Marktonderzoeken gratis openbaar vervoer voor ouderen 2010 Eindrapport

Vergelijkbare documenten
Evaluatie 2011 gratis openbaar vervoer voor ouderen in Zeeuws Vlaanderen Eindrapport

Onderzoek lijnvoering Oss Eindrapport

Fietsenquête Delft. Eindrapportage

Onderzoek naar vervoersarmoede: BEVINDINGEN STUDENTEN VAN HET MBO

Kwaliteitsonderzoek doelgroepenvervoer Zuidoost-Drenthe 2012 Eindrapport

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Onderzoek naar vervoersarmoede: BEVINDINGEN - VROUWEN VAN 60 JAAR EN OUDER

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

box-tial Stuk ter kennisname Onderwerp Voorstel Samenvatting Vervolg Bijlagen meewerkend

Resultaten fietsenquête

Veiligheidsgevoel in fietstunnels

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009

RAPPORT EVALUATIE 2 KAARTJE HEUVELLANDLIJN 2014

Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2010

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Resultaten enquête Uithoornlijn

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Resultaten KTO Regiotaxi Utrecht najaar 2009

Rapportage online raadpleging OV Lijnennet 2018

Onderzoek station Breukelen Rapport

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Wat vinden kijkers en luisteraars van de Omroep Organisatie Groningen?

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus AN Heerenveen

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0

gemeente Eindhoven Onderwerp: Gratis openbaar vervoer Eindhovense minima.

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-VERVOER GEMEENTE RIDDERKERK

Lezen, bibliotheek en jongeren

rapportage Advisering over duurzamere alternatieven voor de cv-ketel april 2018

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg

Stadspark. Een stadspanelonderzoek B A S I S V O O R B E L E I D. November Marjolein Kolstein.

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Gebruik, bekendheid en draagvlak voor de gratis 70+ pas

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 16 t/m 19. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM

Fietsen in Groningen 2017

Rapportage cliënttevredenheidsonderzoek

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Buurt- en dorpsenquête Openbaar vervoer

Verslag Klanttevredenheidsonderzoek 2007 Gemeente Heusden

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Bijlage 8. Enquête. Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag

De mening van de inwoners gepeild. Leefbaarheid 2015

Onderzoek uitgevoerd door Team Bestuur Gemeente Terneuzen, mei 2010 Documentnummer: 13943

1 Samenvatting kwaliteitsmeting 2010

Rapportage Tevredenheidonderzoek 2013 Collectief vervoer Gemeenten Noord-Oost Friesland

Enquête fiets- en voetveer Rijswijk Zuid. Eindrapport

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Fietsen in Groningen 2018

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c

Gemeente Nunspeet. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Meting over 2012

Tussentijdse evaluatie. gratis openbaar vervoer 65-plussers. Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen Sector Beleid en Projecten

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017

Monitoring tevredenheid en gebruik Nulmeting onder bewoners. Zomer 2014

Cliëntenonderzoek. Gemeente Zutphen

Tevredenheid over MEE. Brancherapport Een onderzoek in opdracht van MEE Nederland. Marieke Hollander Betty Noordhuizen BA3913

OV-plangedrag Breng-reizigers

Klanttevredenheid WMO vervoer Opsterland 2013

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 61%.

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Sociale samenhang in Groningen

Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015

Stadspanel: Oud en nieuw 2018

Vervoer in het dagelijks leven

Bekendheid Overijsselse regio s. Rapportage meting 4 (december 2012)

Bekendheid Norm Gezond Bewegen

KTO Regiotaxi Gelderland 2014 Eindrapport

ONDERZOEK GEMEENTEGIDS

Kinderopvang in aandachtswijken

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 40 t/m 51. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Onderzoek naar de mening van burgers over de berekening van kinderalimentatie

LeidenPanel en Regiopanel DZB Leiden. BELEIDSONDERZOEK I I

Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam

Wie kent het Groene Hart?

Transcriptie:

Marktonderzoeken gratis openbaar vervoer voor ouderen 2010 Eindrapport

Marktonderzoeken gratis openbaar vervoer voor ouderen 2010 Eindrapport in opdracht van Provincie Zeeland 14 december 2010 rapportnummer: 3948-R-E auteur(s): Jacky Lodewijks Tanthofdreef 15 Badhuiswal 3 Hoff van Hollantlaan 6 Amstel 62 Heresingel 12 Postbus 2873 Postbus 1149 5243 SR Rosmalen Postbus 15673 9711 ES Groningen 2601 CW Delft 8001 BC Zwolle Tel. 073-5231065 1001 AD Amsterdam Tel. 050-7513140 Tel. 015-2147899 Tel. 038-4225780 Fax 073-5231070 Tel. 020-7582130 Fax 015-2147902 Fax 038-4216870

Inhoudsopgave 1 INLEIDING 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Doel van het onderzoek 2 1.3 Leeswijzer 2 2 OPZET ONDERZOEK 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Enquête 3 2.3 Steekproef en respons 4 2.4 Analyses 6 3 1 METING SCHOUWEN-DUIVELAND 7 3.1 Inleiding 7 3.2 De pashouders 7 3.3 Gebruik van de OV-pas 10 3.4 Kwaliteitsbeleving van het openbaar vervoer 23 3.5 Uitwisseling tussen openbaar vervoer en regiotaxi 25 4 0-METING ZEEUWS VLAANDEREN 31 4.1 Inleiding 31 4.2 De pashouders 31 4.3 Gebruik van de OV-pas 33 4.4 Kwaliteitsbeleving van het openbaar vervoer 47 4.5 Uitwisseling tussen openbaar vervoer en regiotaxi 49 5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 55 5.1 Inleiding 55 5.2 Conclusies effect op verplaatsingsgedrag 55 5.3 Conclusies uitwisseling tussen openbaar vervoer en regiotaxi 57 5.4 Conclusies ten aanzien van de pilotdoelen 59 5.5 Aanbevelingen 60 BIJLAGEN 1. Aanbiedingsbrief enquête 2. Enquête Schouwen-Duiveland 3. Enquête Zeeuws Vlaanderen

1 Inleiding 1.1 Aanleiding Sinds juli 2008 loopt in de gemeente Schouwen-Duiveland een proef met openbaar vervoer voor mensen van 65 jaar en ouder. In het kader van deze proef is aan circa 7.485 1 ouderen een vervoerspas verstrekt. De provincie heeft hiermee de volgende doelen voor ogen: ervaring met tariefexperimenten; inzicht in integratiemogelijkheden van openbaar vervoer en doelgroepenvervoer; verhogen van de maatschappelijke participatie van ouderen; verbeteren van imago van openbaar vervoer; verlagen van drempel voor gebruik van openbaar vervoer; inzicht in effecten op verplaatsingsgedrag. Mobycon heeft in december 2008 een marktonderzoek gehouden onder deze mensen met als doel het verkrijgen van inzicht in het effect van de proef. Mede op basis van de resultaten van dit onderzoek heeft de provincie besloten de proef te verlengen. Ook in Zeeuws-Vlaanderen hebben ouderen sinds 1 maart 2010 de mogelijkheid om gratis gebruik te maken van het openbaar vervoer. Het aantal pashouders is met circa 22.000 duidelijk hoger dan in Schouwen-Duiveland. Bovendien is in sprake van drie gemeenten waar de proef van kracht is: Sluis, Terneuzen en Hulst. Om zowel de proef in Schouwen-Duiveland als in de gemeenten in Zeeuws Vlaanderen te evalueren zijn twee markonderzoeken uitgevoerd: 1. Een 1-meting in Schouwen-Duiveland. Het betreft een herhaling van het onderzoek van december 2008. Door middel van het vergelijken van de resultaten moet worden bepaald hoe het gebruik van het gratis OV zich ontwikkeld heeft. Specifieke aandacht gaat daarbij uit naar de vervanging van WMO-ritten door OV-ritten. 2. Een 0-meting in Zeeuws-Vlaanderen waarbij per gemeente representatieve uitspraken gedaan kunnen worden. Het betreft een vergelijkbaar onderzoek als de 0-meting in Schouwen- Duiveland. 1 Aantal pashouders in mei 2010. Ten tijde van het onderzoek in 2008 waren dit er circa 6.700. Mobycon pagina 1

