Inhoudstafel Deel 1. Btw-analyse van het zakelijk recht in de drie fazen 11 Stefan Ruysschaert Hoofdstuk 1. Waarom een analyse van de drie fazen? 13 Hoofdstuk 2. Hoe wordt het vruchtgebruik correct gewaardeerd? 19 1. De maatstaf van heffing inzake btw 19 2. Oppervlakte of huurwaarde als criterium? 20 3. Praktische definitie 21 4. Overeengekomen waarde als subjectieve maatstaf van heffing inzake btw 22 5. Toepassing 24 6. Belangrijke voorafgaande beslissing 28 Hoofdstuk 3. Het begrip nieuw gebouw in het kaderen van het vestigen van een vruchtgebruik met toepassing van de btw 37 1. Het begrip gebouw 37 2. Nieuwe gebouwen in de zin van het WBTW 38 3. Zakelijke rechten op nieuwe gebouwen 39 Hoofdstuk 4. Verbouwde onroerende goederen die als nieuw worden beschouwd 41 Hoofdstuk 5. Optie voor toepassing van het btw-stelsel bij vestigingen, overdrachten of wederoverdrachten van vruchtgebruik 45 1. Hoedanigheid van belastingplichtige 45 2. Categorieën van belastingplichtigen en btw-verplichtingen 45 Hoofdstuk 6. Welke zijn de voorwaarden inzake aftrek tijdens de duur van het vruchtgebruik? 57 Hoofdstuk 7. Hoeveel bedraagt de aftrek inzake btw bij de vestiging van een vruchtgebruik op een onroerend goed? 59 1. Recht op aftrek bij vruchtgebruik 59 2. Recht op aftrek bij verhuur 60 Hoofdstuk 8. Herzieningen van de btw bij zakelijke rechten 61 1. Overdracht van de blote eigendom 61 2. Stopzetting van het vruchtgebruik 61 3. Toepassing 62
6 Inhoudstafel 4. Gevolgen van de uitdoving van het vruchtgebruik inzake btw 65 5. Overwaardering van het vruchtgebruik: gevolgen inzake btw 67 Hoofdstuk 9. Voordelen van alle aard op onroerende bedrijfsmiddelen en de btw-aspecten 69 1. Voordelen van alle aard voor het gebruik van onroerende bedrijfsmiddelen 69 2. Vruchtgebruik en voordelen van alle aard 72 Hoofdstuk 10. Zakelijke rechten (of huurrechten) in het kader van een overdracht van een algemeenheid of van een bedrijfsafdeling 79 1. De BTW-Richtlijn en haar omzetting 79 2. Evolutie in het administratief standpunt 80 3. Belang van de invulling van het begrip economische activiteit 82 4. Modaliteiten en verplichtingen bij de overdracht 85 5. De overdracht van een algemeenheid met een nieuw gebouw: registratierecht of niet? 86 6. Schematisch overzicht 88 Conclusie 88 Hoofdstuk 11. Handelshuur als alternatief voor het vruchtgebruik 89 1. Onroerende verhuur versus het verlenen van het recht een beroepswerkzaamheid uit te oefenen 90 2. De onroerende verhuur is een autonoom rechtsbegrip 91 3. ieder ander van dat genot uit te sluiten 92 4. Passieve versus actieve onroerende verhuur 92 5. Hoe bijkomstig mogen/moeten de bijkomende diensten zijn? 95 6. Actieve inmenging als criterium 96 7. Bedrijven- en dienstencentra 97 8. Winkelcentra 97 Conclusie 97 Hoofdstuk 12. Erfpacht in het kader van onroerende leasing als alternatief voor het vruchtgebruik 99 1. Onroerende leasing als alternatief voor de klassieke onroerende verhuur 99 2. Recht op aftrek in hoofde van de leasinggever 100 3. Recht op aftrek in hoofde van leasingnemer 101 Hoofdstuk 13. De rechten en verplichtingen van de vruchtgebruiker 103 1. Algemeen 103 2. Onderhoudsherstellingen versus grove herstellingen 106 3. Visie van de Administratie en toepassing 108
