Symptoomcontrole in de terminale fase. Dr. M. De Laat Anesthesie - palliatieve zorg UZ Gent



Vergelijkbare documenten

WERKEN MET EEN SPUITDRIJVER. Myriam Arren Verpleegkundig Pijnspecialiste Deskundige in Palliatieve Zorgen Referentiepersoon Ethiek

WERKEN MET EEN SPUITDRIJVER

WERKEN MET EEN SPUITDRIJVER. Myriam Arren Palliatief deskundige PHA

Terminale zorg van de geriatrische patient

PS in NL: bij 12,3% van de patiënten in de stervensfase toegepast

Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase met als doel anderszins onbehandelbaar lijden te verlichten en

Levenseinde bij de geriatrische patiënt en comfortzorg. Marc Merchier, palliatieve zorg coördinator

Stephan van den Brand Kaderarts palliatieve zorg

PALLIATIEVE ZORG. fysieke aspecten Rob Jongbloed Raphaëlstichting Jacqueline Fluitman `s Heeren Loo

Meneer is 87 jaar Verblijft in het WZC Weduwnaar 4 kinderen slechts 1 dochter erg betrokken en regelmatig bezoek

Palliatieve behandeling van het bronchuscarcinoma

De laatste zorg H E T N A C H T C O N G R E S, J U N I

Communicatie rond palliatieve sedatie

Delier in de palliatieve fase DR. KARIN SCHOTTE MEDISCHE ONCOLOGIE- PALLIATIEF SUPPORTTEAM

Marijse Koelewijn huisarts

Misselijkheid & Braken Jan de Heer Huisartsconsulent Palliatieve Zorg

PALLIATIEVE SEDATIE

2 ml/min verdunde oplossing (dus 2 mg/min) 10 mg bij volwassenen van 50 kg of meer, anders 0,1 mg/kg lichaamsgewicht

Palliatieve sedatie is geen euthanasie. Medische aspecten

DR. KARIN SCHOTTE MEDISCHE ONCOLOGIE PALLIATIEF SUPPORTTEAM

Continue Palliatieve sedatie, feiten en fabels Specialist ouderengeneeskunde/docent. Probeer te verwoorden wat volgens jou

Symposium 14 april aanpassing richtlijnen palliatieve sedatie Karin van Heijst en Trijntje Buiter

ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

Wat als ik niet meer beter word

Palliatieve sedatie 17 maart 2014

Palliatieve Zorg. Marjolein Kolkman en Ingrid Kienstra. Verpleegkundigen Palliatieve Zorg

Dr. Vanclooster ( Huisarts )

De laatste levensfase: over stervensscenario s. Iridium, 16 maart Dr. Gert Huysmans

Gastro intestinale problemen.

Gebruik van een spuitaandrijver voor continue subcutane toediening. Graseby MS 26

Samenwerking tussen voorziening en Netwerk Palliatieve Zorg

Palliatieve sedatie WELKOM BIJ HET H. HARTZIEKENHUIS MOL

Annemieke Delhaas & Franca Horstink-Wortel Specialist ouderengeneeskunde/kaderarts palliatieve zorg

BEHANDELPROTOCOL CONTINUE PALLIATIEVE SEDATIE tot het moment van overlijden

SYMPTOMEN IN DE STERVENSFASE. Lia van Zuylen, internist-oncoloog Expertisecentrum Palliatieve Zorg Rotterdam

Pijnpomp IV/SC Medisch rekenen. Decock Stefanie Wetenschappelijk verpleegkundig pijnspecialist September 2015

Protocol Medicamenteuze pijnbestrijding bij oncologische patiënten Reikwijdte MST-breed Datum:

PONV: The big little problem. Dr. Dewinter

ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

DE STERVENSFASE, EEN HANDREIKING INFORMATIE OVER DE VERANDERINGEN DIE ZICH VOOR KUNNEN DOEN TIJDENS HET STERVEN

Ethische vragen. Dick Willems. Medische ethiek / Huisartsgeneeskunde AMC

BEHANDELPROTOCOL CONTINU PALLIATIEVE SEDATIE tot het moment van overlijden

1. Angst. 1.1 Observatie. 1.2 Oorzaak

Palliatieve sedatie. T +32(0) F +32(0) Campus Sint-Jan Schiepse bos 6. B 3600 Genk

Symptoombestrijding in de terminale fase. Dr Peter Burvenich

9 Pijnbestrijding. 9.1 Medicamenteus stappenschema

Palliatie of Euthanasie: De Twilight Zone. Prof. Dr. Paul Clement Universitaire Palliatieve Zorgeenheid Leuven

Euthanasie versus palliatieve sedatie. John Bos, MAR, Presentatiedienst 8 december 2016

TRANSMURAAL PROTOCOL PALLIATIEVE ZORG BIJ ONCOLOGISCHE PATIËNTEN

Palliatieve Zorg. Paul Smit, Specialist Ouderengeneeskunde Kaderarts Palliatieve Zorg ParkinsonNet congres

COMMUNICEREN OVER HET LEVENSEINDE : WAAROM???

Delier Sini van den Boomen Anja Manders Marianne de Nobel

Bestelling, aflevering en toediening van medicatie in de thuiszorgsituatie. Dr Jean Loop, palliatief netwerk Gent-Eeklo

Zorgpad Stervensfase. Lia van Zuylen, internist-oncoloog. Kenniscentrum Palliatieve Zorg Erasmus MC, Rotterdam

Richtlijn morfine per continue subcutane toediening Doseren van morfine subcutaan bij dyspnoe of pijn

Doel van de palliatieve sedatie

Palliatieve sedatie. 21 oktober 2014 Elgin Gülpinar, ANIOS IC

Pijn en pijnbestrijding in de palliatieve fase

Palliatieve sedatie 14 oktober Margot Verkuylen Specialist ouderengeneeskunde

9/11/12. KNMG richtlijn palliatieve sedatie. Landelijk Congres Palliatieve Zorg van autonomie naar afhankelijkheid. Onderwerpen

² goede medicijn ² juiste dosering. ² betrouwbare route. ² preven.ef. ² als er geen alterna.ef is

Casussen. Hilde Michiels. Coördinator Palliatief Support Team AZ Turnhout

Epilepsie in cijfers.

PALLIATIEVE SEDATIE, een richtlijn.

Zorg en kwaliteit van leven in de stervensfase. Jantsje Tadema - Fekken Pietje Anna Feenstra

METHADON ALS PIJNSTILLER IN DE PALLIATIEVE ZORG

t.b.v. continue toediening van medicatie bij palliatieve zorg in de thuissituatie in de regio Oss-Uden-Veghel

Dexamethason - corticosteroïden in de palliatieve zorg - M.M.P.M. Jansen, ziekenhuisapotheker klinisch farmacoloog Elisabeth Tweesteden Ziekenhuis

ACUTE VERWARDHEID NIET ALTIJD DEMENTIE 10 en 12/11/2015

Het sterven in onze tijd. Frank Schaapsmeerders, specialist ouderengeneeskunde Miranda Tiecken, woonbegeleider hospice de Hazelaar

Delier voor de patiënt. Workshop Delier in de palliatieve fase. n droom woar ge geen sodemieter van op aan kunt. angstdroom.

Medicamenteuze behandeling van pijn bij (oncologische) patiënten

De Laatste Zorg. Workshop 7 oktober 2016

Verlagen bewustzijn in de laatste levensfase

Midazolam. Benzodiazepinen. Volwassenen Intramusculair/subcutaan: onverdund, 5 mg/ml Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, 1 mg/ml, de

Verpleegkundige Instructie Palliatieve Zorg Misselijkheid

palliatieve sedatie gericht op het verlichten van lijden in de laatste levensfase

Afkappunten sedatieprotocol*

BIJSLUITER. 1. Wat zijn midazolam 2,5 mg, unit dose neusspray en midazolam 5 mg, unit dose neusspray en waarvoor worden deze geneesmiddelen gebruikt?

