Auteurs: De Kam, e.a. isbn: 978-90-01-80247-9. Vragen en opdrachten. Vragen en opdrachten bij Overheidsfinanciën 1



Vergelijkbare documenten
HOEVEEL KEREN WIJ UIT? 5.1 Keren we altijd alles uit? WANNEER KEREN WIJ NIET UIT? WAT DOEN WIJ BIJ FRAUDE? 9.1 Wat zijn de gevolgen van fraude?

Hoofdstuk 8 Beslissen onder risico en onzekerheid

Inhoudsopgave. Voorwaarden Hypotheek SpaarVerzekering Model Delta Lloyd Levensverzekering NV. 1 Wat bedoelen wij met? 3

V2.1 Eerlijk verdeeld?

REGLEMENT BETREFFENDE DE SPAARLOONREGELING

Verschil zal er zijn mvbo bovenbouw WERKBLAD

De formule van het opslagpercentage voor alle producten luidt:

Verschil zal er zijn hv bovenbouw WERKBLAD

Uitvoeringsregeling Dienstreizen Wageningen UR

WET BIBOB MODEL 3 Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur

Internetopgaven hoofdstuk 8

Buitenlandse rechtsvorm/-persoon Land Rechtsvorm

1 De onderneming in de wereldeconomie

Het Museumregister. Museumregistratie anno 2012

Economie. vragen. Donderdag 18 mei uur

Omschrijving beleidsruimte. Bepaling richtlijn

8 Kostenverbijzondering (I)

Bijlage agendapunt 7: Inhoudelijke planning overlegtafels 2015

Riante bouwkavel met ruime bebouwingsmogelijkheden

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-II

Praktische Opdracht Lineair Programmeren V5

Werkblad TI-83: Over de hoofdstelling van de integraalrekening

Opdrachten bij hoofdstuk 2

Hoofdstuk 9 Investeringsbeslissingen

Rapportage Enquête ondergrondse afvalinzameling Zaltbommel

1a Een hoeveelheid stof kan maar op één manier veranderen. Hoe?

INTERVIEWEN 1 SITUATIE

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2016-I

WERKBLAD. weblink: vmbob. Let op: volg de aanwijzingen in het lesmateriaal bij het beantwoorden van de vragen!

Profijt van de gemeentelijke overheid

Van welke diensten van AWHoreca Adviesgroep B.V. maakt u gebruik? U kunt op één of meerdere manieren in contact staan met AWHoreca Adviesgroep B.V.

SVM~nivo MAKELAARDIJLEER.

Een CVA (beroerte) kan uw leven drastisch veranderen! 2009 Een uitgave van de Nederlandse CVA-vereniging

Docentenhandleiding. Leerlingenmateriaal DELFSTOFFEN IN NEDERLAND. Niveau. Inhoud. Opdracht 2. Inleiding. Opdracht 3. Opdracht 1

4 De regio s in de wereldeconomie

Privacyverklaring Irene van Aken Makelaardij

Route F - Desert. kangoeroerat

Praktijkcursus Gezondheidszorg Cursuscoördinator Dr. M.B.M. Soethout / Drs. W. Hopmans Oefentoets met 55 MC en stellingen MET antwoorden

PROCEDURE SCHADEMELDING - VASTGOED -

Moderne wiskunde: berekenen zwaartepunt vwo B

Wat is goed voor een mooie, gezonde huid? Kruis de goede antwoorden aan. weinig slaap. buitenlucht goede voeding. ontspanning veel fruit eten

Privacyverklaring Begijn Bedrijfsmakelaardij en Taxaties

VWO-katern Globalisering - hoofdstuk 1 De economische kijk

Getallenverzamelingen

De noodzakelijke voorwaarden voor een evenwicht kunnen derhalve samengevat worden als: F = 0 geen resulterende kracht in x richting.

Werkloosheid, armoede, schooluitval en criminaliteit. Er zal veel belastinggeld nodig zijn om al die problemen op te lossen.

Examenreglement september 2014 GEERT GROOTE COLLEGE AMSTERDAM. Stichting voor Voortgezet Vrijeschoolonderwijs Noord-Holland

Algemene Voorwaarden Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering ten behoeve van de leden van het Nederlands Genootschap van Tolken en Vertalers

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

REKENEN MACHTEN MET. 5N4p EEBII 2013 GGHM

Het bepalen van een evenwichtstoedeling met behulp van het 1 e principe van Wardrop is equivalent aan het oplossen van een minimaliserings-probleem.

Inkoop- en aanbestedingsbeleid 2013

Privacyverklaring HHW Makelaars B.V.

HOOFDSTUK 1 BASISBEGRIPPEN

edatenq is een toepassing die de ondernemingen de mogelijkheid biedt om hun statistische aangiften in te vullen en door te sturen via internet.

onze privacy verklaring

Makelaarschap B.V. Privacyverklaring

ALGEMENE VOORWAARDEN FINANCIËLE LEASE (Santander Consumer Finance Benelux BV 1 mei 2009)

11 Wiskundige denkactiviteiten: digitale bijlage

Privacyverklaring van Match&Rent. U heeft te maken met makelaardij Match&Rent Real Estate Agency.

Z- ß- ßr!2f int tçotg

PEDAGOGISCHE STUDIEDAG LEERKRACHTEN ECONOMIE

6.4 Rekenen met evenwichtsreacties

In dit hoofdstuk introduceren we de hoofdrolspelers van het college: eindige automaten.

Hoofdstuk 0: algebraïsche formules

Van welke diensten van de NVM-makelaar/taxateur maakt u gebruik? U kunt op één of meerdere manieren in contact staan met de NVM-makelaar/taxateur.

Van welke diensten van de NVM-makelaar/taxateur maakt u gebruik? U kunt op één of meerdere manieren in contact staan met de NVMmakelaar/taxateur.

