MODEL VAN GROEPSDYNAMICA



Vergelijkbare documenten
B. Doelen De voorwaarden voor het therapeutisch functioneren van de groep zijn gerealiseerd

Lemniscaat Kompas. 1 Vijf aspecten van communicatie geïntegreerd

17 oktober 2016 door: Laura van den Ouden

I N T R O D U C T I E : W E R K E N M E T G R O E P E N

GEZONDE CONFLICTEN EEN UITDAGING IN TEAMONTWIKKELING

Een goed begin is het halve werk!

Namens Energy-motion: welkom! Groepsdynamica en authenticiteit: Symposium op 12 oktober Jan Remmerswaal en Wim Goossens

Onderwijsavond: Groepsdynamiek! Een sterke start van het schooljaar.

Management. Hoofdstuk. Groepen en teams

1. Peter Petersen. De effectieve groepsleid(st)er. 1.1.Opvoeding is het leren zelf

Studiedag Groepsmaatschappelijk werk. NVMW INLEIDING IN GMW Wim Goossens

De Methode in de Groep: hoe doe je dat?

Inhoud Pesten op de (voetbal)club... 3 De trainer... 3 De verenigen... 3 Wat is pesten?... 3 Het SOVA-model... 3 Het SOVA-model... 4 Eerste fase...

teambuilding op hoofdlijnen

Pesten. KSK Tongeren Op het Klein Veldje 1, B-3700 Tongeren Tel.: 012/

De kunst jezelf en anderen te leiden

Proefles Business Assistant - Secretary Management Institute - Dania van Damme

DAS conferentie 23 maart 2017

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

In deze brochure beschrijven we wat video-hometraining inhoudt en welke gezinnen hiervoor in aanmerking komen.

Inhoudsopgave. Leeswijzer 11

GROEPSDYNAMICA STUDIEHANDLEIDING

Welkom bij de training WEERSTAND! We leven bij wat we geloven, niet bij wat we zien!

De kunst jezelf en anderen te leiden

GROEIEN IN GROEP. Aanbod groepstherapie: Koningin Astridlaan Kessel-Lo.

Overtuigend en Ontspannen Presenteren

1. Doel en werkwijze intervisie

Doelstelling: Het zich bewust worden van factoren, die van invloed zijn op de loopbaan.

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Vversterkconferentie 20 november 2012

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Roos van Leary. Steven Jonathan Geluk. Studentnummer: Projectleider techniek - Associate Degree Datum: S.J.G

GBS 'Alt-Hoeselt' schoolwerkplan deel 3 : pedagogisch - didactische aspecten 1

Assertiviteitstest: kom jij op voor jezelf?

Evaluatie Weerbaarheidtraining voor volwassenen Koekkoek & Co

Compassie leven. 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie. PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman

Persoonlijk Actieplan voor Ontwikkeling

Schema: Onderwerpen betreffende functioneren van de coalitie

Het opzetten en inrichten van een intervisie-sessie

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Zicht op de kracht van je groep

Leidraad Consult over: Teamontwikkeling. Leidraad Consult, Leon Broere 1

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Opleiding Leidinggeven

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING. Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011

Systemisch werken voor onderwijsprofessionals

Geheugenkliniek: Behandeling

VRAGENLIJST LERENDE ORGANISATIE (op basis van Nelson & Burns) 1

Vreedzame VERBETER DE WERELD, BEGIN BIJ DE OPVOEDING... Hart, handen en voeten voor de BSO als democratische oefenplaats

Werken in Teamverband Vragen voor een groepsgesprek

Wat voor team willen wij zijn? Bureau Wilma Brinkman

Traject Welzijn; Communicatie MZ. Inhoudsopgave (concept)

Reflectiegesprekken met kinderen

Probleemgedrag begrijpen en preventief aanpakken

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Vragenlijst loopbaanankers

Conflict resolution. Het TRIP-model

Junior team. Senior team. Teamontwikkeling

Plattelandsontwikkeling met Leader

Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen

Medestudenten/collega s: Docenten/praktijkbegeleiders:

Begeleiden van groepen: een procesmatige benadering

Dit PESTPROTOCOL heeft als doel:

Ontwikkeling. 1 Sari van Poelje, Esther de Kleer, Peter van de Berg, Leren voor Leiderschap, een nieuwe kijk op Management

Interventie Reflectie

De kunst jezelf en anderen te leiden

Leiderschap in Contact

Systeemvisie op Organisatie en Management

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Is iemand in jouw omgeving verslaafd?

