e-leeromgevingen interdis 1 InterDis, een interdisciplinaire elektronische leeromgeving gezondheidszorg Titel: InterDis Bestaat uit: Elektronisch leermiddelenbestand, discussie- en uitwisselingsforum Organisatie: Arteveldehogeschool en Universiteit Gent Adres: Hoogpoort 15, 9000 Gent (België) Tel.: 09-235.20.54 Fax: 09-235.20.94 Url: http://onet.arteveldehs.be/projecten/interdis.htm http://www.interdis.be Contactpersoon: Prof. Dr. André Vyt (projectleider) Onderwijsonderzoek en Onderwijsontwikkeling, Arteveldehogeschool Mail: andre.vyt@arteveldehs.be Prof. Dr. Jan De Maeseneer Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg, Universiteit Gent Mail: jan.demaeseneer@rug.ac.be Productiejaar: Gestart in 2001 i.s.m. Universiteit Gent Kostprijs: De publieke site is gratis, de volledige leermiddelen zijn uitgewerkt in de gesloten leeromgeving van de hogeschool. Auteur van deze beschrijvende fiche: André Vyt, februari 2003 ict en onderwijsvernieuwing afl. 4, juni 2003, 49
e-leeromgevingen interdis 2 afl. 4, juni 2003, 50 ict en onderwijsvernieuwing
e-leeromgevingen interdis 3 1. Situering 1.1. Wat? Het project creëert een elektronische leeromgeving voor interdisciplinair samenwerken in gezondheidszorg en welzijnswerk, met een eraan gekoppelde onderwijs- en begeleidingsmethodiek. Studenten uit de basisopleidingen gezondheidszorg, geneeskunde en sociaal werk werken via de leeromgeving samen aan probleemsituaties en probleemaanmeldingen, resulterend in gezamenlijke taakafspraken, hulp- en zorgverleningsplannen voor zorgvragers/cliënten/patiënten. Aan de hand van het leermateleermiddelen voor interdisciplinair onderwijs InterDis is een elektronische leeromgeving voor interdisciplinair en multiprofessioneel onderwijs in de opleidingen gezondheidszorg, geneeskunde en sociaal werk. De nadruk ligt op probleemgestuurd, casusgeoriënteerd, multimediaal en samenwerkend leren. Het pakket bevat leermiddelen om interdisciplinaire samenwerking te bevorderen in de gezondheidszorg en didactische werkwijzen om dit bij studenten aan te brengen. Het is ontwikkeld door een projectgroep van lesgevers uit de Arteveldehogeschool en de Universiteit Gent. In 2002 is het pakket verder op punt gesteld en uitgewerkt binnen een gesloten elektronische leeromgeving, met subsidie van de Vlaamse overheid. Het bevat een eenheid die gericht is op het leren kennen van de verschillende disciplines in de gezondheidszorg, een eenheid die gericht is op het samen werken aan een interdisciplinair zorgenplan, een eenheid waarbij men leert om beter in team te overleggen en een eenheid waarbij men bepaalde interdisciplinaire thema s kan uitdiepen. 1.2. Doelgroep studenten gezondheidszorg, geneeskunde en sociaal werk InterDis is bedoeld voor studenten uit de basisopleidingen gezondheidszorg (verpleegkunde, kinesitherapie, ergotherapie, podologie, logopedie en audiologie, vroedkunde), geneeskunde en sociaal werk, voor studenten die al een eerste jaar of een eerste cyclus in hun eigen opleiding hebben doorgemaakt. In een latere fase kunnen ook studenten psychologie, orthopedagogiek, farmacie en dieetleer aansluiten. Lesgevers en experts worden in deze leeromgeving op verschillende wijzen ingeschakeld. 1.3. Doelstellingen ict en onderwijsvernieuwing afl. 4, juni 2003, 51
e-leeromgevingen interdis 4 inzichten en vaardigheden riaal krijgen studenten ook een beter zicht op de kenmerken, bevoegdheden en gebruikte werkwijzen en begrippen van collega s uit andere disciplines in de zorg- en welzijnssector. De volgende leerdoelen worden centraal gesteld: inzicht hebben in de competenties, bevoegdheden en beperkingen van de verschillende gezondheidswerkers, zodat op een goede manier naar elkaar wordt doorverwezen en op elkaars deskundigheden een beroep wordt gedaan; inzicht hebben in de disciplinespecifieke doelgroep en werkmethodiek bij interventie en zorgverlening van verschillende gezondheids- en welzijnswerkers, om op die manier samen te kunnen werken aan een interdisciplinair zorgenplan; via elektronische weg ideeën en informatie betreffende interdisciplinaire zorgplanning kunnen uitwisselen; inzicht hebben in het verloop van een interdisciplinaire teamvergadering, met probleemanalyse en besluitvorming; duidelijk en efficiënt kunnen communiceren