Opdrachten Hoofdstuk 7

gefragmenteerde bestanden Bestand Bestand Bestand Bestand Bestand a Bestand a Bestand a Bestand a Bestand Bestand Bestand Bestand c Bestand a

maakt u gebruik? U kunt op één of meerdere manieren in contact staan met de NVM-makelaar/taxateur. makelaar/taxateur

1 Uw secretaresse vraagt u wie u voor deze sessie wilt uitnodigen. Aan welke mensen denkt u?

Amendementen verkiezingsprogramma Europees Parlement Partijcongres 8 februari 2014

Privacyverklaring VERHAGE VAN GROOTHEEST MAKELAARDIJ

Privacyverklaring Rademaker Vastgoed V.O.F.

MARKETING / PR / COMMUNICATIEMEDEWERKER

De route van de Ocean start in de Bush. Volg de bordjes naar de Ocean. De vragen staan in chronologische volgorde.

Boekingsfiche 8071 Limburg.net - gemeenten met diftarsysteem

Dat kan toch niet waar zijn?

Om welke reden heeft een kwak relatief grote ogen?

Inhoud college 7 Basiswiskunde

De tijdens de training aangeboden ski-imitaties gebruiken we zowel als middel maar ook als doel.

VERZEKERING VOOR UW BEDRIJF AANSPRAKELIJKHEID

Vraag 2. a) Geef in een schema weer uit welke onderdelen CCS bestaat. b) Met welke term wordt onderstaande processchema aangeduid.

Betwisting Een onenigheid tussen u en uw debiteur over de vordering zelf en/of over de geleverde goederen en/of diensten.

Contactgegevens: Sportparklaan 2103 VR 1 Heemstede

SVM~nivo MAKELAARDIJLEER

1.3 Wortels. x x 36 6 = x = 1.5 Breuken. teller teller noemer noemer. Delen: vermenigvuldig met het omgekeerde.

Voorwaarden Vouwwagen- en toercaravanverzekering (Standaarddekking) nr. 1097

Snelstartgids Access Online: Betalingen en Rapportage

Armoedemonitor Sociaal en Cultureel Planbureau Centraal Bureau voor de Statistiek

Internetopgaven hoofdstuk 6

opgaven formele structuren procesalgebra

4 De regio s in de wereldeconomie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 20 mei uur

3 Snijpunten. Verkennen. Uitleg

Ondernemer Retail. Je kunt maximaal 42 punten halen. Vanaf 26 punten heb je een voldoende. Beantwoord de vragen op het verstrekte papier.

U heeft een vraag gesteld over de cliënttevredenheidsonderzoeken Wmo en Jeugd. Via deze memo wil ik u hierover informeren.

Baseline Informatiehuishouding Gemeenten. Deel 3: De Praktijk

* U wilt een bedrijfspand kopen of huren en geeft daarbij opdracht aan Van Vliet: 5. U wilt een bedrijfspand kopen. 6. U wilt een bedrijfspand huren.

Breuken en verhoudingen

Transcriptie:

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v Vrgen en opdrchten Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 1

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v Inhoud 1 Overheidsfinnciën 3 2 Collectieve sector en economie 6 3 Politieke economie 10 4 Nr rtioneler esluitvorming en meer mrktwerking 12 5 De egroting 14 6 Stilistiefunctie 17 7 Normen voor de overheidsfinnciën 18 8 Alloctiefunctie: collectieve uitgven 20 9 Socile zekerheid 21 10 Gezondheidszorg 24 11 Alloctiefunctie: collectieve ontvngsten 26 12 Rijkselstingen en socile premies 28 13 Verdelingsfunctie 30 14 Gemeenten en provincies 32 15 Europese Unie 34 Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 2

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v Hoofdstuk 1 Overheidsfinnciën A Vrgen (eweringen: = juist; = onjuist) 1 De Afsluitdijk is een vooreeld vn een collectief goed (/) 2 De Afsluitdijk is een vooreeld vn een individueel goed (/) 3 In de Ntionle rekeningen vormt de Socile Verzekeringsnk een onderdeel vn de sector overheid (/) 4 In de Ntionle rekeningen mken verzorgingshuizen geen onderdeel uit vn de sector overheid (/) 5 Heeft de overheid lle ndelen vn een onderneming in hnden (nutsedrijf, Schiphol), dn hoort zo n onderneming tot de sector overheid (/). 6 De slrissen vn politiepersoneel en die vn het verplegend personeel in lgemene ziekenhuizen vormen een onderdeel vn de loonsom vn de overheid (/) B Opdrchten 7 De openingscsus vn dit hoofdstuk gt over twee soorten koopkrcht. Wt is koopkrcht? Wt is het wezenlijke verschil tussen de twee soorten koopkrcht? 8 Welke drie doelstellingen heen eleidsmkers voor ogen ij hun streven de economische edrijvigheid ij te sturen? 9 Noem vier doelstellingen vn het stilistieeleid. 10 Noem drie instrumenten om de ntionle concurrentiepositie vn een lnd te versterken. Over welke instrumenten eschikt de Nederlndse overheid niet lnger sinds ons lnd deel uitmkt vn de eurozone? 11 Hoe kunnen fiscle en socile regelingen ijdrgen n het estn vn structurele werkloosheid? Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 3

