Overzicht Tests Diagnostiek Ontwikkelingsleeftijd 16- Versie 1.7



Vergelijkbare documenten
Overzicht tests Diagnostiek Ontwikkelingsleeftijd tot 16 jaar

Overzicht tests Diagnostiek Volwassenen (ontwikkelingsleeftijd vanaf 16)

Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK)

JGZ-richtlijn Autismespectrumstoornissen Januari 2015

Samenvatting. Samenvatting

OVERZICHT INSTRUMENTEN ADAPTIEF GEDRAG Bea Maes, Ilse Noens en Jarymke Maljaars, KU Leuven, Onderzoekseenheid Gezins- en Orthopedagogiek Mei 2017

SRS-2. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

De plaats van neuropsychologisch onderzoek binnen het diagnostisch proces

SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd / hals Overige, ongespecificeerd

KINDKENMERKEN INSTRUMENT BESCHRIJVING DOELGROEP INFORMATIEBRON. Dimensionale vragenlijst 5-factorenmodel persoonlijkheid

7 Nederlandstalige Samenvatting

The development of ToM and the ToM storybooks: Els Blijd-Hoogewys

Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis

Deel VI Verstandelijke beperking en autisme

Het enige middel dat je in het werken met mensen hebt, is jezelf.

Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016

BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst

University of Groningen. The Friesland study Bildt, Alida Anna de

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis.

Lezing voor de NVA. Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog. Ontwikkelingsstoornissen Dimence

Kwaliteiten en beperkingen van (jong)volwassenen met ASS. Een reflectie Linda Cuppen

Gedrag in goede banen leiden: over de rol van executieve functies bij kinderen en pubers

Ines Volders 3 de licentie orthopedagogiek 1

Diagnostiek van executieve functies bij adolescenten

Deze test moet in januari tot en met mei van groep 8 worden afgenomen.

Handreiking Expertisecentrum Verstandelijke Beperking

Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van Autisme-Spectrumstoornissen bij volwassenen

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis.

Sociale Interpretatie Test en Lees de Ogen Test bij hoog functionerende volwassenen met ASS

Guy Bosmans, Patricia Bijttebier, Ilse Noens & Laurence Claes

Welkom. DGM en Autisme. Esther van Efferen-Wiersma. Presentatie door

HET LAGERE SCHOOLKIND DEEL 2: SCREENING VAN GEDRAGS- EN EMOTIONELE PROBLEMEN

SRS-2. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen. HTS Report. Erik van Zon ID Datum Informantenrapportage over 3-jarigen

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Welkom. DGM en Autisme. Esther van Efferen-Wiersma. Presentatie door

Het syndroom van Down en autisme duel of dual? Yvette Dijkxhoorn

Bepaling van het taalbegrip bij kinderen tot en met 25 maanden. Liesbeth Schlichting Rijksuniversiteit Groningen

Training in het gebruik, de scoring en interpretatie van de ADOS

Niet geplaatst. 3. General Apitude test Battery ( GATB) veelheid aan functies om success te voorspellen. 4. Raven Progressive Matrices Niet-verbaal

Neuropsychologisch onderzoek bij volwassenen met Autisme SpectrumStoornissen

Executieve functies in je klas Een praktische workshop

3/4/13. Executieve functies GEDRAG IN GOEDE BANEN LEIDEN: OVER DE ROL VAN EXECUTIEVE FUNCTIES BIJ KINDEREN EN PUBERS

Diagnostiek en onderzoek naar autisme bij dubbele diagnose. Annette Bonebakker, PhD, klinisch neuropsycholoog CENTRUM DUBBELE PROBLEMATIEK DEN HAAG

Autisme bij Ouderen: Een vergeten differentiaal diagnose bij verdenking op dementie.!

Algemeen verbindend voorschrift. Bestemd voor: Toelichting. 1. Algemeen. Besluit. Artikel 2. Artikel 3. Artikel 4. Artikel 1

Ontwikkelingsdiagnostiek Noodzakelijk maar niet altijd eenvoudig bij volwassen

Diagnostiek voor kinderen en jeugdigen met (vermoeden van) autisme spectrum stoornissen

HTS Report SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. Profielvergelijking. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

DIFFERENTIAALDIAGNOSTIEK TOS BIJ HET JONGE KIND

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1

Stoornis of breder? De stoornis beschrijven De 5 aspecten in een handzaam schema! Casuïstiek Conclusie

SRS Informantenrapportage

Aanbevelingen Diagnostiek. Autismespectrumstoornissen

Testinstrumentarium Taalontwikkelingsstoornissen

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Nijmeegse Pragmatiek Test (NPT) 1 Algemene gegevens

Autisme in het gezin. Geerte Slappendel, psycholoog en promovenda Jorieke Duvekot, psycholoog en promovenda

Autisme en de gevolgen Els Ronsse / MDR

Late fouten in het taalbegrip van kinderen

ASS in de verzekeringsgeneeskundige praktijk

Patient Reported Outcome Measures bij het evalueren van taaltherapie

Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking

Producten. Onderwijs. Zorg. Audiologisch Centrum - Multidisciplinaire diagnostiek. - Basis- en voortgezet onderwijs Cluster 2 - Ambulante begeleiding

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

Het onderzoek. Taalontwikkeling. Inhoud. Lezing Kannercyclus 10 december Autismespectrumstoornissen. Jarymke Maljaars

ASS en ouder worden. praten. met een professional op het gebied van ASS.