1.2 Doel van het onderzoek Het doel van de twee marktonderzoeken is om meer inzicht te krijgen in de effecten van de proef met het gratis openbaar vervoer voor ouderen. Hierin worden twee aspecten onderscheiden: Het effect van gratis openbaar vervoer op het verplaatsingsgedrag van ouderen en het imago van het openbaar vervoer. Het effect van gratis openbaar vervoer op de mogelijkheden van integratie van het openbaar vervoer en het doelgroepenvervoer. Aan de hand van de resultaten kan de provincie samen met de gemeenten bekijken of en in welke vorm ze doorgaan met een vorm van gratis of goedkoop openbaar vervoer voor ouderen. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 beschrijven we de opzet van het onderzoek. We gaan hierbij in op de enquête, de steekproef, de respons en de analyses die uitgevoerd zijn. De resultaten van de 1- meting in Schouwen-Duiveland zijn in hoofdstuk 3 beschreven. Hierbij zijn de resultaten direct afgezet tegen de resultaten bij de 0-meting in 2008. In hoofdstuk 4 zijn de resultaten van de 0-metingen in de gemeenten in Zeeuws Vlaanderen beschreven waarbij tevens de vergelijking is gemaakt met de resultaten van de 0-meting in Schouwen-Duiveland. Het rapport wordt afgesloten met een hoofdstuk waarin wij de belangrijkste conclusies verwoorden en aan de hand daarvan enkele concrete aanbevelingen doen. Mobycon pagina 2

2 Opzet onderzoek 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk is de opzet van de twee marktonderzoeken beschreven. Allereerst gaan we in op de keuzes ten aanzien van de enquête die is uitgezet binnen de vier gemeenten. Vervolgens beschrijven we de wijze waarop de steekproeven zijn bepaald en welke respons is behaald. In de laatste paragraaf gaan we in op de analyses die zijn uitgevoerd en keuzes die hierin zijn gemaakt. 2.2 Enquête Uit de respons op de enquête uit 2008 is gebleken dat de doelgroepen die worden aangeschreven voor de vragenlijst een duidelijke voorkeur hadden voor een schriftelijke enquête op papier. Er bleek namelijk nauwelijks gebruik gemaakt te zijn van de mogelijkheid om de enquête via het internet in te vullen. Om deze reden is ervoor gekozen de enquête alleen op papier aan te bieden. Alle geselecteerde inwoners van 65 jaar of ouder in de betreffende gemeenten zijn per brief aangeschreven met de vraag of ze willen deelnemen aan het enquêteonderzoek. Bij deze brief is de enquête meegestuurd inclusief een antwoordenveloppe waarmee de aangeschreven pashouders de enquête kosteloos konden terugsturen. Een voorbeeld van deze brief is opgenomen in bijlage 1. De enquête bestaat uit verschillende onderdelen. Het eerste deel gaat in op het gebruik van de gratis OV-pas. Het tweede deel gaat in op de kwaliteitsbeleving van het openbaar vervoer en de mogelijkheden om ritten met de regiotaxi te vervangen door ritten met het reguliere openbaar vervoer. Als laatste zijn enkele vragen gesteld over de pashouders zelf. De enquête die is uitgezet in Schouwen-Duiveland is hetzelfde als de enquête bij de 0-meting in 2008 zodat de resultaten met elkaar te vergelijken zijn. Om diezelfde reden is de enquête in Zeeuws Vlaanderen ook vrijwel gelijk gehouden. De enquêtes voor de 1-meting in Schouwen-Duiveland en de enquête voor de 0-meting in Zeeuws Vlaanderen zijn opgenomen in bijlage 2 en 3. Mobycon pagina 3

2.3 Steekproef en respons Met het onderzoek willen we zowel over de groep ouderen zonder WMO vervoerpas als over de doelgroep ouderen met WMO vervoerpas betrouwbare 2 uitspraken kunnen doen. Voor de doelgroep ouderen zonder WMO vervoerpas is een representatieve steekproef getrokken uit de gemeentelijke basisadministratie. Voor de doelgroep ouderen met een WMO-vervoerpas zijn de personen geselecteerd uit de WMO-pashoudersbestanden van de verschillende gemeenten. Statistisch gezien kan verwacht worden dat ongeveer 382 ingevulde vragenlijsten voldoende zijn voor betrouwbare onderzoeksresultaten onder de doelgroep. Het onderzoek van 2008 wijst uit dat onder de niet WMO-ers 40 tot 50% respons goed haalbaar is (destijds bedroeg de respons onder deze doelgroep 48%). Voor het bepalen van de bruto steekproefgrootte is daarom uitgegaan van 40%. Voor de WMO-ers is uitgegaan van een respons van 20%. Concreet betekent dit afgerond een bruto steekproef (het aantal enquêtes dat verstuurd is) van 1000 onder de ouderen zonder WMO-vervoerpas en 1950 onder ouderen met een WMO-vervoerpas. Binnen de gemeenten Sluis en Hulst is de omvang van de doelgroep ouderen met een WMO-vervoerpas echter niet groot genoeg voor de gewenste bruto steekproef. In tabel 2.1 zijn de bruto steekproefaantallen, respons en nauwkeurigheidsmarges weergegeven voor zowel de 0- als de 1-meting in Schouwen-Duiveland. Het aandeel onbekend bij de netto respons bestaat uit pashouders die niet in staat waren aan te geven of ze wel of niet in het bezit zijn van een WMO-vervoerpas. Doelgroep Omvang Bruto Netto res- Respons- Nauwkeurig- subgroep steekproef pons percentage heidsmarge 0 1 0 1 0 1 0 1 0 1 Niet WMO pashouders 65+ WMOpashouders 65+ 5209 6087 1600 1000 764 518 48% 52% 3,28% 4,12% 1491 1270 1491 1270 398 433 27% 34% 4,21% 3,82% Onbekend - - - - 263 153 - - Totaal 65+ 6700 7357 3091 2270 1425 1104 46% 49% 2,30% 2,72% Tabel 2.1: overzicht respons en nauwkeurigheid bij een betrouwbaarheid van 95% 0- en 1 meting Schouwen-Duiveland 2 95% betrouwbaarheid bij een foutmarge van +/- 5%. Voorbeeld: indien uit de steekproef blijkt dat 60% van de pashouders geen gebruik maakt van de vervoerspas kan met 95% zekerheid gezegd worden dat 55% tot 65% van alle pashouders de pas niet gebruikt. Mobycon pagina 4

Uit tabel 2.1 blijkt dat de responspercentages bij de 1 meting hoger zijn dan het geval was bij de 0-meting. Voor beide doelgroepen zijn de aantallen voldoende om betrouwbare uitspraken te doen over de doelgroepen op basis van de resultaten. In tabel 2.2 zijn de bruto steekproefaantallen en respons weergegeven voor de gemeenten in Zeeuws Vlaanderen. Opnieuw bestaat het aandeel onbekend bij de netto respons uit pashouders die niet in staat waren aan te geven of ze wel of niet in het bezit zijn van een WMOvervoerpas. In tabel 2.3 zijn de responspercentages en nauwkeurigheidsmarges weergegeven. Doelgroep Totaal aantal Bruto steekproef Netto respons Sluis Tern. Hulst Sluis Tern. Hulst Sluis Tern. Hulst Niet WMO pashouders 65+ 4918 9118 4796 1000 1000 1000 405 480 424 WMO-pashouders 65+ 619 1994 724 619 1950 724 167 570 199 Onbekend - - - - - - 89 152 79 Totaal 65+ 5537 11112 5520 1619 2950 1724 661 1202 702 Tabel 2.2: overzicht steekproefaantallen en respons 0 meting Zeeuws Vlaanderen Doelgroep Responspercentage Nauwkeurigheidsmarge Sluis Tern. Hulst Sluis Tern. Hulst Niet WMO pashouders 65+ 41% 48% 42% 4,66% 4,35% 4,54% WMO-pashouders 65+ 27% 29% 27% 6,48% 3,47% 5,92% Onbekend - - - - - - Totaal 65+ 41% 41% 41% 3,58% 2,67% 3,46% Tabel 2.3: overzicht responspercentage en nauwkeurigheidsmarge bij een betrouwbaarheid van 95% 0 meting Zeeuws Vlaanderen Uit de resultaten in tabel 2.2 en 2.3 blijkt dat het responspercentage binnen de gemeente Terneuzen, met name binnen de doelgroep ouderen zonder WMO-vervoerpas, hoger ligt dan bij Sluis en Hulst. Verder valt ook op dat de respons binnen de gemeenten in Zeeuws Vlaanderen 5 procent lager is dan het geval was bij de 0 meting in Schouwen-Duiveland. De netto responsaantallen zijn voldoende voor betrouwbare uitspraken per gemeente binnen de doelgroep ouderen zonder WMO-vervoerpas. Voor de ouderen met WMO-vervoerpas in Terneuzen kunnen ook betrouwbare uitspraken gedaan worden. Voor de groepen ouderen met WMO-vervoerpas in de gemeenten Sluis en Hulst zijn de aantallen lager. Mobycon pagina 5

