OPBRENGSTGERICHT WERKEN OP SCHOOLNIVEAU Het onzichtbare zichtbaar maken. Dr. Kees Vernooy Lector Hogeschool Edith Stein Groningen 26 oktober 2011
Context: Ministerie van onderwijs en Actieplan Basis voor Presteren (mei 2011) - Opbrengstgericht werken leidt tot aantoonbaar betere prestaties; - Doelen beleid: nu werkt 30% van de scholen opbrengstgericht, in 2015 60% en in 2018 90%; - Rol schoolleiding: Opbrengstgericht leiderschap moet meer worden gewaardeerd en gestimuleerd; de schoolleider speelt een belangrijke rol bij opbrengstgericht werken.
Wat is opbrengstgericht werken? Opbrengstgericht werken is de mate waarin een school concrete doelstellingen op basis van de leerlingpopulatie formuleert en waarbij alle betrokken partijen er gericht aan werken deze doelstellingen te bereiken (Onderwijsraad 2008). Een eenvoudige omschrijving van opbrengstgericht werken is: door het bieden van effectief onderwijs het maximale uit elke leerling halen.
Korte werkopdracht Wat is uw rol bij het volgen en verbeteren van de leesresultaten?
Schoolleiding in hoog geїndustrialiseerde landen Harris (2003): In de meerderheid van de westerse landen is momenteel een hernieuwde belangstelling voor de schoolleiding waar te nemen. De schoolleiding wordt gezien als de belangrijkste component voor onderwijseffectiviteit en voor het verbeteren van de leerlingresultaten. Belangrijk wordt vooral gezien, dat de schoolleiding uitdraagt dat alle leerlingen kunnen leren en succesvol kunnen zijn.
Leiderschap doet ertoe! Een zeer effectieve schoolleiding kan een geweldige invloed op de leerlingresultaten van de leerlingen hebben. Michael Fullan 2005
Waarom is juist onderwijskundig leiderschap belangrijk? Het verbeteren van de instructie in de klassen is de eerste factor om tot betere resultaten te komen. Odden & Wallace
SCHOOLLEIDER GERICHT OP ACCENTEN Beheerder Beheersen van de werkzaamheden Stabiliteit Controle Onderwijskundig leider Begeleider Ondernemer Goede leerlingresultaten Welzijn van de medewerkers Continuïteit van de school Productiviteit Optimalisering van het primair proces (Instructie!) Participatie Ontplooiing Inzet Innovatie Aanpassen aan de omgeving
Prioriteiten schoolleiding Basisvaardigheden: Vereisen een verschuiving in de prioriteten van de schoolleiding. Management Administratie Beleid Faciliteren Onderwijskundig leider met een sterke gerichtheid op het verbeteren van de instructie en de leerlingresultaten
Tip Plan in: de tijd die er per week aan onderwijskundig leiderschap besteed zal worden
De schoolleiding en data
AANPAK SCHOOLVERBETERING 2. Stel doelen 4. Zoek verklaringen 3. Breng met data de huidige situatie in kaart 5. Maak een verbeterplan 7. Vaststellen effecten 6. Monitoren uitvoering met data 1. Creëer een taal- /leesbeleid
Monitoren leesontwikkeling: belangrijke taak voor de schoolleiding Om een viertal redenen is het volgen van de leesontwikkeling van belang, n.l.: om te zien of leerlingen de gestelde doelen gaan halen (en vroegtijdig signaleren); om te zien of kinderen profiteren van het onderwijs en de hulp die ze krijgen; voor de school om te kunnen vaststellen of de instructie, hulp en het curriculum effectief zijn; de totale onderwijskwaliteit van de school.
Monitoring als cyclisch proces nader bekeken Vijf stappen: 1- Het stellen van doelen 2- Verzamelen toetsgegevens 3- Verzamelen verklarende informatie 4- Interventies 5- Vaststellen effectiviteit interventies 6- Trendanalyses
Wat moet er gebeuren? Gestelde doelen Verzamelen gegevens Verklaren gegevens De interventies Vaststellen effectiviteit Hoge doelen 85% A-C op leestoetsen LVS LVStoetsen -Instructie -Curriculum -Onderwijsleerklimaat -Leerling -Instructie -Curriculum -Onderwijsleerklimaat -Leerling Wat zeggen de LVStoetsen? Groepsoverzichten - Kwaliteitsproblemen? -Ineffectieve praktijken? -Effectieve praktijken Betere resultaten?
