Visitatiedata: 14 en 15 februari 2008 en 26 september 2008



Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Visitatiedata: 20 en 21 februari 2008

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard

AVANS Hogeschool, Breda

Informatie werkplekleren

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Hogeschool Utrecht, Instituut Archimedes

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Protocol PDG en educatieve minor

Hbo tweedegraadslerarenopleiding

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Bijlage 1: Toetsingskader opleidingsschool

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

AVANS Hogeschool, Tilburg

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Certificering pabo-studenten voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs Door: Bestuur OGO-Academie september 2014

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Protestants-Christelijke Hogeschool Marnix Academie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

ZUYD HOGESCHOOL

Factsheet Toelatingstoets PABO

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Christelijke Hogeschool Windesheim

Hogeschool Utrecht. Lerarenopleidingen; hbo-master. Visitatiedata: 15, 16 en 17 september 2009

Hogeschool Domstad. Opleiding: Opleiding leraar basisonderwijs hbo-bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd, deeltijd

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Conceptkaders HBO5 3 november 2009

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt, 2014, nr 36791).

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Hogeschool Utrecht, locatie Utrecht

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Lerarenopleidingen Algemene vakken; hbo-bachelor Locatie: Rotterdam Varianten: voltijd/deeltijd/duaal

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Nijmegen Opleiding: Opleidingskunde, hbo bachelor Varianten: Voltijd en deeltijd

Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische opleidingsschool (RAOS)

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Christelijke Hogeschool Windesheim

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Stenden Hogeschool. Visitatiedata: 2, 3 en 4 juni 2008

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Bedrijfswiskunde; hbo-bachelor Locatie: Leeuwarden Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 2 Opleidingsdeel Pabo

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE

Hogeschool Utrecht. Huidtherapie, hbo-bachelor. Farmakunde, hbo-bachelor. Visitatiedatum: 16 maart 2006

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor

Chr. Hogeschool Windesheim, Zwolle Opleiding: Docent Beeldende Kunst en Vormgeving HBO-Bachelor; Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: Locatie: Eindhoven

Nieuwe talentvolle leerkrachten via DIT IS WIJS voor de Rotterdamse Schoolbesturen

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

Fontys Hogeschool, Tilburg

Hogeschool Utrecht. Opleiding: Leraar/Tolk Nederlandse Gebarentaal, hbo-bachelor; Croho: Varianten: voltijd, deeltijd Locatie: Utrecht

Protocol TNO Educatieve Master

Fontys Hogeschool Eindhoven

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Transcriptie:

PABO van Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding, Amsterdam Opleiding: Opleiding tot Leraar Basisonderwijs hbo-bachelor Croho: 34808 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedata: 14 en 15 februari 2008 en 26 september 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2008

2/67 NQA - visitatie Pabo van Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding

Inhoud Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 8 1.3 Werkwijze 9 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per facet en onderwerp 12 Deel B: Facetten 15 Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 17 Onderwerp 2 Programma 20 Onderwerp 3 Inzet van personeel 33 Onderwerp 4 Voorzieningen 36 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 38 Onderwerp 6 Resultaten 44 Deel C: Bijlagen 51 Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 52 Bijlage 2: Deskundigheden panelleden 59 Bijlage 3: Bezoekprogramma 63 Bijlage 4: Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 64 Bijlage 5: Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties 67 NQA - visitatie Pabo van Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding 3/67

4/67 NQA - visitatie Pabo van Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding

Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie Pabo van Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding 5/67

6/67 NQA - visitatie Pabo van Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding

1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding tot leraar basisonderwijs van de Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in december 2007, toen het zelfevaluatierapport bij NQA is aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleiding gevisiteerd op 14 en 15 februari 2008. Op 26 september 2008 heeft het panel een tweede bezoek aan de opleiding gebracht. Het panel bestond uit: De heer G.J.H.M. Coppens (voorzitter, domeinpanellid); De heer dr. C. Vreugdenhil (domeinpanellid); Mevrouw M. Gerritsen (studentpanellid); De heer drs. ing. A.G.M. Horrevorts (NQA-auditor); Mevrouw ing. I.J.M. de Jong (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Naar aanleiding van het verzoek van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan de NVAO in november 2007 (brief AP/OKP/2007/46148) en de reactie van de NVAO daarop (brief NVAO/20073488/FV) is bijzondere aandacht besteed aan de kwaliteit van de panels voor de visitaties van de Pabo-opleidingen. In verband daarmee heeft voorafgaand aan de visitaties overleg plaatsgevonden met de NVAO over de samenstelling van de panels voor deze visitaties. Tijdens dat overleg zijn de samenstelling van de panels en de kwaliteit van de panelleden besproken. Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. NQA - visitatie Pabo van Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding 7/67

1.2 Inleiding De Hogeschool van Amsterdam (HvA) telt meer dan 34.000 studenten, verdeeld over ruim 80 opleidingen die zijn ondergebracht in zeven domeinen: Bewegen, Sport en Voeding, Onderwijs en opvoeding, Techniek, Economie en management, Gezondheid, Media, Creatie en Informatie en Maatschappij en Recht. De opleiding tot leraar basisonderwijs valt onder het domein Onderwijs en Opvoeding, net als Pabo Almere en het Centrum voor Nascholing Amsterdam. Pabo Almere is een samenwerking tussen de Ipabo en de HvA en het Centrum voor Nascholing Amsterdam is een vof van de HvA en de UvA. Het domein Onderwijs en Opvoeding bestaat formeel juridisch uit de Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding. De Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding telt per oktober 2007 ongeveer 4200 studenten, verdeeld over 31 opleidingen in diverse varianten. Het aantal medewerkers bedraagt 271 (195 fte). Aan de opleiding tot leraar basisonderwijs studeren per oktober 2007 in totaal 776 studenten (630 voltijdstudenten en 146 studenten in de deeltijdopleiding verkort). Voor de opleiding wordt in totaal 43,8 fte ingezet. Het opleidingsprogramma is gebaseerd op vier pijlers, zoals alle lerarenopleidingen van het domein Onderwijs en Opvoeding van de HvA. De vier pijlers vormen samen de major (210 EC). Daarnaast kiest de student een minor (30 EC). De afgelopen jaren heeft de opleiding verschillende curriculumveranderingen doorgevoerd. In 2006-2007 is er een aparte programmering voor metawerk/coaching en voorbereiden werkplekleren ingevoerd, ook zijn de minoren ingevoerd. In 2007-2008 zijn de landelijke toetsen eigen vaardigheid Nederlands en rekenen/wiskunde ingevoerd, er is een uitbreiding op ontwikkelingsgericht onderwijs gekomen en er is extra begeleiding bij het eigenvaardigheidsonderwijs ingevoerd. Ten tijde van het bezoek van het panel in februari 2008 was de invoering van de onderzoekslijn en de programmering van de minor als blok in voorbereiding. In 2008-2009 vindt de invoering er van plaats. Het panel heeft vastgesteld dat de scores van evaluatieonderzoeken (afgenomen in 2007) vaak minder positief zijn dan het beeld dat het panel tijdens de gesprekken (februari 2008) heeft gekregen van de opleiding. Het panel heeft dit besproken en de verklaring daarvoor zag de opleiding in een verhuizing, wisseling van management en het begin van een vernieuwingtraject tijdens de afname van de onderzoeken. De factoren worden ook in het zelfevaluatierapport van de opleiding beschreven en erkend. Het panel is er in de gesprekken van overtuigd geraakt dat de opleiding op diverse aspecten een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. Het panel heeft tijdens het tweede bezoek in september 2008 kennis genomen van nieuwe onderzoekscijfers die dit beeld bevestigen. Deze nieuwe gegevens zijn echter niet opgenomen in dit rapport. In het tweede bezoek heeft het panel zich alleen gericht op de facetten 2.8 en 6.1. 8/67 NQA - visitatie Pabo van Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding

1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleiding door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens bereidden de panelleden zich in de periode januari en februari 2008 inhoudelijk voor op het bezoek in februari 2008. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. In augustus 2008 heeft het panel twee notities ontvangen: Rapportage Stand van zaken gerealiseerd niveau, juli 2008 en Rapportage stand van zaken toetsbeleid, juli 2008 en zestien extra afstudeerdossiers. Dit materiaal heeft het panel betrokken bij het eindoordeel over de opleiding. De afstudeerdossiers zijn door het panel geselecteerd uit een lijst van 84 afgestudeerden in de periode februari-juli 2008. De geselecteerde dossiers vallen qua beoordeling in de range van voldoende, ruim voldoende en goed. Het panel heeft ook een dossier ingezien dat met onvoldoende is beoordeeld. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel ruimte ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. NQA - visitatie Pabo van Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding 9/67

Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. Het panel heeft de opleiding in september 2008 een tweede keer gevisiteerd. Het panel heeft daartoe aanvullend materiaal bestudeerd (zie boven) en gesprekken gevoerd met het opleidingsmanagement en docenten. Specifieke werkwijze PABO-visitaties 2008 Naar aanleiding van het verzoek van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan de NVAO in november 2007 is de visitatie uitgebreid met een extra bezoekdag. Tijdens deze extra dag is dieper ingegaan op het hbo-niveau, door middel van intensieve bestudering en bespreking van door studenten gemaakte werkstukken, toetsen, portfolio s et cetera. Bovendien zijn er extra afstudeerproducten bestudeerd. Er zijn extra gesprekken gevoerd met (derde- en vierdejaars) studenten, docenten en externe begeleiders/beoordelaars. Tevens is er een extra gesprek gevoerd met docenten en externe begeleiders/beoordelaars over het gerealiseerde afstudeerniveau (zie bijlage 3: bezoekprogramma). Bij de bestudering van het studiemateriaal en tijdens de gevoerde gesprekken op beide dagen is bijzondere aandacht besteed aan de verhouding tussen de vakinhoud (kennisbasis) en de meer algemene didactiek. Tenslotte heeft het panel, zoals gebruikelijk, aandacht besteed aan de docent-studentratio, het aantal contacturen, het aantal door studenten bestede uren, het opleidingsniveau van de docenten en aan de verbeteringen sinds de vorige visitatie. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de NVAO. De opleiding heeft in april 2008 een concept van het Facetrapport (deel B) voor een controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het Onderwerprapport (deel A) wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in mei 2008 voor een controle op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Na het tweede bezoek aan de opleiding heeft het panel het rapport op een aantal punten aangepast en voor een controle op feitelijke onjuistheden in oktober 2008 voorgelegd aan de opleiding. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in. Het visitatierapport is uiteindelijk in december 2008 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. 10/67 NQA - visitatie Pabo van Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding

Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. Daar waar een argumentatie/beoordeling voor de deeltijd afwijkt van de voltijd, is dit expliciet vermeld. Indien niet vermeld, gelden voor de deeltijdopleiding dezelfde argumentatie/oordelen als voor de voltijdopleiding, aangezien de deeltijdopleiding inhoudelijk voornamelijk zijn gebaseerd op dezelfde module-inhouden als de voltijdopleiding. Volgorde en onderwijsmethodieken kunnen daarbij verschillen. NQA - visitatie Pabo van Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding 11/67