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v 12 Licht toe wrom de overheid eplde collectieve goederen moet nieden om te ereiken dt het prijsmechnisme goed kn functioneren. 13 Een elngrijk deel vn de overheidsuitgven heeft etrekking op de verschffing vn individuele goederen. Noem hiervn enkele vooreelden 14 Rijksmuse vervullen twee hoofdfuncties het nleggen en eheren vn collecties het toegnkelijk mken vn deze collecties voor het puliek. Gt het ij deze functies om een individueel goed of om een collectief goed? Motiveer uw ntwoord en verwijs drij nr de onderscheidende kenmerken vn een individueel goed en een collectief goed. De toegngsprijs die wordt gevrgd vn ezoekers vn rijksmuse is lng niet kostendekkend. Het verschil wordt ijgepst ten lste vn de lgemene middelen. Noem twee motieven vn de overheid om toegngsewijzen vn de rijksmuse te susidiëren. c Wie eneden de kostprijs toegng tot een rijksmuseum krijgt, heeft profijt vn de overheid. Vormt de overheidssusidie op het toegngsewijs een primir, een secundir of een tertiir inkomensestnddeel vn de museumezoekers, en wrom? 15 Geef een vooreeld vn liertir pternlisme. 16 Bespreek het Cose-theorem. 17 Noem drie tekortkomingen vn de verzekeringsmrkt. 18 Geef commentr op de volgende stelling: positieve externe effecten rechtvrdigen dt de overheid het collegegeld eneden kostendekkend niveu vststelt. 19 Noem enkele ezwren wnneer de overheid ls (enige) producent vn goederen opereert. 20 Geef commentr op de volgende stelling: gemeenten kunnen de vuilnisophl zonder ezwr uitesteden n edrijven uit de mrktsector. 21 Voor de overheid is een groot proleem dt de voorkeuren vn urgers voor collectieve voorzieningen onvoldoende ekend zijn. Hoe kunnen de voorkeuren vn urgers voor concrete voorzieningen worden onthuld? 22 Beleidsconcurrentie zou lnden kunnen ewegen tot het (steeds verder) verlgen vn elstingtrieven en uitkeringsniveus. Wrom? Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 4

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v Wt zou de Europese Unie hiertegen kunnen ondernemen? Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 5

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v Hoofdstuk 2 Collectieve sector en economie A Vrgen (eweringen: = juist; = onjuist) 23 De ndelen vn de Nederlndse Spoorwegen zijn voor 100% in hnden vn de rijksoverheid. Drom worden de NS tot de sector overheid gerekend (/) 24 Stel dt de regering esluit de kinderijslguitgven (ruim 3 mrd.) te vervngen door een kinderftrek in de loon en inkomstenelsting. Hierdoor hoeven gezinnen met kinderen ruim 3 mrd. minder n elsting te etlen. Het p edrgt 600 mrd. De collectieve-uitgvenquote dlt met 0,5 punt p (/) De collectieve-lstendruk lijft gelijk (/) 25 Wnneer de mtenrenslrissen niet worden verhoogd ( evroren ), lijft de ij de overheidsproductie netto toegevoegde wrde gelijk (/) 26 WW-uitkeringen zijn een vooreeld vn een inkomensoverdrcht vi de overheid (/) 27 Het collegegeld wordt gerekend tot de collectieve lsten (/) 28 Bij het egrotingseleid stt het EMU-sldo centrl (/) 29 De schuld vn de gemeenten vormt een onderdeel vn de totle sttsschuld (/) 30 Op de sttslns wordt rekening gehouden met toekomstige verplichtingen uit hoofde vn de socile zekerheid (/) 31 Op de sttslns wordt rekening gehouden met (de contnte wrde vn) het toekomstige sttsndeel in de rdgswinsten (/) 32 De motorrijtuigenelsting, die op ngifte wordt voldn, leidt gemkkelijker tot elstingillusies ij utomoilisten dn enzineccijnzen, die zijn egrepen in de pompprijs (/) Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 6

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v B Opdrchten 33 Het kinet kn rdgsten onder ndere eleggen in een sovereign welth fund (zols in Noorwegen geeurt) of geruiken om sttsschuld f te lossen. Welke estemming verdient met het oog op de houdrheid vn de overheidsfinnciën de voorkeur? 34 Bespreek vijf eperkingen vn de collectieve-uitgvenquote. 35 Wt veronderstelt het Ricrdinse equivlentietheorem over schuldillusies ij individuen? 36 Wrom zl de uitgvenquote in het lgemeen stijgen wnneer de economische groei hpert? 37 Wnneer gt de wet vn Bumol niet op? 38 Enkele jren geleden estonden plnnen om de wterleidingedrijven in Nederlnd te privtiseren. Noem rgumenten tegen privtisering vn een wterleidingedrijf. Noem rgumenten ten gunste vn privtisering vn een wterleidingedrijf. 39 Een gemeente gt het ophlen vn huisvuil uitesteden n een prticulier edrijf. In eerste nleg lijven de totle uitgven vn de gemeente voor deze post n deze opertie gelijk. Wt heeft de uitesteding voor consequenties voor de smenstelling vn de uitgven op de gemeenteegroting? Wt is de consequentie vn deze opertie voor de omvng vn de overheidsproductie volgens de Ntionle Rekeningen? 40 Stel dt de politieke prtijen die een colitie vormen in het regeerkkoord heen vstgelegd dt de uitgvenquote constnt zl lijven. In het strtjr vn de colitie elopen de relevnte overheidsuitgven 240 mrd. Het p edrgt 600 mrd. Bereken de uitgvenquote. De colitiegenoten zijn uitgegn vn 2% procent reële groei en 2% infltie per jr. c Met welk edrg mogen de overheidsuitgven in het eerste regeringsjr stijgen? De infltie vlt een punt lger uit en edrgt in het eerste regeringsjr slechts 1%. Welk edrg n extr omuigingen is het overige gelijk zijnde ls gevolg vn het noemereffect noodzkelijk? Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 7

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v d Wrom zl een deel vn de noodzkelijke omuigingen wrschijnlijk utomtisch worden gereliseerd? 41 Gegeven is: de overheidsuitgven elopen in jr t 250 mrd. Drin is egrepen 20 mrd. voor schuldflossing en 5 mrd. n kredietverlening. De ontvngsten vn de overheid elopen in jr t 230 mrd.; dronder is egrepen 3 mrd wegens verkoop vn sttsdeelnemingen. Gevrgd wordt de omvng vn het: vorderingensldo; finncieringssldo; c egrotingssldo. 42 Een sttsedrijf drgt jrlijks 1 mrd. winst f. In het kder vn de ngestreefde privtisering rengt de overheid dit edrijf in jr t geheel nr de eurs. De oprengst vn de opertie edrgt 12 mrd. Wt is het overige gelijk zijnde het effect op het vorderingensldo en het finncieringssldo in jr t en jr t+1? 43 Het Centrl Plnureu werkt met diverse sldoegrippen voor de overheidsegroting Wt wordt edoeld met het structurele sldo op de overheidsegroting? 44 Wt edoelt het Centrl Plnureu met het rouuste sldo vn de overheidsegroting? 45 Wt is het verschil tussen de sttsschuld en de overheidsschuld? 46 Noem twee redenen wrom een interntionle vergelijking vn schuldquoten lstig is. 47 Bespreek wnneer het estn vn overheidsschuld een lst vormt 48 Bespreek onder welke omstndigheden het ngn vn overheidsschuld geen lst vormt 49 Omschrijf het egrip elstingillusie en noem vier elstingen die elstingillusie in de hnd werken. 50 Leg uit wrom de vermogenspositie vn de centrle overheid kn verslechteren, terwijl de sttsschuldquote dlt. 51 Hoe kn het dt de sttslns een negtief vermogen toont, terwijl het nettovermogen vn de overheid ongeveer 60% vn het p edrgt? 52 Tot 2040 vllen de hogere uitgven voor de AOW weg tegen de extr elsting- en premieoprengst door hogere inkomens en estedingen vn ouderen. Wrom stijgt de uitgvenquote dn toch ls gevolg vn de vergrijzing vn de evolking? Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 8