Inhoudstafel 7 Hoofdstuk 14. Werk in onroerende staat verricht door de vruchtgebruiker 111 1. Recht op een vergoeding voor verbeteringen 111 2. Natrekking en btw 112 3. Doorfacturering van werk in onroerende staat in de loop van het vruchtgebruik 112 Deel 2. Civielrechtelijke aspecten 115 Guy Poppe Inleiding 117 1. Het begrip vruchtgebruik in het Burgerlijk Wetboek 117 2. Rechten en plichten van de blote eigenaar en de vruchtgebruiker 119 2.1. Rechten van de vruchtgebruiker 119 2.2. Plichten van de vruchtgebruiker 120 3. Het einde van een vruchtgebruik 123 4. Verlenging van een vruchtgebruik 125 Deel 3. Het vruchtgebruik en registratierechten 129 Guy Poppe 1. Registratierechten bij het vestigen van een recht van vruchtgebruik 131 1.1. Algemeen kader 131 1.2. De vestiging van een levenslang vruchtgebruik 132 1.3. De vestiging van een vruchtgebruik van beperkte duur 133 2. Teruggave bij overdracht van een recht van vruchtgebruik 133 3. De aanwas van het vruchtgebruik bij de blote eigendom en de registratierechten 134 3.1. Principe 134 3.2. Geruisloze fusie 135 3.3. Verwerving in een zogenaamd turbo-vruchtgebruik 135 3.4. Vroegtijdige beëindiging van het vruchtgebruik 136 4. De vervreemding van de blote eigendom 137 5. Gelijktijdige vervreemding van de blote eigendom en het vruchtgebruik 137 6. Vervreemding van de blote eigendom met voorbehoud van vruchtgebruik 138 7. De verlenging van een vruchtgebruik 139 8. De vernieuwing van een vruchtgebruik 139 9. De eenzijdige afstand van een vruchtgebruik 139 10. Antimisbruikbepaling inzake registratierechten 140
8 Inhoudstafel Deel 4. Het vruchtgebruik en inkomstenbelastingen 143 Guy Poppe Hoofdstuk 1. Het vestigen van een recht van vruchtgebruik 145 1. De waardering van het vruchtgebruik 145 1.1. Algemene principes 145 1.2. Standpunt rechtsleer 145 1.2.1. Algemeen kader 145 1.2.2. Specifieke gevallen 149 1.3. Standpunt administratie 150 1.4. Standpunt Dienst Voorafgaande Beslissingen 152 1.5. Overzicht rechtspraak 156 1.5.1. Rechtbank van eerste aanleg Bergen, 29 februari 2005 156 1.5.2. Hof van beroep Bergen, 30 november 2009 157 1.5.3. Hof Antwerpen, 2 november 2010 159 1.5.4. Rechtbank van eerste aanleg te Hasselt, 11 mei 2010 en Antwerpen, 14 februari 2012 162 1.5.5. Hof van beroep te Antwerpen, 26 juni 2010 162 1.5.6. Rechtbank van eerste aanleg Namen, 28 juni 2006 164 1.6. Gevolgen van foutieve waarderingen van het vruchtgebruik 165 1.6.1. Algemeen kader 165 1.6.2. Taxatie als voordeel van alle aard 166 1.6.3. Afschrijvingsexcedenten 167 1.6.4. Aanslag geheime commissielonen 167 2. De financiering van de verwerving van het vruchtgebruik 170 3. De bijkomende kosten m.b.t. het verwerven van het vruchtgebruik 172 4. Fiscale kwalificatie van de vergoeding voor het vestigen van een vruchtgebruik 173 Hoofdstuk 2. De fiscale aspecten tijdens het bestaan van een vruchtgebruik 175 1. In hoofde van de vruchtgebruiker 175 1.1. Algemeen 175 1.2. Vruchtgebruik voor beroepsmatig gebruik 175 1.2.1. Boekhoudkundige verwerking 175 1.2.2. Afschrijvingen door de vruchtgebruiker 176 1.2.3. Het gratis ter beschikkingstelling aan de blote eigenaar voor private doeleinden 178 1.2.4. Verbouwingswerken tijdens het vruchtgebruik 180 1.2.5. Een vruchtgebruik op een niet volledig beroepsmatig aangewend gebouw: aftrekbare beroepskost? 183 1.2.6. Kosten van onderhoud 195 2. In hoofde van de blote eigenaar 195 2.1. Taxatieregime van de vergoeding 195
