I nventarisatie onderzoeksinstellingen in de bouwnijverheid. r(br Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam

Vergelijkbare documenten
Recente ontwikkelingen rond bestekken. Leidraad voor de bestekschrijver. rs.br Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam

I(ostenbewust beheer. s tichting >ouw r esearch. syllabus. Rekenmethodiek voor strategische aanpak naoorlogse woningcomplexen, buurten en wijken

Over inhoud, functie en kwaliteit van het bestek. rg(j3r Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam

Nieuwbouw en onderhoud. hand in hand. Copyright SBR, Rotterdam

Bodemsanering; wegwijzer in vergunningenland

Het management voor de spiegel

;-.:. 'orch. s tlchting. ", b ouwr. " v :, ,,: Copyright SBR, Rotterdam

Aanbesteding, bouwteam of brochurepla Wat bepaalt de keuze? r(br Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam

s tichting ouw esearch Geluidisolatie: ankerloze spouwmuur of enkelvoudige muur Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam

Computertoepassingen in het bouwtechnisch onderwijs

Copyright SBR, Rotterdam

Bouwrijp maken met schuimbeton;

rapporteur: ing. W. Bassie BouwcentrumlTechno Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam

Handboek voor innovaties in de bouwonderneming. Richtlijnen voor het middelgrote bedrijf. t(br Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam

Het materieel beleid in het aannemingsbedrijf

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam

Richtlijnen voor avegaarpalen

Copyright SBR, Rotterdam

Het beleidsplan in de bouwonderneming

Copyright SBR, Rotterdam

Praktij ktoepassi ng bouwbesluit en de bouwaanvraag voor kleinere bouwwerken

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam

Bouwrijp maken van terreinen. Copyright SBR, Rotterdam

Lijmen in de bouw. deel 5. Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam. Een nieuwe woning; gegevens voor bewoners

Kwaliteitsbeheersing in werkvoorbereiding en uitvoering

rapporteur: ing. I. Bontekoe Adv. buro voor materieelefficiency ing. I. Bontekoe Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam

De bouwsector en Europa 1992;

N iet-constructieve voegen in gevels

s tichting ouw esearch Bouwafval Instructieboek voor het bepalen van de Afval-Index Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam

lespakket bouwrneten Copyright SBR, Rotterdam

Richtlijnen voor funderingen op staal

Gevelbekledingssystemen met een afwerking van plaa ateriaal

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam. stichting bouwresearch

Het prestatieconcept;

.,. Lijmen in de bo. Copyright SBR, Rotterdam

s tichting ouw esearch lespakket bouwmeten voor het MTO Copyright SBR, Rotterdam

stichting bouwresearch Onderhoud van bitumineuze dakbedekkingssystemen Copyright SBR, Rotterdam

Lijmen in de bouw. Wandbekle. s tichting b ouw r esearch. deel 4. Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam

Beperken van wind hinder om gebouwen deell

De hybride vraag van de opdrachtgever

s tichting ouw esearch beproevingsmethode en klasse-indeling Copyright SBR, Rotterdam

Het kan -best anders in de bouw

B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren

Automatisering in de bouw

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam. Een nieuw gebouw; gegevens voor gebruikers

s tichting ouw esearch [Q)[E BOUW Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam

Montage van pvc-kozijnen

Kader voor Kwaliteit

Copyright SBR, Rotterdam

Ambitie.info. BPV Werken in de detailhandel, goederen komen binnen

Europa 1992; De bouwsector en. Nieuwe Duitse Deelstaten. een marktoriëntatie voor de voormalige DDR. DE EUROPESE MARKT s tichting ouw esearch

Handleiding Eetmeter. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Eetmeter. februari 2007

Vervangende nieuwbouw of verbetering

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering

Bitumineuze dakbedekkingen;

BOUW. ! r4 r. AFVALSTOFFENzY W L J. !!!!jtichting bouw r esearch. Copyright SBR, Rotterdam

Bij de editie 1998/1999:

Copyright SBR, Rotterdam

iliging van gebouwen 3 deel winkels

Aanbesteden op basis van het prestatiebeginsel

Copyright SBR, Rotterdam

Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004

1 1 t/m 3. Beveiliging van software. Beveiliging van besturingssystemen

Copyright SBR, Rotterdam

Colofon. Titel: Xact groen Wiskunde deel 2 ISBN: NUR: 124 Trefwoord: Wiskunde groen

Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet

Juridische handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011 (voor adviseurs en opdrachtgevers) prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis

Beleidsplan Willem de Zwijgerstichting /

Copyright SBR, Rotterdam. d.ntiui" - search

De bouwsector en Europa 1992;

Gebouwbeheerinformotie Utiliteitsbouw

SBR SBR 009. s tichting b ouwr esearch. ... t. E: J D BIJ t IJ 1J P B 1J B 1J. Y1J 1J JJ!J ij. 11J 1J i B r J 1J J B IJ. Copyright SBR, Rotterdam

Liimen in de bouw. deel 6. Copyright SBR, Rotterdam

ZELFROOSTEREN IN DE ZORG VERGROTEN VAN DE WERKNEMERSBETROKKENHEID BIJ DE ROOSTERPLANNING RAYMOND FOKKENS MBA

Brochure zoekmachinemarketing

PrOmotie. Seksuele vorming. Werkboek 2 Veilig vrijen

PrOmotie. Rekenen en Wiskunde. Werkboek Meten 2

Prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels Mr. A.G.A. Nijmeijer Mr. J.A.M. van der Velden. Het wetsvoorstel Wabo

Transcriptie:

I nventarisatie onderzoeksinstellingen in de bouwnijverheid 158 r(br Stichting Bouwresearch

rapporteurs: ir. M. G. M. Nelissen mw. J. Haverkamp Twijnstra Gudde NV

Inventarisatie onderzoeksinstellingen in de bouwnijverheid. \ 158 Rotterdam, 1987 r(br Stichting Bouwresearch

De stichting stelt zich ten doel: a. in de bouwnijverheid produktiviteit en kwaliteit te verhogen, en de continuïteit in de werkgelegenheid te bevorderen; b. de kennis op het terrein van de bouwnijverheid te vergroten en te verspreiden naar en binnen alle organisaties waarmede de stichting een relatie onderhoudt; c. voorts al hetgeen dat met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords. De stichting en degenen die aan deze publikatie hebben medegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het verwerken - volgens de huidige stand van wetenschap en techniek - van de in deze publikatie vervatte gegevens. Nochtans moet de mogelijkheid dat zich toch onjuistheden in deze publikatie zouden bevinden niet worden uitgesloten. Degene die van deze publikatie gebruik maakt, aanvaardt daarvoor het risico. De stichting sluit, mede ten behoeve van degenen die aan deze publikatie hebben meegewerkt, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van informatie in deze publikatie. ) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Stichting Bouwresearch. No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permis sion from the Stichting Bouwresearch.

3 INHOUD WOORD VOORAF SAMENVATTING SUMMARY 5 7 18 2 2. 1 2.2 2.3 2.4 3 4 4.1 4.2 4.3 AANLEIDING EN DOELSTELLING OPZET EN UITVOERING VAN HET ONDERZOEK Aandachtspunten Model Fasering Uitvoeri ng HET ONDERZOEKSVELD FINANCIERINGS- EN PROGRAMMERINGSSTRUCTUUR Inleiding Financieringsstructuur Programmeringsstructuur 22 23 23 23 24 24 26 29 29 30 32 5 BUDGETVERDELING NAAR SOORT ONDERZOEK 35 6 BUDGETVERDELING NAAR SECTOREN 39 7 BUDGETVERDELING NAAR DOELGROEPEN 43

4 8 8.1 8.2 8.3 INHOUD (vervolg) BEVINDINGEN Financiering van onderzoek Programmering van onderzoek BUdgetverdeling naar soort onderzoek, sectoren en doelgroepen Blz. 45 45 45 46 Bijlagen 1. Overzicht onderzoeksinstellingen 49 2. Vragenlijst voor de inventarisatie van onderzoeksinstellingen in de bouwnijverheid 53 3. Financierings- en programmeringsstructuur per instelling 65 4. Specificatie budgetverdeling naar soort onderzoek, sectoren en doelgroepen 161 5. Literatuuroverzicht 165 Blz.