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v 53 Wt wordt edoeld met houdre overheidsfinnciën? Op welke drie mnieren kn de overheid het houdrheidstekort vn de overheidsfinnciën npkken? 54 Het Centrl Plnureu gt ij de vooruiterekening vn de overheidsfinnciën op lnge termijn uit vn constnte rrngementen. Is drmee voldn n het Musgrve-criterium? Licht uw ntwoord toe. Bespreek in hoeverre de toekomstige uitgvenontwikkeling wordt onderscht, doordt het CPB geen rekening houdt met de wet vn Bumol. 55 Door de vergrijzing vn de evolking stijgt l het overige gelijkzijnde de collectievelstendruk. Hoe komt dt? Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 9

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v Hoofdstuk 3 Politieke economie A Vrgen (eweringen: = juist; = onjuist) 56 Als urgers elstingillusies heen, rengt de overheid minder voorzieningen tot stnd dn strookt met de voorkeuren vn het electort (/) 57 Colitiekinetten evorderen het dulisme (/) 58 De minister vn Finnciën is ls enige ewindsmn evoegd leningen te sluiten (/) B Opdrchten 59 Wnneer is sprke vn een optimle lloctie vn productiefctoren tussen de collectieve sector en de prticuliere sector? 60 Eén vn de mogelijke stemprocedures is vervt in de unnimiteitsregel. Wt is de unnimiteitsregel? Geef een vooreeld uit de sfeer vn de Nederlndse overheid. 61 In Overheidsfinnciën wordt de Arrow-prdox uiteengezet. Wt is het prdoxle? 62 Er zijn drie stemgerechtigden, vn wie de voorkeuren voor de lterntieven A, B en C er ls volgt uitzien: A>C>B, B>C>A en C>A>B. Doet de Arrowprdox zich hier voor? Licht uw ntwoord toe. 63 Noem een voordeel en een ndeel vn de ctiviteiten vn loyisten die proeren de politieke esluitvorming te eïnvloeden. 64 Wrom zijn ijn lle politieke prtijen erop gernd hun verkiezingsprogrmm door het Centrl Plnureu te lten nrekenen, terwijl ze weten dt dit het moeilijker mkt om de kiezers eloften te doen over hogere uitgven en/of lgere elstingen? 65 Geef een toelichting op de functie vn de Middellnge Termijnverkenning en het referentiescenrio vn het Centrl Plnureu. 66 Wt wordt edoeld met de politieke conjunctuurcyclus? Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 10

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v 67 Geef enkele verklringen wrom de smenstelling vn de Tweede Kmer fwijkt vn die vn de stemgerechtigde evolking 68 Het functioneren vn het prlement stuwt de rijksuitgven op. Noem twee verklringen. 69 Beschrijf de wederzijdse fhnkelijkheid vn ministers (wethouders) en hun mtelijke dienst. Welk gevolg heeft deze wederzijdse fhnkelijkheid voor de hoogte vn de collectieve uitgven? Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 11

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v Hoofdstuk 4 Nr rtioneler esluitvorming en meer mrktwerking A Vrgen (eweringen: = juist; = onjuist) 70 Een prijsverhoging vn vervoersewijzen vn het gesusidieerde openr vervoer is een vooreeld vn toepssing vn het profijteginsel (/) 71 Het persoonsgeonden udget is een vooreeld vn vrgfinnciering (/) B Opdrchten 72 De openingscsus vn dit hoofdstuk gt over de splitsing vn de Nederlndse Spoorwegen in 1995. Wrom lijft ook n deze splitsing die overigens geen succes ws overheidsemoeienis met de mrkt voor het personenvervoer per trein (vi regulering) nodig? 73 Wrom zijn normen voor de overheidsfinnciën noodzkelijk? 74 Sommige politieke prtijen pleiten voor ruimere toepssing vn de profijtgedchte. c Wt wordt edoeld met de profijtgedchte ofwel toepssing vn het profijteginsel? Geef drie vooreelden vn toepssing vn de profijtgedchte. Noem drie rgumenten tegen onverkorte toepssing vn de profijtgedchte. 75 Wrom is het nnemelijk dt externe verzelfstndiging vn overheidsvoorzieningen leidt tot een doelmtiger productie vn die voorzieningen? 76 Wt is het elngrijkste proleem wnneer de overheid overweegt de productie contrctueel uit te esteden (n een producent in de mrktsector of non-profit sector)? 77 Bespreek voor en ndelen vn privtisering vn producenten met een monopolie in de vorm vn een netwerk, wrop ook ndere producenten zijn ngewezen. Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 12

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v 78 Wt is het verschil tussen een kosteneffectiviteitnlyse en een kostentennlyse? 79 Wt wordt edoeld met vrgfinnciering? Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 13

