Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 4. 4 Getijdekrachten. 4.1 Getijdeverhitting van Io

Vergelijkbare documenten
Tentamen Planetenstelsels met oplossingen 19 april 2012 Docent: Dr. Michiel Hogerheijde

4. Maak een tekening:

Inleiding Astrofysica Tentamen 2009/2010: antwoorden

Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 3

Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 7. 7 Het viriaal theorema en de Jeans Massa: Stervorming. 7.1 Het viriaal theorema

TENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30

Deel 4: Krachten. 4.1 De grootheid kracht Soorten krachten

BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing

Tentamen Fysica in de Fysiologie (8N070) deel AB herkansing, blad 1/5

Examen Algemene natuurkunde 1, oplossing

Naam:... Studentnummer:...

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss

10 Had Halley gelijk: worden de maanden korter?

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

****** Deel theorie. Opgave 1

Begripsvragen: Elektrisch veld

Examen Klassieke Mechanica

Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 6

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1

Tentamen Mechanica ( )

Tentamen Quantum Mechanica 2

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

Juli blauw Fysica Vraag 1

Begripsvragen: Cirkelbeweging

Formule afleiding opgaven bij de cursus Algemene relativiteitstheorie Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek

Juli geel Fysica Vraag 1

Botsingen. N.G. Schultheiss

TENTAMEN NATUURKUNDE

Oplossing examenoefening 2 :

HERTENTAMEN PLANETENSTELSELS 13 JULI 2015,

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (30 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur

Vectoranalyse voor TG

PLANETENSTELSELS IN ONZE MELKWEG. Opgaven

TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo I

Natuurwetten »NIEUWE NATUURKUNDE VWO6 »UITWERKINGEN. a. = b. = = c. = = = d. = = Boorplatform naar links, Dan afstand = = Kabel is dan dus uitgerekt!

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

jaar: 1989 nummer: 25

Uitwerkingen Tentamen Natuurkunde-1

Toegepaste wiskunde. voor het hoger beroepsonderwijs. Deel 2 Derde, herziene druk. Uitwerking herhalingsopgaven hoofdstuk 7.

Fysica: mechanica, golven en thermodynamica PROEFEXAMEN VAN 12 NOVEMBER 2008

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2017 TOETS APRIL :00 12:45 uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS APRIL uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2018 TOETS 1

Wiskundige vaardigheden

Advanced Creative Enigneering Skills

CIRKELBEWEGING & GRAVITATIE VWO

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt.

KeCo-opgaven mechanica (arbeid en energie) HAVO4

tijd [n*t1] hoek (rad) tijd [n*t2] hoek (rad) 0 0,52 0 0,52 1 0,40 1 0,46 2 0,30 2 0,40 3 0,23 3 0,34 4 0,17 4 0,30 5 0,13 5 0,26 6 0,1 6 0,23

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 MAVO4 NATUUR- EN SCHEIKUNDE I. Zie ommezijde. Vrijdag 19 augustus,

Hoofdstuk 8 Hemelmechanica. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Eindexamen vwo natuurkunde 2013-I

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK

- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2008-II

Variabele Sterren. Instability strip: Cepheiden RR Lyrae W Virginis sterren. Rode reuzen op de z.g. instability strip in het HR diagram

Faculteit Biomedische Technologie. 9 april 2018, 18:00-21:00 uur

Uitwerking Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 1. 1 Het Zonnestelsel en de Zon. 1.1 Het Barycentrum van het Zonnestelsel

Buiging van een belaste balk

Technische Universiteit Eindhoven Tentamen Thermische Fysica II 3NB65. 6 juli 2012, uur

De Broglie. N.G. Schultheiss

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2)

De hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl.

Oefentoets krachten 3V

Arbeid & Energie. Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be. Assistent: Erik Lambrechts

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1.

Uitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C Januari uur

krachten sep 3 10:09 Krachten Hoofdstuk 1 Bewegingsverandering/snelheidsverandering (bijv. verandering van bewegingsrichting)

Juli blauw Vraag 1. Fysica

. Vermeld je naam op elke pagina.

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.