in teamoverleg, op een constructieve wijze feedback geven en onduidelijkheden bevragen (o.a. inzake vakjargon); gericht zijn op inbreng van anderen in het interdisciplinair overleg, respect voor de eigenheid van de andere teamleden en gerichtheid op het groepsrendement van een overleg; aandachtspunten, visies en modellen die door andere disciplines in een teamgesprek worden aangebracht, kunnen kaderen in de probleemanalyse en de besluitvorming; op een efficiënte manier een interdisciplinair zorgenplan kunnen opstellen en hierover kunnen communiceren naar collega s, andere gezondheidswerkers, de cliënt en zijn familie; inzien hoe interdisciplinair samenwerken regelmatig overleg, consensus en terugkoppeling vergt; interdisciplinaire communicatie en besluitvorming kunnen evalueren op efficiëntie en praktische toepasbaarheid. 1.4. Huidige format Website: http://onet.arteveldehs.be/projecten/interdis.htm Het pakket is verder uitgewerkt binnen de gesloten leeromgeving van de hogeschool. Bij het pakket hoort ook een DVD over beroepen in de gezondheidszorg en over interdisciplinaire samenwerking. afl. 4, juni 2003, 52 ict en onderwijsvernieuwing
e-leeromgevingen interdis 5 2. Concept en achterliggende visie 2.1. Maatschappelijke context De afgelopen jaren zijn in Groot-Brittannië, Scandinavië, Nederland en de Verenigde Staten veel initiatieven genomen op het gebied van multiprofessioneel onderwijs. Belangrijke organisaties zijn het European Network for the Development of Multiprofessional Education (EMPE), het UK Centre for the Advancement of Interprofessional Education (CAIPE), het Nijmeegs Instituut voor Kennisoverdracht in de Gezondheidszorg (NIKOG) en de Nederlandse Vereniging voor Medisch Onderwijs (NVMO). nood aan overleg en samenwerking In het beroepsveld van gezondheids- en welzijnswerkers is er een groeiende complexiteit van zorg en nood aan interdisciplinair samenwerken. Bij het werken aan gezondheidsproblemen van patiënten en cliënten komen heel veel aspecten kijken. Vaak zijn er verschillende dimensies waarbij een beroep moet worden gedaan op verschillende specialisten. Er is dus nood aan goed gestructureerd en effectief overleg tussen verschillende vakspecialisten in de zorg- en welzijnssector. Wanneer medewerkers in team aan een probleem werken, betekent het niet alleen dat ze ieder een stukje van het probleem voor hun rekening nemen, maar ook dat ze samen hulpvragen gaan analyseren, gaan anticiperen op mogelijke verwikkelingen, informatie aanbrengen voor de anderen en elkaar ondersteunen in de besluitvorming en opvolging. Een aantal gezondheidswerkers zijn bij traditie nogal gericht op zelfstandig werken. Toch moeten deze vakspecialisten evengoed kunnen overleggen met andere gezondheidswerkers, als ze een cliënt krijgen doorverwezen of zelf iemand verder doorverwijzen. Ze vervullen cruciale rollen, niet alleen als informatieaanbrengers maar ook bij de besluitvorming en opvolging van hulpverlening, de behandeling en de verzorging. nodige competenties Een eerste voorwaarde voor een goede samenwerking tussen artsen, paramedici, verpleegkundigen en welzijnswerkers is dat men van elkaars deskundigheden, verantwoordelijkheden en bevoegdheden op de hoogte is, zodat de juiste zorgverleners altijd op het juiste moment kunnen worden betrokken. Iedere discipline heeft haar eigen invalshoeken en werkwijzen. Een optimale zorgverlening wordt vaak belemmerd door kennis- en communicatieproblemen op dit vlak. Een tweede voorwaarde is dat deze vakspecialisten over de competenties beschikken om teamgericht overleg te plegen, besluiten te maken en tot gezamenlijke taakafspraken te komen. Op basis van de diversiteit in de ict en onderwijsvernieuwing afl. 4, juni 2003, 53