2 Van diagnostiek naar behandeling

IST Standaard. Intelligentie Structuur Test. meneer 1

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Autisme en de DSM-5 symposium autismenetwerk Zuid- Holland Zuid Autismeweek

VERSLAG CHC- INTELLIGENTIEONDERZOEK 6 16 jaar

BRIEF-P. Vragenlijst executieve functies voor 2- tot 5-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

Voorlichting. Bestemd voor: 2. Vaststelling lijst van te gebruiken instrumenten Inleiding

Depressie bij jeugd: Ook een dip in het IQ?

Dia 1. Dia 2. Dia 3. Aspecten van cognitief functioneren in Autisme Spectrum Stoornissen. Executieve functies en autisme (Hill, 2004)

Regeling indicatiecriteria en aanmeldingsformulier leerlinggebonden financiering

Diagnostiek en behandeling van jonge kinderen met autisme. Hogrefe Congres Amersfoort O12 Ina van Berckelaer-Onnes Universiteit Leiden

De ontwikkeling van de Nederlandse taalvaardigheid van kleuters met vroeg vreemde-taal onderwijs

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Een richtlijn voor ASS diagnostiek bij volwassenen; prematuur of à terme?

GEWOON ANDERS ASS BIJ JONGE KINDEREN. AutismeTeam Noord-Nederland, Jonx Lentis

MINDS: Mental Information processing

Autisme spectrum conditie

PROGRAMMA. 1. Cognitief profiel 2. Adaptief functioneren 3. Handelingsgericht Arrangeren

Angst en depressie. Multistage assessment. Denise Bodden

Catalogus Testotheek Pedagogische Wetenschappen

Autismespectrumstoornis. SPV REGIOBIJEENKOMST MIDDEN NEDERLAND Mandy Bekkers

Effectstudie KLINc: Kinderen Leren Initiatieven Nemen in communicatie

WPPSI-III-nl analyse Versie: 1.0.0

Bayley III-NL Motoriekschaal

Autisme wordt Volwassen

HANDREIKING EVIDENT EN KENNELIJK STABIELE KINDKEMERKEN Algemene uitgangspunten

2

praktijk Diagnostiek van autismespectrumstoornissen Een regionaal model volgens landelijke richtlijnen a

Autisme Spectrum Stoornissen Van DSM IV naar DSM 5

INVENTARISATIELIJST PSYCHODIAGNOSTISCHE MIDDELEN T.B.V. KINDEREN EN VOLWASSENEN MET EEN ERNSTIGE MEERVOUDIGE BEPERKING (EMB) (werkdocument)

SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. HTS Report. Elizabeth Smit ID Datum Zelfrapportageversie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Clinical Evaluation of Language Fundamentals (CELF-4- NL ) 20 augustus 2010.

Richtlijnen Commissie Leerling Ondersteuning (CLO) Samenwerkingsverband De Liemers po

Transcriptie:

Overzicht tests Diagnostiek Ontwikkelingsleeftijd tot 16 jaar Ontwikkelingsleeftijd 16- Op basis van artikelen: - ASS diagnostiek bij volwassenen, Annelies Spek, Jan Pieter Teunisse, Cathelijne Tesink, Audrey Mol en Ilse Noens, De psycholoog, juni 2010) - Handboek autismespectrumstoornissen en verstandelijke beperking, Dirk Kraijer, 1998 - Richtlijn diagnostiek en behandeling autismespectrumstoornissen bij Kinderen en Jeugdigen, Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, 2009 - Overzichten van tests die Stuurgroeporganisaties gebruiken zijn als input gebruikt - Richtlijn diagnostiek kinderen Autismespectrumstoornis, Regionaal Intersectoraal Autisme Netwerk Zuid Holland Zuid, 2008 - Aanbevelingen Diagnostiek betreffende autismespectrumstoornissen, SVA, juni 2004. Indien nog van toepassing zijn aandachtspunten bij het interpreteren van de testresultaten in het kader van de diagnostiek betreffende autismespectrumstoornissen opgenomen. Hierin wordt een in sommige gevallen een onderscheid gemaakt tusssen (verstandelijk gehandicapten) en. Zie voor een verdere uitleg het document Toelichting Tekstueel Diagnostiek Tests Het betreft een minimale testbatterij, van deze tests wordt de toepassing bekend verondersteld. Natuurlijk staat het professionals vrij om andere testen te gebruiken op basis van eigen ervaring. Bij het gebruik van tests is het een voorwaarde om naast de scores ook naar de (integrale) kwalitatieve interpretaties te kijken van degene met ASS en te zoeken naar profielen door de testen heen. Zie testen 16+ Voor de classificerende diagnostiek (B) is de combinatie van de ADI-R en de ADOS voldoende. De invloed van de intelligentietesten (A) neem je hierin mee om zwakbegaafdheid/ verstandelijke beperking uit te sluiten. De verdere verdiepende handelingsgerichte diagnostiek, cognitieve kenmerken (C) en overige (D) kunnen worden gebruik om te komen tot een sterkte-zwakte analyse, hierbij spelen met name de observaties een belangrijke rol. Natuurlijk kunnen aanvullende tests worden uitgevoerd welke niet zijn opgenomen en uitgewerkt in onderliggend overzicht. Het volgende ligt hieraan ten grondslag: - Deze tests worden maar af en toe worden gebruikt en het hangt van de kennis en ervaring van de professional af om hier op een juiste wijze mee om te gaan. - Veel tests kunnen niet gebruikt worden als classificatie middel veelal om dat het te brede en generalistische tests betreft. - Op het gebied van tests 16- is te weinig onderzoek gedaan (m.b.t. autisme), deze tests kunnen alleen dan gebruikt worden als iemand de test goed kent. - Bij mensen met autisme is het zelfinzicht niet altijd goed dit kan bij bepaalde vragenlijsten een verkeerd beeld geven. Cotan Volgens de COTAN verliezen tests tussen de 12 en 15 jaar na de vastgestelde normering hun geldigheid. Dit houdt in dat tests tot 12 jaar als goedgekeurd mogen gelden, tussen 12 en 15 jaar weliswaar als verouderd omschreven moeten worden maar alsnog als toegestaan mogen worden beschouwd. Tests ouder dan 15 jaar moeten worden gekwalificeerd als niet 1

meer te voldoen volgens de COTAN praktijk. In een aantal gevallen kan dit tot verlegenheidsbeslissingen van de COTAN leiden, omdat er anders mogelijk geen noodzakelijke tests meer voorhanden zouden zijn (Evers et al., 2000) Overzicht van (neuro-) psychologische instrumenten gebruikt bij mensen met ASS 16- Instrument Omschrijving Psychometrische gegevens (Cotan) A. Verstandelijke functioneren WISC III NL (Wechsler Intelligence Scale for Children - Third Version, 2002) De WISC III NL test wordt gebruikt om de intelligentie te testen van kinderen tussen de 6 en 16 jaar Cotan, 2005 Criterium-validiteit scoort onvoldoende de overige items Resultaten/ voor mensen met ASS Overzicht onderzoek door Happé (1994b), Lincole et al. (1995), en Siegel et al.(1996) en DeMyer et al. (1974) bij zowel op verstandelijk beperkt als op nietverstandelijke beperkt niveau Ontwikkelings Leeftijd / doelgroep 6-16 WPPSI-III-NL (Wechsler Preschool and Primary Scale of Intelligence Third Edition J. Hendriksen & P. Hurks) Gereviseerde Snijders-Oomen niet verbale intelligentietest, SON-R 2-7 (J.Th.Snijders, P.J. Tellegen en J.A. Laros, 1998) BSID II nl (Bayley Scale of Infant Development, 2002, Van der Meulen et al.) RAKIT vertelplaat (Bleichrodt, Resing, Drenth & Zaal, 1987) Wechsler nonverbal scale of ability (Wechsler, Naglieri, 2008) De WPPSI-III-NL is een intelligentietest voor kinderen van 2 jaar en 6 maanden tot en met 7 jaar en 11 maanden (2:6-7:11). Vervangt de WPPSY-R Een intelligentie test voor kinderen tussen de 5,5 en 17 jaar. Taalniveau speelt bij deze test geen rol Test voor kinderen die de motorische en mentale ontwikkeling meet De RAKIT is een individuele algemene intelligentietest voor kinderen van vier jaar en twee maanden tot elf jaar en twee maanden Test meet algemene intelligentie bij kinderen en jongvolwassenen bij wie afname van een intelligentietest met verbale elementen niet wenselijk is Cotan, 2010 Scoort op alle items Cotan, 1998 goed Cotan, 1999 goed/voldoende m.u.v. Cotan, 1997 Test in beginsel op goed beoordeeld Cotan, 2009 goed en voldoende - VIQ vaak < PIQ - Associatief reageren op details - Beperkte mentale flexibiliteit - Begrijpen in het algemeen een lage score Overzicht onderzoek door Happé (1994b), Lincole et al. (1995), en Siegel et al.(1996) en DeMyer et al.(1974) bij zowel op verstandelijk beperkt als op nietverstandelijke beperkt niveau Specifiek onderzoek gedaan naar autistische kinderen Bij cluster 2 kinderen wil de CVI (onafhankelijke Indicatiesteller voor Speciaal Onderwijs) graag Non-verbale intelligentietesten Discrepantie tussen uitslag volledige Mentale schaal en de niet verbale versie - Weinig relaties aangegeven - Kunnen vaak geen plot aangeven - Blijft bij beschrijven - Zich richten op details Bij cluster 2 kinderen wil de CVI (onafhankelijke Indicatiesteller voor Speciaal Onderwijs) graag Non-verbale 2:6 t/m 7:11 2-7 0;1-3;6 4;2-11;1 4-18 2

