdend voorwerp Maak daarna de volgende oefening. Grammatica: Lijdend voorwerp kn.nu/mbalv 1 van 20 Hij maakt zijn huiswerk. Pagina 3
a. zijn huiswerk b. Hij c. maakt 2 van 20 De boottocht kost ons twaalf euro. a. ons b. twaalf euro c. De boottocht 3 van 20 Gaf hij zijn zus een pop op haar verjaardag? a. zijn zus b. een pop c. op haar verjaardag 4 van 20 Tijdens de boottocht verloor hij zijn camera. a. zijn camera b. Tijdens de boottocht c. verloor 5 van 20 Op het feest speelde de schoolband een paar mooie nummers. a. de schoolband b. Op het feest c. een paar mooie nummers 6 van 20 Jongeren drinken steeds vaker energiedrankjes. Pagina 4
a. steeds vaker b. energiedrankjes c. Jongeren 7 van 20 Tussen de middag eet ik altijd twee boterhammen. a. twee boterhammen b. Tussen de middag c. altijd 8 van 20 De onderwijzer gaf de nagekeken toets terug. a. de nagekeken toets b. De onderwijzer c. gaf terug 9 van 20 Kan jij het lijdend voorwerp vinden in deze zin? a. het lijdend voorwerp b. kan vinden c. in deze zin 10 van 20 De trainer van Ajax bespreekt de tactiek met de aanvoerder. a. de tactiek b. De trainer van Ajax c. met de aanvoerder 11 van 20 Plotseling hoorden we een harde knal. Pagina 5
a. hoorden b. Plotseling c. een harde knal 12 van 20 De politie nam de overvaller mee naar het bureau. a. de overvaller b. nam mee c. naar het bureau 13 van 20 De leraar waarschuwde de leerlingen nog één keer. a. nog één keer b. de leerlingen c. De leraar 14 van 20 Wanneer maak je je huiswerk? a. je huiswerk b. Wanneer c. maak 15 van 20 Tijdens mijn vakantie heb ik mijn mobieltje verloren. a. heb verloren b. mijn mobieltje c. Tijdens mijn vakantie 16 van 20 Hij gaf het boek aan haar. Pagina 6
a. hij b. aan haar c. het boek 17 van 20 We zagen in de haven een mooi zeiljacht. a. We b. in de haven c. een mooi zeiljacht 18 van 20 De roofvogel at de muis op. a. de muis b. De roofvogel c. at op 19 van 20 Ze brachten hem direct naar het ziekenhuis. a. hem b. direct c. naar het ziekenhuis 20 van 20 Boos gooide de leraar een krijtje door de klas. a. Boos b. een krijtje c. door de klas Stap 2 Pagina 7
Bekijk de volgende zin: Dat meisje is de knapste leerling. In deze zin zit geen lijdend voorwerp. Er is namelijk sprake van een naamwoordelijk gezegde (ng). Het ng in deze zin is: 'is de knapste leerling'. Een zin met een naamwoordelijk gezegde heeft nooit een lijdend voorwerp.weet je nog wat het naamwoordelijk gezegde is? Als je twijfelt, bestudeer dan het volgende item in de Kennisbank: KB: Grammatica: Het naamwoordelijk gezegde Kun je een aantal zinnen bedenken waarin geen lijdend voorwerp voorkomt? Schrijf er minstens vijf in je schrift. Laat de zinnen die je hebt opgeschreven zien aan een klasgenoot en bekijk ook haar/zijn zinnen. Lijken de zinnen op elkaar? Bespreek elkaars zinnen. Stap 3 Als je veel oefent, gaat het steeds beter. Maak ook nog de volgende oefening. Schrijf een rap van minimaal twaalf zinnen over het lijdend voorwerp. Verwerk alles wat je weet over het lijdend voorwerp in de rap. Hier heb je alvast een begin: Pagina 8
Rap over het lijdend voorwerp Goedemorgen beste vriendjes en vriendinnetjes deze rap gaat over een paar gekke zinnetjes het lijdend voorwerp is het onderwerp van deze rap geloof me deze tekst is echt en zeker niet nep... Klaar? Laat je klasgenoten genieten van jouw rap. Grammatica: Lijdend voorwerp kn.nu/opc4j 1 van 10 In de bibliotheek stelde Bart Moeyaert gisteren zijn pas verschenen roman voor. a. gisteren b. In de bibliotheek c. zijn pas verschenen roman 2 van 10 Hij bood haar zijn plaats aan. a. bood aan b. haar c. zijn plaats 3 van 10 Die overname betekende een nieuwe start voor onze firma. a. een nieuwe start b. Die overname c. voor onze firma 4 van 10 Wij verkopen dit product niet. Pagina 9