e-leeromgevingen interdis 6 professionele expertise is het belangrijk om bij teamoverleg gezamenlijke aandachtspunten te kunnen opstellen en tot een goede taakverdeling te komen, met respect voor ieders eigenheid. gebruik van ICT Studenten uit verschillende studierichtingen worden in het InterDis-project individueel en gezamenlijk geconfronteerd met realistische aanmeldings- of probleemsituaties waarbij timemanagement, doorverwijzings-, overleg- en besluitvormingsvaardigheden worden ingeoefend en/of getoetst. Dit haakt in op toenemende dagelijkse beroepssituaties waarbij deze vaardigheden niet alleen van belang zijn in lijfelijke vergaderingen, maar ook in nieuwere overlegsituaties zoals web-based overleg, werken aan gezamenlijke plannen via Internet en netmeeting of telefonische conferentie met collega s uit andere disciplines. Op deze manier worden studenten dus tevens voorbereid op het geïntegreerd, kwalitatief en efficiënt gebruik van de technologie voor overleg en intervisie in hun toekomstige beroepspraktijk. Het gebruik van de moderne informatie- en communicatietechnologie wordt hier dus niet uit de weg gegaan, maar wordt juist toegepast in situaties waarbij informatie en communicatie heel gevoelig liggen. transfervaardigheden De vaardigheden die van belang zijn in de beroepspraktijk hebben een algemeen belang bij leren en werken. Tijdens hun studie worden studenten immers vanuit verschillende hoeken geconfronteerd met groepsopdrachten. Het samen afspraken maken, opstellen van een taakverdeling en beheren van een efficiënte communicatie binnen de groep zijn belangrijke voorwaarden opdat groepsopdrachten de uiteindelijke doelen van coöperatief leren kunnen bereiken. De vaardigheden die via InterDis worden aangeleerd, kunnen worden overgedragen op andere vormen van teamoverleg en samenwerkend leren tijdens de opleiding. 2.2. Onderwijsvernieuwende aspecten casusgebaseerd, probleemgestuurd en samenwerkend leren Verschillende innovatieve onderwijsaspecten worden in dit project geïntegreerd: er wordt gewerkt met casusgeoriënteerd onderwijs, probleemgestuurd onderwijs, afstandonderwijs en coöperatief leren, in interdisciplinair verband en multimediaal ICT-gestuurd. De leermiddelen worden zodanig ontwikkeld dat ze modulair inzetbaar zijn in verschillende opleidingen gezondheidszorg (verpleegkunde, vroedkunde, kinesitherapie, podologie, ergotherapie, logopedie en audiologie), geneeskunde en sociaal werk. De ontwikkeling van de leeromgeving en de eraan verbonden afl. 4, juni 2003, 54 ict en onderwijsvernieuwing
e-leeromgevingen interdis 7 onderwijstechnieken wordt gekoppeld aan het scholen en trainen van lesgevers in het gebruiken van de nieuwe onderwijstechnologie. Een belangrijk deel van het project bestaat uit het uitwerken van een onderwijs- en begeleidingsmethodiek bij de elektronische leermaterialen. Zo is bijvoorbeeld een bulletin of discussion board onvoldoende om ook coöperatief leren, professioneel on line overleg en zelfsturende teamwerking mogelijk te maken. Studenten moeten met elkaar kunnen overleggen en taakafspraken maken op basis van het bestuderen van en inhaken op materiaal dat on line wordt aangeboden. Via kalenders en groepsdocumenten moeten ze samen on line een takenplan kunnen opstellen. Terwijl het project zich nu richt op studenten in de basisopleidingen, kunnen leereenheden ook worden ingezet bij postgraduaatopleidingen en bij permanente vorming van gezondheidswerkers. De afstuderende generatie zal immers worden geconfronteerd met vakspecialisten die minder bekend zijn met (en minder vaardig zijn in) de gebruikte technologie, of met professionelen die wel met deze technologie werken maar niet voor professioneel interdisciplinair overleg. In deze zin zal de samenwerking met beroepsverenigingen, werkveldorganisaties en navormingsorganisaties op het vlak van thuisgezondheidsuitdagingen Het project is uitdagend, omdat het gaat over het aanleren van vaardigheden waarvan men veronderstelt dat ze het best worden aangeleerd via intensief praktijkonderwijs onder directe begeleiding van een lesgever. We gaan er bij InterDis van uit dat via de elektronische weg studenten een aantal inzichten en zelfs (voorbereidende) vaardigheden kunnen verwerven die het overleg efficiënter maken. Dit kan wanneer de leermaterialen voldoende concreet en praktijkgebonden worden aangeboden. Als inzichten op deductieve en theoretische manier worden aangeboden, dan worden ze ook vaak slechts op abstracte manier verworven. Studenten vinden dit (terecht) meestal niet motiverend. Daarom vertrekken we meestal van concrete (interdisciplinaire) praktijksituaties, zowel voor de inzichtbevorderende als voor de vaardighedenbevorderende onderdelen. Het InterDis-project is ook uitdagend omdat studenten en zelfs lesgevers niet altijd over adequate computer- en Internetfaciliteiten beschikken. Hogescholen zijn immers op dit vlak achtergesteld in financiering. Bovendien zijn ook in het werkveld deze faciliteiten nog niet echt ingeburgerd. Toch geloven we in de toekomst. 2.3. Toekomstige uitbouw verankering in het werkveld ict en onderwijsvernieuwing afl. 4, juni 2003, 55
