Workshops en Praktijkopdrachten Periode 1 Schooljaar 2015-2016 Opleiding: Maatschappelijke Zorg Groep: HWEMZO3V, niveau 4



Vergelijkbare documenten
WORKSHOP 1: Anatomie Werkproces: 2.1, 2.6

Handleiding Gesprekstechnieken BBL-CombiCare Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

PROJECTHANDLEIDING BBL PW

Handleiding Kwaliteitszorg BOL, tweede jaar, periode 3

HANDLEIDING Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen BOL MZ, niv.3

Handleiding VTV BBL-CombiCare Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

HANDLEIDING Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen BOL-MZ, niveau 4

WORKSHOP: Plan van Aanpak

WORKSHOP 1: Persoonlijke verzorging PROJECTHANDLEIDING

Handleiding Hulpvraagverduidelijking BOL-MZ

PROJECTHANDLEIDING Oudercontacten. On your site BOL PW, niveau 4

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Handleiding Palliatieve Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

PROJECTHANDLEIDING. Deel 3 Bedrijf onder de loep Het verbeterplan BBL-PW4

OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG

3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep 3.6 Evalueert de geboden ondersteuning

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager

Handleiding Kwaliteitszorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

Beoordelingseenheid B Proeve van Bekwaamheid. Planmatig werken. Crebonummer: 92620

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

PROJECTHANDLEIDING BBL- PW Groeiboek

Inzoomen op de cliënt en zijn omgeving

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Methodisch begeleiden + Coördineren BBL MZ

KD: Maatschappelijke Zorg Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

PROJECTFORMULIER het beste idee BOL Niv.3/4 verdiepingsfase

Specificaties. Medewerker maatschappelijke zorg. Belangrijke levensgebeurtenissen

Workshophandleiding Thematisch werken BBL PW, niveau 4

PROJECTHANDLEIDING BOL- MZ ¾ Doe iets!

BBL MZ Handleiding Observeren en Rapporteren Periode

READER STUDENTENCOACH

READER STUDENTENCOACH EERSTEJAARS

Opdracht Soorten plannen

Colofon. Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur: Marijke Willems. Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf

Opdracht Klachten, en wat nu?

1. Opstellen van een plan van aanpak 2. Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg

Sectorwerkstuk. Theoretische Leerweg. Klas 4 TL/M

Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning. STER opdracht: helpen bij een creatieve activiteit

Werkproces 2.2 Ondersteunt een cliënt/ zorgvrager bij de zelfredzaamheid. Zelfredzaamheid observeren

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

4 soorten relaties Is er een vraag om hulp?

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage.

Goed voorbereid! Je onderzoekt of de twee activiteiten passen binnen het beleid van de instelling.

Handleiding Activiteitenmethodiek Maatschappelijke Zorg Periode 2,

Gehandicaptenzorg, woonbegeleiding, activiteitenbegeleiding, zorgcoördinatie.

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT KD 2012

Inhoud. Werken met de BPV-opdrachten 3 Routeplanner 5 Aftekenlijst 7

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

Praktijk Project Opvoeden doe je zo! Dementie

PROJECTHANDLEIDING BBL- PW Groeiboek

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

BUDDYSYSTEEM INLEIDING. THEMA blijf in verbinding

1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent.

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk BOL Leerjaar 3 Praktijk

Proeve van Bekwaamheid. Terugblikken en vooruitkijken (1) Crebonummer: Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Startbekwaam

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Oefenvragen Management Assistent A - Communicatie

Inhoud. ISBN: Copyright 2013 Edu'Actief b.v. Meppel Eerste druk/eerste oplage

Welzijn-breed (Persoonlijk Begeleider Gehandicaptenzorg BOL)

Blok 3. Gesprekstechnieken, 2 uur

Opleiding Verzorgende IG PROEVE

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner

Praktijk oriëntatie. Maatschappelijke zorg. Niveau 3 + 4

Reflectiegesprekken met kinderen

Feedbackformulier Leerling Praktijktoets 1 Persoonlijke verzorging Casus 4. Mw De Vries

Beroepsopdracht Beroepstaak C Helpende Gevorderd niveau

Welzijn Breed (Onderwijsassistent)

