MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Vergelijkbare documenten
Basisexamen inburgering in het buitenland. Auteurs: Karine Bloks-Jekel, Willemijn de Graaf, Marieta Plattèl, Rian Senden, Rosanne Vermaat

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

DICTEE WOORDEN 1. DICTEE WOORDEN ik 2. jij 3. ja 4. zij 5. hij. 6. wij 7. nee 8. de baby 9. het kind 10. de naam

Spreekopdrachten thema 1 Nederland

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

ISK Leerlijn. Alfabetisering. Bijlage: Startwoordenschat alfabetisering NT2 ISK woorden

Programma Nederlands Praten

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD

Melkweg. Een dak boven je hoofd. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Het huis

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

Geregeld spreken. Ditte Oost & Monique Schoorl ANTWOORDEN

Ria Massy. De taart van Tamid

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Melkweg. Help je mee? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Vrijwilligerswerk

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 4 GEZONDHEID

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

ISK Leerlijn. Alfabetisering. zitten. een twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien

Moshi gaat met het vliegtuig naar Malawi

- je kan me wat - module 2. docere delectare movere. tekeningen -

Melkweg. Waar woon je? Lezen Alfa A. Het huis

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1

Handleiding basiswoordenschat.

reeks 1 leesboek 1 Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 1

Leesboekje de seizoenen

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Melkweg. Hoe gaat het? Lezen Alfa A. De dokter

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 7 WERKEN

Rick de Leeuw. Hou me stevig vast

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Voor jou. Verhalen van mantelzorgers. Anne-Rose Hermer

Leesboekje de school

afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten

Grammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7.

Melkweg. Hier is de bon. Lezen Alfa A. Naar de winkel

Inhoud Thema Lente... 3 Goedemorgen... 3 Hallo... 3 De wielen van de bus... 3 Op een houten bruggetje... 4 Heb je al gezien het is lente...

Melkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool

Grammatica Woordbenoemen 2. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

Inhoud Thema Lente... 3 Goedemorgen... 3 Hallo... 3 De wielen van de bus... 3 Op een houten bruggetje... 4 Heb je al gezien het is lente...

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Inleiding Waarom vind jij bewegen belangrijk?

Melkweg. Lijn 5. Lezen Alfa A. Reizen

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

KIND TOCH! Een bad op straat

Wat eten we vanavond?

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 1 Het huis

Dit zijn Yara en haar moeder Suzan

Auditieve oefeningen bij het thema: opa en oma

Gezond thema: DE HUISARTS

- je kan me wat - module 2. docere delectare movere. tekeningen -

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts.

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

Aflevering: 31. Te + infinitief

Melkweg. Wat eet u? Lezen Alfa A. Gezond eten

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Kijk op YouTube spreekvaardigheid A1

De eend op de pot. Nannie Kuiper

Melkweg. Naar de speelzaal. Lezen van Alfa B naar Alfa C. Taal en ouders: Peuters. Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann

De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 5 verhaal 1 groep 3. Thema 5 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek

Melkweg. Van kop tot teen. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Gezondheid: Het lichaam

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Thema Gezondheid. Les 5. De tandarts

klasniveau Het verhaal Tekening 1 Tekening 4 Tekening 5 Tekening 2 Tekening 6 Tekening 3

Leesboekje het huis. Leesboekje Het Huis Pagina 1

NAAM: Instructies in de klas Voer de opdrachten uit. 1. Zet een kruisje op de olifant. 2. Kleur het haar van de juf bruin.

Burny Bos. Knofje. Alle verhalen. Met illustraties van Harmen van Straaten. Leopold / Amsterdam

Een tijdje terug viel er iets uit de lucht. Het waren brokstukken van een satelliet. (Af / De / Os) brokstukken vielen op de aarde.