Eerste stap: stellen van doelen Doelen zijn ijkpunten Doelen laten de verwachtingen van de school zien Toetsen gewenst om het halen van de doelen na te gaan De school moet aangeven hoeveel % van de kinderen de gewenste doelen minstens moet halen
Doelen leesverbetering Zonder hogere doelen, geen betere resultaten! Doelen AB DMT 60% 90% AVI 95% TvK 60% 85% Woordenschat 50% 75% Begrijpend lezen 60% 85% Doelen ABC
Om welke data gaat het? Toetsgegevens leerlingvolgsysteem Aanvullend: Entree- en Cito Eindtoets Toetsen Beginnende Geletterdheid Aarnoutse Methodegebondentoetsen Observaties Het is vooral van belang, dat er wat met die data wordt gedaan.
Welke LVS-toetsen? Groep 1 en 2 Groep 3 Groep 4-8 Taal voor Kleuters Letterkennis/benoemsnelheid Aarnoutse DMT (M en E) AVI-E Toetsen VLL DMT (M en E) AVI-E Cito Begrijpend lezen Cito Woordenschat
Hiërachie toetsen Toets begrijpend lezen Woordenschattoets DMT AVI
Toelichting Als er voldoende tijd is: bij alle kinderen in groep 4 en hoger in januari en juni de AVI- toets afnemen Vanuit de optiek van een fijnmaziger leerlingvolgsysteem: de AVI E van het vorig schooljaar als herfstsignaleringstoets afnemen in groep 4 en hoger bij kinderen die op het einde van het vorige schooljaar op de DMT C E scoorden en/of een onvoldoende AVIniveau hadden. De toetsen van Aarnoutse kunnen in groep 1 en 2 gebruikt worden om meer informatie te krijgen over risicokinderen. De toets Benoemsnelheid (Letterkennis) is gewenst, omdat deze toets een belangrijke voorspeller is voor het leren lezen in groep 3. De Cito toets begrijpend lezen is in groep 3 niet nodig als de VLL-toetsen worden afgenomen.
Tweede stap: verzamelen data Toetsgegevens verzamelen Groepsoverzichten maken door leerkracht Schooloverzicht maken door de schoolleiding Bespreken groepsoverzichten in het team
Groepsoverzichten (voorbeeld groep 4) A-B C D-E AVI-E4 DMT: A-B Instructie-gevoelig AVI-M4 DMT: C Instructieonafhankelijk Instructieafhankelijk AVI-M4 DMT D-E
Schooloverzicht (situatie januari)(a-c) Groep TVK DMT AVI Leestem -po 1 28% 2 61% 3 56% 44% 4 84% 100% 5 68% 96% 6 52% 96% 7 70% 89% 8 80% 93% Beg. lezen Woorden -schat
Derde stap: verklarende informatie verzamelen Instructie Curriculum Omgeving Leerling Hoe we lesgeven en wat er is onderwezen Wat wordt onderwezen/hoe wordt het getoetst Context waarbinnen leren plaatsvindt Intrinsieke kenmerken van het individu in relatie met de zorg
Wat verklaart meestal tegenvallende resultaten? Bevindingen verbetertrajecten: kwaliteitsproblemen! Geen doelen Geen goede instructie Onvoldoende automatisering leesvaardigheid Te weinig ingeroosterde tijd Morsen met tijd Zwakke lezers krijgen niet meer tijd Er is geen preventie. De handleiding wordt niet gebruikt. Er is geen onderhoud! (bovenbouw) Methoden worden niet uitgemaakt
Activiteiten die een groot of klein effect hebben Vanuit de wetenschap: Effecten: - 1.3 en hoger: zeer groot -.80-1.29: groot effect -.50 -.79: middelgroot -.20 -.49: klein - -.19 -.19: verwaarloosbaar - -.20 -.49: klein negatief effect
Ineffectieve praktijken. Wat heeft volgens onderzoek weinig, geen of zelfs negatief effect voor de leerling? (Hattie 2009) Zittenblijven/kleuterschoolverlenging Vaste niveaugroepen Geïndividualiseerd onderwijs Zelfontdekkend onderwijs Orthotheekprogramma s Meerdere groepen bij elkaar -.16.10.20.06.17.04
Wat maakt volgens Hattie het verschil? Belangrijkste positieve invloeden op het gebied van lesgeven Uitdagende doelen (.56) Mastery learning/convergente differentiatie (.57) Instructiekwaliteit (.77) Goede relatie leerkrachtleerlingen (.72) Feedback geven (.72) Directe instructie (.59) Wederzijds leren (.74) Metacognitieve strategieën (.67)
Aandachtspunten voor de schoolleiding en interne begeleiding bij tegenvallende groepsresultaten Klassenconsultaties, met name bij leerkrachten met veel D- en E-kinderen: 1. Wat is hun leeskennis? 2. Hoe geven ze instructie? 3. Hoe is de taakgerichte leertijd? 4. Hoe geven ze feedback?