Nummer: D04-6 Datum: Oktober 2013 Versie: 1.0

PALLIATIEVE ZORG. IFPC Turnhout 23 oktober Hilde Michiels coördinator palliatief support team

BIJSLUITER. CHLORALHYDRAAT 100 mg/ml drank

Palliatieve sedatie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Dr. Martine De Laat Palliatieve zorg UZ Gent

KWALITEITSHANDBOEK WZC + CKV Palliatief dossier Doelgroep: verpleegkundigen / verzorgenden SMK: Afspraken met alle betrokkenen

Palliatieve zorg in ontwikkeling

BIJSLUITER. PARACETAMOL/METOCLOPRAMIDE 1000/20 mg zetpil

Palliatieve Sedatie in 1 e en 2 e lijn. Nils Nieboer, huisarts

Misselijkheid en braken. Ellen de Nijs, verpleegkundig specialist palliatieve zorg Alexander de Graeff, internist-oncoloog, consulent PTMN

Misselijkheid en braken in de palliatieve fase

Palliatieve Oncologische Zorg

Behandelen in de palliatieve fase zin of onzin?

Zorg voor mensen die bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen: een begaanbare weg

Benauwdheid in de palliatieve fase

Casusschetsen. Casusschets 1

PALLIATIEVE SEDATIE: de praktijk een zaak van teamwork

Delirium management ICU. Zoran Trogrlic - 16 & 27 oktober 2014 Schakels in de Zorg

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum: 8 april : Bijsluiter Bladzijde: 1

Radiotherapie in de palliatieve setting. Bussels Barbara Dienst Radiotherapie H Hartziekenhuis Roeselare

Transcriptie:

Symptoomcontrole in de terminale fase Dr. M. De Laat Anesthesie - palliatieve zorg UZ Gent

Inleiding Levenskwaliteit prioritair Anticiperen op symptomen en andere problemen Doel: waardige dood, verwerking van verlies door naasten Taak van alle zorgverleners Taak van de apotheker

Kenmerken van de terminale fase Nieuwe symptomen (doodsreutel, rusteloosheid) Verergering bestaande symptomen (Pijn, dyspnoe) Aandachtsproblemen Sufheid en desoriëntatie Afwijzen vocht/voeding Problemen met inname medicatie

Terminale fase: algemene aanpak (H)erkennen symptomen Overbodige medicatie stoppen Interventies stoppen Symptoomcontrole = topprioriteit Continue evaluatie Communicatie met patiënt/familie en zorgverleners

Waarheidsmededeling Ook in deze fase belangrijk Patiënt wijzen op nakende dood Comfort verzekeren Gevolgen van comfortmedicatie bespreken (sedatie, levensverkorting,...) Afscheid nemen mogelijk maken Cave: tijd van overlijden niet precies in te schatten (belangrijk voor familie)

Frequente symptomen Slaperigheid en verwardheid 55% Doodsreutel 45% Rusteloosheid 43% Pijn 26% Dyspnoe 25% Nausea en braken 14%

Pijn Morfine eerste keuze Effectief en eenvoudig te converteren naar SC toediening Eenmalige verhoging volstaat voor 2/3 patiënten Opiaten niet stoppen bij onbewuste patiënt Fentanylpatch zinloos Gebrekkige pijncontrole verhoogt lijden bij patiënt, familie en zorgverleners (rouwproces)

Dyspnoe Zeer verontrustend voor patiënt en omgeving Tachypnoe en angst verminderen Morfine Benzodiazepines Luchtbevochtiging Aanwezigheid van bekenden Zuurstof enkel bij hypoxie