Melkweg. De deur op slot. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Veilig wonen

STEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL

Spreekopdrachten thema 2 Geld

Melkweg. Een basisschool kiezen. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: De basisschool

Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel

Verslag les 4 De Wilgenstam kleutergroep 1/2C Thema van de filosofielessen: ik

Uitprobeerpakket. Toetsboek 4 groep 4 blok 6

Keetje zucht. Wat duurt het lang! Maar wacht... Daar komt een auto de straat in rijden. Hij stopt achter de verhuiswagen en er stappen twee mensen

Basiswerkboek Gebaren 0-3 jaar, aanvulling

april 2013 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Buschauffeur

REGELS. Wat hoort bij elkaar?

Mijn huis, mijn thuis

Transcriptie:

MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2

MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 3

het nummer nul één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 4

MEMORY WOORDEN 1.3 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 5

het lichaam de buik de rug het been de arm de voet de hand de auto de bus de fiets de boot de trein TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 6

MEMORY WOORDEN 1.4 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 7

het oog het hoofd de neus het oor de mond de tand rond recht kaal het haar groot klein TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 8

MEMORY WOORDEN 1.5 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 9

de kleren de trui het pak de rok de broek de jas de tas de ring het geld de euro het gat de bal TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 10

MEMORY WOORDEN 1.6 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 11

de letter het woord de zin de punt de pen het potlood de gum de map het plaatje het rondje het kruisje de lijn TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 12

MEMORY WOORDEN 1.7 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 13

de deur de straat de tuin het dak het huis het raam de muur de kamer de trap de vraag het antwoord de streep TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 14

MEMORY WOORDEN 1.8 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 15

het bed de bank de stoel de tafel de klok het bot de pot de hond de kat de koe het dier het mens TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 16

MEMORY WOORDEN 2.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 2 1

de moeder de vader de dochter de zoon de zus de broer de computer de brief de krant de tv de puzzel het boek TaalCompleet A1 Memory Woorden 2 2

MEMORY WOORDEN 2.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden 2 3

de datum de dag de week de maand het jaar de agenda Het is ochtend. Het is middag. Het is avond. fout goed het adres TaalCompleet A1 Memory Woorden 2 4

MEMORY WOORDEN 2.3 TaalCompleet A1 Memory Woorden 2 5

de ui de banaan de tomaat de sla de kool het ijsje de boter de soep het brood de pap drinken eten TaalCompleet A1 Memory Woorden 2 6

MEMORY WOORDEN 2.4 TaalCompleet A1 Memory Woorden 2 7

de man de vrouw de jongen het meisje de tandarts de dokter de boer de pil de markt het feest het ziekenhuis de post TaalCompleet A1 Memory Woorden 2 8

MEMORY WOORDEN 2.5 TaalCompleet A1 Memory Woorden 2 9

het bad de douche plus min veel weinig beneden boven vol leeg vies schoon TaalCompleet A1 Memory Woorden 2 10

MEMORY WOORDEN 2.6 TaalCompleet A1 Memory Woorden 2 11

de wolk de lucht de regen de wind het weer de steen het goud het hout het zand het ijs het water het vuur TaalCompleet A1 Memory Woorden 2 12

MEMORY WOORDEN 2.7 TaalCompleet A1 Memory Woorden 2 13

De trein is ver. de pan de boom het blad het park de bloem het mes de vork de lepel het bord warm koud TaalCompleet A1 Memory Woorden 2 14

MEMORY WOORDEN 3.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 3 1

typen lezen schrijven De man luistert. De vrouw praat. kijken licht zwaar hangen De vrouw helpt de man. Hij geeft informatie. Het water is diep. TaalCompleet A1 Memory Woorden 3 2

MEMORY WOORDEN 3.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden 3 3

De pen is in de pot. De pot is achter de stoel. De pot is op de stoel. De jas hangt over de stoel. De pot is voor de stoel. De pot is onder de stoel. De pot is naast de stoel. De pot is tussen de stoelen. bellen rijden Zij woont in dit huis. de groep TaalCompleet A1 Memory Woorden 3 4

MEMORY WOORDEN 3.3 TaalCompleet A1 Memory Woorden 3 5

de winkel kopen De vrouw verkoopt brood. de verkoper de prijs betalen De auto is duur. de boodschappen De jas kost 60.-. Met je oren kun je horen. Met je ogen kun je zien. lekker TaalCompleet A1 Memory Woorden 3 6