Dit heeft tot gevolg dat uitgaande van een betrouwbaarheid van 95% een grotere nauwkeurigheidsmarge geaccepteerd moet worden, namelijk 6,48% respectievelijk 5,92%. 2.4 Analyses Na de uiterste inzenddatum zijn de geretourneerde enquêtes geautomatiseerd verwerkt. De gegevens zijn vervolgens gecontroleerd op afwijkingen en gekoppeld aan de 0-meting uit 2008. De repons waarvan onbekend is of deze behoort tot de doelgroep met of zonder WMO-vervoerpas is niet verwijderd omdat deze bruikbaar is voor de resultaten voor de gehele doelgroep van 65 jaar en ouder. De resultaten uit de databestanden zijn verder verwerkt tot bruikbare tabellen en diagrammen met behulp van het statistische pakket SPSS. Om invulling te geven aan de onderzoeksdoelen die gesteld zijn, zijn frequentietabellen opgesteld voor alle enquêtevragen. Voor de 1-meting in Schouwen-Duiveland is hierbij ook de 0-meting uit 2008 binnen Schouwen-Duiveland betrokken zodat eventuele ontwikkelingen binnen Schouwen-Duiveland duidelijk worden. Bij de frequentietabellen voor de gemeenten in Zeeuws Vlaanderen zijn de resultaten van de verschillende gemeenten inclusief de 0- meting in Schouwen-Duiveland naast elkaar weergegeven zodat de verschillen tussen de gemeenten duidelijk worden. Vanwege de leesbaarheid is het aandeel missende respons bij de diagrammen weggelaten. Naast de frequentietabellen zijn tevens relevante relaties tussen verschillende variabelen bekeken. Dit is gedaan aan de hand van kruistabellen. Om vast te stellen of verbanden tussen enquêtevragen/variabelen uit de kruistabellen significant zijn is op elke analyse een statistische toets uitgevoerd. Met deze toets stellen we vast dat het verband niet berust op toeval maar dat met een hoge mate van betrouwbaarheid kan worden vastgesteld dat er een causaal verband is tussen de twee variabelen. Aangezien het meetniveau van de variabelen nominaal of licht ordinaal is doen we dit met behulp van een Chi-kwadraat toets. We gaan bij de toets uit van een betrouwbaarheidsinterval van 95%. Dit betekent dat we met een betrouwbaarheid van 95% vast kunnen stellen of er sprake is van een verband tussen twee variabelen. De resultaten van de analyses zijn beschreven in hoofdstuk drie en vier. Mobycon pagina 6

3 1 meting Schouwen-Duiveland 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk presenteren we de resultaten van de 1-meting die is gehouden in de gemeente Schouwen-Duiveland. Om eventuele verschillen ten opzichte van de eerste meting (0-meting) duidelijk te maken zijn alle resultaten van beide metingen tekens naast elkaar gezet. De resultaten zijn gerangschikt naar 4 paragrafen: beschrijving van de kenmerken van de pashouders; beschrijving van het gebruik van de gratis OV pas door de pashouders; de kwaliteitsbeleving van het openbaar vervoer door de pashouders; effecten op en bereidheid tot uitwisseling tussen het openbaar vervoer en de regiotaxi. Wanneer er sprake is van opmerkelijke resultaten beschrijven we dit. Vanwege de leesbaarheid van de diagrammen is de categorie onbekend bij de meeste variabelen weggelaten. Om deze reden wisselt het totaal aantal waarnemingen per variabele. Het aantal waarnemingen is telkens weergegeven aan de onderzijde van de diagrammen. N0 staat voor het aantal waarnemingen in de 0-meting. N1 staat voor het aantal waarnemingen in de 1-meting. 3.2 De pashouders De verdeling tussen mannen en vrouwen is weergegeven in tabel 3.1. Geslacht Aantal Percentage 0-meting 1-meting 0-meting 1-meting Man 521 387 37% 35% Vrouw 806 684 57% 62% Onbekend 98 33 7% 3% Totaal 1425 1104 101%* 100% Tabel 3.1: verdeling vrouwen en mannen *: telt vanwege afronding niet op tot 100% Gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen blijkt dat vrouwen duidelijk vaker gereageerd hebben. Dit verschil is bij de 1-meting zelfs nog groter. Dit zou verklaard kunnen worden door onder andere de hogere gemiddelde leeftijd die vrouwen halen. Hierdoor zullen in de geselecteerde steekproef ook meer vrouwen zitten. Mobycon pagina 7

De leeftijdsverdeling van de pashouders is weergegeven in figuur 3.1. Figuur 3.1: leeftijd van de pashouders Uit de figuur blijkt dat de leeftijdsgroepen boven de 85 jaar duidelijk minder vaak voorkomen. Binnen de 1-meting bevinden zich relatief meer pashouders in de hogere leeftijdscategorieën ten opzichte va de 0-meting. Opmerkelijk zijn de enkele pashouders die jonger zijn dan 65 jaar. Hiervoor is geen verklaring. De woonsituatie van de pashouders is weergegeven in figuur 3.2. Figuur 3.2: woonsituatie van de pashouders Mobycon pagina 8

Verreweg het grootste deel van de pashouders woont zelfstandig. Wel blijkt bij de 1-meting een groter deel alleenstaand zelfstandig te wonen ten opzichte van de 0-meting. In de enquête zijn de pashouders gevraagd of ze gebruik maken van hulpmiddelen. In figuur 3.3 is per hulpmiddel het percentage pashouders weergegeven dat heeft aangegeven dit hulpmiddel te gebruiken. Figuur 3.3: gebruik van hulpmiddelen door de pashouders Bij de 1-meting blijkt 63% van de pashouders geen hulpmiddelen te gebruiken. Verder laat de figuur zien dat de rollator het meest gebruikte hulpmiddel is wat bij de 1-meting zelfs nog wat is toegenomen. Mobycon pagina 9