Curriculum De kwaliteit van de leesmethoden Vernooy e.a. (2008): hiaten in het curriculum (bijv. geen aandacht of onvoldoende aandacht voor automatisering) of slechte methoden veroorzaken ook slechte resultaten. Krijgen kinderen een goede leesstart in de onderbouw (groep 1 4)? Er zijn dikwijls te weinig effectieve leesweken (gevolg: te weinig tijd) waardoor methoden niet uitgemaakt worden Dikwijls geen onderhoud in de bovenbouw
Tijd doet er voor opbrengsten toe Wat betekent elke keer 20 minuten morsen met de tijd voor leesinstructie? 20 min/60 min is verlies van 1/3 van de tijd Als dit consistent in groep 3 5 gebeurt, hoeveel tijd gaat er dan verloren?
Vierde stap: interventies Wat gaat een school n.a.v. de data doen? Belangrijke aandachtspunten: - School als organisatie - doelen - Leerkracht: instructie (en omgaan met verschillen) - curriculum - tijd
School als organisatie Duidelijke doelen Betere methode(n) Expliciete directe instructie Voldoende tijd Wordt de tijd bewaakt? Verwijderen ineffectieve zaken Gezamenlijke professionalisering
DOELEN SCHOOLVERBETERING Doelen AB Doelen ABC DMT 60% 90% AVI 95% TvK 60% 85% Woordenschat 50% 75% Begrijpend lezen 60% 85%
Rol leerkrachten Inspectie van onderwijs (2011) Kwaliteit van onderwijs is vooral kwaliteit van leraren. Zorgleerlingen (21% van de leerlingen) zijn sterker afhankelijk van goede leraren dan andere leerlingen!
De effecten van goed lesgeven (Bevindingen van een meta-analyse) > 30% Teachers Students Home Peers ~5-10% Schools Principal ~5-10% ~50% Hattie (2003, 2005)
Wat is expliciet lesgeven? Duidelijk aangeven wat er onderwezen gaat Vertellen wanneer en hoe het gebruikt zal worden Hardop denken en laten zien hoe het gebruikt wordt Het toepassen - ook zelfstandig werken - monitoren Nagaan of ze het begrijpen Taakgerichte feedback geven
Op leerlingniveau Leerlingen iedere les een helder doel voor ogen geven: Wat gaan we doen? Hoe gaan we dit doen? Wat kunnen we daardoor aan het einde van de les? Evalueren met de kinderen Je merkt dat kinderen meer greep krijgen op waarmee ze bezig zijn.
HET BELANG VAN TIJD Scholen met risicokinderen die goede resultaten hebben, bereiden op verschillende manieren de taakgerichte leertijd uit voor leerlingen die dat nodig hebben. Parrett & Budge (2009) Kijk naar de kwaliteitskaarten van de taalpilots.
Curriculum Voldoende uitdagend en motiverend? Ook voor de leerkrachten? Wat doen we in groep 1 en 2? Beschikken we over goede methoden? Kunnen de doelen met onze methode worden gerealiseerd? Wordt de handleiding gebruikt? Voldoende onderhoud in de bovenbouw? Wordt de methode uitgemaakt? Differentieert de methode effectief? Zitten er overbodige zaken in de methode?
FLEXIBEL GROEPEREN NIVEAU 4 SPECIAAL ONDERWIJS NIVEAU 3 ZEER INTENSIEVE INTERVENTIES Niveau 2 VERLENGDE INSTRUCTIE Niveau 1 DOELGERICHTE GROEPSINSTRUCTIE VOOR ALLE LEERLINGEN PIramide interventies
Wat moeten we met dit alles? Niet de verschillen tussen leerlingen, maar verschillen in instructiebehoeften zijn belangrijk
OGW groepsplan 1. Alle leerlingen krijgen groepsinstructie; 2. Toetsing van leerlingen door methodengebonden toetsen en LVStoetsen; 3. N.a.v. 2: leerlingen indelen in instructiegroepen: - instructieonafhankelijke leerlingen (A, B scores) - instructiegevoelige leerlingen (C scores) - instructieafhankelijke kinderen (D, E-scores) 4. De leerlingen: - A-B: verkorte instructie, waarna zelfstandige verwerking - C: normale instructie, waarna zelfstandige verwerking - D-E: verlengde instructie van 10-15 minuten, waarna zelfstandige verwerking 5. Na een half jaar worden de leerlingen opnieuw getoetst. 6. Na 9-10 weken: tussenevaluaties voor D en E leerlingen. Moeten leerlingen van instructiegroep wisselen?