Dyspnoe: behandelingsschema Morfine 5mg/4h of verhogen met 30 à 50% over 24h Individuele titratie tot ademhalingsfrequentie 15-20 Bij angst of onvoldoende effect morfine: associeer of of Lorazepam po: 1-2.5 mg. Eventueel herhalen na 6 tot 8 h Diazepam po : 3 x 5-10mg/dag Midazolam sc: 5mg of 15-60mg/24h

Doodsreutel Ontstaat t.g.v. secreties in trachea en larynx bij verminderd bewustzijn Vnl. belastend voor familie en zorgverleners (Informatie aan familie belangrijk) Therapie Preventie (tijdig starten anticholinergica) Half zittende houding (Aspiratie)

Doodsreutel: behandelingsschema Therapie starten voor doodsreutel optreedt Hyoscinehydrobromide SC: 0,25-0,5 mg/4h (1,5-3mg/24h) Hyoscinebutylbromide SC: 20 mg/4-6h (60-120 mg/24h) Glycopyrroniumbromide SC: 0.2 mg/4h (max.0,8-1,2 mg/24h

Tachypnoe Luidruchtige, versnelde ademhaling bij onbewuste patiënt. Stresserend voor omgeving, indruk van lijden Behandelingsplan Geef extra dosis opiaten SC Naargelang noodzaak herhalen Associeer ev. midazolam bolus of continue

Rusteloosheid/verwardheid Medicatie herbekijken Overweeg opstarten van benzodiazepines en/of van neuroleptica Verminder opiaten bij vermoeden toxiciteit Rustige omgeving, aanwezigheid van naasten Goede ondersteuning van naasten Emotionele en spirituele angst patiënt verlichten niet medicamenteuze zorg palliatieve sedatie overwegen

Rusteloosheid/verwardheid behandelingsschema Haloperidol 2.5-5mg bolus, 5-20 mg/24h (oraal of SC) Midazolam SC: 2.5-10mg bolus, 15-60 mg/24h Ev. associatie midazolam-haloperidol Alternatief: diazepam rectaal/lorazepam sc

Nausea/braken Medicatie SC of rectaal toedienen (Combinatie van) anti-emetica afhankelijk van uitlokkende factor Overweeg plaatsen SC spuitpomp Maagsonde slechts in uitzonderlijke omstandigheden Indien oncontroleerbaar overweeg palliatieve sedatie

Urineretentie Vaak vergeten Frequent bij stervenden Kan onrust veroorzaken Eénmalig sonderen of blaassonde

Urgenties: epilepsie Indien eventuele anticonvulsiva niet langer oraal mogelijk, overschakelen op benzodiazepines SC of rectaal Bij epileptische aanval: Diazepam 10 mg rectaal (herhalen na 15, daarna 10 mg 2-3 x/24h) Midazolam 5 mg SC (herhalen na 15, eventueel continu 30-60 mg SC/24h) Lorazepam: 2 tot 4 mg SC of 8 16 mg/24 h Indien oncontroleerbaar: Pentothal 100 mg/30 (liefst IV) continu 200-600 mg/24h

Urgenties: acute bloeding Detecteer risicopatiënten Blijf kalm, voorzie groene chirurgische doeken of donkere handdoeken en blijf bij de patiënt tot overlijden. Bij bloeding: medicatie liefst IV of IM Midazolam 10 mg IV of IM, te herhalen tot slaap of overlijden Ketamine 150 mg IV of 500 mg IM (2 injectieplaatsen) 4-uurs-dosis morfine in bolus + midazolam 10 mg SC elke 5 10 tot slaap of overlijden

Besluit Kwaliteit van symptoomcontrole verhogen door Anticiperen en geven van richtlijnen Opleiding Specifieke medicatie Omkadering door andere zorgverleners Meest gebruikte medicatie in de laatste drie levensdagen: Morfine Midazolam Hyoscinehydrobromide Haloperidol

Toedieningswijzen van medicatie Subcutaan toedienen van medicatie Subcutane spuitaandrijver Mengen van medicatie in de spuitaandrijver