3.3 Gebruik van de OV-pas In tabel 3.2 en 3.3 is het bezit en het gebruik van de gratis OV-pas weergegeven. Bezit van de gratis OV-pas Aantal Percentage 0-meting 1-meting 0-meting 1-meting Ja 1311 952 92% 86% Nee, nooit (bewust) de pas ontvangen 114 101 8% 9% Onbekend 0 51 0% 5% Totaal 1425 1104 100% 100% Tabel 3.2: bezit van de gratis OV-pas Gebruik van de gratis OV-pas Aantal Percentage 0-meting 1-meting 0-meting 1-meting Ja 536 376 38% 34% Nee 711 577 50% 52% Onbekend 64 50 4% 5% Pas nooit (bewust) ontvangen 114 101 8% 9% Totaal 1425 1104 100% 100% Tabel 3.3: gebruik van de gratis OV-pas Op de vraag of de pashouders ook daadwerkelijk in het bezit zijn van de gratis OV-pas blijkt bij beide metingen ongeveer 90% van de pashouders positief geantwoord te hebben. Naar verwachting hebben de respondenten die aangeven de pas niet ontvangen te hebben de ontvangst van de toegestuurde pas niet opgemerkt. Van de totale steekproef blijkt 34% de pas daadwerkelijk gebruikt te hebben. Dit is 4% lager dan tijdens de 0-meting. Kijkend naar de groep waarvan zeker is dat ze de pas bezitten blijkt bij de 1-meting 39% de pas daadwerkelijk gebruikt te hebben. Dit is vrijwel gelijk aan de 0- meting. De relatie van het gebruik van de OV-pas met de leeftijd van de pashouders is ook bekeken en weergegeven in figuur 3.4. Mobycon pagina 10

Figuur 3.4: relatie tussen de leeftijd en het gebruik van de OV-pas bij de 1-meting Uit de figuur blijkt dat de pas relatief vaker door jonge 65+ers is gebruik dan door 65+ers boven de 80 jaar. Op basis van de Chi-kwadraat toets blijkt dat er sprake is van een significant verband tussen de leeftijd en het gebruik van de OV-pas. Deze relatie komt overeen met de resultaten uit de 0-meting en is dus niet veranderd. 3.3.1 Gebruikers van de gratis OV-pas De frequentie van het gebruik van de gratis OV-pas is in figuur 3.5 weergegeven. Figuur 3.5: frequentie van het gebruik van de OV-pas Mobycon pagina 11

Uit de figuur blijkt dat de frequentie zowel bij de 0- als de 1-meting sterk varieert tussen de pashouders. Alleen een zeer frequent gebruik van 5 keer per week of vaker blijkt niet veel voor te komen. De relatie tussen de frequentie van het gebruik en de leeftijd van de pashouders is weergegeven in figuur 3.6. Figuur 3.6: relatie tussen leeftijd en het gebruik van de OV-pas bij de 1-meting Uit de figuur blijkt dat binnen alle leeftijdscategorieën variatie in de frequentie van het gebruik zit. Er is dan ook geen sprake van een significant verband tussen de leeftijd en de frequentie van het gebruik. Dit komt overeen met de situatie bij de 0-meting. De verdeling over de reistijdstippen is weergegeven in figuur 3.7. Mobycon pagina 12

Figuur 3.7: reistijdstippen Wat betreft de reistijdstippen laat de 1-meting eenzelfde beeld zien als de 0-meting. Verreweg het meeste is de OV-pas overdag gebruikt buiten de spitsperiodes. Dit is gezien de doelgroep een logisch patroon. Opmerkelijk is dat een aantal pashouders heeft aangegeven de pas voor 9 uur s ochtends te hebben gebruikt. Voor 9 uur was de pas namelijk niet geldig. Het totaal aantal pashouders (N) is bij deze variabele hoger dan het aantal pashouders dat heeft aangegeven de pas gebruikt te hebben. Dit is te verklaren door de doelgroep waarvan onbekend is of ze pas wel of niet gebruikt hebben. Aan de pashouders is ook gevraagd of ze meestal alleen of samen met andere personen reizen. De resultaten zijn weergegeven in figuur 3.8. Mobycon pagina 13

Figuur 3.8: alleen of samen met andere reizen Ook hier is het beeld bij de 1-meting overeenkomstig met het beeld uit de 0-meting. Ongeveer de helft van de pashouders reist meestal alleen en ruim 40% reist samen met iemand anders die ook in het bezit is van een gratis OV-pas. Dit is te verklaren doordat de meeste ouderen met leeftijdsgenoten zullen reizen die automatisch ook over een gratis OV-pas beschikken. In figuur 3.9 en 3.10 zijn de bestemmingen en reismotieven weergegeven. Figuur 3.9: bestemmingen Mobycon pagina 14

Figuur 3.10: reismotieven Het beeld ten aanzien van de bestemmingen en reismotieven is nauwelijks veranderd bij de 1-meting ten opzichte van de 0-meting. De pashouders hebben voornamelijk Goes en Zierikzee met de gratis OV-pas bezocht. Kijkende naar de motieven die de pashouders hadden om met de gratis OV-pas te reizen blijkt dat vooral om te winkelen de pas gebruikt is. Ook familiebezoek en medisch bezoek zijn veel voorkomende motieven. Gezien de winkelfunctie en medische voorzieningen in Goes en Zierikzee is het logisch dat deze bestemmingen vaak voorkomen. Bij de 0-meting bleek dat de pashouders die gebruik maken van de OV-pas naast het openbaar vervoer voornamelijk de fiets en de eigen auto gebruiken (respectievelijk 61% en 52% van de pashouders). Bij de 1-meting zijn dit nog steeds de meest gebruikt vervoerwijzen (51 respectievelijk 44%) maar blijkt wel een verschuiving naar de scootmobiel, regiotaxi en meerijden met anderen. In figuur 3.11 is weergegeven hoe de pashouders zouden reizen wanneer ze de gratis OV-pas niet zouden hebben. Mobycon pagina 15

Figuur 3.11: vervoerwijzen gebruikt zonder OV-pas Uit de figuur blijkt dat vooral de eigen auto veel gebruikt zou worden. Opvallend is dat bij de 1-meting aanzienlijk vaker de regiotaxi is aangekruist ten opzichte van de 0-meting. Aan de pashouders is ook gevraagd of ze het openbaar vervoer vaker zijn gaan gebruiken sinds ze in het bezit zijn van de gratis OV-pas. In figuur 3.12 zijn de resultaten op deze vraag weergegeven. Figuur 3.12: toename van het OV gebruik dankzij de gratis OV-pas Mobycon pagina 16

78% van de pashouders blijkt bij de 0-meting aangegeven te hebben het openbaar vervoer vaker te zijn gaan gebruiken. Bij de 1-meting is dit 73%. Dit is een aanzienlijk deel. Er moet echter wel in acht genomen worden dat dit alleen de pashouders betreft die de pas gebruikt hebben. De pashouders die hebben aangegeven de OV-pas niet gebruikt te hebben, hebben deze vraag niet beantwoord. Wanneer we hier rekening mee houden blijkt bij de 0-meting 29% van de totale groep ouderen vaker het openbaar vervoer gebruikt te hebben door de gratis OV-pas. Bij de 1-meting is dit 28%. In figuur 3.13 is de relatie weergegeven tussen leeftijd en de toename van het OV gebruik. Figuur 3.13: relatie tussen leeftijd en toename van het gebruik van openbaar vervoer voor de 1- meting Uit de diagram blijkt dat de jonge 65+ers (tot 85 jaar) relatief meer het openbaar vervoer zijn gaan gebruiken dan de oudere 65+ers. Uit de Chi-kwadraat toets blijkt tevens dat dit verband significant is. De 0-meting liet eenzelfde verband zien, waarbij wel de groep 81-85 jaar minder toename van het OV-gebruik liet zien dan bij de 1-meting het geval is. Naast de vraag of de pashouders het openbaar vervoer vaker gebruiken is ook gevraagd of ze dankzij de gratis OV-pas vaker buitenshuis zijn geweest. De resultaten hiervan zijn weergegeven in figuur 3.14. Tevens is gevraagd wat de motieven zijn voor het vaker buiten de deur komen. Dit is weergegeven in figuur 3.15. Mobycon pagina 17

Figuur 3.14: vaker buitenshuis dankzij de gratis OV-pas Figuur 3.15: motieven om vaker buitenshuis te komen Uit de resultaten blijkt dat meer dan de helt van de pasgebruikers aangeeft dankzij de gratis OV-pas vaker buitenshuis te zijn geweest. Dit blijkt vooral ten behoeve van vaker winkelen en meer bezoek aan familie vrienden en kennissen. De 1-meting laat hierin een vrijwel overeenkomstig beeld zien met de 0-meting. Mobycon pagina 18