Overtuigend en Ontspannen Presenteren

1. Mobiliteitscoach, van idee tot project: Inleiding

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap

Vrijwilligersbeleidsplan

Traject Welzijn; Communicatie PW. Inhoudsopgave (concept)

Constructief beïnvloeden

PEPER&ZOUT SINT-JANSSCHOOL KNOKKE-HEIST. P.A.Plan

Het GROW-model. Deze onderdelen worden hieronder toegelicht. Per onderdeel worden er voorbeeldvragen aangegeven.

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Advies en steun voor uw kind en uzelf

Open training Constructief Beïnvloeden

Blijvend belang training, 49 respondenten

Overtuigend en Ontspannen Presenteren

Gebruik het onderstaande formulier om feedback te geven bij een presentatie van een medeleerling. Feedback van (naam)

AANPAK STAP 7: Acties Aan de slag!

Pestprotocol SBO De Lings

Klanttevredenheidsonderzoek. Ouders

Intervisie Wat is het? Wanneer kun je het gebruiken?

INTERNATIONALE ACADEMIE VAN ERVARINGSONDERWIJS No LLP LT-GRUNDTVIG-GMP

TEAMONTWIKKELING. Ludens Talentontwikkeling Straatweg 19a 3603 CV Maarssen

Woongroep Elysion Eindhoven

Transactionele Analyse. Transactionele analyse Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE


Pestprotocol OBS IJsselhof

Uitgangspunten en achtergronden van de training Ruimte voor jezelf & Ruimte voor de ander. IB- Netwerk regio Midden - 18 mei 2016

Transcriptie:

Een model van groepsdynamica Pieter Aerts en Johan Hovelynck Inhoudsopgave MODEL VAN GROEPSDYNAMICA 2 INLEIDING 2 HET MODEL 3 DE FASEN VAN GROEPSONTWIKKELING 4 INCLUSIE 4 INVLOED 4 INTIMITEIT 5 DE GROEPSSTRUCTUUR EN DE RELATIE TOT DE LEIDER 5 DE STRUCTUUR 5 RELATIE TOT DE LEIDER 6 DE 3 P S 8 DE FOCUS OF HET ONDERWERP 8 DE FOCUS OF HET ONDERWERP 9 DOELEN EN TECHNIEKEN 9 STRUCTUUR EN ROLLEN 9 GEDRAG EN GEVOELENS 9