1.5 Oordelen per facet en onderwerp Onderwerp/Facet Opleiding tot leraar basisonderwijs Voltijd Deeltijd Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen Goed Goed 1.2 Niveau bachelor Goed Goed 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Goed Goed Totaaloordeel Positief Positief Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO Goed Goed 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Voldoende Voldoende 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Voldoende Voldoende 2.4 Studielast Goed Goed 2.5 Instroom Goed Goed 2.6 Duur Voldaan Voldaan 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Voldoende Voldoende 2.8 Beoordeling en toetsing Voldoende Voldoende Totaaloordeel Positief Positief Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO Goed Goed 3.2 Kwantiteit personeel Goed Goed 3.3 Kwaliteit personeel Voldoende Voldoende Totaaloordeel Positief Positief Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen Goed Goed 4.2 Studiebegeleiding Voldoende Voldoende Totaaloordeel Positief Positief Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten Goed Goed 5.2 Maatregelen tot verbetering Goed Goed 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Voldoende Voldoende Totaaloordeel Positief Positief Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerde niveau Voldoende Voldoende 6.2 Onderwijsrendement Voldoende Voldoende Totaaloordeel Positief Positief 12/67 NQA - visitatie Pabo van Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding

Doelstellingen opleiding De drie facetten van dit onderwerp zijn met goed beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding tot leraar beroepsonderwijs van de HvA derhalve positief. Programma De facetten van dit onderwerp zijn met voldoende of goed beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding tot leraar beroepsonderwijs van de HvA derhalve positief Inzet van personeel De facetten van dit onderwerp zijn met een goed (3.1 en 3.2) en met een voldoende beoordeeld (3.3). Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding tot leraar beroepsonderwijs van de HvA derhalve positief. Voorzieningen De twee facetten van dit onderwerp zijn met een goed (4.1) en voldoende (4.2) beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding tot leraar beroepsonderwijs van de HvA derhalve positief. Interne kwaliteitszorg De facetten van dit onderwerp zijn met een goed (5.1 en 5.2) en met een voldoende beoordeeld (5.3). Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding tot leraar beroepsonderwijs van de HvA derhalve positief. Resultaten Beide facetten zijn met een voldoende beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding tot leraar beroepsonderwijs van de HvA derhalve positief. Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat de opleiding op de zes onderwerpen positief scoort. De conclusie is dat het totaaloordeel over de opleiding positief is. NQA - visitatie Pabo van Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding 13/67

14/67 NQA - visitatie Pabo van Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding

Deel B: Facetten NQA - visitatie Pabo van Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding 15/67

16/67 NQA - visitatie Pabo van Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding

In het zelfevaluatierapport heeft de opleiding per facet een aparte paragraaf aan het Opleiden in de school gewijd. In deze rapportage is ervoor gekozen de informatie over het Opleiden in de school mee te wegen in de beoordeling van de relevante facetten. Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen Goed Criterium - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De eindkwalificaties van de opleiding zijn concrete uitwerkingen van de bekwaamheidseisen voor leraren, zoals die zijn vastgelegd in de Wet Beroepen in het Onderwijs (2005) die in 2006 van kracht is geworden. De bekwaamheidseisen bestaan uit de volgende zeven competenties van de leraar en zijn vanaf 2000 ontwikkeld door de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL): - Inter-persoonlijk competent - Pedagogisch competent - Vakinhoudelijk en didactisch competent - Organisatorisch competent - Competent in samenwerken met collega s - Competent in samenwerking met de omgeving - Competent in reflectie en ontwikkeling In het Opleidingsplan (2007) heeft de opleiding naast de zeven competenties opgenomen wat de specifieke invulling van de Pabo van HvA is. Deze invulling, met name gericht op de context van de grote stad, is tot stand gekomen in samenspraak met docenten, studenten, werkveld, gemeente Amsterdam en de Veldadviesraad (VAR). In 2005 is de specifieke invulling vastgesteld door de VAR van de opleiding. Het panel heeft uit de notulen van de VAR en uit het gesprek met vertegenwoordigers van het werkveld vernomen dat zij positief zijn over de wijze waarop de opleiding invulling geeft aan de eindkwalificaties. In de zeven competenties worden de verantwoordelijkheden van leraren samengevat door vier beroepsrollen te onderscheiden: de inter-persoonlijke rol, de pedagogische rol, de vakinhoudelijke en vakdidactische rol en de organisatorische rol. Deze beroepsrollen worden vervuld in vier typen situaties die kenmerkend zijn voor het beroep van een leraar: het werken met leerlingen, het werken met collega s met de omgeving van de school en als de zelfstandig werkende leraar (eigen professionele ontwikkeling). NQA - visitatie Pabo van Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding 17/67