Beroepstaak C Helpende Startbekwaam niveau

Sollicitatiegesprekken volgens de STAR methode

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

PROJECTHANDLEIDING. Maatschappelijke Zorg On Handleiding. your site Begeleidingsmethodieken Periode 3,

Consortium Beroepsonderwijs

Het voeren van ontwikkelingsgerichte begeleidings- en beoordelingsgesprekken GWOO

3 Hoogbegaafdheid op school

PRAKTIJKOPDRACHT 1 DOelgroepanalyse

Opdracht Communicatieve vaardigheden (COVA) module 10. Studentnummer:

Ondersteunen bij huishouden en wonen

U leert in deze les "om raad vragen". Als u niet weet wat u moet doen, kunt u iemand om raad vragen. U vraagt of iemand u kan helpen met advies.

Opdracht Rapporteren goed en vlot

Opleiding Verzorgende IG PROEVE

1.Inleiding: De Plug & Play Business Formule

Ontwikkelplan trainee 1

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

EXAMENPLAN CGO 2012 DELTION COLLEGE

Medewerker interne dienst. Persoonlijke effectiviteit: 2. Accuratesse

Welzijn-Breed (Persoonlijk Begeleider Specifieke Doelgroepen) BOL

Respectvol reageren op gevoelens

Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl.

Transcriptie:

Workshops en Praktijkopdrachten Periode 1 Schooljaar 2015-2016 Opleiding: Maatschappelijke Zorg Groep: HWEMZO3V, niveau 4 Workshop 1: Ouderenzorg Werkproces: 1.1, 1.2, 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.6, 3.1, 3.6 Met een diploma Maatschappelijke Zorg kun je ook in de Ouderenzorg gaan werken. Door de enorme vergrijzing komen er de komende jaren steeds meer banen beschikbaar. Als we spreken over de doelgroep Ouderen, kunnen dat mensen zijn die voor hun leeftijd normaal functioneren, maar niet meer helemaal zelfstandig kunnen wonen vanwege lichamelijke klachten. Het kan ook gaan over ouderen die ziek zijn of een psychiatrische aandoening hebben. In de zorg voor mensen met een handicapt worden cliënten steeds ouder, ook daar kan sprake zijn van speciale ouderenzorg en komen bovengenoemde problemen veelvuldig voor. Er verandert de laatste jaren veel in de zorg voor ouderen. Men komt steeds meer te weten over veel voorkomende ziekten, en ook de huisvesting van ouderen verandert. Steeds meer mensen gaan in kleinschalige woonvoorzieningen wonen, waar ze hun eigen leefwijze zo lang mogelijk vol kunnen houden. Dat is heel mooi, maar door de bezuinigingen lijkt deze ontwikkeling weer teruggedraaid te moeten worden. Competenties en Werkprocessen: met de kennis die je verkrijgt in deze workshop schep je voorwaarden om te kunnen voldoen aan de Competenties D, C, K, M, N, en R zoals verwacht voor het goed kunnen begeleiden van de oudere cliënt. Deze competenties zijn beschreven in de voortgangsrapportages voor MMZ, Persoonlijk Begeleider Specifieke Doelgroepen en Persoonlijk Begeleider Gehandicaptenzorg. Inhoud: Lichamelijke veranderingen Psychische veranderingen Sociale veranderingen Mogelijke problemen, zoals bijv. Depressie en Dementie Mogelijke somatische problemen Terminale zorg Hulpverlening aan ouderen Resultaat: Je bent bekend met de inhoud van de levensfase van ouderen. Je kent de meest voorkomende somatische problemen van ouderen. Je kent de meest voorkomende psychische problemen van ouderen. Je weet wat terminale zorg inhoudt. Je bent op de hoogte van de maatschappelijke veranderingen die van invloed zijn op de zorg aan ouderen. 1