5 WOORD VOORAF Signalen uit de praktijk zljn eind 1985 aanleiding geweest om de mogelijkheden na te gaan van een onderzoek, waaruit een samenhangend beeld gevormd zou kunnen worden van het onderzoeksveld in de bouwnijverheid. Daarmee zou onder meer antwoord moeten worden gegeven op de volgende vragen: - wie beslist wat moet worden onderzocht - wie geeft aan wie opdracht om dat onderzoek uit te voeren. Voor de aanpak van het onderzoek zijn de volgende uitgangspunten van belang geweest: 1. het resultaat diende op korte termijn beschikbaar te zijn 2. het in kaart gebrachte onderzoeksveld omvat slechts dat deel van het onderzoek, dat gefinancierd wordt uit de collectieve middelen en waarvan de resultaten direct toepasbaar zijn 3. de verzamelde gegevens hebben betrekking op het jaar 1985. Bij de interpretatie van de bevindingen en de aanbevelingen zal met bovenstaande rekening moeten worden gehouden. Tijdens de uitvoering van het onderzoek hebben de 24 in bijlage 1 vermelde onderzoeksinstellingen hun medewerking willen verlenen. De Stichting Bouwresearch is hen daarvoor zeer erkentelijk. De studiecommissie heeft naar aanleiding van haar bevindingen de volgende aanbevelingen gedaan voor het collectieve op toepassing gerichte onderzoek. - Een goede sturing en afstemming van onderzoeksactiviteiten lijkt een essentiële voorwaarde om te komen tot een meer effectieve onderzoeksinspanning en een beter resultaat. De aanwezigheid van een centraal sturingspunt lijkt noodzakelijk. Daarbij is tevens een duidelijke langetermijnvisie binnen de bouwnijverheid vereist ten aanzien van voor de bedrijfstak relevante ontwikkelingen. Deze visie vormt de basis voor de sturing van onderzoek. Onderzocht zou moeten worden welke mogelijkheden er zijn om deze sturing en afstemming vorm te geven.

6 Eerdere commissies en onderzoekers hebben reeds gewezen op het belang van een goede coördinatie en ook instrumenten daarvoor aangedragen, terwijl daarnaast talloze overlegstructuren in het leven zijn geroepen. Bij een onderzoek naar mogelijke vormen van sturing en afstemming zou eerst de ervaring met eerdere aanbevelingen, instrumenten en overlegstructuren moeten worden geanalyseerd. De resultaten en overlegstructuren moeten worden geanalyseerd. De resultaten daarvan kunnen belangrijke aanknopingspunten bieden. - De overheid heeft en belangrijke stem in' het financieren en programmeren van onderzoek. De onderzoeksbehoeften van de overheid en de marktsector zullen niet altijd parallel lopen. Met het oog op de effectiviteit van de onderzoeksinspanningen is het desalniettemin van groot belang dat er een goede afstemming plaatsvindt tussen de onderzoeksbehoeften van de bouwnijverheid en de overheid. Onderzocht zou moeten worden op welke manier aan deze afstemming vorm kan worden gegeven. De studiecommissie was als volgt samengesteld: voorzitter leden mr. C. Kok ir. A.J. van Noort prof. ir. W.J. Petri ir. L.C. Voslamber ir. M.T.P.J. Witlox drs. S. Ruesen coördinator: ir. J. van der Zee rapporteurs: ir. M.G.M. Nelissen J. Haverkamp Rotterdam, 20 mei 1987 Namens de Studiecommissie A86 Stichting Bouwresearch mr. C. Kok, voorzitter