De opleiding heeft de vakspecifieke landelijke eindkwalificaties van de Stichting Leerplan Onderwijs (SLO) als referentiekader gebruikt voor de over vakspecifieke curriculumonderdelen zoals Nederlands, aardrijkskunde, biologie. De opleiding hanteert, conform het landelijke Bestuurscharter Lerarenopleidingen, twee uitstroomprofielen: Het profiel Jonge kind met een specifieke accentuering ten aanzien van ontwikkelingspsychologie, pedagogiek en didactiek. En het profiel Oudere kind met een verdieping ten aanzien van specifieke vak- of leergebieden toegespitst op de doelgroep. Binnen deze twee profielen kunnen studenten kiezen voor profileringsmogelijkheden met betrekking tot Regulier onderwijs, Montessorionderwijs, Daltononderwijs en Ontwikkelingsgericht onderwijs. De opleiding is gecertificeerd voor het afgeven van het Montessoridiploma van de Nederlandse Montessori Vereniging (NMV) en sinds 2002 voor het verstrekken van het Daltoncertificaat van de Nederlandse Dalton Vereniging (NDV). De profilering Ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO) vindt plaats in samenwerking met de OGOacademie en de Activiteit (de landelijke centra voor ontwikkelingsgericht onderwijs). Het OGO-onderwijs kent geen apart diploma of certificaat. Er vindt vier keer per jaar overleg plaats tussen de opleiding en de beide beroepsverenigingen. De opleiding vervult met betrekking tot het thema wetenschap en techniek in het basisonderwijs een voortrekkersrol in de regio. Zij werkt mee aan een plan om duurzaam en structureel invulling te geven aan wetenschap en techniek op de basisschool. In het plan wordt onder andere gewerkt aan scholing voor leerkrachten, pabo-studenten kunnen zich door middel van minoren verdiepen in wetenschap en techniek voor het basisonderwijs en pabo-studenten kunnen samen met universitaire studenten schoolontwikkelingsprojecten uitvoeren. De opleiding is gevraagd een expertisecentrum Wetenschap en Techniek op te richten, waarbij wordt samengewerkt met Amstelinstituut, NEMO, Artis, Hogeschool Inholland, Hogeschool Ipabo, Pabo Almere en een groot aantal scholen en schoolbesturen in de regio. De opleiding volgt de ontwikkelingen die vanuit de Europese Commissie in gang gezet worden met betrekking tot het formuleren van eisen aan het beroep van leraar. De opleiding constateert dat de Europese Common Principles aansluiten bij de competenties van de opleiding. Het domein Opvoeding en Onderwijs van de HvA is betrokken bij het Peer Learning Cluster Teachers & Trainers en bij het Europese netwerk van lerarenopleidingen in de Association for Teacher Education in Europe. Vanuit dit netwerk is een Comeniusproject gestart rond het thema diversiteit. Het domein Opvoeding en Onderwijs van de HvA ontwikkelt reflectiehulpmiddelen voor leraren in dit project. Facet 1.2 Niveau bachelor Goed Criterium - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. 18/67 NQA - visitatie Pabo van Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding heeft in het Leerplanschema (2007) schematisch weergegeven hoe de Dublin descriptoren en hbo-kernkwalificaties matchen met de opleidingscompetenties. In hetzelfde schema geeft de opleiding aan hoe er in de vier leerjaren aan de Dublin descriptoren wordt gewerkt. Zo is Kennis en Inzicht vooral terug te vinden in vakmodules. Communicatie koppelt de opleiding vooral aan coöperatief leren in leerpraktijken in thema s als School en Omgeving en Omgaan met verschillen: diversiteit in het onderwijs. Oordeelsvorming is vooral terug te vinden in individuele onderzoeksopdrachten en in studiegroepen. Leervaardigheden zijn vooral zichtbaar in coaching en supervisiegroepen. Het toepassen van kennis en inzicht krijgt vorm in de stages. Voor elk van de zeven competenties heeft de opleiding op drie niveaus uitgewerkt waar studenten op een bepaald moment in de opleiding aan moeten voldoen, namelijk: hoofdfasebekwaam, LiO-bekwaam en startbekwaam. De niveaus zijn nader uitgewerkt in indicatoren. Het panel stelt vast dat de opleiding de koppeling met de eindkwalificaties en Dublin descriptoren adequaat heeft vastgelegd in het Leerplan (2007). Facet 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Goed Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Uit facet 1.1 blijkt dat de competenties van de opleiding landelijk zijn vastgesteld en dat de inkleuring van de competenties voor de Pabo van HvA in overleg met de VAR van de opleiding is vastgesteld. Uit facet 1.2 blijkt dat de eindkwalificaties het niveau van een hbo-opleiding weerspiegelen door de koppeling met de Dublin descriptoren. Ten aanzien van de profielen Montessori en Dalton hanteert de opleiding de criteria die geformuleerd zij door de verenigingen NMV en NDV. De opleiding stelt zich ten doel hbo-bachelor gekwalificeerde leraren basisonderwijs op te leiden die beschikken over gedegen vakkennis en een breed pedagogischdidactisch repertoire in de context van de grote stad. Daarnaast kenmerken deze leraren zich door hun gerichtheid op talentontwikkeling van leerlingen in een kleurrijke samenleving. De opleiding heeft een VAR die regelmatig (vier keer per jaar) bij elkaar komt. De VAR bestaat uit ten minste vijf vertegenwoordigers uit de beroepspraktijk, de teamleider van de opleiding fungeert als secretaris. Uit de notulen blijkt dat NQA - visitatie Pabo van Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding 19/67