intelligentietesten Kaufman Adolescent and Adult Intelligence Test (KAIT) (Kaufman & Kaufman, 1983) Deze testbatterij wordt gebruikt om het huidige niveau van intelligent functioneren te bepalen Cotan, 2005 Alle items goed m.u.v. normen (voldoende) en (nog niet uitgevoerd) 14-85+ Kaufman Assessment battery door children (K-ABC) (Kaufman & Kaufman, 1993) Deze testbatterij wordt gebruikt om het huidige niveau van intelligent functioneren te bepalen Cotan, 1997 Alle items goed m.u.v. 2,5-12 Overzicht van (neuro-) psychologische instrumenten gebruikt voor mensen met ASS 16 - Instrument Omschrijving Psychometrische gegevens (Cotan) B. Gedragskenmerken/ontwikkelingsanamnese Screening Autismespectrumstoornissen SRS (Social Een screeningsinstrument dat Responsiveness sociale beperkingen bij autismespectrumstoornissen in kaart Scale, Constantino, brengt. Het instrument is geschikt Gruber, 2005) om onderscheid te maken tussen autismespectrum afwijkingen en andere psychiatrische afwijkingen bij kinderen Screening van ASS op jonge leeftijd (ESAT, J. Buitelaar, R.J. van der Gaag, C. Dietz ea, 2010) AVZ-R (Autismeen verwante stoornissen schaal-z-revisie, Krayer, 1999) Een test ten behoeve van screening van ASS op jonge leeftijd (babys en peuters) De AVZ-R is een screeningsinstrument en meet 3 aspecten van PDD: sociaal, communicatief en stereotiep gedrag, uitgave wordt in 2011 verwacht Cotan, 2010 Kwaliteit testmateriaal en handleiding goed overige items onvoldoende Cotan, 1998 Scoort op alle items goed/voldoende Resultaten/ voor mensen met ASS Te weinig informatie over de steekproef en alleen informatie over Noorse Steekproef De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie heeft in haar richtlijn Diagnostiek en behandeling ASS bij kinderen en jeugdigen de AVZ-R aanbevolen als screeningsinstrument voor verstandelijk beperkten (NVVP, 2009). Ontwikkelings Leeftijd / Doelgroep 4-18 0-3 2-55 AUTI-R (I.A. van Berckelaer-Onnes & J. Hoekman, 1991) De AUTI-R is een schaal voor vroegkinderlijk Autisme. Het betreft een beoordelingsschaal met het doel autistische kinderen van nietautistische kinderen te onderscheiden Cotan, 1990 goed/voldoende 0-6 : Niet PDD 7-9 : Twijfel 10-19 : PDD Onderzoek met alleen duidelijke en nietduidelijke autistische kinderen en mensen met een verstandelijke beperking 0;10-12;11 (nietsprekend) 3;0-12;11 (sprekend) - <200: autistisch - 200-249: geen classificatie - >250: niet autistisch - V: classificatie Geen en Niet-Autistisch garandeert niet dat er géén sprake is van 3

VISK (Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen, Luteijn, Minderaa & Jackson, 2002) Het betreft een screeningsvragenlijst met de bedoeling om probleemgedrag van kinderen met (mildere) varianten van pervasieve ontwikkelingsstoornissen te omschrijven Cotan, 2000 voldoende goed met uitzondering van normen en PDD (Kraijer en Plas) De VISK is uitgebreid genormeerd in klinische groepen, waaronder ASS, ADHD en verstandelijke gehandicapten 4 18;11 Screening (differentiaal) gedrag CBCL 1,5-5 De Gedragsvragenlijst voor (Child Behavior Kinderen van 1,5-5 is een Checklist for screeningsvragenlijst waarop Ages 1,5-5, ouders, andere familieleden of Verhulst et al., volwassen die een kind goed 1990) kennen vragen kunnen beantwoorden over vaardigheden en gedrag van een kind CBCL6-18 (Child Behavior Checklist for Ages 6-18, Verhuls et al., 1996) De Gedragsvragenlijst voor Kinderen van 6-18 is een screeningsvragenlijst waarop ouders, andere familieleden of volwassen die een kind goed kennen vragen kunnen beantwoorden over vaardigheden en gedrag van een kind, er zijn onvoldoende gegevens beschikbaar om het instrument aan de Cotan voor te leggen Let op: niet gebruiken als classificatie middel Cotan, 1999 Test scoort goed op de items m.u.v. betrouwbaarheid en (beiden voldoende) Let op: niet gebruiken als classificatie middel - (Zeer) hoge scores op de subschalen wijzen op een autisme spectrum stoornis. - Subschaalscores differentiëren tussen autistische stoornis PDD-NOS ADHD andere psychische stoornis (zie handleiding). - Bij PDD significant hogere scores op Niet afgestemd, Neiging tot terugtrekken, Stereotiep gedrag en VISK-Totaal sociale problemen denkproblemen. angst/depressie - Discrepantie tussen hoe het kind zelf problemen ervaart en de ander - Moeite met invullen omdat het kind goed onderscheid moet maken tussen ik ander - Geen van de subschaaluitslagen verwijst naar de eventuele aanwezigheid van een autismespectrumstoornis (Kraijer) sociale problemen denkproblemen. angst/depressie - Discrepantie tussen hoe het kind zelf problemen ervaart en de ander 1,5-5 6-18 4