Model van groepsdynamica (uitgeschreven door Pieter Aerts) Inleiding Omtrent groepsdynamica zijn er bijna evenveel modellen beschikbaar als er auteurs zijn die over het onderwerp publiceren. De modellen die door de verschillende auteurs gepresenteerd worden zijn verbonden met de achtergrond van waaruit de auteur naar groepen kijkt of met groepen werkt. Gemeenschappelijk is dat de modellen verschillende fasen in de groepsontwikkeling onderscheiden. Die fasen worden gekenmerkt door hoe de leden van een groep zich verhouden tot elkaar en tot de formele en/of informele leider(s). Het model van groepsontwikkeling dat in deze bijdrage zal gepresenteerd worden, is bedoeld voor trainers, opleiders, begeleiders, animatoren,, kortom voor mensen die (semi-)professioneel met groepen werken. Door inzicht te verwerven in hoe een groep zich ontwikkeld en door voeling te hebben met hetgeen waarop de leden van de groep zich focussen kan de begeleider of trainer zich gepast opstellen en activiteiten aanbieden die door de groep aangepakt kunnen worden en die de leden van de groep in staat stellen te leren. Verder geeft dit inzicht aan welke verwachtingen een groepsbegeleider kan hebben met betrekking tot de bespreking van de uitgevoerde activiteiten. Zoals uit het model zal blijken zal de diepgang van de groepsgesprekken verschillen naar gelang de fase waarin de groep zich bevindt. Vooraan in de tekst wordt het model van groepsdynamica waarvoor werd gekozen, schematisch voorgesteld. Dit schema wordt in de tekst kort toegelicht. In de eerste plaats wordt ingegaan op drie thema s die in groepsontwikkeling spelen. Men zou dit ook de fasen van de groepsontwikkeling kunnen noemen. Vervolgens wordt aandacht besteed aan hoe de structuur van de groep evolueert doorheen de drie thema s en hoe de leden van de groep zich doorheen die fasen verhouden tot de begeleider of trainer. In een derde paragraaf wordt stilgestaan bij het 3 P model dat in het groepsdynamische model is geïntegreerd. Tenslotte gaat de aandacht naar de focus waarop de groep zich in de verschillende fasen van de groepsontwikkeling zal richten. Deze tekst bevindt zich in de ontwerp fase en is derhalve een eerste poging van mezelf om het model bevattelijk te beschrijven en hanteerbaar te maken. Dit betekent dat ik op dit ogenblik nog geen volledigheid nastreef. Verder dien ik ook op te merken dat een aantal bronvermeldingen ontbreken omdat ik er op dit ogenblik nog niet over beschik. Ik wil in dit verband wel aangeven dat dit model deels ontwikkeld werd door Johan Hovelynck (assistent aan de KU Leuven, organisatiepsychologie) en dat het binnen Outward Bound België als referentiekader dienst doet. Pieter Aerts Blz. 2/9

Het model Hovelynck, 2000, 247-249 Blz. 3/9

De fasen van groepsontwikkeling Inclusie Net als bij Schutz (1958) begint de groepsontwikkeling bij de fase van de inclusie. Het thema dat in die fase op de voorgrond staat is binnen of buiten. Hierbij zijn voor de leden vragen aan de orde als (Remmerswaal, 1996) Wat zijn de voorwaarden voor het lidmaatschap? Hoeveel energie en inzet zal het lidmaatschap vragen? Kan ik in deze groep mezelf zijn en blijven? Welk gedrag is binnen deze groep acceptabel en welke grenzen stelt de groep hieraan? Hoor ik erbij of hoor ik er niet bij, en zo ja onder welke condities? Zoals Remmerswaal (1996) stelt, wordt deze fase afgesloten wanneer ieder weet waar hij aan toe is en ieder zijn plaats gevonden heeft in een structuur die gericht is op de vervulling van de toekomstige groepsactiviteiten. Hierop kom ik in de volgende paragraaf terug. Remmerswaal (1996) gaat er hier van uit dat er tussen de leden op het einde van deze fase een voorlopig klimaat heerst van vertrouwen en acceptatie. Belangrijk is hier het voorlopige karakter van dat klimaat te benadrukken. Dit wordt duidelijk als in de laatste paragraaf aandacht wordt gegeven aan de onderwerpen die per fase door de groepsleden (kunnen) worden aangesneden. Invloed In deze fase gaat het erom hoe de machtsverhoudingen tussen de leden onderling en tussen de leden en de begeleider of trainer anderzijds gestalte krijgen. Deze fase noemt Schutz (1958) de controlefase. De deelnemers zelf willen in deze fase meer greep krijgen op wat er in de groep gebeurd en willen duidelijkheid verkrijgen omtrent de positie die ze als individu in de groep (kunnen) innemen. Vragen rond het er al dan niet bij horen worden vervangen door vragen rond macht, gezag en verantwoordelijkheid. Ieder groepslid probeert in deze fase een zo comfortabel mogelijke positie te bezetten. [ ] Het is een periode, waarin de groep ofwel desintegreert, ofwel cohesiever wordt. Het is een keerpunt in de groepsontwikkeling. Wanneer de machtsfase vermeden, ontkend of verwaarloosd wordt, kan de groepsontwikkeling sterk vertraagd raken (Remmerswaal, 1996, p.99). Blz. 4/9

