Hondenbeleid in Nederland

Vergelijkbare documenten
Hondenbeleid Deventer Eindmeting

Evaluatie hondenbeleid Zwijndrecht

HONDENBELEID BRIELLE

Gemeente Hellevoetsluis - Hondenbeleid

Leusdenpanel Zesde peiling: Vervuiling van de openbare ruimte

Hoofdstuk 25. Hondenbeleid

Bijlage VMBO-GL en TL

Onderzoek Inwonerspanel: Hondenbeleid

Gemeente Loon op Zand. Vastgesteld februari Hondenbeleid Loon op Zand Pagina 1

De basisregels van Zwijndrecht

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 4. Doetinchem, 28 september Evaluatie hondenbeleid en voorstel nieuw hondenbeleid

Rapport uitslag enquête hondenbezitters

Beantwoording vragen ex artikel 41 RvO van 100% Groningen en PvdD over het hondenbeleid. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Onderzoek Houten Hondenbeleid

Hondenbeleid in de Gemeente Soest

Evaluatie Hondenbeleid

Hondenbeleid Leeuwarden Van overlast naar een schone en veilige woonomgeving

13R RAADSVOORSTEL. Gemeente Woerden 13R.00319

Gescheiden gft inzameling Nesselande

het nieuwe hondenbeleid

Gemeente Zeist. Colofon. Uitgave. Gemeente Zeist. Postbus AM Zeist januari Oplage ex.

Interactief bestuur. Omnibus 2015

Nr Mededeling m.b.t. de enquete integraal hondenbeleid.

DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD. Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad

Uitvoeringsplan Hondenbeleid

Hondenvoorzieningen in t Hout, Binnenstad en Helmond-Oost

Stadjers over het aangepaste hondenbeleid

Enquête hondenbeleid gemeente Heusden

HONDENBELEID BEVERWIJK

LEEF. Pilot Hondenbeleid Purmer-Zuid

Onderzoek Hondenbeleid

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Hondenbeleid in Oud-West

Evaluatie hondenbeleid

honden aangelijnd uitwerpselen opruimen speelplaatsen + strandje Hoge Maasdijk (Andel) verboden voor honden

Beoordeling uitvoering hondenbeleid in Dordrecht

Hondenpoepbeleid. Paragraaf APV en Handhaving

meeste mensen in de omgeving ruimen wel op Ja Ja Ja Weet niet soms ergens anders

Uitgevoerd door Dimensus Afvalinzameling Renswoude 2016

Samen zorgen voor een schone woon- en leefomgeving. Hondenbeleid

Raadsvoorstel agendapunt

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

EVALUATIE HONDENBELEID GEMEENTE ASTEN 2017

Aanpak hondenpoepproblematiek

Raadsvoorstel agendapunt

Samen zorgen voor een schone woon- en leefomgeving. Hondenbeleid

Over honden, voor baasjes Hondenbezit in gemeente Overbetuwe

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Helmond, 12 december 2008 Ons kenmerk: EJ Doorkiesnr.: (0492) Onderwerp: Evalutie Hondenbeleid Uw kenmerk: Uw brief d.d.

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Agendapunt: 10 Sliedrecht, 28 april 2009

Afdeling: Beleid en Projecten Leiderdorp, 14 november 2006

Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

BEWONERSBIJEENKOMST HONDENBELEID GEMEENTE GENNEP

Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn

Enquête herinrichting Botenbuurt 2016

WAARDERING GEMEENTEBESTUUR KOGGENLAND

INTEGRALE AANPAK HONDENPOEPPROBLEMATIEK

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte

2. Motivering Problematiek geschetst: - De zandput aan de Beelaertsweg is geen eigendom van de gemeente, maar van Beheersmaatschappij Jac. Caron BV.

Interactief bestuur. Omnibus 2017

Rapportage onderzoek lidmaatschap een onderzoek onder klanten naar verschillende aspecten van het lidmaatschap van de bibliotheek en van BiebPanel

Hondenvoorzieningen Zuideramstel

UITVOERINGSPLAN HONDENBELEID DE HAGEN

Aan de leden van de gemeenteraad Postbus AG Hoofddorp 1^23

Evaluatie pilot. Maine booiles

Veel gestelde vragen over het hondenbeleid

UITVOERINGSPLAN HONDENBELEID

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Brederode Wonen

Hondenpoepbeleid. Paragraaf Beleid

Positief hondenbeleid. 10 punten

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

2013, peiling 2 juli 2013

Betreft 1. Nieuw beleid inzake overlast Honden(poep). 2. Kredietbesluit.

Hond aanlijnen? Poep opruimen? Gewoon Doen!

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW

Onderzoek Passend Onderwijs

Wijk- en Stadsbeheer S. Plantinga. SGP-fractie t.a.v. de heer D. Bath. 1 O april 2018 Vragen SGP m.b.t. hondenuitlaatplaatsen. Geachte heer Bath,

Rapportage Onderzoek Werkdruk

Wijkbezoeken. persoonlijke contacten persoonlijke meningen

Opdrachtgevers & Netwerkpartners

UITVOERINGSPLAN HONDENBELEID AMALIASTEIN MOLENWIJK

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

Losloopgebieden voor honden in de Fruittuinen in Hoofddorp

Toezichthouders in de wijk

PEILING ERVARINGEN MET EDE DOET

Uitvoeringsplan honden

Dienstverlening, Participatie en Hondenbeleid

Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs Projectgroep Combifuncties Onderwijs

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

1 Handhaving in Westerpark

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

Burgerpeiling Hoeksche Waard 2015

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

*Z01A8DB6925* Raadsvoorstel (openbaar) 1500 Afdeling ROVM. Conform besloten B en W d.d. 30 augustus bespreekstuk

Transcriptie:

Hondenbeleid in Nederland ONDERZOEK NAAR HONDENBELEID IN DE NEDERLANDSE GEMEENTEN

Perception Consultancy (050) 318 25 80 www.perception.nl info@perception.nl Perception Consultancy 2016 2