Inhoudstafel 9 2.2. Aftrekbaarheid van onderhoudskosten en afschrijvingen door de blote eigenaar 196 2.3. Financiering van de blote eigendom 198 2.4. De blote eigenaar is geen gebruiker 199 2.5. Fiscale aspecten bij de verkoop van de blote eigendom 199 3. Onroerende voorheffing 200 4. Uitgaven die recht geven op een belastingvermindering in de personenbelasting: ook voor de blote eigenaar? 200 4.1. De energiebesparende investeringen 200 4.2. Belastingvermindering voor de uitgaven voor de vernieuwing van een woning verhuurd via een sociaal verhuurkantoor 201 4.3. Belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen brand en inbraak 201 4.4. Aftrek uitgaven voor onderhoud en restauratie 201 5. Meerwaarden en vruchtgebruik /blote eigendom 202 5.1. Gespreide taxatie en herbelegging in een vruchtgebruik of blote eigendom 202 5.2. Diverse inkomsten (artikelen 90,8 en 10 WIB92) 204 6. Waardering bij voortijdige verkoop vruchtgebruik of blote eigendom 210 Hoofdstuk 3. De fiscale aspecten bij de beëindiging van het vruchtgebruik 211 1. Situering van het probleem uit civielrechtelijk oogpunt 211 2. Fiscale gevolgen bij de blote eigenaar bij uitdoving op normale vervaldag 212 2.1. De blote eigenaar is een natuurlijk persoon 212 2.1.1. Probleemstelling: belastbaar voordeel of niet? 212 2.1.2. Standpunt rechtsleer 212 2.1.3. Administratief standpunt 214 2.1.4. Standpunt rechtspraak 216 2.1.5. Standpunt Dienst Voorafgaande Beslissingen 220 3. De vervroegde beëindiging 222 3.1. Administratief standpunt 222 3.2. Standpunt rechtspraak en Dienst Voorafgaande Beslissingen 222 4. Vruchtgebruik en meerwaardeleer 223 Hoofdstuk 4. Vruchtgebruikstructuren tussen twee vennootschappen 225 Hoofdstuk 5. Kan vruchtgebruik worden geherkwalificeerd? 229 1. Algemeen 229 2. Herkwalificatie op grond van de antimisbruikbepaling van 1993 229 2.1. Korte schets van het theoretisch kader 229 2.2. Overzicht belangrijkste rechtspraak oude antimisbruikbepaling 230 2.2.1. Hof van beroep van Gent, 13 september 2005 230 2.2.2. Hof van beroep van Gent, 29 mei 2007 232
10 Inhoudstafel 2.2.3. Hof van Cassatie, 22 november 2007 235 2.2.4. Hof van beroep van Antwerpen, 18 maart 2008 236 2.2.5. Antwerpen, 11 december 2012 239 2.2.6. Andere rechtspraak 240 2.2.7. Standpunt van de Dienst Voorafgaande Beslissingen 241 3. Nieuwe antimisbruikbepaling 246 3.1. Wettekst 246 3.2. Theoretisch kader 247 3.3. Artikel 344, 1 WIB92 new look en vruchtgebruikstructuren 251 3.4. Voorafgaande Beslissingen 251 4. En de veinzingsleer? 252 5. Herkwalificatie van een vruchtgebruik in een recht van opstal? 253 Bijlagen 257 Bijlage 1. Vennootschapsrechtelijke aspecten 259 Bijlage 2. Uittreksel Burgerlijk Wetboek 265 Bijlage 3. Adviezen CBN 277