Intimiteit Deze fase wordt door Schutz (1958) de affectiefase genoemd. Tijdens deze fase draait het om vragen over cohesie, vertrouwelijkheid en nabijheid. In ruimtelijke termen uitgedrukt gaat het hiebij om thema s van dichtbij of veraf. Kenmerkend voor deze fase zijn uitingen van positieve gevoelens, van cohesie, van affectie en intimiteit, en soms van het tegendeel: persoonlijke vijandigheid en jaloezie (Remmerswaal, 1996, p. 100). In de paragraaf over de focus waarop de groep zich richt kom ik hierop nog terug. Remmerswaal (1996) onderscheid nog een volgende fase die hij de fase van de autonome groep noemt. Vermits het hier in deze tekst gaat over groepen die onder leiding van een externe begeleider of trainer staan wordt deze fase niet in het model opgenomen. De groep zoals we die hier benaderen gaat namelijk meestal niet tot aan deze fase, maar wordt ervoor reeds ontbonden, omdat het trainingsprogramma afloopt. Wel zal er reeds een toename van de zelfstandigheid van de groep te merken zijn in de voorgaande fase(n) zoals ondermeer blijkt uit de relatie tussen de begeleider/trainer en de leden. Hier dient ook opgemerkt te worden dat het zeer denkbaar is dat een groep zelfs niet de fase van de intimiteit bereikt, en dit om de reeds genoemde reden. De groepsstructuur en de relatie tot de leider De structuur Tijdens de inclusiefase is er nauwelijks sprake van enige structuur. De groep is tijdens die fase eerder een verzameling van losse individuen die elk met eigen verlangens, verwachtingen, motieven,enzovoorts tot de groep willen toetreden. Vanuit die losse individuen ontstaan er duo s of trio s die zich in mindere of meerdere mate onderscheiden van elkaar. Er is sprake van coalitievorming op basis van een aantal gemeenschappelijke kenmerken, die men bij elkaar opmerkt. Deze coalitievorming kan, naast het creëren van meer veiligheid, bijzonder nuttig zijn tijdens de invloedsfase tijdens de welke de structuur gekenmerkt wordt door conflicterende subgroepen die samengesteld zijn uit die duo, trio s of zelfs samensmeltingen ervan. Zoals eerder aangegeven gaat het tijdens de invloedsfase om de machtsverhoudingen tussen en de positie van de groepsleden. Hierin kan de subgroepvorming bijdragen. Mogelijk is dat de subgroepen zich vormen rond verschillende informele leiders of dat men een subgroep ziet ontstaan bestaande uit topdogs en een groep bestaande uit underdogs. Andere constellaties zijn uiteraard ook mogelijk. Blz. 5/9

Naarmate de groepsontwikkeling vordert, ontstaat er uitwisseling tussen de verschillende subgroepen en komt de groep dichter bij de fase van de intimiteit. Tijdens deze fase wordt de structuur van de groep omgevormd tot een hecht netwerk. Dit hecht netwerk draagt in zich het potentieel om als groep door te groeien tot een autonome groep. Relatie tot de leider In de inclusiefase is de afhankelijkheid van de leider (het gaat hier om de begeleider of de trainer) groot. De individuen die in de groep stappen zijn voornamelijk bezig met zich te oriënteren (zie hoger) en hebben nood aan een aantal zekerheden. Deze moeten door de leider aangebracht worden. Dit is nodig om de deelnemers een voldoende mate aan veiligheid te bieden zodat zij inderdaad bij machte te zijn antwoorden te formuleren op de vragen die hen in de inclusiefase bezig houden. De leider zal dus met andere woorden in belangrijke mate een sfeer moeten creëren waarin de individuen samen een groep kunnen vormen die opschuift naar de volgende fase. Tijdens die volgende fase, de fase van de invloed, ziet men tegenafhankelijkheid ontstaan. Vermits het in deze fase niet enkel draait om machtsverhoudingen tussen de leden onderling, maar ook om de machtsverhoudingen tussen de leden en de begeleider of trainer, zal de positie, de invloed, de macht van deze laatste door een aantal leden min of meer openlijk in twijfel of in vraag getrokken worden. Tegelijkertijd blijven die leden echter afhankelijk van de leider voor het voortbestaan van de groep en voor het bereiken van het gestelde doel. De verschijningsvorm van de tegenafhankelijkheid kan zeer verschillend zijn maar wordt misschien wel vooral gekenmerkt door het stellen van waarom vragen en het weigeren van in een activiteit die door de trainer wordt aangeboden te stappen. Een eerste element in het omgaan met de tegenafhankelijkheid is zeker het herkennen ervan. Verder is het ook nodig het betreffende groepslid in zijn waarde te laten en die persoon zeker niet onderuit te halen ten aanzien van de andere groepsleden door met hem of haar in het gevecht te gaan. Andere deelnemers tegen hem of haar uitspelen lijkt mij ook niet echt zinvol, wat niet wil zeggen dat men de groep als geheel niet in het gesprek zou mogen betrekken. In extreme situaties kan het wel nodig zijn jouw gezag als trainer/begeleider te laten gelden. Een belangrijke invalspoort is het bespreekbaar stellen van structuur en rollen die in die fase van groepsontwikkeling aan de orde zijn. Hierop wordt later teruggekomen. Blz. 6/9