YSR (Youth Self-Report for Ages 11-18, T.M. Achenbach, 1991) TRF (Teacher s Report Form for Ages 6-18, T.M. Achenbach ) De Zelf in te Vullen screeningsvragenlijst voor 11-18 jarigen is een vragenlijst waarop jongeren vragen over zichzelf kunnen beantwoorden over vaardigheden, emotionele en gedragsproblemen De Gedragsvragenlijst voor kinderen, Informatie Leerkracht, is een screeningsvragenlijst waarop leerkrachten vragen kunnen beantwoorden over schoolwerk, functioneren, emotionele en gedragsproblemen Cotan, 1999 Test scoort goed op de items m.u.v. een deel van de betrouwbaarheid, de begripsvaliditeit en Cotan, 1999 voldoende en goed Volgende screeningsinstrumenten zijn specifiek voor : VOG (Vragenlijst over ontwikkeling en gedrag, Koot, H.M. & Dekker, M.C, 2001) Voor het verkrijgen van een normgerefereerde beschrijving van emotionele en gedragsproblemen van kinderen en jeugdigen met een verstandelijke handicap (Ouderenversie en een leerkrachtversie) Cotan, 1998 voldoende en goed m.u.v. betrouwbaarheid en SRZ/SRZ-i (Sociale Redzaamheidschaal/interview) SRZ-P (Sociale Redzaamheid Schaal voor zwakzinnigen van hoger niveau, 1984-1994) Vineland-S (VABS, Vineland adaptive behaviour scale, S.S. Sparrow, A.S. Carter en D.V. Cicchetti,1984) Nedelandse versie. Scholte, G. van Duijn, Y. Meten van de Sociale Redzaamheid Cotan, 2004 goed m.u.v. normen (voldoende) Meten van sociale redzaamheid bij personen met een verstandelijke handicap, van (ruim) matig zwakzinnig t/m licht zwakzinnig/zwakbegaafd Inschatten van het ontwikkelingsniveau, in het bijzonder van het niveau van adaptief functioneren met behulp van een vragenlijst Cotan, 1995 goed Cotan, 2009 voldoende tot goed m.u.v. de normen (normgroepen te klein) - Moeite met invullen omdat het kind goed onderscheid moet maken tussen ik ander - Geen van de subschaaluitslagen verwijst naar de eventuele aanwezigheid van een autismespectrumstoornis (Kraijer) Let op: Deze lijst wordt binnen Recchiron gebruikt m.b.t. herindicatie Let op: niet gebruiken als classificatie middel Aandachtpunten De VOG is een instrument ten behoeve van de indicatiestelling voor het speciaal onderwijs en leerlinggebonden financiering (Resing e.a., 2008). - Lage scores bij Taalgebruik - Zeer lage scores bij Sociale Gerichtheid - Geen lagere scores bij Zelfredzaamheid en bij Taakgerichtheid - Lagere totaalscore - Lagere score op domein Communicatie - Veel lagere score op domein Socialisatie - Geen verschil in score op domein Dagelijkse Vaardigheid - Geen afwijkende score bij Motorische Vaardigheden 11-18 4-18 1-18 >4 >12 0-6 5