Het Heelal. N.G. Schultheiss

8,3. Antwoorden door Dimitris 2178 woorden 15 december keer beoordeeld. Meten aan melkwegstelsels. Jim Blom en Dimitris Kariotis

natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex

Keuzeopdracht natuurkunde voor 5/6vwo

TENTAMEN NATUURKUNDE

Extra College; Technieken, Instrumenten en Concepten

TENTAMEN PLANETENSTELSELS 30 MEI 2016, UUR

Hoofdstuk 8 Krachten in evenwicht. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism

Klassieke en Kwantummechanica (EE1P11)

Eindexamen vwo natuurkunde I

Eindexamen vwo natuurkunde II

Eindexamen havo wiskunde B I

Opdracht 3: Baanintegratie: Planeet in een dubbelstersysteem

Elektromagnetische veldtheorie (121007) Proeftentamen

Overzicht. Vandaag: Frank Verbunt Het heelal Nijmegen 2014

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN.doc 1/7

Opmerking score. 2 Is het noodzakelijk dat men alle punten intekent? Het punt (1,5; 33,5) gemist

Kracht en beweging (Mechanics Baseline Test)

Tentamen Fysische Systemen, , 9-12 uur

Transcriptie:

Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 4 4 Getijdekrachten 4.1 Getijdeverhitting van Io Io wordt verwarmd door de getijdewisselwerking met Jupiter: zo n 10 1 W. We zullen hier afleiden hoe deze verwarming in zijn werk gaat. In Figuur 1 staat een schematische afbeelding van Io, met straal a, en in tweeën gedeeld. Het centrum van ieder halfrond, P resp. Q, ligt precies 1 a van het centrum van Io, O. 2 Naar Jupiter Van Jupiter af P 1/2 a O 1/2 a Q a Figure 1: Een schematische voorstelling van Io 1. Geef aan hoe de vectoren van de getijdenkrachten in beide halfronden staan. Beiden naar buiten gericht 2. De centrifugaalversnelling op een afstand R van een deeltje in een cirkelbeweging met snelheid v kan geschreven worden als: A centri = v2 R Schrijf dit om naar een combinatie van de hoeksnelheid ω en de afstand R. A cen = ω 2 R (1). De versnelling in O en P is een evenwicht tussen de zwaartekracht aan de ene kant en de centrifugaal kracht aan de andere kant. Wat is de versnelling in O en P, als we O en P 1

beschouwen als losse punten die ieder een eigen hoeksnelhied rond Jupiter hebben? Ga hierbij uit van een afstand tussen O en het centrum van Jupiter van R en een massa van Jupiter van M J en verwaarloos de beweging van Jupiter. A O = Rω 2 0 A P = (R 1 2 a)ω2 P (R 1 2 a)2 4. De getijdekracht ontstaat doordat O en P wel in één lichaam zitten en P dezelfde hoeksnelheid zal hebben als O. De getijdeversnelling is dan dus het verschil in versnellingen tussen O en P. Wat is deze verschilversnelling, A? ω O = ω P = ω A = A P A O = (R 1 2 a)2 (R 1 2 a)ω2 + Rω 2 5. Gebruik de relatie ω 2 = (2) om de hoeksnelheid te elimineren uit de verschilversnelling. A = = = GM (R 1 J 2 a)2 GM (R 1 J 2 a)2 (R 1 2 a)ω2 + Rω 2 (R 1a) 2 (R 1a) GM (R 1 J 2 a)2 2 + 6. Je kunt nu ook de binominaal-aanname maken om de verschilversnelling nog verder te versimpelen: 1 (a b) = 1 n a (1 + n b ), () n a als b a. Wat wordt hiermee de totale verschilversnelling? A = (R 1a) GM (R 1 J 2 a)2 2 = (1 + 2 1 2 a ) (R 1a) = = a 2 + a + 1 2 a 7. Als we nu aannemen dat alle massa van het halfrond van P in P zit en dezelfde verschilversnelling ondergaat, wat wordt dan de getijdekracht in P? F = ma m = 1M 2 I F = 1M 2 I a 2 = M I a 4 2

8. Wat wordt de kracht dan in Q? En de totale getijdekracht over Io? Hetzelfde, maar tegengesteld gericht. Totale kracht is nul. 9. Om uit te kunnen rekenen wat de verhitting wordt, moeten we het een en ander aannemen over de structuur van Io. Als aanname maken we nu dat Io geen bol is, maar een kubus met ribbe 2a, die in één richting (langs de as door Jupiter en O) uitgerekt wordt. De mate van uitrekking wordt bepaald door: ɛ = F lengte Y oppervlak, (4) Hierbij is Y Youngs modulus, die afhangt van het materiaal. uitzetting ɛ? Wat wordt hiermee de ɛ = F lengte Y opp. = F 2a Y 4a 2 = F 2aY = M I 8Y 10. De rek-energie die met de uitzetting gepaard gaat is: Ψ = 1 2 F ɛ (5) Wat wordt de rek-energie Ψ uitgedrukt in de systeemparameters van Io en Jupiter? Ψ = 1 2 F ɛ = 1 M I a 2 4 2 = a 4Y ( M I 4 ) 2 M I 4Y 11. Het uitrekken van Io levert nog geen verhitting op; de structuur van Io zal zich aanpassen aan de getijdenkracht. Maar omdat de baan van Io eccentrisch is moet Io zich voorturend aanpassen aan de veranderende getijdenkracht en daarbij wordt energie gedissipeerd. De baan van Io heeft een eccentriciteit e. Wat zijn de maximale en minimale afstanden van het centrum van Io als R de gemiddelde baanafstand tot Jupiter is, en wat is R, uitgedrukt in R en e? Minimale afstand: R min = R(1 e) Maximale afstand: R max = R(1 + e) R = R max R min = R(1 + e) R(1 e) = 2eR 12. De totale interne energieverandering is het verschil in rek-energie tussen de extrema in de baanbeweging van Io: E = Ψ Rmax Ψ Rmin = Ψ = dψ R (6) dr Wat is de afgeleide van Ψ naar R? Wat wordt hiermee de uitdrukking van E?