Literatuur: Uitgeverij Angerenstein: Client & Omgeving; Thema 18.5, 18.6, 18.7 en Tips en Thema 19 Uitgeverij Angerenstein: Gehandicaptenzorg; Thema 6, 11 en 12 Uitgeverij Angerenstein: Specifieke doelgroepen: Thema 10 en 12. Toets: Je sluit de workshop af met een kennistoets in de week van 12 t/m 16 okt. NB: Niv. 4 heeft een zwaardere beoordeling dan niv. 3 over dezelfde stof. Duur: ± 7 x 1 ½ uur lessen. WORKSHOP 2: Anatomie Werkproces: 2.1, 2.6 In je werk zal je mogelijk soms, in meer of minder mate, een aantal verpleegtechnische handelingen uit moeten voeren. Waarschijnlijk hebben jullie met een aantal van deze handelingen al ervaring op gedaan, bijvoorbeeld met het uitdelen van medicijnen of het verzorgen van wonden. Om verpleegtechnische handelingen op een verantwoorde manier uit te kunnen voeren, is het belangrijk dat je weet hoe het lichaam in elkaar zit. Deze workshop vormt de basis voor het onderdeel Verpleegtechnische handelingen dat in periode 3 wordt aangeboden. Anatomie wordt aan het eind afgesloten met een schriftelijke kennistoets. Je dient de toets met een voldoende af te ronden. Inhoud: Anatomie van het lichaam. Resultaat: Je bent in staat de kennistoets Anatomie met een voldoende af te sluiten. Duur: ± 7 x 1 ½ uur lessen. Toets: in de week van 12 t/m 17 oktober. 2

WORKSHOP 4: Gesprekstechnieken Werkproces: 1.1 Gesprekken voeren is een belangrijk onderdeel van het examen. De bedoeling is dat je gesprekken kunt voeren met cliënten, met belangrijke personen uit het sociale netwerk van de cliënten en met collega's. Met 'gesprekken voeren' worden geen gezellige gespreken over de weersverwachtingen bedoeld. De gesprekken waar op gedoeld wordt zijn gesprekken om de hulpvraag van de cliënt te achterhalen. Dat lijkt misschien gemakkelijk, maar dat is het niet altijd. In deze workshop leer je hoe je gesprekstechnieken kunt hanteren om de hulpvraag van de cliënt vast te kunnen stellen. Vaak zal het zo zijn dat je verschillende gesprekjes voert tijdens de dagelijkse activiteiten die je met een cliënt doet. Gewoon tijdens het koffiedrinken, tijdens het eten, of tijdens een wandeling. Tijdens dit soort terloopse gesprekjes kun je veel te weten komen over de verschillende hulpvragen. Je hoeft dus niet per se apart met de cliënt te gaan zitten en een officieel gesprek inplannen. Dat kan voor sommige cliënten juist veel spanning oproepen. Je kijkt dus allereerst goed naar de cliënt en bedenkt wat er voor nodig is om de hulpvraag te achterhalen. Met sommige cliënten kun je helemaal geen gesprekken voeren omdat ze niet in staat zijn te praten. Als je niet via een gesprek te weten kunt komen hoe de cliënt de zorg en ondersteuning ervaart, kun je daar toch iets over te weten komen door de cliënt goed te observeren. Er wordt dan wel van jou verwacht dat je de signalen die de cliënt afgeeft goed kunt interpreteren. In zo'n geval beschrijf je op basis van je observaties waaruit blijkt dat de cliënt iets als wel/niet prettig ervaart. Aan de hand van een casus voer je tijdens de les een gesprek met iemand die een cliënt speelt, of met iemand die een verzorger/ouder/verantwoordelijke van de cliënt speelt. Tijdens dit gesprek toon je aan dat je je gespreksvaardigheden beheerst. Het gesprek wordt gevoerd in tweetallen en duurt ongeveer 5 minuten. Het gesprek wordt geobserveerd en beoordeeld door de medestudenten en door de docent. De beoordelingscriteria van het gesprek staan op pagina 5 en 6.. Inhoud: Gesprekstechnieken: Open vragen stellen, aandachtig luisteren, actief luisteren, samenvatten, doorvragen, gericht informatie verzamelen, conclusies trekken Non-verbale communicatie Prestatie: Drie gespreksverslagen, drie beoordelingsformulieren (pagina 5, 6 en 9) van je praktijkopdracht. Literatuur: De docent geeft literatuur op. Duur: 7 x 1 ½ uur 3