In de fase van de intimiteit wordt de relatie tussen de leider en de deelnemers gekenmerkt door interafhankelijkheid. De deelnemers zijn niet langer alleen afhankelijk van de trainer/begeleider, maar omgekeerd wordt de leider ook afhankelijk van de deelnemers om de doelen van de training of cursus te kunnen realiseren. Een groep die zich in deze fase bevindt zal duidelijk mee verantwoordelijkheid opnemen voor het verdere verloop van het programma en voor de inhoud ervan. Deelnemers gaan in deze fase ook bewuster kiezen voor en/of experimenteren met gedrag. Vanaf nu kan de leider zich meer op de achtergrond plaatsen en zijn rol voor een belangrijk stuk beperken tot het begeleiden van de processen die zich in de groep afspelen. Blz. 7/9

De 3 P s Product Resultaat Techniek De groep Procedure Personen/Proces Structuur Rollen Emotie Gedrag Kort samengevat stelt dit model dat een groep tijdens het bezig zijn aan een opdracht of activiteit de aandacht moet verdelen over drie grote elementen, namelijk: het product, de procedure en de personen of het proces. Het product omvat uiteraard het te bereiken resultaat en de daartoe gebruikte techniek(en). Het werken aan een product doet de groep volgens een bepaalde procedure die opgebouwd is uit een bepaalde structuur en de bijbehorende rollen die de deelnemers al dan niet opnemen. Een en ander verloopt volgens een bepaald proces dat bestaat uit de moties en gedragingen van mensen. Blz. 8/9

De focus of het onderwerp Doorheen de ontwikkeling van de groep zullen de leden hun aandacht en hun gesprekverschillend richten. Naarmate de groepsontwikkeling vordert in de richting van de intimiteitfase, zal de diepgang van de interactie tussen de groepsleden kunnen toenemen. Doelen en technieken Tijdens de fase van de inclusie zal de groep voornamelijk georiënteerd zijn op het product en derhalve zal het gesprek voornamelijk gevoerd worden over de te bereiken doelen of het resultaat en over de te hanteren of de gehanteerde technieken. Het niveau van veiligheid dat aanwezig is tijdens deze fase laat niet toe diepgaandere besprekingen te voeren in de groep. Structuur en rollen Typisch voor de fase van de invloed is dat de groep zich focust op de structuur en de rollen van de groep. De diepgang van de gesprekken is dus reeds toegenomen en laat reeds ruimte zoals eerder werd aangegeven voor het aanwezig zijn van conflicten. Dit betekent nog niet dat de conflicten op een efficiënte en constructieve manier doorgewerkt zullen worden. Hiertoe moet de groep weerom de nodige veiligheid ervaren en de nodige maturiteit hebben opgebouwd. Gedrag en gevoelens Tijdens de fase van de intimiteit heeft de groep een dergelijk niveau van veiligheid bereikt dat het mogelijk wordt om over concreet gedrag van mensen te praten. Bovendien zullen in die fase ook emoties hun plaats krijgen en bespreekbaar worden. De interacties bereiken in deze fase echte diepgang omdat de veiligheid voldoende gewaarborgd is, niet enkel door het toedoen van de trainer/begeleider, maar tevens door de deelnemers zelf. Blz. 9/9