e-leeromgevingen interdis 8 zorg belangrijk worden. De bedoeling is om deze organisaties aansluiting te geven op (of actief in te schakelen in) de leeromgeving. 3. Concrete opbouw en uitwerking 3.1. Overzicht leereenheden Om ervoor te zorgen dat het ontwikkeld materiaal flexibel kan worden ingeschakeld in opleidingsprogramma s naar gelang van de behoefte, onderscheiden we kleine leereenheden. Het doorlopen van een leereenheid neemt ongeveer 25 tot 30 uur in beslag. De leereenheden kan men combineren tot een opleidingsonderdeel of onderbrengen in een bestaand onderdeel in de opleiding. Studenten kunnen dan hierop intekenen bij het begin van het academiejaar en via de teleleeromgeving de leereenheden afwerken. Dit betekent niet alleen afstandleren: studenten zullen ook in groep in practica kunnen oefenen en overleggen met studenten uit andere disciplines. Een leereenheid bestaat uit documenten (tekst- en videobestanden), links naar andere Internetbronnen, opdrachten en zelfevaluatietoetsen. We onderscheiden een viertal leereenheden: Ken de gezondheids- en welzijnswerkers; Werken met en aan interdisciplinaire zorgenplannen; Leren en oefenen in interdisciplinair teamoverleg; Verdieping in interdisciplinaire thema s. Bijkomend kunnen de studenten grasduinen in een discussie- en ervaringsuitwisselingsforum met experts. 3.2. De verschillende leereenheden kenmerken van beroepen 3.2.1. Ken de gezondheids- en welzijnswerkers Op de website kunnen de studenten de verschillende beroepen in de gezondheidszorg beter leren kennen. Van ieder beroep zijn beschreven: 1 het beroepsprofiel en de basiscompetenties; 2 de werksettings en werkdomeinen; 3 de bevoegdheden en beperkingen; 4 de methoden voor diagnose en interventie; 5 vaak gebruikte instrumenten en hulpmiddelen. Deze beschrijvingen zijn volgens een vaststaand stramien en bevatten ook audiovisuele illustraties. afl. 4, juni 2003, 56 ict en onderwijsvernieuwing
e-leeromgevingen interdis 9 3.2.2. Werken met en aan interdisciplinaire zorgenplannen In de tweede leereenheid leren de cursisten aan welke eisen een goed zorgenplan moet voldoen en leren ze ook met een dergelijk zorgenplan te werken. Hier is het belangrijk dat men werkt in een eenduidig raamwerk, zeker wanneer men schriftelijk hierover communicatie voert. Zo niet is het risico groot dat elke gezondheidswerker vanuit zijn kader een uitgebreid voorstel opmaakt dat wel voor veel leesvoer kan zorgen, maar dat niet noodzakelijk bijdraagt aan efficiënte afstemming van zorgdoelen. Studenten werken daarom met een uniform schema voor het formuleren van zorgdoelen en interventiestrategieën. Elke student wordt toegewezen aan een of meer teams van vier tot vijf disciplines. Op basis van concrete casussen van cliënten formuleren ze hun voorstellen van zorgdoelen vanuit hun eigen discipline maar ook vanuit hun inleving in andere discipliopdrachten Via concrete aanmeldings- en situatieschetsen uit het werkveld moeten de cursisten nagaan welke disciplines in deze situaties een taak hebben en moeten ze zo concreet mogelijk formuleren welke taak ze kunnen vervullen. Dit stellen ze op in overleg met een collega-student uit de eigen opleiding. Hun concept sturen ze naar collega-studenten uit de betrokken discipline, die hierop feedback geven. Het kunnen corrigeren van verkeerde of onvolledige beeldvorming over het eigen beroep werkt bij studenten heel motiverend. De communicatie van studenten wordt gesuperviseerd door lesgevers-begeleiders, die de kwaliteit van zowel de inhoud als van de communicatie beoordelen en desnoods bijsturen. Studenten kunnen van bij het begin van de leereenheid hun bestaande en verworven kennis testen via meerkeuzevragen. Een bijkomende opdracht bestaat uit het vergelijken van (het gebruik van) concepten in de verschillende disciplines. Per beroep is een lexicon raadpleegbaar met de meest gebruikte begrippen in interdisciplinaire context en