MEMORY WOORDEN 3.4 TaalCompleet A1 Memory Woorden 3 7

werken Ik werk in dit bedrijf. De deur is open. de baas Ik heet hallo hoi tot ziens het werk Wat is jouw baan? Ik werk in een ziekenhuis. De auto is snel. De man is langzaam. TaalCompleet A1 Memory Woorden 3 8

MEMORY WOORDEN 3.5 TaalCompleet A1 Memory Woorden 3 9

zitten lopen liggen staan De vrouw geeft een boek. De man krijgt een boek. De man is ziek. De man is beter. de pijn jong oud De vrouw kijkt naar de man. TaalCompleet A1 Memory Woorden 3 10

MEMORY WOORDEN 3.6 TaalCompleet A1 Memory Woorden 3 11

Deze auto is oud. Deze auto is nieuw. slapen moe de buurt het voorbeeld het begin het eind De vrouw is binnen. De vrouw is buiten. Deze plaats heet Eemnes. De man heeft andere kleren dan de vrouw. TaalCompleet A1 Memory Woorden 3 12

MEMORY WOORDEN 3.7 TaalCompleet A1 Memory Woorden 3 13

lachen Zij is blij. Zij is alleen. Er zit een aantal mensen op de bank. wassen de foto de stad Zij weet het antwoord. De vrouw is na de man. Dit is zoet. Dit is zuur. Dit is zout. TaalCompleet A1 Memory Woorden 3 14

MEMORY WOORDEN 3.8 TaalCompleet A1 Memory Woorden 3 15

de sport voetballen de toets de klas de juf de les de school het land de wereld het slot de tent dubbel TaalCompleet A1 Memory Woorden 3 16

MEMORY WOORDEN 4.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 4 1

spelen het uur spreken vroeger nu Het is laat. Het is vroeg. De les is tot 10 uur. Zij eet om 12 uur. Wat doet de jongen? Hij eet een ijsje. moeilijk makkelijk TaalCompleet A1 Memory Woorden 4 2

MEMORY WOORDEN 4.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden 4 3

vrij Zij gaan op vakantie. de taal vandaag morgen gisteren Zij zijn thuis. De bloem is mooi. lang kort bekijken Hij is vanavond niet thuis. TaalCompleet A1 Memory Woorden 4 4

MEMORY WOORDEN 4.3 TaalCompleet A1 Memory Woorden 4 5

het internet het gesprek leren stil Het is druk op straat. tekenen vallen het probleem de website laag hoog het contact TaalCompleet A1 Memory Woorden 4 6

MEMORY WOORDEN 4.4 TaalCompleet A1 Memory Woorden 4 7

iemand niemand de politie Zij zorgt voor de vrouw. leven dood zingen Je moet hier lopen. roken Dit is slecht. begrijpen half TaalCompleet A1 Memory Woorden 4 8

MEMORY WOORDEN 4.5 TaalCompleet A1 Memory Woorden 4 9

Ik gebruik een pen. voorstellen printen De vrouw heeft alles. De man heeft niks. trekken Welke soort tomaat wil je? De vrouw is sterk. het stuk Wij noemen de baby Anna. spellen kiezen TaalCompleet A1 Memory Woorden 4 10

MEMORY WOORDEN 4.6 TaalCompleet A1 Memory Woorden 4 11

De vrouw zegt Hoi! een beetje oké hetzelfde anders nat roepen Wat betekent dit? de meter (100 cm) Het is koud. Daarom heeft zij een jas aan. hier daar TaalCompleet A1 Memory Woorden 4 12

MEMORY WOORDEN 4.7 TaalCompleet A1 Memory Woorden 4 13

Hij gaat. Zij blijft. gek normaal zoeken Goed eten is belangrijk. bedenken De jongen is bang. koken de brand De vrouw staat in het midden. De man vindt het jammer. De vrouw is klaar met werken. TaalCompleet A1 Memory Woorden 4 14