In figuur 3.16 is de relatie weergegeven tussen de komst buitenshuis en de leeftijd. Figuur 3.16: relatie tussen leeftijd en komst buitenshuis bij de 1-meting Wanneer de toename van activiteiten buitenshuis bekeken wordt in relatie tot leeftijd blijkt er geen significante relatie tussen leeftijd en de komst buitenshuis dankzij de gratis OV-pas. Dit is opmerkelijk omdat uit de 0-meting bleek dat er wel een significante relatie bestond waarbij de leeftijdscategorieën 71-75, 76-80 en 81-85 vaker buiten de deur zijn geweest. De toename van het gebruik van het openbaar vervoer dankzij de gratis OV-pas en de toename van de komst buitenshuis zijn ook bekeken in relatie met het geslacht. Er blijkt echter geen significant verband hiertussen te bestaan zowel in de 0-meting als de 1-meting. Er zijn dus geen aantoonbare verschillen tussen mannen en vrouwen hierin. Indien de toename van het gebruik van het openbaar vervoer dankzij de gratis OV-pas en de toename van de komst buitenshuis worden bekeken in relatie met het bezit van een WMOvervoerpas blijkt wel sprake te zijn van significante verbanden. Deze verbanden zijn voor de 1-meting weergegeven in figuur 3.17 en 3.18. Mobycon pagina 19

Figuur 3.17: relatie tussen bezit WMO-vervoerpas en toename van het OV-gebruik Figuur 3.18: relatie tussen bezit WMO-vervoerpas en komst buitenshuis Opmerkelijk is dat de WMO-vervoerpashouders aangeven relatief vaker buiten de deur te komen dankzij de gratis OV-pas terwijl ze minder vaak aangeven vaker van het OV gebruik te zijn gaan maken dankzij de gratis OV-pas ten opzichte van de respondenten die geen WMO-vervoerpas bezitten. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat de WMOpashouders meer afhankelijk zijn van openbaar vervoer omdat ze niet of minder kunnen beschikken over vervoermiddelen als de fiets of de eigen auto. Mobycon pagina 20

3.3.2 Niet-gebruikers van de gratis OV-pas Er zijn 711 ouderen in de 0-meting en 577 ouderen in de 1-meting die hebben aangegeven geen gebruik gemaakt te hebben van de gratis OV-pas. Aan deze pashouders is gevraagd wat de belangrijkste reden hiervan is. In figuur 3.19 zijn de redenen weergegeven. Figuur 3.19: redenen om niet van de gratis OV-pas gebruik te maken Met name het gebruik van de auto is een vaak genoemde reden. Het valt wel op dat deze reden bij de 1-meting minder vaak voorkomt terwijl vaker is geantwoord dat men gebruik maakt van de regiotaxi. Het aantal waarnemingen (N) is bij de 1-meting hoger dan het aantal ouderen dat aangaf de OV-pas niet te gebruiken. Dit kan komen door het aantal respondenten waarvan onbekend is of ze de pas gebruikt hebben. Aan de niet gebruikers zijn ook een aantal stellingen voorgelegd die ingaan op mobiliteitsmogelijkheden en mobiliteitsbeperkingen. Aan de pashouders is gevraagd in hoeverre deze mogelijkheden en beperkingen effect hebben op het wel of niet gebruiken van de gratis OVpas. De resultaten hiervan zijn weergegeven in figuur 3.20. Mobycon pagina 21

Figuur 3.20: redenen om de gratis OV-pas wel te gaan gebruiken Uit de resultaten blijkt dat voornamelijk het niet meer kunnen gebruiken van andere vervoerwijzen een reden is om met de gratis OV-pas van het openbaar vervoer gebruik te maken. In volgorde van sterkte geldt dit voor de auto, de fiets en de regiotaxi. Er blijken geen grote verschillen tussen de 0- en de 1-meting. Meest opmerkelijk is dat bij de 1-meting een groter deel van de pashouders aangeeft de pas wel te gebruiken bij meer uitleg en wanneer de regiotaxi niet meer zou rijden. Mobycon pagina 22

3.4 Kwaliteitsbeleving van het openbaar vervoer Aan alle pashouders is gevraagd aan te geven in welke mate ze tevreden zijn over het openbaar vervoer. Het betreft hier dus het totale aantal aangeschreven pashouders van 1425 bij de 0-meting en 1104 bij de 1-meting (zowel de pasgebruikers als de nietgebruikers en niet pasbezitters). Er is onderscheid gemaakt naar verschillende aspecten van het openbaar vervoer. De resultaten zijn weergegeven in figuur 3.21. De categorie geen mening/niet van toepassing is vanwege de leesbaarheid weggelaten. Figuur 3.21: mate van tevredenheid over de kwaliteit van het openbaar vervoer Uit de resultaten blijkt namelijk dat een aanzienlijk gedeelte geen mening heeft (bij elk aspect ruim 30%). Een verklaring hiervoor is dat een deel van de pashouders nooit met het openbaar vervoer reist en daarom geen oordeel hierover kan vormen. Mobycon pagina 23

Van de pashouders die wel een oordeel hebben gegeven blijkt dat dit overwegend positief is. Zowel bij de 0- als de 1-meting is zo n 75% tevreden tot zeer tevreden over de totale kwaliteit van het openbaar vervoer. Er zitten slechts kleine verschillen tussen de verschillende aspecten. Meest positief zijn de pashouders over het op tijd rijden van de bussen en het minst positief over de reisinformatie in de bus. Ook tussen de 0- en de 1-meting zitten slechts kleine verschillen die niet significant zijn. Aan de hand van een Chi-kwadraat toets de mate van tevredenheid over de totale kwaliteit van het openbaar vervoer ook bekeken in relatie met enkele variabelen. In tabel 3.4 zijn de verbanden weergegeven. Relatie beoordeling totale kwaliteit OV met: Significant verband 0-1- meting meting Toelichting Geslacht Nee Nee - Bezit WMO vervoerpas Nee Nee - Leeftijd Ja Ja Licht verband waarbij jonge ouderen vaker positief zijn over de kwaliteit en oude ouderen vaker geen mening geven. Frequentie van gebruik gratis OVpas Vaker OV-gebruik door pas Vaker buitenshuis door OV-pas Nee Ja Bij de 1-meting blijkt dat frequente gebruikers positiever over de kwaliteit zijn. De richting van het causale verband is onbekend. 3 Ja Ja Pashouders die aangeven dat ze vaker het OV gebruiken zijn tevens positiever over de kwaliteit van het OV. De richting van het causale verband is onbekend. Ja Ja Pashouders die aangeven vaker buitenshuis te komen zijn tevens positiever over de kwaliteit van het OV. De richting van het causale verband is onbekend. Tabel 3.4: relatie met het algemene oordeel over de kwaliteit van het OV 3 Hiermee wordt bedoeld dat niet bekend is of de positieve beoordeling hoger is door een frequenter gebruik of dat door een positief oordeel de pashouders het OV frequenter gaan gebruiken. Mobycon pagina 24

3.5 Uitwisseling tussen openbaar vervoer en regiotaxi Om te bekijken in hoeverre het reguliere openbaar vervoer voor oudere inwoners van Schouwen-Duiveland een alternatief is voor de regiotaxi zijn in de enquête een aantal vragen gericht op de uitwisseling van ritten met het openbaar vervoer en de regiotaxi. Deze vragen zijn alleen gesteld aan de bezitters van een WMO vervoerpas. In tabel 3.5 zijn de aantallen weergegeven. Bezit van een WMO vervoerpas Aantal 0-1- meting meting Percentage 0-1- meting meting Ja 398 433 28% 39% Nee 764 518 54% 47% Onbekend 263 153 18% 14% Totaal 1425 1104 100% 100% Tabel 3.5: bezit van een WMO vervoerpas Uit de tabel blijkt dat 433 pashouders in de 1-meting hebben aangegeven in het bezit te zijn van een WMO vervoerpas. De resultaten hieronder hebben betrekking op de pashouders die in het bezit zijn van een WMO vervoerpas. Een belangrijke vraag in de enquête is of de pashouders door de gratis OV-pas verplaatsingen met het openbaar vervoer gemaakt hebben die ze eerst met de regiotaxi maakten. Het resultaat hiervan is weergegeven in figuur 3.22. Mobycon pagina 25