Subcutaan toedienen van medicatie Indicatie : als perorale weg niet mogelijk is Misselijkheid/braken, slikstoornissen Verminderd bewustzijn of algemene zwakte Darmobstructie Op verzoek patiënt Indien snelle pijncontrole of hoge doses nodig

Subcutaan toedienen van medicatie Gemakkelijk, veilig, efficiënt Piekplasmaconcentraties na 15 tot 30 min Meeste medicatie SC route niet vermeld Gebaseerd op ervaring SC is niet hetzelfde als IM Tragere resorptie Lagere biologische beschikbaarheid Sneller lokale irritatie

Subcutaan toedienen van medicatie Toegelaten medicatie Morfine en diamorfine, hyoscinehydrobromide en hyoscinebutylbromide, octreotide Niet geregistreerd voor SC gebruik haloperidol, furosemide, dexamethasone, ketamine, ketorolac, lorazepam, midazolam, metoclopramide, alizapride, ranitidine, ondansetron, tropisetron. Nooit SC toegediend Antibiotica, diazepam, NSAID

Voordelen van de SC spuitaandrijver Gemakkelijk in gebruik, wordt goed verdragen Gebruik is niet beperkt tot de terminale fase Effectief, constante plasmaspiegels Verschillende medicaties samen toedienen

Beschrijving spuitaandrijver SIMS Graseby Twee types: MS16A - MS26 Afstelling gebaseerd op mm, niet ml!! MS16A: mm/h MS26: mm/d 14 ml = 48 mm MS16A: 2mm/h MS26: 48mm/d Gebruik luerlock spuit op aanzetstuk

Gebruik spuitaandrijver MS26 boostknop niet aanbevolen voor doorbraakpijn Geen lock out-periode Meestal combinaties van medicatie Dosis te laag om efficiënt te zijn Gebruik beschermhoes 9V batterij voor 50 dagen

FAQ Mengsel verdunnen? Met water! Cross-over periode? Niet nodig! Dosis voor doorbraakpijn voorzien? Ja! Fentanylpatch? Behouden! Bij irritatie Mengsel verdunnen Hyaluronidase 1500 eenheden t.h.v. insteekplaats eenmalig of 1mg dexamethasone in de spuit oplossen Gebruik tefloncatheter, geen vleugelnaald

Mengen van medicatie Zeer frequent gebruikt Niet toegelaten volgens de produktlicentie Praktische ervaringen, weinig wetenschappelijk onderbouwd Gegevens over compatibiliteit beschikbaarverenigbaarheidstabellen

Mengen van medicatie Problemen Snellere degradatie Kristalisatie Interactie met ontstaan van inactieve of potentiëel toxische stof Praktijk Enkel controle op neerslag, helder kleurloos mengsel Effectief: klinische ervaring Mengsel verdunnen tot 14 of 16 ml, toedienen over 24 h Geen blootstelling aan zonlicht of hoge temp

Referentie The syringe driver: continuous subcutaneous infusions in palliative care A.Dickman C. Litlewood J. Varga

Pijnstillers Opiaten (geen maximale dosis) Morfine Klassieke ampullen 10-20-30mg/ml (andere concentraties mogelijk) Subcutaan = 2x per os Diamorfine Bestellen via apotheek 2x morfine Grotere oplosbaarheid in water: hogere concentraties mogelijk per volume

NSAID s: Diclofenac Botpijn Gal- en nierkolieken Pijnstillers Niet-opiaten Aparte spuitpomp! Oplossen in fysiologische oplossing Snellere irritatie op injectieplaats Ketorolac Botpijn Maagprotectie nodig! Oplossen in fysiologische oplossing Combinatie met diamorfine

Ketamine Indicaties Moeilijk controleerbare neuropathische pijn NMDA-antagonist 50 360mg/24h Bijwerkingen: hallucinaties, nachtmerries, agitatie associëren met haloperidol of midazolam