Voorwoord In het najaar van 2015 is een enquête over hondenbeleid afgenomen bij de diverse gemeenten in Nederland. Dit rapport is opgesteld aan de hand van de resultaten uit deze enquête. In 2011 heeft dit onderzoek ook al plaatsgevonden. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Hondenpoep.NL. Dit bedrijf levert producten, diensten en concepten op het gebied van (aanpak overlast) hondenpoep / hondenbeleid. Verder biedt het bedrijf een totaalconcept aan wat gemeenten het beste kunnen doen (of moeten laten) om de overlast veroorzaakt door hondenpoep binnen de perken te houden. Het resulterende rapport levert waardevolle informatie om dit te bewerkstelligen. Overige organisaties (gemeenten, adviesbureaus en andere markpartijen) kunnen ook hun voordeel doen met de uitkomsten van het rapport. Mede aan de hand van deze rapportage wordt er een symposium gewijd aan dit thema. Het symposium wordt 20 april 2016 georganiseerd door Perception Consultancy en Hondenpoep.NL. Alle responderende gemeenten worden bedankt voor de medewerking. Haren, april 2016 Perception Consultancy Drs. Joost Lobstein 3

Samenvatting rapport landelijk onderzoek naar gemeentelijk hondenbeleid Onderzoek: Hondenbeleid in Nederland Dit rapport is gebaseerd op 213 gemeenten die een (zeer) uitgebreide enquête hebben ingevuld. Meer dan de helft van de Nederlandse gemeenten hebben hun medewerking verleend, een bijzonder hoge score. In de enquête zijn nagenoeg alle aspecten van het hondenbeleid aan bod gekomen. In het rapport wordt structureel onderscheidt gemaakt tussen landelijk, gemengde en stedelijke gemeenten. Gemeenten hebben dit zelf aan kunnen geven. Er is verder een onderscheid gemaakt naar kleinere (qua inwoners aantal) gemeenten en grotere gemeenten. Mate van overlast door hondenpoep Bijna de helft van de gemeenten geven aan dat ze - overlast tot veel overlast - ondervinden door hondenpoep. Dit heeft uiteraard klagende burgers tot gevolg. Vergelijking met vijf jaar geleden Van de gemeenten geeft 40 procent aan dat het schoner is geworden! Daar tegenover staat dat een kwart van de gemeenten aangeeft dat het is verslechterd. En een derde van de gemeente weet dit niet of heeft geen oordeel hierover. De conclusie mag voorzichtig getrokken worden dat in het merendeel van de gemeenten langzaam maar zeker wat schoner wordt in. Maar dit is niet overal het geval! Functioneert het hondenbeleid (werkt de aanpak)? Verderop het rapport wordt uitgebreid uit de doeken gedaan wat gemeenten zoal doen aan hondenbeleid en aanpak overlast hondenpoep. Hamvraag is of dit heeft geresulteerd in een schonere buurt. Ongeveer de helft van de gemeenten (51%) geeft aan dat het beleid en de getroffen maatregelen heeft geleid tot een schonere buurt. Eén op de drie gemeenten geeft aan dit niet te weten of hierover twijfelt. Draagvlak hondenbeleid Gemeenten geven zelf aan dat draagvlak van belang is met betrekking tot hondenbeleid. Uiteindelijk betrekt iets meer dan 10% de hondenbezitters bij het beleid. In een aantal gemeenten hebben hondenbezitter de handen ineen geslagen. Vaak hebben deze groeperingen als doel om gezamenlijk met de gemeente het hondenbeleid (verder) vorm te geven. Tien procent van de gemeenten geeft aan op de hoogte te zijn van deze groepen. In de helft van de gevallen is er (met name) incidenteel contact. De andere helft van de gemeenten geeft aan geen contact te hebben. Het overgrote deel van de gemeenten (ruim 60%) die contact hebben met de hondenbezitters beoordelen dit als neutraal -. Geen gemeente beoordeeld het contact als negatief. Slechts weinig gemeenten (3%) betrekken hondenbezitters bij de evaluatie. Ongeveer 30% van de gemeenten denkt dat de hondenbezitters tevreden zijn over het gevoerde beleid. 4

Hondenbeleid in Nederlandse gemeenten Van de gemeenten die hebben meegedaan aan dit onderzoek geeft 77% aan hondenbeleid te hebben opgesteld. De meest genoemde reden voor gemeenten om geen hondenbeleid te voeren is dat ze er (nog) geen prioriteit aan geven. Resultaten hondenbeleid Gemeenten geven vaak (53%) aan tevreden te zijn over het gevoerde hondenbeleid. Opvallend is dat een behoorlijk deel (ruim 40%) van de gemeenten aangeeft niet te weten of de getroffen maatregelen ook effect hebben of hebben gehad. Een deel van de gemeenten (40%) geeft aan dat het de laatste vijf jaar schoner is geworden in hun gemeente. Bijna een kwart spreekt dat echter ook tegen. Zij denken dat het juist viezer is geworden. Ruim een derde weet dit of heeft dit niet inzichtelijk. Doelstellingen beleid Ongeveer 30% van de gemeenten geeft aan met doelstellingen te werken. Meestal betreft dit algemene doelstellingen als Evalueren van het hondenbeleid Ongeveer de helft van de gemeenten evalueert het hondenbeleid en trekt hier lering uit. Slechts een klein deel (3%) betrekt de hondenbezitters erbij. Wel worden er relatief vaak enquêtes gehouden onder (alle) burgers. Ongeveer 40% van de gemeenten die het hondenbeleid evalueert betrekt de doelstellingen hierbij. Totstandkoming hondenbeleid De meeste gemeenten (48%) hebben hun beleid gebaseerd op het APV model. Verder is het opstellen van hondenbeleid voornamelijk een interne aangelegenheid. Dat wil zeggen: samen met een aantal afdelingen binnen de gemeente wordt er beleid opgesteld. Soms wordt er een gemeente geraadpleegd waarvan verondersteld wordt dat deze het goed doen. In de totstandkoming van hondenbeleid betrekt ruim de helft van de gemeenten externe partijen erbij. Meestal zijn dit wijk / dorpsvertegenwoordigers. Ongeveer 15% van de gemeenten heeft structureel overleg m.b.t. het hondenbeleid. Ruim de helft overlegt incidenteel en 30% pleegt geen overleg. Eén op de drie gemeenten geeft aan dat het hondenbeleid vrij recent (laatste vijf jaar) is ontwikkeld of in deze periode is aangescherpt. Hondenbelasting Twee van de drie responderende gemeenten geeft aan hondenbelasting te heffen. Gemiddeld vraagt een gemeente 69 EURO voor een hond. In 2011 werd er nog 60 EURO gevraagd aan belasting. Het geld gaat meestal naar de algemene middelen maar vloeit bij 80% van de gemeenten uiteindelijk weer (deels) terug naar de doelgroep. Het geld wordt dan voornamelijk gebruikt voor de bekostiging van de handhavingswerkzaamheden en het plaatsen en onderhouden van voorzieningen. Bijna een kwart van de gemeenten geeft aan niet te weten hoeveel van de hondenbelasting uiteindelijk weer terugvloeit naar de hondenbezitters. En 7% van de gemeenten geeft aan dat er meer geld naar het hondenbeleid gaat dan er aan belasting binnenkomt. 5