regelmatig overleg plaatsvindt en dat data vooraf vastgesteld worden. Het panel heeft de cv s van vier leden bekeken en stelt vast dat zij een relevante en actuele achtergrond hebben. Met name Montessori- en Dalton-onderwijs zijn goed vertegenwoordigd. Een uitbreiding met leden uit het reguliere basisonderwijs zou naar het oordeel van het panel de breedte van het pedagogisch-didactisch repertoire, dat de opleiding in haar doelstellingen nastreeft, kunnen versterken. Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Eisen HBO Goed Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding maakt gebruik van een literatuurlijst per module waarop verplichte en aanbevolen literatuur vermeld staat. De programmaleiders zorgen ervoor dat de literatuurlijsten jaarlijks worden geactualiseerd. Het panel heeft de literatuurlijsten bestudeerd en stelt vast dat er actuele en relevante literatuur wordt aangeboden. In de mediatheek zijn voorgeschreven literatuur, vaktijdschriften, digitale kennisbanken, project- en onderzoeksmateriaal te raadplegen. Daarnaast kunnen de studenten in het Studielandschap (SLS) de meest gangbare methoden voor de vakken van primair onderwijs vinden (zie ook facet 4.1). De opleiding betrekt de actuele beroepspraktijk op verschillende manieren bij de opleiding. Zo verzorgen leerkrachten uit de praktijk gastlessen over actuele thema s. Ze worden sinds 2003 betrokken bij het ontwikkelen van leertaken en ze geven mede invulling aan de minoren. Uit de gesprekken met vertegenwoordigers van het werkveld blijkt dat zij meewerken aan lesmateriaal voor de opleiding. Hiermee zorgt de opleiding ervoor dat het programma actueel blijft. Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij tevreden zijn over de actualiteit in het programma. Voor de huidige generatie voltijd- en deeltijdstudenten gelden de doelen en de onderzoeksverslagcriteria zoals deze zijn vastgelegd in de praktijkgids. Voltijdstudenten voeren een praktijkonderzoek uit, waarvan de omvang per fase van de opleiding varieert. Deeltijdstudenten doen vanaf het begin van hun studie onderzoek naar het eigen handelen en naar vragen die voortkomen uit het werkplekleren. In 2006-2007 is een onderzoekslijn ontwikkeld. De onderzoekslijn is 20/67 NQA - visitatie Pabo van Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding

een geïntegreerd onderdeel van het curriculum. Ten tijde van de visitatie in februari 2008 vond de voorbereiding van de implementatie van deze lijn in het curriculum 2008-2009 plaats. In de onderzoekslijn werkt de student aan systematische reflectie op de eigen praktijk en ontwikkeling en doet hij onderzoeksvaardigheden op om systematisch praktijkonderzoek uit te voeren. In het programma zal het werken aan de onderzoeksvaardigheden vooral plaatsvinden bij metawerk (reflectie op eigen ontwikkeling) en profilering. Onderwijs en Opvoeding van de HvA is, samen met haar partners, in januari 2008 een Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding gestart. Het kenniscentrum bestaat onder andere uit de drie lectoraten: Leren & Innoveren, School & Omgeving in de grote stad en VMBO. Studenten en opleiders van de opleiding kunnen bijdragen aan de onderzoekslijnen die binnen het kenniscentrum via lectoraten en hoofddocenten verder ontwikkeld worden. De opleiding hanteert een systematische aanpak van programmavernieuwing. Het programma wordt jaarlijks geëvalueerd op actualiteit binnen de vakclusters en binnen het teamleidersoverleg van de afdeling. Studenten leren vanaf het eerste jaar actief in de praktijk. In het eerste semester worden ze voorbereid op de stage door middel van een speciaal programma. Er wordt onder meer aandacht besteed aan de eigen vaardigheid Nederlands en rekenen/wiskunde en aan de (beroeps)attitude. De student legt resultaten van reflectie over wat de stage heeft opgeleverd voor zijn professionele ontwikkeling vast in zijn portfolio. Daarin neemt hij feedback en beoordelingen van de beroepspraktijk op. In het portfolio verantwoordt de student keuzes voor profilering en (opleidings)scholen vanuit een eigen visie op hoe specifieke ervaringen uit de beroepspraktijk bijdragen aan zijn persoonlijke ontwikkeling. Voltijdstudenten brengen in de propedeuse ten minste 30 dagen op hun stageschool door. In de hoofdfase loopt het aantal dagen en de verantwoordelijkheden van de student op. In het tweede jaar lopen de studenten 40 dagen stage en in het derde jaar 50 dagen. Tijdens de afstudeerfase krijgen studenten in hun LiO-periode gedurende langere periode de verantwoordelijkheid voor een groep leerlingen, deze fase bestaat uit 80 stagedagen. De LiO-periode wordt afgesloten met een afstudeerwerkstuk in opdracht van de school. Voor studenten van de deeltijdopleiding verkort geldt dat zij in het eerste jaar 40 dagen stage lopen. In het tweede jaar krijgen studenten gedurende langere periode de verantwoordelijkheid voor een groep leerlingen, deze fase bestaat uit 80 stagedagen. De totale stage wordt afgesloten met een slotassessment. Studenten kunnen in de opleiding kiezen voor de opleidingsscholen van de Pabo van HvA. Studenten worden dan deels opgeleid binnen een opleidingsschool. Het is geen aparte opleidingsvariant, maar ingebed in het curriculum. De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de opleiding ligt bij Onderwijs en Opvoeding van de HvA. Bij het opleiden in de school worden de pijlers werkplekleren, metawerk en een deel van de profilering uitgevoerd binnen een opleidingsschool. Het werkplekleren wordt begeleid door een opleider van de basisschool en het metawerk en de profilering wordt op locatie begeleid door een opleider van de Pabo van HvA (instituutsopleider). De twee begeleiders van de student werken samen in een opleidingsteam waardoor geborgd NQA - visitatie Pabo van Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding 21/67