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v Hoofdstuk 5 De egroting A Vrgen (eweringen: = juist; = onjuist) 80 Het verplichtingenstelsel voldoet ij uitstek vnuit de utoristiefunctie (/) 81 De utoristiefunctie rkt ij het ksstelsel ernstig in de verdrukking (/) 82 De post fschrijving stt op de kpitldienst vn de egroting (/) 83 Over de uitvoering vn de rijksegroting voor een epld egrotingsjr wordt drie keer gerpporteerd (/) 84 De verticle toelichting op de uitgvenontwikkeling volgens de meerjrencijfers (in de Miljoenennot) mkt de invloed vn exogene fctoren en fgesproken eleidsintensiveringen zichtr (/) B Opdrchten 85 Noem de vier functies vn de egroting. 86 De inzet vn elstinguitgven is strijdig met twee eisen wrn een egroting moet voldoen. Verklr. 87 Er estn verschillende egrotingsstelsels. c Welk egrotingsstelsel pst de rijksoverheid toe? Welk egrotingsstelsel pssen gemeenten en provincies toe? Wt is het elngrijkste verschil tussen eide stelsels? 88 Het is mogelijk onderscheid te mken tussen de gewone dienst en de kpitldienst vn de egroting. Wt is het verschil tussen de gewone dienst en de kpitldienst vn de egroting? Bij welk egrotingsstelsel pst het onderscheid tussen gewone dienst en kpitldienst het este? 89 Welke drie vrgen stn ij de VBTB-egroting centrl? Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 14

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v 90 Wt wordt edoeld met enchmrking (vn producenten)? Geef een concreet vooreeld vn enchmrking. 91 Benoem de vijf fsen vn de egrotingscyclus. Beschrijf de egrotingscyclus ij de rijksoverheid 92 Wt eplen de egrotingsregels wnneer een minister zijn egroting overschrijdt? 93 Stel, de minister vn Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieueheer (VROM) voert in de egroting voor 2008 een rtikel op voor de snering vn vervuilde terreinen vn 100 mln. Een meerderheid vn de leden vn de Tweede Kmer vindt dit onvoldoende en wenst voor dit doel 125 mln. uit te trekken. De minister weigert pertinent het egrotingsrtikel n te pssen, omdt de estrijding vn luchtverontreiniging volgens hr hogere prioriteit heeft. Vervolgens neemt de Tweede Kmer een mendement n wrdoor het rtikel odemverontreiniging met 25 mln. wordt verhoogd. c Is de minister vn VROM verplicht 125 mln. voor odemverontreiniging uit te geven? Mg zij de extr ruimte op hr egroting (vn 25 mln.) geruiken voor intensivering vn de estrijding vn luchtverontreiniging (voor dit doel stt 50 mln. op hr egroting)? Door onvoorziene tegenvllers elopen de gereliseerde uitgven voor odemsnering in 2008 uiteindelijk 130 mln. Hoe dient de minister vn VROM nu te hndelen? 94 Een gemeente geeft in 2012 opdrcht een gemeentehuis te ouwen met een geschtte levensduur vn vijftig jr, voor een nneemsom vn 25 mln. In 2013 ontvngt de nnemer 10 mln., in 2014 de resterende 15 mln. Het geouw wordt eind 2013 opgeleverd. De fschrijvingsperiode loopt met ingng vn 2014. Hoe worden deze uitgven verwerkt volgens het verplichtingenstelsel, het ksstelsel en het stelsel vn ten en lsten? 95 Hoe luidt de gulden-finncieringsregel? c d Leg uit wrom toepssing vn de gulden-finncieringsregel conjuncturele fluctuties in het niveu vn de economische edrijvigheid kn versterken. An welke verleiding stn politici ij deze regel loot, wnneer zij willen inspelen op schuldillusie ij hun kiezers? Beschrijf twee gevolgen wnneer politici mssl voor deze verleiding zouden ezwijken. Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 15

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v 96 Licht toe hoe het geruik vn meerjrenrmingen een rem zet op uitgvenprogrmm s met een cmel nose. 97 Welk specifieke proleem doet zich voor ij het opstellen vn meerjrenrmingen voor de zorguitgven? Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 16

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v Hoofdstuk 6 Stilistiefunctie A Vrg (eweringen: = juist; = onjuist) 98 In de Ricrdinse zienswijze mkt het vnuit estedingsoogpunt (groot) verschil of de overheid hr uitgven finnciert met elstingen of door het ngn vn schuld (/) B Opdrchten 99 Welke drie lekken eperken het inkomenseffect vn stimulerend egrotingseleid? 100 Wt is de kritiek vn de monetristen op het keynesinse egrotingseleid? 101 Wt is de kritiek vn de nieuw-klssieken op het (keynesinse) egrotingseleid? 102 Licht de volgende uitsprk toe (zie pgin 121): In het verleden leek het conjunctuureleid meestl symmetrisch te zijn, en de overheidsuitgven op te stuwen. 103 Hoe kn een hoge vervngingsrtio de structurele werkloosheid versterken? Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 17

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v Hoofdstuk 7 Normen voor de overheidsfinnciën A Vrgen (eweringen: = juist; = onjuist) 104 Met een norm voor het egrotingssldo (% p) en voor de collectievelstendruk (% p) ligt (fgezien vn ontvngstencomponenten die niet onder de collectievelstendruk vllen) ook de hoogte vn de collectieve-uitgvenquote vst (% p) (/) 105 De gulden-finncieringsregel luidt dt de totle dienst vn de egroting moet sluiten (/) 106 Bij toepssing vn de gulden-finncieringsregel kn het sldo op de sttslns in eginsel niet (verder) verslechteren (/) 107 Het uitgvenkder estrijkt lle rijksuitgven (/) 108 Het mcro collectievelstenpeil kn stijgen, terwijl elstingtrieven (microlsten) omlg gn (/) B Opdrchten 109 Wt is het voornmste doel vn normen voor het egrotingssldo? c Wt is de strikt klssieke norm voor het egrotingssldo? Noem drie ezwren vn klssieke egrotingsnormen. 110 Noem twee wezenlijke kenmerken vn de keynesinse egrotingsnorm die in Nederlnd gold in de jren zestig vn de vorige eeuw. Door welke twee hoofdoorzken ging dit egrotingseleid tegen het einde vn de jren zeventig teloor? 111 Wt is het verschil tussen het feitelijke en het structurele sldo vn de egroting? Wrom ws het egrotingseleid in de jren tchtig vn de vorige eeuw gericht op het terugdringen vn het feitelijke tekort vn het Rijk? Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 18