7 SAMENVATTING Er zljn circa 150 instellingen die onderzoek verrichten op het gebied van de bouwnijverheid. De bedragen die daarmee gemoeid zijn en het soort onderzoek variëren sterk per instelling, evenals de wijze waarop deze instellingen bij het onderzoek zijn betrokken. Vrij algemeen bestaat er behoefte aan een beter inzicht in het totaal van onderzoeksactiviteiten in dit veld. Doel van het onderhavige onderzoek was het in kaart brengen van de belangrijkste onderzoeksinstellingen op dit terrein en hun onderlinge relaties. Het onderzoek is daarbij toegespitst op de wijze waarop de financiering van onderzoek verloopt en hoe onderzoekprogrammals tot stand komen. Het onderzoek is verder gericht op het collectieve toepassingsgerichte onderzoek (c.t.o.). Dat wil zeggen op dat deel van het totale veld van onderzoeksactiviteiten, dat betaald wordt uit collectieve middelen en waarvan de resultaten voor een ieder beschikbaar zijn. Bovendien moeten de resultaten direct of op korte termijn toepassing kunnen vinden. In het kader van het onderhavige onderzoek zijn 24 instellingen geynventariseerd, die gezamenlijk f 147 mln. aan onderzoek besteden. In een eerste en voorlopige raming van het Ministerie van Economische Zaken in 1985 wordt de onderzoeksinspanning in de bouwnijverheid geschat op f 227 mln. In dit bedrag is echter al het toepassingsgerichte onderzoek opgenomen, inclusief het onderzoek van particuliere bouwbedrijven en universiteiten. Buiten beschouwing werd gelaten de onderzoeksinspanning in de sector grond-, weg- en waterbouw, planologisch onderzoek en onderzoek met betrekking tot energiebesparing in relatie tot de bouwnijverheid. Laatstgenoemde sector en onderwerpen zijn in dit onderzoek wel meegenomen, terwijl particulier en universitair onderzoek buiten beschouwing zijn gelaten. Omdat de terreinafbakening in beide onderzoeken niet geheel overeenkomt, kunnen de cijfers niet zonder meer worden vergeleken. Zij geven echter wel een indicatie voor het aandeel van deze onderzoeksactiviteiten in het totaal van de onderzoeksinspanning op het gebied van de bouwnijverheid. In dit rapport komt achtereenvolgens aan de orde: - de financiering van onderzoek; - de programmering van onderzoek; - de budgetverdeling naar soorten onderzoek, sectoren en doelgroepen; - de bevindingen.

8 Financiering van onderzoek Om een beeld te kunnen vormen van de W1Jze waarop de financiering van onderzoek verloopt, is inzicht nodig in de herkomst en de omvang van het totale onderzoeksbudget en in de verdeling van dit budget naar de verschillende onderzoeksinstellingen. Het onderzoek wordt gefinancierd door financierende instellingen <bijvoorbeeld het O&O-fonds) en bouwdepartementen <onder andere VROM) waarvan de gegevens in deze inventarisatie zijn opgenomen. Voorts door overige instellingen, zoals branche-organisaties, fabrikanten, maar ook andere departementen waarvan alleen het budget, als bron van herkomst, in deze inventarisatie is opgenomen. De bijdrage van de onderzoek-financierende instellingen en bouwdepartementen bedraagt f 70 mln. De overige instellingen brengen f 43 mln. in. De totale binnenkomende geldstroom bedraagt f 113 mln. Bij het bepalen van de omvang van het onderzoeksbudget is gekozen voor een werkwijze waarbij de instroom van de afzonderlijke instellingen is bekeken. Daarom moet er, bij,het bepalen van de grootte van het budget, rekening mee worden gehouden dat tussen onderzoeksinstellingen onderling budgetten worden doorgegeven, waardoor een dubbeltelling ontstaat. De dubbeltellingen zijn weliswaar te lokaliseren, maar bij onderzoek naar de besteding van deze middelen is deze besteding niet meer terug te voeren naar de bron van herkomst. Om die reden wordt steeds het totale, gecumuleerde bedrag gehanteerd. Bij deze onderling doorgegeven budgetten gaat het om een bedrag van f 34 mln. De herkomst en de omvang van het onderzoeksbudget zijn weergegeven in figuur 1. onderzoek financierende instellingen en bouwdepartementen LmmUmn overige bronnen (70) (43) onderz oeksinstellingen (34) :':::;:-:::;:' onderling doorgegeven budgetten!totaal 147) Figuur 1: Herkomst en omvang van het onderzoeksbudget +