Midazolam Benzodiazepines Basismedicatie op einde van het leven Bij angst stuipen myoclonus terminale agitatie hik 1mg/ml (flacons 5cc) - 5mg/ml (flacons 3 en 10cc) Paradoxale reactie mogelijk! 15-120mg/24h Lorazepam Tweede keuze Indicaties idem 8mg-16 mg/24h

Barbituraten Phenobarbital (Pentothal) Stuipen Refractaire agitatie Palliatieve sedatie Euthanaticum 200 600mg (max. 1200 mg)/24h Aparte insteekplaats en spuitaandrijver (slecht oplosbaar!)

Dexamethason Corticoïden Frequent gebruik bij anorexia, cachexie, levermetastasen, neuropathische pijn, intracraniële drukstijging, hersenmetastasen, nausea en braken t.g.v. obstructie Dosis: 5 15mg/24h meestal éénmalige toediening Maagprotectie bij hoge dosis of combinatie met NSAID

Metoclopramide Anti-emetica Indicatie: nausea en braken t.g.v. maagstase, subobstructie, medicatie 30-60mg/24h Niet bij Parkinson Niet associëren met anticholinergica Alizapride Indicatie : nausea en braken 200 mg/24 h

Anti-emetica Ondansetron Tweede keuze (kostprijs) 24 mg/24 h Andere indicaties Pruritus door cholestase - Diarree t.g.v. Carcinoïed syndroom

Haloperidol Nausea en braken Agitatie Neuroleptica Dosis : 2.5 10mg/24h (nausea) 10-30mg/24h (agitatie) Niet bij terminale agitatie met myoclonus (verhoogt kans op stuipen) Bijwerking: extra-pyramidale stoornissen

Indicatie Secretieremmers Koliek bij intestinale obstructie Doodsreutel verminderen respiratoire en speekselsecreties Hyocinebutylbromide bij koliekpijn Glycopyroniumbromide, geen sedatie Hyocinehydrobromide: sedatie, anti-emetisch, paradoxale reactie

Secretieremmers Octreotide (Sandostatine) 0,5 tot 1,5mg/24h Oplossen in fysiologische oplossing Indicaties Gastro-intestinale obstructie Grote hoeveelheden braken Diarree bij carcinoïed syndroom

Zorgcoördinatie Palliatieve zorg in terminale fase is meer dan goede symptoomcontrole Mogelijk in elke setting (ook thuis) Anticiperen problemen essentieel Gespecialiseerd team Voldoen aan basisvoorwaarden

Beschikbaarheid arts Basisvoorwaarden Beschikbaarheid alternatieven voor perorale medicatie Voorzorgsmaatregelen voor crisissituaties Ondersteuning voor patiënt, familie en zorgverleners

Beschikbaarheid arts Belangrijk voor symptoomcontrole Psychologische steun voor patiënt en omgeving Goede telefonische bereikbaarheid Palliatief team kan ondersteunen

Alternatieven perorale medicatie Slikproblemen en bewustzijnsverlies frequent Subcutane toediening te overwegen Rectale toediening Stoppen van niet essentiële medicatie

Voorzorgsmaatregelen voor crisissituaties Voldoende medicatie (ook bij patiënt thuis!) Duidelijke orders aan VP of familie Anticiperen op emoties en stress bij familie en zorgverleners Omringing door professionelen

Ondersteuning Stress bij familie en zorgverleners Vrees om tekort te schieten Lijden niet kunnen aanzien Aanvang terminale fase niet (h)erkennen Aanmoedigen, informeren, luisteren, aanwezig zijn Gespecialiseerd team inschakelen

Tekenen van naderende dood Steeds zwakkere pols Dalende bloeddruk Oppervlakkige, onregelmatige ademhaling Verminderd bewustzijn, coma Koude huis, spitse neus Bleke, cyanotische ledematen, Lijkvlekken