Inhoud hondenbeleid De meeste gemeenten geven aan een opruimplicht en een aanlijnplicht te hebben opgenomen in het hondenbeleid. Ook geven gemeenten relatief vaak aan dat er openbare gronden beschikbaar worden gesteld voor de honden en hun bezitters (losloopgebieden / speelweides). Bijna 90% van de gemeenten geeft aan een klachtenregistratie te hebben voor de inwoners. Hieruit kunnen klachten over honden en hondenpoep worden gedistilleerd. Van de gemeenten die hondenpoep opruimen verplichten, geeft 35% aan dat dit overal moet gebeuren. De overige 65% geven aan dat het niet overal hoeft te gebeuren. In bijna alle gemeenten (92%) hoeven de honden niet overal vast aan de lijn. Er zijn gebieden aangewezen waar honden los mogen lopen. Handhaving hondenbeleid Ongeveer 65% van de gemeenten geven aan eigen controleurs in te zetten om het hondenbeleid te handhaven. Er worden in 2015 voornamelijk Boa s ingezet om het beleid te handhaven. Een kwart van de gemeenten twijfelt over de tevredenheid met betrekking tot de uitgevoerde handhavingswerkzaamheden. De meeste gemeenten gebruiken een strafrechtelijke sanctie om een overtreding te bestraffen. Voor het niet aanlijnen van een hond ligt de boete rond de 100 euro. En voor het niet opruimen van hondenpoep ligt de boete rond de 120 euro. Communicatie en voorlichting hondenbeleid De meeste gemeenten (ruim 60%) geven aan incidenteel hun inwoners in te lichten over hun hondenbeleid. Meestal wordt dit gedaan via de website of het lokale krant. Een kwart van de gemeenten doet structureel aan voorlichting. Eén op de tien gemeenten zet social media in met betrekking tot het voorlichten van het hondenbeleid of in de aanpak van overlast door hondenpoep. Voorzieningen hondenbeleid 80% van de gemeenten geeft aan speciale gebieden ter beschikking te stellen voor het uitlaten van honden. Om de overlast verminderen bieden vele gemeenten een standaard hondenpoepbak aan. Een flink deel van de gemeenten (71%) geeft aan tevreden tot zeer tevreden te zijn over de voorzieningen. Wat vinden gemeenten zelf belangrijk m.b.t. hondenbeleid Er zijn een aantal pijlers waaraan goed functionerend hondenbeleid moet voldoen. Dit zijn in grote lijnen: breed gedragen beleid, effectieve handhaving, voldoende (positieve) communicatie, en continuïteit geven aan het beleid. Uiteraard zijn dit geen losstaande begrippen maar staan ze nauw in contact met elkaar. Gemeenten zijn gevraagd om in cijfers uit te drukken (1 t/m 5) welke items ze het belangrijkste vinden. 1 is hierbij het meest onbelangrijk en 5 is het meest belangrijk. Elk cijfer mag maar één keer genoemd worden. Uit de resultaten blijkt de focus vooral moet liggen op draagvlak en het minst op continuïteit van het beleid. Ook onderzoek onder de hondenbezitters Op het Nationaal Symposium Hondenbeleid van 2012 is naar voren gekomen dat er veel over hondenbezitters wordt gesproken en te weinig met de hondenbezitters. Dat is één van de redenen geweest dat Hondenpoep.NL een aantal vragenlijsten online heeft gezet welke de mening van de hondenbezitters in kaart dient te brengen. Binnenkort meer informatie op de website van het symposium. 6

Symposium Iets minder dan de helft van de gemeenten twijfelt over het houden van een symposium. De thema s die gemeenten aangeven op het symposium terug willen zien zijn handhaving, succesvol beleid, gedragsbeïnvloeding, communicatie, voorzieningen en ervaring andere gemeenten. 7

Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Samenvatting rapport landelijk onderzoek naar gemeentelijk hondenbeleid... 4 Inleiding... 10 1.1 Leeswijzer rapport hondenbeleid in Nederland... 12 Uitkomsten landelijke enquête naar gemeentelijk hondenbeleid... 13 1.2 Response enquête... 14 Hondenbeleid in Nederland... 17 1.2.1 Hondenbeleid: hoeveel gemeenten voeren hondenbeleid?... 17 1.2.2 Waarom wel hondenbeleid?... 17 1.2.3 Waarom geen hondenbeleid?... 17 1.2.4 Wie is de hondenbeleidsambtenaar?... 18 1.3 Hondenbeleid inhoudelijk... 19 1.3.1 Zijn er doelstellingen opgenomen in het hondenbeleid?... 20 1.3.2 Hondenbeleid: sinds wanneer is dat van toepassing?... 20 1.3.3 Evalueren hondenbeleid... 21 1.4 Overlast honden in Nederland... 22 1.4.1 Overlast hondenpoep... 22 1.4.2 Overlast loslopende honden... 23 1.4.3 Overlast hondenpoep: in verhouding met 5 jaar geleden... 23 1.5 Klachtenregistratie hondenbeleid... 24 1.6 Tevredenheid hondenbeleid... 25 1.6.1 Tevredenheid aanpak overlast hondenpoep... 25 1.6.2 Tevredenheid gemeente over het hondenbeleid... 26 1.7 Draagvlak hondenbeleid... 27 1.7.1 Het belangrijkste met betrekking tot hondenbeleid... 27 1.8 Totstandkoming beleid... 28 1.8.1 Betrokken afdelingen (intern) gemeente... 28 1.8.2 Worden externe partijen betrokken bij het beleid?... 29 1.8.3 Verenigde hondenbezitters... 30 1.8.4 Contact met de hondenbezitters m.b.t. het hondenbeleid... 31 1.8.5 Ervaringen contact hondenbezitters... 31 1.8.6 Op de hoogte wens van de hondenbezitters... 32 8