Figuur 3.22: vervanging van regiotaxi ritten door openbaar vervoer Ruim 15% van de pashouders geeft aan de regiotaxi niet of nauwelijks meer te gebruiken. 27% geeft aan de regiotaxi alleen nog maar gebruikt te hebben voor bestemmingen waar geen regulier openbaar vervoer komt. Daarmee blijkt dat voor 42% van de pashouders het openbaar vervoer de regiotaxiritten kan vervangen. Dit is net iets meer dan bij de 0-meting het geval was. De vervanging van regiotaxiritten door openbaar vervoer is ook bekeken in relatie met leeftijd en gebruik van hulpmiddelen. Dit is weergegeven in figuur 3.23. Mobycon pagina 26

Figuur 3.23: relatie tussen leeftijd en vervanging van regiotaxiritten bij de 1-meting Wanneer we kijken naar de relatie met leeftijd bij de 1-meting lijken jongere 65+ers vaker regiotaxi ritten te vervangen. Het verband is echter niet significant. Ditzelfde beeld bleek ook uit de 0-meting. De relatie tussen het gebruik van hulpmiddelen en het vervangen van regiotaxiritten is in figuur 3.24 weergegeven. Mobycon pagina 27

Figuur 3.24: relatie tussen gebruik van hulpmiddelen en vervanging van regiotaxiritten bij de 1-meting Wanneer we kijken naar de relatie tussen het gebruik van hulpmiddelen en de vervanging van regiotaxiritten blijkt duidelijk dat bij de 1-meting voornamelijk pashouders die geen hulpmiddelen gebruiken of een rollator gebruiken regiotaxiritten hebben vervangen door ritten met het openbaar vervoer. Dit beeld wijkt niet af van het beeld uit de 0-meting. Er blijkt ook sprake van een significant verband tussen de vervanging van regiotaxiritten en de mate van toename van het OV-gebruik door de gratis OV-pas en de mate waarin pashouders vaker buitenshuis komen. Pashouders die aangeven regiotaxiritten te vervangen blijken ook relatief vaker van het OV gebruik te zijn gaan maken en komen tevens relatief vaker buitenshuis. De relatie is echter bij de 1-meting zwakker geworden ten opzichte van de 0-meting. Aan de pashouders is ook gevraagd of en onder welke voorwaarden de regiotaxi opgeheven zou kunnen worden. Zie hiervoor figuur 3.25. Mobycon pagina 28

Figuur 3.25: stellingen over opheffing van de regiotaxi Over de stelling zijn de pashouders vrijwel unaniem dat de regiotaxi nooit kan worden opgeheven hoewel het aandeel bij de 1-meting wel met 5% is gedaald. Dit verandert echter niet het beeld dat het openbaar vervoer voor een groot deel van de pashouders ritten per regiotaxi kan vervangen maar dat de regiotaxi nooit volledig kan worden vervangen. Aan de pashouders die hebben aangegeven dat de regiotaxi (voorwaardelijk) kan worden opgeheven zijn enkele stellingen voorgelegd. De resultaten hiervan zijn weergegeven in figuur 3.26. Mobycon pagina 29

Figuur 3.26: stellingen over vervanging van de regiotaxi door openbaar vervoer Omdat het hierbij om lage aantallen pashouders gaat is de betekenis van de resultaten beperkt. Wel valt op dat het aantal waarnemingen bij de 1-meting aanzienlijk hoger is. Dit zijn pashouders die de vraag toch hebben ingevuld ondanks dat ze bij de voorgaande vraag hebben aangegeven dat de regiotaxi nooit kan worden opgeheven. Wat zowel bij de 0- als de 1-meting opvalt is dat de pashouders het beduidend minder eens zijn met de stelling dat de loopafstanden naar de haltes voor mensen met een beperking goed zijn. Verder valt op dat de 1-meting op alle aspecten een positiever beeld laat zien. Mobycon pagina 30

4 0-meting Zeeuws Vlaanderen 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk presenteren we de resultaten van de 0-meting die is gehouden in de gemeente Sluis, Terneuzen en Hulst. Om eventuele verschillen tussen de drie gemeenten duidelijk te maken zijn alle resultaten per gemeente weergegeven. Hierbij zijn ook de resultaten weergegeven van de 0-meting die in 2008 in Schouwen-Duiveland is gehouden. De resultaten zijn opnieuw gerangschikt naar 4 paragrafen: beschrijving van de kenmerken van de pashouders; beschrijving van het gebruik van de gratis OV pas door de pashouders; de kwaliteitsbeleving van het openbaar vervoer door de pashouders; effecten op en bereidheid tot uitwisseling tussen het openbaar vervoer en de regiotaxi. Wanneer er sprake is van opmerkelijke resultaten beschrijven we dit. Vanwege de leesbaarheid van de diagrammen is de categorie onbekend opnieuw bij de meeste variabelen weggelaten en wisselt hierdoor het totaal aantal waarnemingen per variabele. 4.2 De pashouders De verdeling tussen mannen en vrouwen is weergegeven in tabel 4.1. Aantal Percentage Geslacht Sluis Terneuzen Hulst Duiveland Sluis Terneuzen Hulst Schouwen- Schouwen- Duiveland Man 264 457 271 521 40% 38% 39% 37% Vrouw 389 722 417 806 59% 60% 59% 57% Onbekend 8 23 14 98 1% 2% 2% 7% Totaal 661 1202 702 1425 100% 100% 100% 101%* Tabel 4.1: verdeling vrouwen en mannen *: telt vanwege afronding niet op tot 100% Gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen blijkt dat vrouwen duidelijk vaker gereageerd hebben. Er zit nauwelijks verschil tussen de verschillende gemeenten. Mobycon pagina 31

De leeftijdsverdeling van de pashouders is weergegeven in figuur 4.1. Figuur 4.1: leeftijd van de pashouders Uit de figuur blijkt bij alle gemeenten dat de leeftijdsgroepen boven de 85 jaar duidelijk minder vaak voorkomen. Opmerkelijk is dat de pashouders in Terneuzen gemiddeld ouder zijn. Een mogelijke verklaring is een hogere concentratie van verzorgingstehuizen wat uit de volgende diagram blijkt. De woonsituatie van de pashouders is weergegeven in figuur 4.2. Figuur 4.2: woonsituatie van de pashouders Mobycon pagina 32

Verreweg het grootste deel van de pashouders woont zelfstandig. Opvallend is dat in Terneuzen meer pashouders in een verzorgingstehuis woont en in Schouwen-Duiveland meer pashouders begeleid wonen. In de enquête zijn de pashouders gevraagd of ze gebruik maken van hulpmiddelen. In figuur 4.3 is per hulpmiddel het percentage pashouders weergegeven dat heeft aangegeven dit hulpmiddel te gebruiken. Figuur 4.3: gebruik van hulpmiddelen door de pashouders De verdeling blijkt in alle gemeenten gelijk met uitzondering van een groter aandeel rollator in Terneuzen. 4.3 Gebruik van de OV-pas In tabel 4.2 en 4.3 is het bezit en het gebruik van de gratis OV-pas weergegeven. Mobycon pagina 33