Ψ = a ( M I ) 2 4Y 4 dψ = 6a( M I ) 2 1 dr 4Y 4 R 7 = a ( M I ) 2 1 2Y 4 R 7 E = dψ a R = ( M I ) 2 1 2eR dy 4 R 7 = 9 ae (GM 16 R 6 Y JM I ) 2 = 27ae (GM 16R 6 Y JM I ) 2 1. De hoeveelheid energie die omgezet wordt in warmte per baanperiode, P b van Io door deze getijdekrachten is: E vrij = f E, (7) waarbij f een efficientiefactor is die afhangt van het soort materiaal. f is voor korstachtig materiaal zoals op Io (en de Aarde waarbij f is bepaald uit aardbevingmetingen) ongeveer %. De hoeveelheid arbeid die verricht wordt is hiermee: E W = vrij (8) P b Bereken W als gegeven is dat de eccentriciteit van Io, e = 1 10 4, Y = 5 10 10 Nm 2, P b = 1.77 d (de rest van de gegevens kan je vinden in het boek). Hoe goed klopt dat met de waargenomen verwarming en wat vind je daarvan, gezien de versimpelingen die we hebben aangenomen? W = f27 ae (GM 16 R 6 Y P JM I ) 2 = 2.7 10 1 W met M J = 1900 10 24, M I = 89.2 10 21, R = 422 10 6, a = 1815 10 Dat klopt behoorlijk goed met de waarnemingen, gegeven de grote versimpelingen die we hebben toegepast 14. Vergelijk deze waarde met die voor de Maan (e=0.056) in haar baan rond de Aarde, maar bijvoorbeeld ook met de Aarde in haar baan rond de Zon (e=0.017), aannemende dat Y en f van de Maan en de Aarde hetzelfde zijn als van Io. Param. Maan - Aarde Aarde - Zon a 1.78 10 6 m 6.78 10 6 m e 0.056 0.017 84.4 10 6 m 0.1496 10 12 m f 0.0 0.0 P 2.6 10 6 s.156 10 7 s Y 5 10 10 5 10 10 M 1 5.976 10 24 kg 1.989 10 0 kg M 2 0.075 10 24 kg 5.976 10 24 kg W 1.10 10 10 W 1.95 10 8 W 15. Denk je dat de getijdekrachten van de Zon een belangrijke factor zijn in het opwekken van vulkanisme op Aarde? Nee, daar komt veel te weinig warmte voor vrij 4

4.2 Getijden op Aarde De getijden op Aarde worden niet alleen door de Maan veroorzaakt, maar ook door de Zon 1. Reken de verhouding uit van de sterkte van de getijdenkrachten op Aarde ten gevolge van de Maan en van de Zon. (NB. je hoeft beide krachten niet apart uit te rekenen) F M vehouding M M M M AU = 0.46 2. De invloeden van de Maan en de Zon kunnen elkaar versterken of verzwakken. Wanneer versterken de getijden van Maan en Zon elkaar? En wanneer verzwkken ze elkaar? Versterken bij volle en nieuwe maan. Verzwakken bij halve maan. Reken het verschil in sterkte uit tussen de maximale getijden (springtij) en de minimale getijden (doodtij) 1.46 vergeleken met 0.54, dus springtij is maximaal bijna drie keer zo sterk als doodtij 4. Wat wordt dit verschil als je ook de eccentriciteiten van de Maan- en Aardbaan (zie boven) meeneemt? Maximaal M /(1.017AU) + M M /(1.056R M ) = 1.14 M /AU + M M /RM Minimaal M /(0.98AU) + M M /(0.944R M ) = 0.87 M /AU + M M /RM Verschil nu: 1.46 * 1.14 = 1.66, 0.54 * 0.87 = 0.47, ruim.5 keer zo sterk 5