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v c Leg uit hoe een norm voor het feitelijke tekort de conjunctuureweging kn versterken. 112 Het egrotingseleid vn de Nederlndse overheid stt tegenwoordig in het teken vn diverse normen. c Bespreek de reltie tussen de 3%-norm voor het feitelijke EMU-tekort vn de overheid en de norm voor het EMU-sldo uit het Stiliteits en Groeipct. Welke norm voor het egrotingssldo hnteert het kinet-rutte? Wt is de rol vn de signlmrge? 113 Wt eplt het Verdrg vn Mstricht over de rutoschuld vn de overheid? 114 Omschrijf het egrip collectieve lsten. Wt is het verschil tussen de collectievelstendruk en de microlstendruk? 115 Sinds 1994 kent Nederlnd een trendmtig egrotingseleid, dt ij dropvolgende formties nder vorm heeft gekregen. Noem de drie pijlers onder het trendmtige egrotingseleid. Wt zijn de drie uitgvenkders en wt is hun etekenis? 116 Licht toe hoe ij de jrlijkse npssing vn de uitgvenplfonds voor de drie udgetdisciplinesectoren ruilvoetwinsten en verliezen kunnen ontstn. Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 19

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v Hoofdstuk 8 Alloctiefunctie: collectieve uitgven A Vrgen (eweringen: = juist; = onjuist) 117 Overheidsuitgven kunnen onder ndere worden ingedeeld nr estemming, ijvooreeld door groepering in eleidsmtige clusters. Stellingen: In de periode 1955-2010 leven de uitgven voor klssieke overheidsuitgven ls ndeel vn het p min of meer constnt (/) In de periode 1985-2010 zijn de rente-uitgven ls ndeel vn het p het sterkst gedld (/) 118 De egroting vn het Ministerie vn Socile Zken en Werkgelegenheid toont het hoogste uitgventotl (/) B Opdrchten 119 Licht toe hoe het noemereffect de uitgvenquote eïnvloedt. 120 Wt is fgezien vn institutionele verschillen een elngrijke eperking vn interntionle vergelijkingen vn het p-ndeel dt lnden collectief uitgeven voor zorg en onderwijs? Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 20

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v Hoofdstuk 9 Socile zekerheid A Vrgen (eweringen: = juist; = onjuist) 121 Alle volksverzekeringen worden uitgevoerd door de Socile Verzekeringsnk (/) 122 De premies voor de werknemersverzekeringen worden geheven door de Belstingdienst (/) 123 Door de vergrijzing is de inctieven/ctieven-rtio sinds 1990 steeds hoger opgelopen (/) 124 Door de vergrijzing is de AOW-premie in recente jren gestegen (/) 125 De AOW-uitkering is welvrtsvst (/) 126 Het verschil tussen ruto- en netto-uitgven voor socile escherming is in ons lnd in verhouding groot (/) B Opdrchten 127 Bespreek de rol vn het solidriteitseginsel en het verzekeringseginsel in het Nederlndse stelsel vn socile zekerheid. 128 Bespreek de rol vn rendement en risico ij de keuze tussen omslgfinnciering en kpitldekking vn een regeling voor socile zekerheid. 129 Op welke twee mnieren kn een pensioenfonds zijn vermogenspositie versterken? Wrom doen eide mnieren een nslg op de schtkist? 130 Noem vier motieven voor overheidsingrijpen ij verzekeringen tegen inkomensverlies door ziekte, werkloosheid, lijvende reidsongeschiktheid en ouderdom. 131 Wrom zijn risico s zols infltie en werkloosheid niet verzekerr? 132 Noem vier verschillen tussen volksverzekeringen en werknemersverzekeringen. Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 21

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v 133 Noem drie verschillen tussen socile verzekeringen en socile voorzieningen. 134 Gegeven is een evolking met gelijke jrgngen vn 100.000 individuen. Wie nog geen 20 jr zijn volgen onderwijs. De jrgngen vn 20-64 jr nemen voor gemiddeld 2/3 deel n het reids- en productieproces. Het gemiddeld jrinkomen is 25.000. Gemiddeld genieten individuen tien jr een ouderdomspensioen vn 10.000. c d Wt is de hoogte vn de omslgpremie (in procenten vn de premiegrondslg)? Wt is de hoogte vn de omslgpremie, ndt om inkomenspolitieke redenen een frnchise (premievrije voet) vn 5.000 per premieetler is ingevoerd? Wt zou een cturieel gelijkwrdige ( fire ) premie zijn? Welke vorm vn herverdeling ligt in het geschetste pensioenstelsel esloten? 135 Licht toe wrom de finncieringslsten vn de socile verzekeringen in verhouding het zwrst drukken op de lge en middeninkomens. 136 Hoe werkt de koppeling vn de uitkeringen en wnneer kn de overheid de uitkeringen ontkoppelen? 137 Licht toe wrom de privtisering vn de Ziektewet (in 1996) werkgevers prikkelt tot veretering vn de reidsomstndigheden en terugdringen vn het ziekteverzuim. 138 Regelmtig wordt gepleit voor invoering vn zorgverlof (voor ouders vn jonge kinderen). Eén mnier om zorgverlof te finncieren is inkomen uit ltere levensfsen nr voren te hlen door gezinnen met jonge kinderen in stt te stellen geld te lenen. De lening kn dn uit ltere reidsinkomsten worden fgelost. Mensen worden zo tevens gestimuleerd lnger door te werken. De lening moet immers worden terugetld. In Economisch Sttistische Berichten vn 12 juni 2003 wijst prof. Lns Bovenerg op een complictie. Citt: Zulke leningen introduceren moreel gevr (morl hzrd) en verechtse selectie. c d Wt wordt edoeld met moreel gevr? Wruit estt in dit gevl het moreel gevr? Wt wordt edoeld met verechtse selectie? Wruit estt in dit gevl de verechtse selectie? Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 22