Bezit van de Aantal Percentage Sluis Terneuzen Hulst Duiveland Sluis Terneuzen Hulst gratis OVpas Schouwen- Schouwen- Duiveland Ja 546 953 502 1311 83% 79% 72% 92% Nee, nooit de pas (bewust) ontvangen 91 206 184 114 14% 17% 26% 8% Onbekend 24 43 16 0 4% 4% 2% 0% Totaal 661 1202 702 1425 100% 100% 100% 100% Tabel 4.2: bezit van de gratis OV-pas Gebruik Aantal van de gratis OVpas Sluis Terneuzen Hulst Percentage Duiveland Sluis Terneuzen Hulst Schouwen- Schouwen- Duiveland Ja 213 337 148 536 32% 28% 21% 38% Nee 357 644 370 711 54% 54% 53% 50% Onbekend 0 15 0 64 0% 1% 0% 4% Pas nooit (bewust) ontvangen 91 206 184 114 14% 17% 26% 8% Totaal 661 1202 702 1425 100% 100% 100% 100% Tabel 4.3: gebruik van de gratis OV-pas Op de vraag of de pashouders ook daadwerkelijk in het bezit zijn van de gratis OV-pas blijkt in de gemeenten in Zeeuws Vlaanderen vaker een negatief antwoord dan in Schouwen- Duiveland het geval is. Met name Hulst scoort slecht waar meer dan een kwart aangeeft geen pas te hebben. Opnieuw is de verwachting dat dit respondenten zijn die de ontvangst van de toegestuurde pas niet opgemerkt hebben. Het gebruik van de gratis OV-pas blijkt in Terneuzen en met name Hulst lager dan het geval is in Sluis en Schouwen-Duiveland. Dit komt echter deels ook doordat een deel van de inwoners aangeeft de pas niet te hebben ontvangen of niet weet dat hij of zij deze heeft ontvangen. Mobycon pagina 34

De relatie van het gebruik van de OV-pas met de leeftijd van de pashouders is ook bekeken aan de hand van een Chi-kwadraat toets. In alle gemeenten blijkt dat het gebruik van de gratis OV-pas hoger is in de laagste leeftijdscategorieën. Het effect blijkt sterk in de gemeenten Sluis en Schouwen-Duiveland en is daar ook significant. In de gemeenten Terneuzen en Hulst is dit effect veel minder en tevens ook niet significant. 4.3.1 Gebruikers van de gratis OV-pas De frequentie van het gebruik van de gratis OV-pas is in figuur 4.4 weergegeven. Figuur 4.4: frequentie van het gebruik van de OV-pas Wat opvalt is dat de gratis OV-pas in de gemeente Hulst gemiddeld wat minder vaak wordt gebruikt. De pashouders in de gemeente Sluis laten het meest frequente gebruik zien. De relatie tussen de frequentie van het gebruik en de leeftijd van de pashouders is bekeken. Hieruit blijkt dat alleen binnen de gemeente Sluis een significant verband is te ontdekken. In Sluis blijken de pashouders in leeftijden tussen 70 en 85 relatief het vaakst van de pas gebruik te maken. In de andere gemeenten is deze relatie niet zichtbaar. De verdeling over de reistijdstippen is weergegeven in figuur 4.5. Mobycon pagina 35

Figuur 4.5: reistijdstippen Wat betreft de reistijdstippen laten de verschillende gemeenten eenzelfde beeld zien. Verreweg het meeste is de OV-pas overdag gebruikt buiten de spitsperiodes. Dit is gezien de doelgroep een logisch patroon. Opmerkelijk is dat opnieuw een aantal pashouders heeft aangegeven de pas voor 9 uur s ochtends te hebben gebruikt omdat deze dan niet geldig is. Aan de pashouders is ook gevraagd of ze meestal alleen of samen met andere personen reizen. De resultaten zijn weergegeven in figuur 4.6. Figuur 4.6: alleen of samen met andere reizen Mobycon pagina 36

Ook hier zijn geen grote verschillen zichtbaar tussen de verschillende gemeenten. Ongeveer de helft van de pashouders reist meestal alleen en ruim 40% reist samen met iemand anders die ook in het bezit is van een gratis OV-pas. Wat opvalt is dat de pashouders in Hulst minder vaak alleen reizen en vaker samen met een andere pashouder. In de figuren 4.7 en 4.8 zijn de bestemmingen en reismotieven weergegeven. Figuur 4.7: bestemmingen Figuur 4.8: reismotieven Mobycon pagina 37

Het beeld ten aanzien van de bestemmingen is alleen geanalyseerd voor de gemeenten in Zeeuws Vlaanderen. Terneuzen is voor alle gemeenten een belangrijke bestemming. Verder blijken inwoners van Sluis meer gericht op de kernen Oostburg en Breskens en inwoners van Terneuzen en Hulst wat meer gericht op de kern Hulst. Wat betreft reismotieven blijkt dat pashouders uit de gemeenten in Zeeuws Vlaanderen minder vaak winkelen noemen en juist wat vaker het bezoek van een arts ten opzichte van de pashouders in Schouwen- Duiveland. In de hierna weergegeven figuren is weergeven welke vervoerwijzen de pashouders buiten het openbaar vervoer gebruiken (figuur 4.9) en welke vervoerwijze ze zouden gebruiken in ze niet in het bezit zouden zijn van een gratis OV-pas (figuur 4.10). Figuur 4.9: gebruikte vervoerwijzen naast het OV Mobycon pagina 38

Figuur 4.10: vervoerwijzen gebruikt zonder OV-pas De gemeenten Sluis, Hulst en Schouwen-Duiveland laten hier eenzelfde patroon zien. De belangrijkste vervoerwijzen naast het OV zijn de fiets en de eigen auto. Indien ze niet over de pas zouden beschikken zouden ze met de eigen auto gereisd hebben. Wel valt op dat de pashouders in Schouwen-Duiveland vaker aangeven nog steeds met het OV te reizen indien ze niet gratis het OV kunnen reizen. Terneuzen wijkt sterk af van het beeld van de andere gemeenten. Daar is de regiotaxi namelijk net zo veel genoemd als de fiets en zelf vaker dan de eigen auto als vervoerwijze naast het OV. Indien de pashouders niet meer beschikken over de gratis OV-pas geven de pashouders aan dat de regiotaxi samen met de eigen auto de belangrijkste alternatieven zijn. Aan de pashouders is ook gevraagd of ze het openbaar vervoer vaker zijn gaan gebruiken sinds ze in het bezit zijn van de gratis OV-pas. In figuur 4.11 zijn de resultaten op deze vraag weergegeven. Mobycon pagina 39

Figuur 4.11: toename van het OV gebruik dankzij de gratis OV-pas Binnen de gemeenten Sluis, Hulst en Schouwen-Duiveland blijk zo n driekwart van de pashouders aan te geven enigszins of aanzienlijk vaker van het openbaar vervoer gebruik te maken dankzij de gratis OV-pas. In Terneuzen is dit met 62% wat lager. Hieruit blijkt dat een groot deel van de pashouders het OV vaker is gaan gebruiken. Er moet echter wel in acht genomen worden dat dit alleen de pashouders betreft die de pas gebruikt hebben. De pashouders die hebben aangegeven de OV-pas niet gebruikt te hebben, hebben deze vraag niet beantwoord. Wanneer we hier rekening mee houden blijkt in de gemeenten Sluis, Terneuzen, Hulst en Schouwen-Duiveland respectievelijk 29%, 18%, 15% en 29% van de totale groep ouderen vaker het openbaar vervoer gebruikt te hebben door de gratis OV-pas. Tevens is de relatie bekeken tussen leeftijd en de toename van het OV gebruik. Uit de Chikwadraat toetsen blijkt dat de jonge leeftijdsgroepen duidelijk vaker het openbaar vervoer zijn gaan gebruiken dan de oudere leeftijdsgroepen. Dit verband is in alle gemeenten zichtbaar en tevens significant. Alleen in Hulst blijkt het verband minder sterk en tevens niet significant. Dit kan echter ook te maken hebben met het lagere aantal waarnemingen. Naast de vraag of de pashouders het openbaar vervoer vaker gebruiken is ook gevraagd of ze dankzij de gratis OV-pas vaker buitenshuis zijn geweest. Tevens is gevraagd wat de motieven zijn voor het vaker buiten de deur komen. Dit is weergegeven in figuur 4.13 en 4.14. Mobycon pagina 40