Praktijkopdracht Gesprekstechnieken Je gaat 1. één of meerdere gesprekken met de cliënt voeren met als doel de hulpvraag van de cliënt te inventariseren 2. één of meerdere gesprekken met collega s voeren met als doel de hulpvraag van de cliënt te inventariseren 3. één of meerdere gesprekken voeren met iemand uit het sociale systeem van de cliënt met als doel de hulpvraag van de cliënt te inventariseren Indien het niet mogelijk is een (verbaal) gesprek te voeren met de cliënt ga je door middel van observaties van mimiek en lichaamstaal en andere vormen van non-verbale communicatie informatie achterhalen over de hulpvraag van de cliënt. Van deze drie gesprekken schrijf je een gespreksverslag. In elk gespreksverslag laat je de volgende punten terug komen: Doel van het gesprek Tijd en duur van het gesprek Motivatie gesprekspartner; waarom heb je voor deze gesprekspartner gekozen? De aanwezigen bij het gesprek Keuze en opstelling van de gespreksruimte Voorbereiding. Hoe heb je dit gesprek voorbereid? Hoe heb je degene waar je een gesprek mee voert benaderd? Hoe heeft deze persoon op jouw verzoek om een gesprek gereageerd? Welke verschillende gespreksonderwerpen komen er aan de orde? Wat voor een soort gesprek is het? Is het een probleemoplossend gesprek, een informatief gesprek, vraag je alleen iemand zijn mening of moeten er ook besluiten worden genomen? Welke vragen heb je gesteld? Welke hulpmiddelen (plaatjes, picto's, foto's) heb je bij dit gesprek gebruikt? Wat waren de antwoorden? Hoe verliep het gesprek? Wanneer heb je: doorgevraagd, samengevat, gespiegeld Wat zijn gemaakte afspraken en/of conclusies? Beschrijf wat volgens jou de hulpvraag is/hulpvragen zijn. De gespreksverslagen voeg je toe aan je verzamelmap. Het de bedoeling dat jouw praktijkbeoordelaar in ieder geval aanwezig is bij de gesprekken, zodat deze beoordeeld kunnen worden aan de hand van de beoordelingslijsten. Per gevoerd gesprek vult de praktijkbegeleid(st)er het bijbehorend beoordelingsformulier in (op pagina 5, 6 en 9) en ondertekent deze. 4

Beoordelingsformulier gesprekstechnieken voor praktijkbegeleid(st)er: Het is duidelijk dat het doel van het gesprek is om de hulpvraag vast te kunnen stellen. : O V G De student luistert aandachtig naar de gesprekpartner. Aan welk gedrag merkt u dat? De student gebruikt gesprekstechnieken die passen bij de mogelijkheden en beperkingen van de gesprekspartner. Waren de vragen zinvol en duidelijk voor de gesprekspartner? Zo niet, waarom niet? De gesprekspartner krijgt alle ruimte zijn/haar mogelijkheden en wensen kenbaar te maken. Hoe merkt u dat? De student vat het gesprek samen. Wanneer? Hoe vaak? Past het bij de mogelijkheden en beperkingen van de gesprekspartner om het gesprek samen te vatten? 5

De student laat merken dat hij/zij non-verbale signalen van de gesprekspartner goed interpreteert. : De gespreksruimte past bij de gesprekspartner en de situatie? Zo niet, waarom niet? Aan het eind van het gesprek zijn afspraken gemaakt of vervolgacties besproken met de gesprekspartner. Was dit passend bij de gesprekspartner en de situatie? Heeft de student het gesprek goed afgerond? Was dit passend bij de gesprekspartner en de situatie? Zo niet, waarom niet? Naam student: Naam praktijkbegeleid(st)er: Handtekening praktijkbegeleid(st)er: 6