Dijkxhoorn, I. Noens en I. van Berckelaer-Onnes, 2008) Vineland-Z (VABS, Vineland adaptive behaviour scale, S.S. Sparrow, A.S. Carter en D.V. Cicchetti,1984) Doel van de Vineland-Z is een beeld te krijgen van de sociale redzaamheid van kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking Classificerende diagnose ADI-R (Rutter, De ADI-R is een gestructureerd lecouteur & diagnostisch interview dat wordt Lord, 2003; De afgenomen om autisme te Jonge& De Bidt, classificeren bij een kind of 2007) volwassene. De ouders of verzorgers zijn informant. Zij zijn een onmisbare informatiebron bij de diagnostiek van autisme omdat zij de problemen kennen die de persoon in het dagelijks leven ervaart en het best op de hoogte zijn van zijn of haar ontwikkelingsgeschiedenis Autism Diagnostic Observation Schedule (ADOS, 1989, C.Lord, M.Rutter, P.C. Dilavore en S. Risi) DSM-IV interview (A. Spek, 2008) Communicatie TvK (Taaltest voor Kinderen, W.H.J. Bon en J.G.Hoekstra, 1982) Een instrument om een diagnose ASS via een semigestructureerde observatie te kunnen stellen bij peuters, kinderen, adolescenten en volwassen Semigestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis Taaltest voor het meten van het taalvaardigheidsniveau bij kinderen Cotan, 2004 goed Interbeoordelingsbetrouwbaarheid, test hertest betrouwbaarheid als interne validiteit zijn goed (gedetailleerd overzicht met onderzoeken hierover zijn te vinden op University of Michigan Autism Communication and Disorders Center website., er zijn onvoldoende gegevens beschikbaar om het instrument aan de Cotan voor te leggen Validiteitonderzoek van De Bildt et al.(2004a) bij 184 verstandelijk beperkte kinderen en jeugdigen van alle vier niveaus van functioneren De relatie met de ADI-R is geaccepteerd door reviewers (zie DSM IV interview A.A. Spek=> www.anneliesspek.nl Cotan, 1982 goed en voldoende m.u.v. normen (onvoldoende wegens veroudering normen niet bruikbaar) - Lagere score op domein Communicatie - Veel lagere score op domein Socialisatie - Geen verschil in score op domein Dagelijkse Vaardigheid - Geen afwijkende score bij Motorische Vaardigheden Zie op University of Michigan Autism Communication and Disorders Center website. - Op basis van itemscores wordt geclassificeerd als autistisch of nietautistisch (cut-off scores op 4 domeinen) Op dit moment verder onderzoek om 4 modules op elkaar af te stemmen op zulke wijze dat ernst van autismespectrumstoornis kan worden aangegeven - Achteraf scoren op een algoritme dat voorziet in cut-off scores voor de diagnoses Autisme en PDD-NOS. - Richt zich op autisme in engere zin Aandachtspunt: - Moeite met integratie van visuele en verbale informatie - Gerichtheid op details. - Associatief reageren, zowel auditief als visueel (eigen spoor) 5-18 >2 2-99 > 16 4-9 LOM 7-9 6

Reynell (M.C.M van Eldik, J. E. P. T. Schlichting, H.C. Lutje Spelberg, B.F. van der Meulen & Sj. van der Meulen, 1995) De Reynell Test voor Taalbegrip meet het niveau van de receptieve taalontwikkeling van Nederlandssprekende kinderen Cotan, 1999 goed en voldoende m.u.v. (geen onderzoek) Aandachtspunt: - Wijzen, maar niet pakken of aantikken - Letterlijk reageren - Soms moeite met tijdsbegrippen - Fixatie op testmateriaal - Moeite met combineren van opdracht en materiaalgebruik 1;2-6;3 Schlichting Test voor Taalproductie-II: Auditief Geheugen (AG) (Liesbeth Schlichting & Henk Lutje Spelberg, 2010) De Schlichting Test voor Taalproductie-II meet het niveau van expressieve taalvaardigheid van jonge kinderen. Deze test is een herziene versie van de Schlichting Test voor Taalproductie uit 1995 Cotan, 2010 m.u.v. Let op Niet meer verkrijgbaar! De Schlichting Test voor Taalproductie - II staat op de lijst van de Commissie Indicatiestelling (WAII) als aanbevolen test voor indicatiestelling voor het speciaal onderwijs(cluster-2) en leerlinggebonden financiering 2;0-7;0 PEP-R (Psychologisch Educatief Profiel, Schopler, 1990) ComVoor (Voorlopers in communicatie, Verpoorten, R., Noens, I., & Van Berckelaer-Onnes, 2004) RAKIT vertelplaat (Revisie, Amsterdam, Kinder Intelligentie Test, Bleichrodt, Resing, Drenth & Zaal, 1987) Dit profiel onderzoekt autistische en psychotische kinderen vanuit een ontwikkelingsperspectief De ComVoor is een handelingsgericht instrument dat een nauwkeurige indicatiestelling van communicatieve interventies beoogt. Het gaat daarbij met name om ondersteunende communicatie De RAKIT is een individuele algemene intelligentietest voor kinderen van vier jaar en twee maanden tot elf jaar en twee maanden De PEP-R krijgt de classificatie 'onvoldoende' van Resing e.a. (2002) omdat deze niet door de COTAN beschreven en beoordeeld is De ComVoor is niet genormeerd. Dit is ook niet van toepassing, omdat het een handelingsgericht instrument is. Men kijkt wat iedere individu afzonderlijk goed heeft gemaakt en wat fout is gegaan. Het gaat dus om een domeingerichte en niet om een normgerichte interpretatie Cotan, 1990 Test in beginsel op goed beoordeeld echter normen zijn verouderd - Reageren op details - Moeite met deelgeheel relaties - Echolalie kan score positief beïnvloeden - Cognitie verbaal vaak lager. - Grove motoriek vaak relatief goed. - Waarneming vaak beperkt en/of selectief Primair ontwikkeld voor mensen met autisme die niet of slechts beperkt verbaal communiceren, maar kan ook worden gebruikt bij mensen met andere communicatieproblemen Levert geen duidelijk autistisch profiel op Aandachtpunten: - Vertelplaat: vnl. eenheden, geen verbanden, geen clou. - Ideeënproductie: beperkte mentale flexibiliteit 2-7 1-4;4 4;2-11;2 7