1.8.7 Inschatting tevredenheid hondenbezitters in de gemeente over gevoerd hondenbeleid... 32 1.8.8 Evalueren van het hondenbeleid... 33 1.9 Handhaving van het hondenbeleid... 33 1.9.1 Tevredenheid handhaving... 34 1.9.2 Sancties hondenbeleid... 34 1.9.3 Gemiddelde hoogtes boetebedragen... 34 1.10 Hondenvoorzieningen in de gemeenten... 35 1.10.1 Hondenpoepbakken / poepzuigers en speciale veldjes... 35 1.10.2 Openbare gronden beschikbaar voor honden... 35 1.10.3 Losloopgebieden / honden speelweides... 36 1.11 Communicatie & voorlichting van het hondenbeleid... 37 1.12 Gevaren hondenpoep... 38 1.12.1 Stelling hondenpoep een gevaar voor de volksgezondheid... 38 1.12.2 Stelling alleen al hondenbeleid opstellen vanwege gevaren hondenpoep... 38 1.13 Hondenbelasting... 39 1.13.1 Wel of niet hondenbelasting... 39 1.13.2 Wat doen we met de hondenbelasting?... 39 1.13.3 Hondenbelasting een doelbelasting?... 40 1.13.4 Welk deel terug naar honden(bezitters)... 40 1.13.5 Wat wordt er met de hondenbelasting gedaan?... 41 1.13.6 Hoeveel hondenbelasting wordt er geheven?... 41 1.13.7 Registratie honden... 42 1.13.8 Gemiddeld percentage hondenbezitters... 42 9

Inleiding In 2007 en 2011 heeft een vergelijkbaar onderzoek plaatsgevonden onder de Nederlandse gemeenten naar het gevoerde hondenbeleid. In de afgelopen decennia behoort de overlast veroorzaakt door hondenpoep steevast tot Nederlands grootste ergernissen. Ook het los laten van honden waar dit niet mag / wenselijk is komt regelmatig naar voren als ergernis. Bovendien zijn er regelmatig berichten over bijtincidenten met honden. Om deze honden problematiek beter in kaart te brengen, heeft Perception Consultancy, in opdracht van Hondenpoep.NL eind 2015 een enquête verstuurd naar alle gemeenten in Nederland. 213 gemeenten (respons meer dan 50%) hebben de enquête ingevuld en op basis van de uitkomsten op de vragen is dit rapport ontwikkeld. In dit rapport worden veel thema s / vraagstukken behandeld, zoals; - Hoeveel gemeenten hebben hondenbeleid en hoe ziet dat er (anno 2015) uit? - Zijn gemeenten tevreden over het hondenbeleid? - Hoe financieren gemeenten het hondenbeleid? - Hoe is het beleid opgezet (wie is er bij betrokken en is er draagvlak)? - Wie is volgens de gemeenten primair verantwoordelijk voor de overlast veroorzaakt door hondenpoep? - Wordt het beleid ook geëvalueerd en op welke wijze wordt dit gedaan? - Hoe zit het met het draagvlak voor het hondenbeleid? - Welke partijen worden betrokken bij de totstandkoming / uitvoering van het hondenbeleid? - Hoe behaal je (als buurt/wijk/ dorp/stad/gemeente) een positief resultaat oftewel een schonere & veilige buurt? - Wat zijn de do s en dont s? - Hoe wordt een mentaliteitsverbetering onder de hondenbezitters bewerkstelligd. Kortom, er zijn veel factoren die een rol spelen in deze lastig te bestrijden materie. Bovendien is hondenbeleid tegenwoordig veel meer dan een paar regels om de overlast van hondenpoep te beteugelen. Perception Consultancy heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de meeste facetten van het hondenpoepprobleem. Onderzoeken via Hondenpoep.NL Op het Nationaal Symposium Hondenbeleid van 2012 is naar voren gekomen dat er veel over hondenbezitters wordt gesproken en te weinig met de hondenbezitters. Dat is één van de redenen geweest dat Hondenpoep.NL een aantal vragenlijsten online heeft gezet. Vragenlijsten gericht op de Nederlandse bevolking (hondenbezitters en niet hondenbezitters). Hoe denkt Nederland over een aantal zaken die te maken hebben met, of in het verlengde liggen van het hondenbeleid? Wat vinden hondenbezitters van het hondenbeleid? Wat zijn hun wensen? Waarover wordt het meest geklaagd? 10

En welk gedrag vertoond de hondenbezitter ten aanzien van hondenpoep opruimen bijvoorbeeld. Sommige enquêtes zijn enkele duizenden keren ingevuld. Op aankomend symposium worden de resultaten hiervan besproken. Bovenstaande onderzoeken geven wellicht aanleiding tot vervolgonderzoeken. Uiteraard kunt u Perception Consultancy / Hondenpoep.NL hiervoor benaderen indien u hieraan behoefte heeft. Nationaal Symposium Hondenbeleid in Nederland Mede aan de hand van deze onderzoeken (gemeenten / hondenbezitters) is op 20 april 2016 het Nationaal Symposium Hondenbeleid georganiseerd. De uitkomsten van de onderzoeken zijn mede bepalend voor de samenstelling van het programma van het symposium. Tijdens dit symposium werd er meer inhoud en diepte gegeven aan de verschillende onderwerpen die ook in de onderzoeken en rapportages aan bod zijn gekomen. 11