Beoordelingsformulier gesprekstechnieken voor docent O V G Het is duidelijk dat het doel van het gesprek is om de hulpvraag vast te kunnen stellen. : De student luistert aandachtig naar de gesprekpartner. Aan welk gedrag merkt u dat? De student gebruikt gesprekstechnieken die passen bij de mogelijkheden en beperkingen van de gesprekspartner. Waren de vragen zinvol en duidelijk voor de gesprekspartner? Zo niet, waarom niet? De gesprekspartner krijgt alle ruimte zijn/haar mogelijkheden en wensen kenbaar te maken. Hoe merkt u dat? De student vat het gesprek samen. Wanneer? Hoe vaak? Past het bij de mogelijkheden en beperkingen van de gesprekspartner om het gesprek samen te vatten? 7

De student laat merken dat hij/zij non-verbale signalen van de gesprekspartner goed interpreteert. : De gespreksruimte past bij de gesprekspartner en de situatie? Zo niet, waarom niet? Aan het eind van het gesprek zijn afspraken gemaakt of vervolgacties besproken met de gesprekspartner. Was dit passend bij de gesprekspartner en de situatie? Heeft de student het gesprek goed afgerond? Was dit passend bij de gesprekspartner en de situatie? Zo niet, waarom niet? Naam student: Naam docent: Handtekening docent: 8

Beoordelingsformulier Praktijkopdracht Gesprekstechnieken en Observeren Periode 1, Maatschappelijke Zorg Naam: Klas: Datum: Naam en handtekening praktijkbegeleid(st)er: Competentie Beoordelingscriteria Product O/V 1.1 Inventariseert de hulpvragen van de cliënt Aandacht en begrip tonen Onderzoeken Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Je toont belangstelling voor, toont betrokkenheid bij, luistert actief, vraagt door bij de cliënt (en het cliëntsysteem). Ze geven je de informatie die je nodig hebt en voelen zich door jou begrepen. Je gebruikt verschillende bronnen om informatie te verzamelen. Je krijgt zo een volledig beeld van de situatie en wensen van de cliënt Je gaat op professionele wijze in gesprek met de cliënt (en het cliëntsysteem). Je toont interesse in de cliënt. Je vraagt door, zodat je informatie krijgt over de mogelijkheden, wensen en verwachtingen van de betrokkenen. 3.4 Evalueert de geboden ondersteuning Aandacht en begrip tonen Je signaleert of de cliënt en andere betrokkenen tevreden zijn over de geboden zorg en begeleiding. Je zorgt er voor dat je deze informatie inbrengt bij je praktijkbegeleid(st)er tijdens de evaluatie van de gesprekken Analyseren Je haalt uit alle gegevens die je verzamelt (gesprekken, observaties) de belangrijkste informatie. Je concludeert op basis hiervan of de geboden opvang en begeleiding voldoen. Ook concludeer je of er voldoende voortgang is. Je komt zonodig met haalbare oplossingen. Je vertelt dit aan je praktijkbegeleid(st)er tijdens de evaluatie van de gesprekken. Gespreksverslagen Observatieverslagen Gespreksverslagen Gespreksverslagen 9

EVALUATIEFORMULIER BOL MZ Periode 1 Naam: Klas: Loopbaanbegeleider: Zet een kruisje in het vakje dat het best aansluit bij je mening 5: helemaal mee eens 4: mee eens 3: gedeeltelijk mee eens 2: gedeeltelijk mee oneens 1: geheel mee oneens Prestatie De lessen hebben mij goed voorbereid op het maken van de opdrachten en de toets. De had genoeg tijd om mijn opdrachten zelfstandig te maken. Ik begreep al snel wat er van me verwacht werd tijdens de lessen Het kunnen maken van deze opdrachten vind ik nuttig voor mijn werkzaamheden in de praktijk. Workshops De workshop Observeren was leerzaam De workshop Gesprekstechnieken was leerzaam De workshop Ouderenzorg was leerzaam De workshop Aantomie was leerzaam Ik vond de meeste workshops leuk De periode handleiding is duidelijk geschreven Rooster De roosters deze periode waren in orde Er was geen of weinig lesuitval Praktijkopdrachten De praktijkopdrachten vond ik zinvol voor mijn werk 1 2 3 4 5 Tips en opmerkingen a.u.b. op achterzijde 10

11