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v 139 Wt wordt edoeld met fisclisering vn de socile zekerheid? 140 Verschillende interntionle orgnisties, zols Eurostt, puliceren gegevens over het niveu vn de socilezekerheidsuitgven in de ngesloten lnden, uitgedrukt ls ndeel vn het p. Zulke sz-quoten moeten in ten minste drie opzichten worden gecorrigeerd om te eplen hoe royl en effectief ntionle stelsels vn socile zekerheid zijn. Welke drie correcties zijn hier edoeld? Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 23

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v Hoofdstuk 10 Gezondheidszorg A Vrgen (eweringen: = juist; = onjuist) 141 Wchtlijsten zijn het gevolg vn overheidsingrijpen in de zorgsector (/) 142 In Nederlnd zijn zelfstndige ondernemers verplicht zich tegen de meeste ziektekosten te verzekeren (/) 143 De premie voor de verplichte zorgverzekering is inkomensfhnkelijk (/) De premie voor de nvullende ziektekostenverzekering is onfhnkelijk vn het inkomen (/) 144 Zorgverzekerrs heen wel/geen ccepttieplicht (/) 145 Bij de finnciering vn de zorguitgven onderscheidt ons lnd zich interntionl door het geringe ndeel vn eigen etlingen vn verzekerden (/) B Opdrchten 146 Noem vijf fctoren n de vrgknt vn de zorgmrkt wrdoor de zorguitgven stijgen. 147 Noem vier fctoren n de nodknt vn de zorgmrkt wrdoor de zorguitgven stijgen. 148 Hoe kn de overheid proeren de gevolgen vn de wet vn Bumol voor de zorguitgven te eteugelen? 149 Op welke zes mnieren worden de zorguitgven in Nederlnd gefinncierd? 150 Wt is de functie vn de zorgtoeslg? 151 Noem drie tekortkomingen vn de mrkt voor verzekeringen tegen ziektekosten die voor de overheid nleiding kunnen zijn om in te grijpen. 152 Geef een vooreeld vn moreel risico ij zorgverzekeringen. 153 Wrom mkt een door de overheid opgelegde ccepttieplicht voor zorgverzekerrs een mechnisme nodig dt compenstie iedt n verzekerrs met veel slechte risico s in hun portefeuille? Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 24

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v 154 Op welke mnieren zijn goede risico s ij de wettelijk verplichte zorgverzekeringen solidir met slechte risico s? 155 Wt is het verschil tussen een eigen risico en eigen ijdrgen in een verzekering tegen ziektekosten? 156 Noem enkele ezwren die kleven n strikte udgettering vn de zorguitgven. 157 Over welke ndere instrumenten dn udgettering eschikt de overheid om de groei vn de zorguitgven f te remmen? 158 Beleidsmkers verwchten veel vn gereguleerde concurrentie ls instrument om de zorguitgven te eteugelen. Wt is uw commentr? Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 25

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v Hoofdstuk 11 Alloctiefunctie: collectieve ontvngsten A Vrgen (eweringen: = juist; = onjuist) 159 Het elstingpeil ligt in Nederlnd duidelijk hoger dn gemiddeld in de ndere lidstten vn de Europese Unie (/) 160 In vergelijking met het uitenlnd zijn de door lgere overheden geheven elstingen in Nederlnd vn weinig etekenis (/) 161 In de periode 1980-2010 is de oprengst vn zowel elstingen ls socile premies uitgedrukt ls percentge vn het p gedld (/) 162 De motorrijtuigenelsting is geseerd op het profijteginsel (/) 163 De drukverdeling vn een inkomstenelsting met een constnt triefpercentge kn niet progressief zijn (/) 164 Vervroegde fschrijving leidt tot een lijvende elstingverlichting (/) 165 Hoewel de progressie vn de heffingen op het inkomen voor een deel wordt geneutrliseerd door de degressie vn de consumptieelstingen loopt de gemiddelde druk vn de elstingen op met het inkomen (/) 166 Het reidsnod vn mnnen en gehuwde vrouwen regeert verschillend op een verhoging vn de elstingdruk (/) 167 De kosten vn de Belstingdienst worden gerekend tot de complince costs vn de elstingheffing (/) 168 Bij elstingontwijking streven elstingplichtigen nr illegle vermindering vn hun verplichtingen jegens de fiscus (/) B Opdrchten 169 Belstingen kunnen over de evolking worden omgeslgen met inchtneming vn het profijteginsel. Noem twee redenen wrom de toepssingsmogelijkheden vn het profijteginsel in Nederlnd nno 2012 (zeer) eperkt zijn. Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 26

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v 170 Geef het voornmste rgument dt pleit voor de zienswijze dt premies voor de socile verzekeringen ls elstingen moeten worden eschouwd. 171 Noem vooreelden vn elstingen die eogen de smenstelling vn het estedingspkket vn gezinnen te eïnvloeden. 172 Sommigen rekenen ij de vergroening vn het elstingstelsel op een duel dividend. Wruit estt dit en wt is uw commentr? 173 Verklr hoe het mogelijk is dt lijkens de Mcro Economische Verkenning 2012 de microlstendruk vn 2010 op 2011 met 1 mld. euro steeg (pgin 66), terwijl de collectievelstendruk vn 2010 op 2011 met 0,2%-punt dlde (pgin 103). 174 Bespreek de invloed vn elstingen op grondslg vn het inkomen op de uren- en de prticiptieeslissing. 175 Welke kritiek is mogelijk op de uitgngspunten vn de optimleelstingtheorie? 176 Noem twee mnieren wrop ondernemingen die grensoverschrijdend opereren een deel vn de concernwinst nr of vi elstingprdijzen kunnen sluizen. 177 Wt is het verschil tussen de verorgen economie en de fiscle frude? 178 Noem drie elngrijke vernderingen in het Nederlndse elstingstelsel uit de fgelopen vijftien jr die kunnen worden toegeschreven n toenemende elstingconcurrentie. 179 Noem de meest en de minst moiele heffingsgrondslgen vn elstingen. 180 Noem een voordeel en een ndeel vn elstingconcurrentie. Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 27