1.1 Leeswijzer rapport hondenbeleid in Nederland 1. De uitkomsten van de enquête gemeentelijk hondenbeleid hebben betrekking op 213 responderende gemeenten. Dit is meer dan de helft van alle gemeenten in Nederland. 2. De gemeenten zijn in deze rapportage opgedeeld in twee categorieën, te weten: Er is een indeling gemaakt naar het aantal inwoners - Tot 10.000 inwoners - 10.000 tot 30.000 inwoners - 30.000 tot 80.000 inwoners - Meer dan 80.000 inwoners Er is een indeling naar het geografische karakter* van de gemeenten. - Landelijk - Gemengd - Stedelijk *De gemeenten hebben zelf aangegeven tot welk type ze behoren In de rapport zijn alleen de tabellen en grafieken opgenomen die gelden voor alle gemeenten. In het tabellenboek zijn alle tabellen opgenomen met segmentatie naar aantal inwoners en geografisch karakter. 3. Vergelijken van de onderzoeksresultaten met het vorige onderzoeken (2007 en 2011) is mogelijk. Op een aantal thema s is dat in dit rapport ook gedaan. In 2006 hebben 96 gemeenten meegewerkt, in 2011 was dit 2x zoveel (196 gemeenten) en in 2015 hebben 213 de enquête ingevuld. 12

Uitkomsten landelijke enquête naar gemeentelijk hondenbeleid 13

1.2 Response enquête In totaal hebben 213 gemeenten de enquête ingevuld. Een respons van meer dan de helft (53 procent) van de Nederlandse gemeenten. Response gemeente naar type gemeenten De meerderheid van deelnemende gemeenten betreft een landelijke gemeente. 14

Response gemeente naar inwoners De meeste gemeenten (51 procent) die hebben deelgenomen aan het onderzoek hebben een inwoneraantal tussen de 10.000 en 30.000. 15

Response gemeente naar provincie Friese en met name Brabantse gemeenten hebben relatief vaak meegedaan met het onderzoek. Bijna 70 procent van de gemeenten van de Brabantse gemeenten hebben meegedaan. Drentse gemeenten doen het minst vaak mee (33 procent). 16

Hondenbeleid in Nederland Inleiding: Hoeveel gemeenten voeren hondenbeleid? Waarom wel of niet hondenbeleid? Welke partijen (intern en extern) worden erbij betrokken en hoe ziet het beleid er inhoudelijk uit? Dit soort zaken worden in dit hoofdstuk besproken. 1.2.1 Hondenbeleid: hoeveel gemeenten voeren hondenbeleid? Bijna 80 procent van de Nederlandse gemeenten voeren hondenbeleid. Ruim 20 procent voert dit dus niet. Stedelijke gemeenten voeren relatief veel vaker hondenbeleid dan gemeenten met een landelijk karakter. In 2011 was dit aantal nagenoeg gelijk. 1.2.2 Waarom wel hondenbeleid? Een veelgenoemd argument waarom er beleid is opgesteld, is dat gemeenten regels, die gelden voor hondenbezitters, onder de aandacht willen brengen. O.a. het opruimen van de hondenpoep en de aanlijnplicht voor honden behoren hiertoe. Gemeenten willen duidelijkheid creëren en de overlast zoveel mogelijk beperken! 1.2.3 Waarom geen hondenbeleid? Geen (politieke) prioriteit wordt het vaakst genoemd als reden om geen hondenbeleid te voeren. De reglementen / verboden die de A.P.V voorschrijft volstaat volgens een aantal gemeenten. 17

1.2.4 Wie is de hondenbeleidsambtenaar? Degene die de vragenlijst heeft ingevuld namens de gemeente is gevraagd wat zijn / of haar achtergrond / expertise is. 20 procent van de ambtenaren heeft een link met openbare werken en nogmaals 20 procent heeft een beleidsachtergrond. Ook mensen met een juridische achtergrond en mensen met een link naar handhaving hebben de enquête relatief vaak ingevuld namens de gemeente. 18

1.3 Hondenbeleid inhoudelijk Als het gemeentelijke hondenbeleid nader tegen het licht gehouden wordt dan betreft het vaak regels op het gebied van hondenpoep, aanlijnplicht en aanwijzen van gebieden waar honden wel / niet los mogen. Duidelijk minder vaak wordt aangegeven dat er regelgeving is voor agressieve hondenrassen. De meeste gemeenten (65 procent) geven aan dat de hondenpoep niet overal hoeft worden te opgeruimd. Voor de rest geldt dat overal de hondenpoep moet worden opgeruimd. Veruit de meeste gemeenten (92 procent) geven aan dat de hond niet overal hoeft worden aangelijnd. Met andere woorden: in bepaald gebieden mogen honden los. In 8 procent van de gevallen moet de hond dus overal in de gemeente worden aangelijnd. 19

1.3.1 Zijn er doelstellingen opgenomen in het hondenbeleid? Inleiding: In bijna alle gevallen van beleidsontwikkeling wordt er gewerkt met doelstellingen. Vanuit een visie wordt er gewerkt aan het vormgeving van beleid. En hierbij worden nagenoeg altijd doelstellingen opgenomen. Van een bestaande situatie naar een gewenste situatie. De beleidsbepaler wilt toch graag weten of het beleid wel dan niet geslaagd is, nietwaar? Hoe zit dat bij het hondenbeleid? Ruim één op de drie gemeenten geeft aan met doelstellingen te werken. De ruime meerderheid doet dit dus niet. In de meeste gevallen betreft het algemene doelstellingen in de trend van we willen minder klachten (minder overlast van honden en hondenpoep). 1.3.2 Hondenbeleid: sinds wanneer is dat van toepassing? 20