met algemene begrippen die toch specifiek worden ingevuld. Zo kunnen studenten ervaren dat een arts en een logopedist iets anders kunnen bedoelen wanneer ze het hebben over een anamnese van een patiënt. De inductieve en casusgebaseerde methode bij de leereenheid wordt door de studenten als een heel prettige vorm van samenwerkend leren ervaren. Het is een minder dwingend en strak keurslijf, niet bedoeld om alles van de andere disciplines te kennen, maar vooral om de belangrijkste verschilpunten met de eigen discipline en de mogelijkheden tot samenwerking te verkennen in een steeds evoluerende beroepscontext. In dit perspectief zijn de ingebouwde links naar actuele websites belangrijk. Studenten moeten de houding ontwikkelen om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen in belendende beroepen. een uniform raamwerk ict en onderwijsvernieuwing afl. 4, juni 2003, 57
e-leeromgevingen interdis 10 nes. Deze voorstellen sturen ze naar de overige teamleden (die hierop kunnen reageren en corrigeren), waaronder een medecursist die de rol van teamcoördinator op zich neemt en die de voorstellen van de teamleden integreert in een voorstel tot bespreking. Tegelijkertijd plannen ze een lijfelijke samenkomst of een chatsessie op Internet om het definitief voorstel samen te bespreken en bij te stellen. In een zelfevaluatietoets kunnen de studenten de kwaliteit van zorgenplannen beoordelen. Net zoals bij de eerste leereenheid is ook hier niet het doel om binnen een strak keurslijf te werken. Ook is er niet één ideaal zorgenplan voor een bepaalde situatie. Wel is het belangrijk dat studenten leren afwegen bij welke soort zorgdoelen onderling overleg noodzakelijk is, hoe ze zorgdoelen prioriteit kunnen geven en bij welke zorgdoelen er nog (informerende, verduidelijkende of motiverende) actie nodig is tegenover de cliënt. communicatie en besluitvorming 3.2.3. Leren over en oefenen in interdisciplinair teamoverleg In deze leereenheid leren de cursisten hoe een teamoverleg met verschillende gezondheidswerkers het best op een efficiënte manier kan verlopen. Vooral leren ze de kwaliteit van de communicatie en de besluitvorming in het teamoverleg te verbeteren. In tegenstelling tot de vorige leereenheden leren de studenten hier door het bekijken van videofragmenten van teamoverleg. Hierbij worden een drietal aspecten extra belicht: 1 het opnemen van bepaalde rollen en functies in een teamoverleg; 2 het gebruiken van bepaalde methoden voor goed overleg; 3 het hanteren van duidelijke communicatie naar andere collega s en naar cliënten. zorgsituaties en instrumenten 3.2.4. Verdieping in interdisciplinaire thema s Een laatste leereenheid betreft thema s die gericht zijn op specifieke zorgof hulpverleningssituaties waarbij interdisciplinair werken van belang is (bv. revalidatie, diabetesproblematiek, palliatieve zorgen, chronische aandoeningen, zorgbehoevendheid,...) of op specifieke instrumenten die het interdisciplinair werken ondersteunen of optimaliseren. op basis van praktijkervaring 3.2.5. Discussie- en uitwisselingsforum Studenten kunnen specifieke vragen hebben naar aanleiding van stageervaringen waarbij ze in contact (of soms in conflict) gekomen zijn met andere gezondheidswerkers. Deze vragen kunnen gaan over bevoegdheidsconflicten, ethische en/of juridische kwesties (bv. inzagerechten in dossiers van patiënten), maar ook over praktische zaken. Dergelijke vragen kunnen ze posten op het forum en kunnen door lesgevers-experts in de opleiding worden beantwoord. afl. 4, juni 2003, 58 ict en onderwijsvernieuwing
e-leeromgevingen interdis 11 4. Tot slot open toegang InterDis is een onderwijsproject voor studenten aan de Arteveldehogeschool en de Universiteit Gent, maar het is de bedoeling om een instellingsoverschrijdende expertisegroep op te starten van projecten van interdisciplinair en multiprofessioneel onderwijs. Daarom worden de leermiddelen niet alleen binnen de gesloten elektronische leeromgeving geplaatst, maar voorzien we ook een website (http://onet.arteveldehs.be/projecten/interdis.htm) waarop een deel van de materialen en methodieken openlijk toegankelijk zijn. ict en onderwijsvernieuwing afl. 4, juni 2003, 59
e-leeromgevingen interdis 12 afl. 4, juni 2003, 60 ict en onderwijsvernieuwing