1 ALGEMEEN Reguliere aanbod. Alle leerlingen Datamuur Groepsplan gebaseerd op INSTRUCTIEBEHOEFTEN: AB onafhankelijk C gevoelig DE afhankelijk CONVERGENTE DIFFERENTIATIE Intensivering groepsplan voor D en E leerlingen. LEERKRACHTCOMPETENTIES Doelen en leerstof centraal Opbrengstgericht: hoge doelen Hoge verwachtingen Handelingsgericht - oplossingsgericht Kwaliteit en effectiviteit instructie Tijd Werkhoudingsaspecten Gedragsaspecten. 2. SPECIFIEK LEERLINGEN MET SPECIFIEKE ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNINGS- BEHOEFTEN. 3. Passend onderwijs -Handelingsgerichte proces- diagnostiek -Ontwikkelingsperspectief leerrendementsverwachting uitstroombestemming -Individueel Handelingsplan gebaseerd op ontwikkelingsperspectief Onderwijszorgarrangement. Specifieke onderwijs-, ondersteuningsen/ of begeleidingsbehoeften -Wat kan een leerling wel? -Wat heeft een leerling nodig? -Wat betekent dit voor de leerling? -Wat betekent dit voor de leerkracht? Breedtezorg (importeren van hulp) Dieptezorg (verwijzen)
Het belang van convergente differentiatie groepsinstructie verlengde instructie intensieve individuele instructie niveau 1 niveau 2 niveau 3 c o n t i n u ü m v a n t i j d e n i n t e n s i t e i t
Opzet Verlengde Instructie Doel aangeven Korte uitleg en toepassen wat tijdens de groepsinstructie aan de orde kwam (reteaching) Herhalen en begeleid oefenen Lezen met de kinderen Preteaching van wat de volgende dag aan de orde komt. Zowel tijdens het oefenen als het rekenen krijgen de kinderen veel feedback
Dubbele leesdosis (verlengde instructie); hiervoor bestaat sterk bewijs! Groepsinstructie Interventies Klein groepje
Vijfde stap: nagaan effectiviteit interventies Ga regelmatig in teamverband na hoe er aan de interventies wordt gewerkt; Kijk per half jaar aan de hand van het leerlingvolgsysteem: wat zijn de effecten? Blijven de effecten achter: stel het plan bij; Zorg door push en pressure dat de effecten behouden blijven.
Wat zorgt met name voor goede leeropbrengsten? Sterk onderwijskundig leiderschap Ambitieus onderwijsleerklimaat Uitdagend(e) doelen en curriculum voor de basisvaardigheden Effectief lesgeven en leren Voldoende instructie- en leertijd
6e stap Trendanalyse
Op basis van monitoring Kan de schoolleiding beoordelen: - welke groepen doen het beter sinds 2009? - welke groepen vertonen de minste groei sinds 2009? - gaat het beter met lezen sinds het vorig schooljaar? Het gaat om: weet ik dat of geloof ik dat?
Percentage zwakke lezers in de loop der jaren Lezen Groep 2008 2009 2010 3 4 5
Resultaten na 3 jaar Leesweg Overzicht AVI-scores groep 4 t/m 8 In dit overzicht een vergelijking met eerdere jaren. Normering KPC / bij gediagnosticeerde dyslectische leerlingen normering m.b.v. Struiksma Aantal kinderen Laag niveau = > 1 niveau te laag Laaggemiddeld = niveau (1 niveau te laag) Gewenst niveau Streefniveau niet gehaald 2003-2004 220 4 % (9) 12 % (27) 84 % 16 % (36) 2004-2005 227 2 % (4) 12 % (28) 82 % 14 % (32) 2005-2006 245 2 % (4) 4 % (10) 94 % 6 % (14) 2006 2007 oktober 2006 2007 juni 252 0,5 % (1) 6,5 % (16) 93 % 7 % (17) 254 0,0 % (0) 2,5 % (6) 97,5 % 2,5 % (6)
Condities voor de schoolleiding De leesinstructie en het omgaan met tijd centraal! Goed kunnen omgaan met het leerlingvolgsysteem Leerkrachten zorgen voor groepsoverzichten Het creëren van een stimulerende en ondersteunende sfeer: draagvlak Goed kunnen communiceren over meetgestuurd onderwijs Zorgen voor een goede besluitvorming en werkbare adviezen voor de instructiepraktijk Waar nodig: coaching op de werkvloer
TOT SLOT: WAAR DOEN WE HET ALLEMAAL VOOR? Morele doelen van de hoogste orde zijn: - Elk individu heeft een goede leesvaardigheid nodig om levenslang te kunnen leren. - Een samenleving die geen achterblijvers kent vanwege een ontbrekende leesvaardigheid.
VRAGEN?
Werkopdracht Wat gaat u morgen met de verkregen informatie doen?