Eén op de drie gemeenten geeft aan dat het hondenbeleid nog geen vijf jaar oud is. Nogmaals 30 procent van de gemeenten geeft aan dat het hondenbeleid al meer dan 10 jaar geleden is opgesteld. 1.3.3 Evalueren hondenbeleid Inleiding Achteraf is het van belang om te weten of het (honden)beleid wel dan niet geslaagd is. Zijn de doelstellingen bereikt? Zijn er minder klachten? Zijn er minder incidenten? Gedragen hondenbezitters zich beter en / of zijn ze beter dan voorheen op de hoogte van de regels? Of de gemeenten evalueren en hoe ze dit doen dat wordt hieronder omschreven. De helft van de gemeenten geeft aan het hondenbeleid te evalueren (de andere helft dus niet). Van de gemeenten die wel evalueren geven een paar gemeenten (3 procent) aan de hondenbezitters rechtsreeks te betrekken bij deze evaluatie (middels enquête). 40 procent van de gemeenten geeft daarbij aan dat de doelstellingen worden meegenomen in de evaluatie. 21

1.4 Overlast honden in Nederland Inleiding: Al decennia lang wordt er veel geklaagd over hondenpoep. In welke mate ondervinden gemeenten nu echt last van de hond? Gaan hondenbezitters wel verantwoord met hun hond(en) om? 1.4.1 Overlast hondenpoep Bijna de helft van de Nederlandse gemeenten geeft aan dat er (nog steeds) behoorlijk tot veel overlast is van hondenpoep. Bijna 30 procent heeft een neutrale mening hierover. Landelijk gemeenten hebben beduidend minder overlast dan stedelijke gemeenten. 22

1.4.2 Overlast loslopende honden Ongeveer de helft van de gemeenten geeft aan dat loslopende honden niet tot nauwelijks overlast veroorzaken. Een paar gemeenten geven aan dat dit wel per buurt / wijk verschilt. 1.4.3 Overlast hondenpoep: in verhouding met 5 jaar geleden Gemeenten zijn gevraagd of er een inschatting gemaakt kan worden of de overlast van hondenpoep de laatste jaren is verminderd, gelijk is gebleven of juist is toegenomen. Exact 40 procent geeft aan dat het is verbeterd. Dat het dus schoner is geworden! Bijna een kwart van de gemeenten geeft aan dat het is verslechterd. En een derde van de gemeente weet dit niet of heeft geen oordeel hierover. De conclusie mag voorzichtig getrokken worden dat het langzaam maar zeker wat schoner wordt in Nederland. Dit is helaas niet overal het geval. 23

1.5 Klachtenregistratie hondenbeleid Inleiding: Hoe weet een gemeente nu exact hoeveel overlast er is. Volgens recente berichtgeving vinden er steeds vaker bijtincidenten plaats in Nederland. Hoe weten de BOA s waar ze het meest moeten handhaven? Worden dit soort zaken wel geregistreerd? En zo ja: hoe gebeurt dit dan? Algemene of specifieke klachtenregistratie Ruim 70 procent heeft een algemene klachtenregistratie waar burgers terecht kunnen. Er zijn toch ook gemeenten die aangeven geen registratie te hebben. Informatie honden uit de algemene klachtenregistratie Ruim 80 procent van de gemeenten is in staat om klachten over honden uit hun systemen te filteren. 24

1.6 Tevredenheid hondenbeleid Inleiding Dit thema is onderzocht in dit onderzoek (onder gemeenten) maar ook in een (online) onderzoek onder hondenbezitters. Op de website van Hondenpoep.NL staan een viertal vragenlijsten waaronder een vragenlijst beoordeel het beleid van je gemeente. De resultaten over de tevredenheid van de hondenbezitters zijn terug te vinden op de website van www.hondenpoep.nl. 1.6.1 Tevredenheid aanpak overlast hondenpoep Op de stelling de gemeente is tevreden over de aanpak overlast hondenpoep geeft ruim de helft van de gemeenten aan tevreden te zijn. Een klein deel baseert zich op onderzoek, het grootste deel echter baseert dit op gevoel. In 2011 is deze vraag ook gesteld. Toen bleek dat de tevredenheid hoger lag bij de gemeenten. 70 procent was destijds (zeer) tevreden tegen ruim 50 procent in dit onderzoek. 25

1.6.2 Tevredenheid gemeente over het hondenbeleid Op de stelling de gemeente is tevreden over het gevoerde beleid wordt door het grootste deel (50 procent) van de gemeenten met een ja beantwoord. Een klein deel (5 procent) geeft aan ontevreden te zijn en verder is het opvallend dat ruim 40 procent hier een neutrale mening over heeft. 26

1.7 Draagvlak hondenbeleid Inleiding: Het thema draagvlak - is belangrijk omdat gemeenten dit zelf aangeven - belangrijk - te vinden (zie hieronder). 1.7.1 Het belangrijkste met betrekking tot hondenbeleid De gemeenten zijn een aantal belangrijke punten voorgelegd waaraan het hondenbeleid zou moeten voldoen. Dit zijn in grote lijnen. Duidelijk en breed gedragen beleid, voldoende (effectieve) handhaving, goede en voldoende voorzieningen, voldoende (positieve) communicatie en continuïteit geven aan het hondenbeleid. Uiteraard zijn dit geen losstaande begrippen maar staan ze nauw in contact met elkaar. Gemeenten zijn gevraagd om in cijfers uit te drukken (1 t/m 5) welke items ze het belangrijkste vinden. 1 is hierbij het meest onbelangrijk en 5 is het meest belangrijk. Elk cijfer mag maar één keer genoemd worden. Uit de resultaten blijkt dat gemeenten relatief het vaakst vinden dat draagvlak het belangrijkste is met betrekking tot het hondenbeleid. Op de voet gevolgd door het handhaven ervan, het aanbieden van deugdelijke voorzieningen, voldoende (positieve) voorlichting en in mindere mate continuïteit geven aan het beleid. 27

1.8 Totstandkoming beleid Het hondenbeleid komt voornamelijk tot stand door het model APV van de Vereniging Nederlandse Gemeente (VNG). Ook geven veel gemeenten aan dat het hondenbeleid zelfstandig is opgezet. 1.8.1 Betrokken afdelingen (intern) gemeente Openbare werken is het vaakst genoemd als betrokken afdeling. Maar ook de handhaving en beleidsafdeling worden relatief vaak betrokken bij de totstandkoming en uitvoering van het beleid. Deze afdelingen van de gemeenten overleggen meestal incidenteel met betrekking tot het hondenbeleid (55 procent). Slechts 15 procent van de gemeente zit in het kader van beleid structureel om tafel. 28