Figuur 4.13: vaker buitenshuis dankzij de gratis OV-pas Figuur 4.14: motieven om vaker buitenshuis te komen Uit de resultaten blijkt dat meer dan de helt van de pasgebruikers aangeeft dankzij de gratis OV-pas vaker buitenshuis te zijn geweest. Dit blijkt vooral ten behoeve van vaker winkelen en meer bezoek aan familie vrienden en kennissen. Er blijken nauwelijks verschillen tussen de vier gemeenten. Mobycon pagina 41

Wanneer de toename van activiteiten buitenshuis bekeken wordt in relatie tot leeftijd blijkt er geen duidelijk en significante relatie tussen leeftijd en de komst buitenshuis dankzij de gratis OV-pas. Dit is ook niet het geval waneer de komst buitenshuis in relatie tot het geslacht wordt bekeken. De toename van het gebruik van het openbaar vervoer dankzij de gratis OV-pas en de toename van de komst buitenshuis zijn ook bekeken in relatie tot het bezit van een WMOvervoerpas. Dit is voor de drie gemeenten in Zeeuws Vlaanderen samen weergegeven in figuur 4.15 en 4.16. Figuur 4.15: relatie tussen bezit WMO-vervoerpas en toename OV-gebruik Mobycon pagina 42

Figuur 4.16: relatie tussen bezit WMO-vervoerpas en komst buitenshuis Bij de hiervoor weergegeven verbanden blijkt sprake van een significant verband, ook bij de gemeenten individueel. Opmerkelijk is echter dat de WMO-vervoerpashouders aangeven relatief vaker buiten de deur te komen dankzij de gratis OV-pas terwijl ze minder vaak aangeven vaker van het OV gebruik te zijn gaan maken dankzij de gratis OV-pas ten opzichte van de respondenten die geen WMO-vervoerpas bezitten. Een verklaring hiervoor is dat de WMO-pashouders meer afhankelijk zijn van openbaar vervoer omdat ze niet of minder kunnen beschikken over vervoermiddelen als de fiets of de eigen auto. 4.3.2 Niet-gebruikers van de gratis OV-pas Aan de pashouders die hebben aangegeven geen gebruik te hebben gemaakt van de gratis OV-pas is gevraagd wat de belangrijkste reden hiervan is. In figuur 4.17 zijn de redenen weergegeven. Mobycon pagina 43

Figuur 4.17: redenen om niet van de gratis OV-pas gebruik te maken Met name het gebruik van de auto is een vaak genoemde reden. Het valt wel op dat deze reden binnen de gemeente Terneuzen minder vaak voorkomt terwijl vaker is geantwoord dat men gebruik maakt van de regiotaxi. Aan de niet gebruikers zijn ook een aantal stellingen voorgelegd die ingaan op mobiliteitsmogelijkheden en mobiliteitsbeperkingen. Aan de pashouders is gevraagd in hoeverre deze mogelijkheden en beperkingen effect hebben op het wel of niet gebruiken van de gratis OVpas. De resultaten hiervan zijn weergegeven in figuur 4.18 tot en met 4.20. Mobycon pagina 44

Figuur 4.18: redenen om de gratis OV-pas wel te gaan gebruiken Mobycon pagina 45

Figuur 4.19: redenen om de gratis OV-pas wel te gaan gebruiken Figuur 4.20: redenen om de gratis OV-pas wel te gaan gebruiken Mobycon pagina 46

Uit de resultaten blijkt dat voornamelijk het niet meer kunnen gebruiken van andere vervoerwijzen een reden is om met de gratis OV-pas van het openbaar vervoer gebruik te maken. Dit geldt zowel voor Schouwen-Duiveland als de gemeente in Zeeuws Vlaanderen in volgorde van sterkte de auto, de fiets en de regiotaxi. Er blijken verder geen grote verschillen tussen de verschillende gemeenten. 4.4 Kwaliteitsbeleving van het openbaar vervoer Aan alle pashouders is gevraagd aan te geven in welke mate ze tevreden zijn over het openbaar vervoer. Het betreft hier dus het totale aantal aangeschreven pashouders binnen alle gemeenten (zowel de pasgebruikers als de niet-gebruikers en niet pasbezitters). Er is onderscheid gemaakt naar verschillende aspecten van het openbaar vervoer. De resultaten zijn weergegeven in figuur 4.21. De categorie geen mening/niet van toepassing is opnieuw vanwege de leesbaarheid weggelaten. Figuur 4.21: mate van tevredenheid over de kwaliteit van het openbaar vervoer per aspect Mobycon pagina 47

Uit de resultaten blijkt namelijk dat een aanzienlijk gedeelte geen mening heeft. Een verklaring hiervoor is dat een deel van de pashouders nooit met het openbaar vervoer reist en daarom geen oordeel hierover kan vormen. Van de pashouders die wel een oordeel hebben gegeven blijkt dat dit overwegend positief is. Bij alle gemeenten blijkt telkens zo n 60 tot 80% tevreden tot zeer tevreden over de verschillende kwaliteitsaspecten van het openbaar vervoer. Er zitten slechts kleine verschillen tussen de verschillende aspecten. Meest positief zijn de pashouders over het op tijd rijden van de bussen en het minst positief over de reisinformatie in de bus en het comfort in de bus. Ook tussen de gemeente onderling zitten slechts kleine verschillen. De mate van tevredenheid over de totale kwaliteit van het openbaar vervoer is weergegeven in figuur 4.22. Figuur 4.22: mate van tevredenheid over de totale kwaliteit van het openbaar vervoer De resultaten komen overeen met de tevredenheid over de verschillende deelaspecten. Het grootste deel is tevreden tot zeer tevreden en slechts een klein deel is ontevreden tot zeer ontevreden. Binnen Schouwen-Duiveland zijn de pashouders gemiddeld het meest tevreden. In Hulst en Terneuzen zijn er relatief minder pashouders tevreden en relatief meer ontevreden. Aan de hand van een Chi-kwadraat toets de mate van tevredenheid over de totale kwaliteit van het openbaar vervoer ook bekeken in relatie met enkele variabelen. In tabel 4.4 zijn de verbanden weergegeven. Mobycon pagina 48

Relatie beoordeling totale kwaliteit OV met: Significant verband Sluis Terneuzen Hulst Toelichting Geslacht Nee Nee Nee - Bezit WMO vervoerpas Nee Ja Nee De WMO-pashouders zijn relatief minder vaak tevreden en hebben vaker geen mening. Het is echter geen duidelijk verband en slechts bij 1 gemeente zichtbaar. Leeftijd Ja Ja Ja Licht verband waarbij jonge ouderen vaker positief zijn over de kwaliteit en oude ouderen vaker geen mening geven. Frequentie van gebruik gratis OVpas Vaker OV-gebruik door pas Vaker buitenshuis door OV-pas Nee Nee Ja Bij de meting in Hulst blijkt dat frequente gebruikers positiever over de kwaliteit zijn. De richting van het causale verband is onbekend. Ja Ja Ja Pashouders die aangeven dat ze vaker het OV gebruiken zijn tevens positiever over de kwaliteit van het OV. De richting van het causale verband is onbekend. Nee Ja Nee Pashouders in Terneuzen die aangeven vaker buitenshuis te komen zijn tevens positiever over de kwaliteit van het OV. De richting van het causale verband is onbekend. Tabel 4.4: relatie met het algemene oordeel over de kwaliteit van het OV 4.5 Uitwisseling tussen openbaar vervoer en regiotaxi Om te bekijken in hoeverre het reguliere openbaar vervoer voor oudere inwoners van Zeeuws Vlaanderen een alternatief is voor de regiotaxi zijn in de enquête een aantal vragen gericht op de uitwisseling van ritten met het openbaar vervoer en de regiotaxi. Deze vragen zijn alleen gesteld aan de bezitters van een WMO vervoerpas. In tabel 4.5 zijn de aantallen pashouders weergegeven die hebben aangegeven in het bezit te zijn van een WMO vervoerpas. 4 Hiermee wordt bedoeld dat niet bekend is of de positieve beoordeling hoger is door een frequenter gebruik of dat door een positief oordeel de pashouders het OV frequenter gaan gebruiken. Mobycon pagina 49