Peabody Picture Vocabulary Test III (Lloyd M. Dunn & Leota M. Dunn, 2005 (Nederlandse versie Liesbeth Schlichting) TAK (Taaltoets alle kinderen, L. Verhoeven, A. Vermeer, 1993) Het testen van receptieve kennis van de woordenschat De TAK is een diagnostische toets voor het vaststellen van de (voortgezette) taalvaardigheid in het Nederlands van leerlingen in het basisonderwijs. Cotan, 2006 m.u.v. hier is geen onderzoek naar gedaan Cotan, 2007 Alle items goed m.u.v. kwaliteit van het testmateriaal (voldoende) 2;3-90 NB voor onderwijs: Voor onderwijs geldt dat de Communicatieve Redzaamheid essentieel is. Definitie van Communicatieve Redzaamheid vindt plaats a.d.h.v. 5 topics: Taalbegrip, Uitdrukkingsvaardigheid, Conversatievaardigheden, Wederkerigheid, Communicatieve Weerbaarheid. Overzicht van (neuro-) psychologische instrumenten gebruikt voor mensen met ASS 16 - Instrument Omschrijving Psychometrische gegevens (Cotan) Resultaten/ voor mensen met ASS C. Verdiepende handelingsgerichte diagnostiek: Cognitieve kenmerken Theory of Mind (ToM)/ Sociaal inzicht TOM-test (Muris De TOM-R meet in hoeverre et al, 1999; kinderen beschikken over een Steerneman et 'theory of mind': de mate waarin al., 2000) kinderen beschikken over sociaal begrip, sociaal inzicht en sociale sensitiviteit. Columbustest (Langeveld, 1969) Met behulp van projectieplaten vertelt het kind verhalen; door interpretatie wordt iets duidelijk over zijn ervaringen bij het exploreren van zijn kinderwereld Cotan, 2004 m.u.v. normen en betrouwbaarheid Cotan, onbekend Beoordeling is onvoldoende m.u.v. eerste item (goed) - Door goed redenatievermogen goede score op hoogste bouwstenen (sociaal wenselijk aangeleerde reacties) en zwakke score bij eerste bouwstenen - Met name uitval op de complexere taken - Moeite met complexere emoties of als mensen andere emoties laten zien dan ze eigenlijk hebben. - Moeite met figuurlijke taal/grapjes - Moeite met doenalsof - Details waarnemen en benoemen. - Concreet in tijd: het gebeurt nu - Let op: totaal gemiddelde goede score sluit autisme niet uit! - Wordt vaak moeilijk gevonden. - Het inlevingsvermogen in de verhaaltjes ontbreekt waardoor ze niet of nauwelijks kunnen vertellen 4-7 8-12 Ontwikkelings Leeftijd / Doelgroep 5-12 5-18 jaar 8

- Geven een onsamenhangende beschrijving - Zie beschrijving bij SIT. TOM Taken boek (Blijd, 2008) SIT (Sociale Interpretatie Test, Vijftigschild e.a. 1969) Instrument om de ontwikkeling van TOM (mentale vaardigheid) te volgen Deze test onderzoekt het vermogen zich open te stellen voor situaties van het leven van alledag, een aspect van de sociale intelligenties. Deze test is ontwikkeld en genormeerd voor de kinder- en vroege adolescentieleeftijd Goede psychometrische resultaten uit promotie onderzoek Blijd Cotan, 1982 Scoort op alle items goed m.u.v. van normen en begripsvaliditeit Let op: Sterk verouderd! Onderzocht bij kinderen met een aan autisme verwante stoornis - Richten zich zeer sterk op details; blijven soms hangen in details. - Missen relaties, het geheel; leggen geen goede verbanden; onjuiste interpretaties, leggen vreemde/letterlijke redenaties; onsamenhangende beschrijving. 3-12 jaar 7-16 Let op: Niet meer verkrijgbaar! Overzicht van (neuro-) psychologische instrumenten gebruikt voor mensen met ASS 16- Instrument Omschrijving Psychometrische gegevens Resultaten/ voor mensen met ASS Leeftijd Centrale Coherentie RCFT (Rey- Osterrieth Complexe Figure Test, Rey, 1941; Osterrieth, 1944) Met deze test kan gemeten worden of een kind wel dan niet voldoende schoolrijp is. Complexe figuur die nagetekend moet worden. Er wordt bekeken of bij het natekenen gelet wordt op het grotere geheel of dat er vanuit de details gewerkt wordt Cotan, onbekend Psychometrische gegevens afhankelijk van het gebruikte scoresysteem Tsatsanis et al. Volwassenen met ASS benaderen de ROCF op een meer detailgerichte wijze in vergelijking met zowel gezonde als klinische controlegroepen - Kinderen met een relatief beter functionerende linkerhemisfeer presteren beter bij auditief-verbale geheugentaken - Kinderen met een relatief beter functionerende rechterhemisfeer presteren beter bij visuele geheugentaken - Algemeen: moeite met het onthouden 6-89 9