a. niet b. dit product c. verkopen 5 van 10 Interpol zoekt de misdadiger al vele jaren. a. de misdadiger b. al vele jaren c. Interpol 6 van 10 Ik moet mijn rijexamen nog afleggen. En jij? a. nog b. mijn rijexamen c. En jij? 7 van 10 Heeft u uw toegangskaartje nog? a. toegangskaartje b. nog c. uw toegangskaartje 8 van 10 Ik moest vorige week zelf de lekke autoband verwisselen. a. de lekke autoband b. vorige week c. zelf 9 van 10 In deze winkel kun je computers kopen aan zeer gunstige prijzen! Pagina 10
a. In deze winkel b. zeer gunstige prijzen c. computers 10 van 10 Wil iemand de dokter halen? a. halen b. iemand c. de dokter Stap 4 Eindtoets Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets. De toets bestaat uit tien vragen. Je moet acht vragen goed beantwoorden om een voldoende te halen. Klik op de volgende link om te beginnen: Succes! Lijdend voorwerp kn.nu/u3zbc 1 van 10 Welk(e) woord(en) vormt(en) het lijdend voorwerp? Of zit er geen lijdend voorwerp in de zin? Pagina 11
Morgen moet je hem maar gaan helpen. a. Morgen b. hem c. gaan helpen d. geen lijdend voorwerp 2 van 10 Welk(e) woord(en) vormt(en) het lijdend voorwerp? Of zit er geen lijdend voorwerp in de zin? Wanneer knap je die fiets op? a. Wanneer b. die fiets c. knap op d. geen lijdend voorwerp 3 van 10 Welk(e) woord(en) vormt(en) het lijdend voorwerp? Of zit er geen lijdend voorwerp in de zin? Dat meisje is de knapste leerling. a. Dat meisje b. de knapste c. de knapste leerling d. geen lijdend voorwerp 4 van 10 Welk(e) woord(en) vormt(en) het lijdend voorwerp? Of zit er geen lijdend voorwerp in de zin? De minister zou hem gewaarschuwd hebben. a. hem b. gewaarschuwd c. De minister d. geen lijdend voorwerp 5 van 10 Welk(e) woord(en) vormt(en) het lijdend voorwerp? Of zit er geen lijdend voorwerp in de zin? De hoge waterstand heeft grote problemen veroorzaakt. Pagina 12
a. De hoge waterstand b. waterstand c. grote problemen d. geen lijdend voorwerp 6 van 10 Welk(e) woord(en) vormt(en) het lijdend voorwerp? Of zit er geen lijdend voorwerp in de zin? Zij heeft dat al gedaan. a. dat b. dat al gedaan c. al gedaan d. geen lijdend voorwerp 7 van 10 Welk(e) woord(en) vormt(en) het lijdend voorwerp? Of zit er geen lijdend voorwerp in de zin? Na een lange en vermoeiende tocht werd de terugtocht aanvaard. a. Na een lange en vermoeiende tocht b. de terugtocht c. aanvaard d. geen lijdend voorwerp 8 van 10 Welk(e) woord(en) vormt(en) het lijdend voorwerp? Of zit er geen lijdend voorwerp in de zin? Die jongen heeft het nu wel begrepen. a. nu wel b. het c. wel begrepen d. geen lijdend voorwerp 9 van 10 Welk(e) woord(en) vormt(en) het lijdend voorwerp? Of zit er geen lijdend voorwerp in de zin? De post brengt ons steeds vaker reclame. Pagina 13
a. reclame b. steeds vaker reclame c. ons d. geen lijdend voorwerp 10 van 10 Welk(e) woord(en) vormt(en) het lijdend voorwerp? Of zit er geen lijdend voorwerp in de zin? Door de staking ontstonden enorme vertragingen. a. Door de staking b. enorme vertragingen c. vertragingen d. geen lijdend voorwerp Extra 1: vwo Lijdend voorwerp 1. Leg uit met een voorbeeld, waarom een zin met een naamwoordelijk gezegde nooit een lijdend voorwerp kan hebben. Vergelijk jouw voorbeeld en uitleg met die van een klasgenoot. Zijn jullie het eens? 2. Maak goede zinnen met de volgende zinsdelen als lijdend voorwerp: een leuk meisje appels en peren een behoorlijk risico jongen veel geluk het het grootste geluk van de wereld 'm zulke moeilijke vragen mij Pagina 14