1.8.2 Worden externe partijen betrokken bij het beleid? De gemeenten geven aan verdeeld te zijn in het betrekken van externe partijen bij de totstandkoming van het hondenbeleid. Exact 50 procent doet dit wel en de andere helft (dus) niet. Externe partijen bij het hondenbeleid Vertegenwoordigers van dorpen, buurten en wijken worden het vaakst als externe partij - geraadpleegd bij de totstandkoming van het hondenbeleid. 28 gemeenten (=14 procent) hebben aangegeven de hondenbezitters erbij te betrekken. 29

1.8.3 Verenigde hondenbezitters Inleiding: In een aantal gemeenten hebben de hondenbezitters de handen ineen geslagen. Vaak willen ze invloed uitoefenen op het hondenbeleid. Onderstaande vragen gaan met name hierover. Onderzoek onder hondenbezitters Er is door Hondenpoep.NL ook onderzocht hoeveel van deze bewegingen er in Nederland zijn. Wat willen ze? Wie vertegenwoordigen ze? Hoe zijn de contacten met de gemeenten? En natuurlijk de hamvraag: slagen ze in hun missie? De resultaten hiervan worden op een later tijdstip bekend gemaakt. Ruim de helft van de gemeenten geeft aan dat de hondenbezitters niet verenigd zijn. Ruim tien procent van de gemeente weet dat deze groepen er zijn en ruim dertig procent weet niet of er hondengroeperingen in de gemeente actief zijn. 30

1.8.4 Contact met de hondenbezitters m.b.t. het hondenbeleid De helft van de gemeenten geeft aan dat er incidenteel contact is met de hondenbezitters. Meestal is dit het geval als het gaat om praktische zaken (er zijn problemen of het voorleggen van wensen m.b.t voorzieningen). Slechts 3 procent van de gemeenten geeft aan structureel contact te hebben over het hondenbeleid. 1.8.5 Ervaringen contact hondenbezitters Van de gemeenten die (wel eens) contact heeft met hondenbezitters geeft 37 procent aan dit als positief te ervaren. Geen enkele gemeenten bestempelt dit als negatief. Uit die contactmomenten blijkt dat hondenbezitters moeite hebben met de hondenbelasting. Als de wensen van hondenbezitters niet ingewilligd (kunnen) worden, ervaren sommige gemeenten dit als negatief. Sommige hondenbezitters vragen teveel en overspelen hun hand. 31

De meerderheid echter geeft aan dat er samen met de hondenbezitters positieve initiatieven zijn ontwikkeld. Zo zijn er losloopgebieden gecreëerd en afvalbakken geplaatst. 1.8.6 Op de hoogte wens van de hondenbezitters Eén op de drie gemeenten geeft aan niet op de hoogte te zijn van de wensen van de hondenbezitters. De overgrote deel van de rest geeft aan dit op hoofdlijnen te weten en een klein deel van de gemeenten weet dit exact. Bijna 90 procent van de gemeenten geeft aan deels tegemoet te komen aan deze wensen van de hondenbezitters. 1.8.7 Inschatting tevredenheid hondenbezitters in de gemeente over gevoerd hondenbeleid Bijna 30 procent van de gemeenten schat in dat hondenbezitters tevreden zijn over het beleid. Het grootste deel (ruim 60 procent) geeft aan dit niet te weten. 32

1.8.8 Evalueren van het hondenbeleid Dat een groot deel van de gemeenten niet weet of de hondenbezitters - wel dan niet tevreden - is, komt doordat de helft van de gemeenten het hondenbeleid niet evalueert. 13 procent evalueert middels een enquête en de rest (bijna 40 procent) evalueert op een andere manier. Bijvoorbeeld door de handhavers hierbij te betrekken, te kijken naar het aantal klachten etc. 1.9 Handhaving van het hondenbeleid Veruit de meerderheid van de gemeenten maakt gebruik van eigen controleurs (voornamelijk BOA s en een klein deel politie). Een deel van de gemeenten (20 stuks) geeft aan niet aan handhaving te doen. 33

1.9.1 Tevredenheid handhaving Iets meer dan de helft van de gemeenten geeft aan tevreden te zijn over de handhavingswerkzaamheden. Ongeveer één op de drie gemeenten twijfelt hierover. 1.9.2 Sancties hondenbeleid Het vaakst leggen gemeenten een strafrechtelijke sanctie op (56 procent). Gevolgd door de bestuursrechtelijke boete (39 procent). 1.9.3 Gemiddelde hoogtes boetebedragen De gemiddelde hoogte van de bestuursrechtelijke boete voor het niet opruimen van hondenpoep bedraagt volgens de gemeenten 117 EURO. De bestuursrechtelijke boete voor het niet aanlijnen bedraagt 99 EURO. De gemiddelde hoogte van de strafrechtelijke boete voor niet opruimen van hondenpoep bedraagt 121 EURO. De hoogte van de strafrechtelijke voor het niet aanlijnen bedraagt gemiddeld 99 EURO. 34

1.10 Hondenvoorzieningen in de gemeenten 1.10.1 Hondenpoepbakken / poepzuigers en speciale veldjes Gemeenten investeren het vaakst in standaard hondenpoepbakken en speciale veldjes voor honden. Eén op de drie van de gemeenten geeft aan te twijfelen of ze tevreden zijn over de hondenpoepvoorzieningen. 1.10.2 Openbare gronden beschikbaar voor honden Vier op de vijf gemeenten geeft aan dat er openbare gronden beschikbaar wordt gesteld voor honden(bezitters). De helft van deze openbare gebieden betreft losloopvelden (niet afgeschermd / geen speelvoorzieningen) en de andere helft betreft speelweiden (met hek en / of hondenspeelvoorzieningen). 35