Child Apperception Test (CAT, Murray, 1943) CELF (Clinical Evaluation of Language Fundamentals 4e editie, E. Semel, E.H. Wiig, W.A. Secord, 2003) Plaat met daarop mensen die zich in een specifieke situatie bevinden. Er wordt gevraagd om te vertellen wat men ziet. Ook worden vragen gesteld over de verhoudingen tussen de mensen en wordt gevraagd om te fantaseren over het verhaal dat ten grondslag ligt aan de situatie op de plaat CELF-4-NL is een individueel af te nemen test voor diagnose en evaluatie van taalproblemen Beaumont & Newcombe, 2006 Twijfelachtige validiteit en betrouwbaarheid Cotan, 2010 goed en voldoende m.u.v. van geïntegreerde informatie - Asperger: uitzonderlijk goed in rote learning - Wordt vaak moeilijk gevonden - Het inlevingsvermogen in de verhaaltjes ontbreekt waardoor ze niet of nauwelijks kunnen vertellen - Geven een onsamenhangende beschrijving - Zie beschrijving bij SIT Deze test wordt voornamelijk gebruikt bij onderwijs 5-18 Overzicht van (neuro-) psychologische instrumenten gebruikt voor mensen met ASS 16 - Instrument Omschrijving Psychometrische gegevens Resultaten/ voor mensen met ASS Leeftijd Executieve Functies Wisconsin Card Sorting Test (WCST) (Berg, 1948) Stroop test (Stroop, 1935) ITSP-NL (Infant Toddler Sensory Profile, Checklist, C. Derange, 2006; Oudervragenlijst W. Dunn, 2005) BRIEF (Behavior Rating Inventory of Executive Function, Diana Smidts, Mariëtte Huizinga, 2009) Deze test wordt gebruikt om mentale schakelvaardigheid te onderzoeken. Responskaarten moeten volgens een steeds wisselend principe onder vier verschillende stimuluskaarten gesorteerd worden. Uit de feedback van de proefleider of van de computer moet het juiste sorteerprincipe worden afgeleid Meten van de interferentieverschijnselen in het cognitief functioneren Checklist Het vroeg opsporen van regulatieproblemen en problemen in de zintuiglijke prikkelverwerking waardoor tijdig verder onderzoek mogelijk wordt. Oudervragenlijst Het inventariseren en inzicht geven in de sensorische prikkelverwerking van baby s en peuters. Met deze gedragsvragenlijst kunnen executieve functies bij een kind in kaart gebracht worden. Executieve functies zijn cognitieve processen die nodig zijn voor doelgericht, efficiënt en sociaal aangepast gedrag Rumse & Hamburger, 1988 Teunisse et al., 2007 Psychometrische gegevens beschikbaar in handleiding (Heaton et al., 1993) Cotan, 2003 m.u.v. 8-88 6-17 0;7-2;6 0-3 5-18 jaar 10

Trailmaking test (R.M. Reitan, 1955) Meet planning en flexibiliteit Cotan, 1992 onvoldoende >12 Audiologisch Onderzoek voor het auti team op het gebied van audiologie: - Basis gehooronderzoek: uitsluiten dat het niet om slechthorendheid SH gaat (toondrempels, spraakverstaan, evt. aangevuld met tympanometrie, otoakoestische emissie) - Vragen naar overgevoeligheid voor geluid, evt. onderbouwen met UCL meting (bovengrens van geluidsniveau dat nog verdraagbaar is) of stapediusreflexmeting - Vragen naar luistervaardigheden in complexe luistersituaties/klas - Auditief functie onderzoek, leeftijdsafhankelijk. Onderstaand zijn mogelijke onderdelen per batterij, (niet altijd de gehele testbatterij soms ook een mix) o Kleuters en laagniveau/articulatie problemen: ATK (volgehouden auditieve aandacht, dichotisch spraakverstaan, auditieve discriminatie, woorden in ruis) o Oudere kinderen/jongeren: NCAT spraak in ruis woorden en zinnen, gefilterde spraak, dichotisch spraakverstaan, patroonherkenning, categorale spraakperceptie, auditief geheugen) D. Verdiepende handelingsgerichte diagnostiek: Overige Sociaal Emotionele ontwikkeling Neuropsychologisch onderzoek Redzaamheid Motoriek/zintuigelijke prikkelverwerking Systeem Somatisch Orthodidactisch Logopedisch 11