Werk samen met een klasgenoot en ontleed elkaars zinnen: zijn deze zinsdelen inderdaad lijdend voorwerp? 3. Maak tot slot onderstaande oefening. Kies steeds het goede antwoord. Let op: soms is er geen lijdend voorwerp! kn.nu/1nu59 1 van 15 Op het voetbalveld stond een man aan de zijlijn zijn zoontje aan te moedigen. a. Op het voetbalveld b. een man c. aan de zijlijn d. zijn zoontje 2 van 15 Waarom mijn broer gisteren aan die agent zijn identiteitsbewijs moest laten zien, is me nog steeds niet duidelijk. a. mijn broer b. aan die agent c. zijn identiteitsbewijs d. me 3 van 15 Mij moeten ze altijd hebben bij ruzie in de klas. a. Er is geen lijdend voorwerp. b. Mij c. ruzie d. in de klas 4 van 15 Pagina 15
Waarom ga je niet liever lekker je eigen ding doen als je je verveelt? a. Er is geen lijdend voorwerp. b. je c. niet liever lekker d. je eigen ding 5 van 15 Bij twijfel: niet inhalen. a. Er is geen lijdend voorwerp. b. Bij twijfel c. twijfel d. niet inhalen 6 van 15 Ik kocht onderweg twee broodjes, een blikje fris en kauwgum voor ruim een tientje. a. onderweg b. twee broodjes c. twee broodjes, een blikje fris en kauwgum d. ruim een tientje 7 van 15 Zulke gekke verhalen heb ik nog nooit gehoord, zelfs niet van mijn grapjes-opa. a. Zulke gekke verhalen b. nog nooit gehoord c. mijn grapjes-opa d. Er is geen lijdend voorwerp. 8 van 15 Waar haalt hij het vandaan? Pagina 16
a. Waar b. het c. vandaan d. Er is geen lijdend voorwerp. 9 van 15 Vele handen maken licht werk. a. Vele handen b. handen c. licht werk d. Er is geen lijdend voorwerp. 10 van 15 De beste stuurlui staan aan wal. a. De beste stuurlui b. staan c. aan wal d. Er is geen lijdend voorwerp. 11 van 15 Je moet vanmorgen proberen de afvalbak buiten te zetten voor de vuilniswagen komt. a. vanmorgen b. de afvalbak c. voor de vuilniswagen d. Er is geen lijdend voorwerp. 12 van 15 Ik hoop dat hij het me morgen nog eens kan uitleggen, maar dan zodat ik het snap. a. hoop b. het c. morgen d. zodat ik het snap Pagina 17
13 van 15 Kom op, je kunt 't, als je maar wilt. a. Kom op b. 't c. wilt d. Er is geen lijdend voorwerp. 14 van 15 Ga dat je moeder maar wijsmaken. a. dat b. je moeder c. wijsmaken d. Er is geen lijdend voorwerp. 15 van 15 Heerlijke smeuïge pannenkoeken bakt jouw vader altijd, zeg. a. Heerlijke smeuïge pannenkoeken b. pannenkoeken c. jouw vader d. Er is geen lijdend voorwerp. Extra 2: lvoorl Leerlingen voor leerlingen Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt. Pagina 18
Hieronder staan een paar video's die goed passen bij dit thema. Bekijk de video's. Kun je de video's goed volgen? Bespreek de inhoud van de video's met een klasgenoot. Lijdend voorwerp Lijdend voorwerp Lijdend voorwerp vinden Let op: Als je een video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg. Verderkijker Verderkijker De Verderkijker biedt bij de opdracht passende externe linkjes naar uitleg, oefenmateriaal of filmpjes. Voor het onderdeel Lijdend voorwerp zijn de volgende items geselecteerd. www.1001docenten.nl Uitleg www.ikschrijfbeter.nl Uitleg, quiz en oefeningen: Doe de quiz om te zien hoeveel oefening je nodig hebt! www.jufmelis.nl Oefeningen - 1 www.jufmelis.nl Oefeningen -2 wp.digischool.nl Alle uitleg over zinsontleding op een powerpoint. In de Verderkijker wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Mocht u vragen/opmerkingen hebben, of constateert u een niet-werkende link, horen wij dit natuurlijk graag. Dit kan via onze helpdesk. Pagina 19
Over dit lesmateriaal Colofon Auteur VO-content Laatst gewijzigd 19 August 2016 om 14:24 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 2; Leerinhoud en doelen Nederlands; Begrippenlijst en taalverzorging; Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 1 uur en 0 minuten Trefwoorden rearrangeerbare Pagina 20