1.10.3 Losloopgebieden / honden speelweides Bijna 80 procent van de gemeenten krijgt wel eens de vraag voorgelegd of er een losloopveldje dan wel speelweide gerealiseerd kan / mag worden. Ervaringen met dit type voorziening De ervaringen met dit type veldjes (losloop en speelweiden) wordt door de meerderheid van de gemeenten bestempeld als positief (60 procent). 30 procent van de gemeenten heeft te kennen gegeven dat deze verzoeken niet ingewilligd zijn. Redenen niet inwilligen verzoek losloopveldje Een aantal redenen die worden genoemd zijn: het is moeilijk om goede plek te vinden. Er moet een afweging komen tussen wens van de hondenbezitter en wat omwonenden willen. Geen / nauwelijks budget en hondenbezitters zijn niet bereid mee te werken. 36

1.11 Communicatie & voorlichting van het hondenbeleid Het overgrote deel van de gemeenten (87 procent) doet aan voorlichting van het hondenbeleid. Bijna een kwart doet dit incidenteel. De meeste gemeenten gebruiken hiervoor de website en de lokale kranten. 37

1.12 Gevaren hondenpoep Inleiding: Op het vorige Nationale Symposium Hondenbeleid (2012) is gebleken dat gemeenten niet tot nauwelijks rekening houden met de gevaren die er kleven aan de hondenpoep, of breder getrokken de ontlasting van huisdieren. In het onderzoek van 2015 zijn derhalve twee stellingen opgenomen over dit thema. 1.12.1 Stelling hondenpoep een gevaar voor de volksgezondheid Bijna één op de drie gemeenten is het eens met de stelling dat hondenpoep een gevaar is voor de volksgezondheid. Een flink deel (57 procent) is een neutrale mening toebedeeld. 1.12.2 Stelling alleen al hondenbeleid opstellen vanwege gevaren hondenpoep De antwoorden die zijn gegeven komen behoorlijk overeen met die op de vorige stelling. Een (iets) groter deel van de gemeenten is het niet eens met deze stelling (14 procent). 38

1.13 Hondenbelasting Inleiding: Gemeenten schaffen de hondenbelasting af en andere gaan er weer mee aan de slag. 37 procent van de gemeenten, die hebben deelgenomen aan de enquête, geeft aan geen hondenbelasting te heffen. De rest doet het dus wel. In 2011 hief nog 69 procent hondenbelasting. Een lichte daling dus. Stedelijke gemeenten heffen relatief vaker belasting dan landelijke gemeenten. 1.13.1 Wel of niet hondenbelasting 1.13.2 Wat doen we met de hondenbelasting? Een deel van de NIET heffende - gemeenten geeft aan dat er weinig (politiek) draagvlak is voor het vragen van hondenbelasting. Ook in het kader van minder regels geven gemeenten aan geen hondenbelasting (meer) te heffen. Een aantal vinden het ook veel gedoe - en het levert relatief weinig op. De inkomsten vanuit de hondenbelasting zijn welkom is één van de redenen waarom er WEL belasting wordt geheven. Het hondenbeleid kost geld en een deel van de gemeenten financiert dit door belasting te vragen. Een ander argument waarom er beleid is opgesteld is dat gemeenten de regels die gelden voor hondenbezitters onder de aandacht willen brengen. O.a. het opruimen van de hondenpoep en de aanlijnplicht voor honden behoren hiertoe. 39

1.13.3 Hondenbelasting een doelbelasting? Ongeveer 80 procent van de gemeenten geeft aan dat de hondenbelasting uiteindelijk weer (voor een deel) terugvloeit naar de hondenbezitters. 29 procent geeft aan dat het gehele bedrag terugvloeit naar de hondenbezitters. In 2011 was dit de helft minder (15 procent). OPVALLEND: Meer gemeenten geven aan dat al het geld van de hondenbelastin terugvloeit naar de doelgroep hondenbezitters. 1.13.4 Welk deel terug naar honden(bezitters) Zeven procent van de gemeenten geeft aan dat er meer geld naar het hondenbeleid gaat dan er aan hondenbelasting inkomt. Eén op de vijf gemeenten geeft aan dat tussen de 0 en 25 procent van het ontvangen geld terugstroomt naar de doelgroep. 40

1.13.5 Wat wordt er met de hondenbelasting gedaan? Het vaakst wordt de hondenbelasting besteed aan voorzieningen, handhaving en communicatie. 1.13.6 Hoeveel hondenbelasting wordt er geheven? Gemiddeld wordt er 69 euro per hond betaald in de Nederlandse gemeenten. Het laagste bedrag wat door een gemeente is genoemd bedraagt 29 euro en het hoogste bedrag wat er in Nederland wordt betaald is 120 euro. Bijna in alle gemeenten geldt dat er voor een tweede hond (en opeenvolgende) meer betaald moet worden. 2006 2011 2015 Gemiddeld voor 1 hond 55 EURO 60 EURO 69 EURO 41

1.13.7 Registratie honden Iets minder dan de helft (44 procent) van de gemeenten registreert de honden, de rest doet dit dus niet. 1.13.8 Gemiddeld percentage hondenbezitters 2011 2015 Gemiddeld percentage hondenbezitters in Nederland 6,4% 7,9 Op basis van de responderende gemeenten is bovenstaand percentage berekend. Het aantal geregistreerd hondenbezitters is gedeeld door het aantal geregistreerde personen in betreffende gemeenten. Op deze wijze is berekend dat bijna 8% van de bevolking in het bezit van een hond. In 2011 was dit nog 6,4 procent. Bovenstaande cijfers geven richting aan hoeveel hondenbezitters er (ongeveer) zijn in Nederlandse gemeenten. 42

2011 2015 Gemiddeld aantal honden per hondenbezitter 1,25 1,18 Op basis van de responderende gemeenten is er berekend hoeveel honden een hondenbezitter gemiddeld bezit. Op basis hiervan is berekend dat een hondenbezitter 1,18 hond in bezit heeft. Bovenstaande cijfers geven richting aan hoeveel honden er (ongeveer) geregistreerd zijn in Nederlandse gemeenten. 43