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v Hoofdstuk 12 Rijkselstingen en socile premies A Vrgen (eweringen: = juist; = onjuist) 181 Bij fwenteling vn elstingen verliest het onderscheid tussen directe en indirecte elstingen veel vn zijn etekenis (/) 182 De inkomstenelsting heeft twee elngrijke voorheffingen (/) 183 Nederlnd heeft een synthetische inkomstenelsting (/) 184 Bij de vermogensrendementsheffing stijgt de elstingdruk nrmte het werkelijk rendement hoger is (/) 185 Het trief vn de inkomstenelsting voor inkomsten in ox 1 is progressief. Het trief telt drie schijven (/) Over inkomen in de eerste en de tweede triefschijf is ook premie voor de volksverzekeringen verschuldigd (/) 186 De winst die een prticulier ehlt ij de verkoop vn zijn eigen huis is in het lgemeen gesproken elst (/) 187 Voorstnders vn individulisering vn de elstingheffing zijn voor invoering vn het splitsingsstelsel (/) 188 Inkomstenelsting wordt lleen geheven vn ntuurlijke personen en lleen vi een nslg (/) 189 De inkomstenelsting (ox 1) en de vennootschpselsting kennen een schijventrief (/) 190 Een moedervennootschp mg de door hr dochters etlde winstelsting verrekenen met de in Nederlnd over de concernwinst verschuldigde vennootschpselsting (/) 191 Bij goederen met een nultrief vn de tw lijft ftrek vn voorelsting mogelijk (/) Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 28

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v 192 Lidstten vn de Europese Unie mogen mr vier soorten ccijnzen heffen (/) B Opdrchten 193 Wt is het verschil tussen een ondernemer die is vrijgesteld vn BTWetling en een ondernemer voor wie het 0%-trief geldt? 194 Hoe wordt in Nederlnd het ezit vn ndelen vn prticulieren elst voor de inkomstenelsting? 195 Wrdoor ontstt het verzilveringsproleem? 196 Wt wordt verstn onder utomtische infltiecorrectie? 197 Hoe worden ij het gemtigde klssieke stelsel de gevolgen vn de duele heffing vn inkomstenelsting en vennootschpselsting verzcht? 198 Wrom zeggen de triefpercentges weinig over de effectieve druk vn inkomstenelsting en vennootschpselsting? 199 Licht toe hoe de door de Europese Unie vstgestelde minimumtrieven voor de tw en ccijnzen de mogelijkheden voor tx competition eperken. Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 29

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v Hoofdstuk 13 Verdelingsfunctie A Vrgen (eweringen: = juist; = onjuist) 200 Loon en kinderijslg zijn estnddelen vn het primire inkomen (/) 201 Bsiseurs (studiefinnciering) en etlde tw zijn estnddelen vn het tertiire inkomen (/) 202 Bij de epling vn de tertiire inkomensverdeling heeft het Socil en Cultureel Plnureu het profijt vn collectieve goederen toegerekend ls een gelijk edrg per huishouden (/) 203 De secundire en de tertiire inkomensverdeling vertonen tmelijk grote gelijkenis (/) 204 De gemiddelde druk vn elstingen en premies voor de socile verzekeringen loopt voor veruit de meeste huishoudens weinig uiteen (/) 205 De fgelopen vijfentwintig jr is de ongelijkheid vn de personele inkomensverdeling fgenomen (/) 206 De ten vn de collectief gefinncierde uitgven lopen sterk op met de leeftijd (/) 207 De pensioenpremies voor rekening vn de werkgever vormen onderdeel vn de wig (/) 208 De mrginle wig schommelt ij lle gngre loonniveus rondom de 50% (/) B Opdrchten 209 De openingscsus vn dit hoofdstuk gt over de (on)mogelijkheid om topinkomens zwrder te elsten. Een zeer hoog toptrief vn de inkomstenelsting is vermoedelijk weinig effectief. Bedenk twee ndere elstingmtregelen om genieters vn topinkomens zwrder te elsten. Geef n in hoeverre elstingetlers uit de topgroep deze mtregelen kunnen ontgn. Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 30

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v 210 Bespreek wrom een verndering vn de ctegorile inkomensverdeling hoogstwrschijnlijk gevolgen heeft voor de personele inkomensverdeling. 211 Hoe eïnvloedt een extr verhoging vn de AOW-uitkering (ten opzichte vn de stijging vn de co-lonen) de herverdeling tussen generties? 212 Wt is de elngrijkste eperking vn het geruikelijke sttische koopkrchtoverzicht vn het Centrl Plnureu? 213 Hoe wordt de modle werknemer gedefinieerd? 214 Een discussiepper vn het Centrl Plnureu Structurl estimtes of equilirium unemployment in six OECD economies zoekt nr vernden tussen de hoogte vn de loonkosten en de omvng vn de wig respectievelijk de vervngingsrtio (replcement rte). Welke invloed vn een grotere wig op de hoogte vn de loonkosten vlt op theoretische gronden te verwchten, en wrom? Welke invloed vn een hogere replcement rte op de hoogte vn de loonkosten vlt op theoretische gronden te verwchten, en wrom? 215 Geef commentr op de volgende stelling: een verlging vn de werkgeverspremies, gefinncierd door een verhoging vn de werknemerspremies, impliceert een verkleining vn de wig en is dus gunstig voor de werkgelegenheid. 216 Omschrijf het verschil tussen de rmoedevl en de werkloosheidsvl. Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 31

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v Hoofdstuk 14 Gemeenten en provincies A Vrgen (eweringen: = juist; = onjuist) 217 Het stilistieeleid ehoort ij uitstek tot het domein vn de rijksoverheid, het voeren vn inkomenseleid kn in theorie eter n de lgere overheden worden overgelten (/) 218 De egroting vn gemeenten en provincies moet structureel in evenwicht zijn. Drij hoeft geen rekening te worden gehouden met rente en fschrijving op investeringen (/) 219 Nederlnd kent ten nzien vn elstingen en heffingen vn gemeenten een open systeem (/) 220 Gemeenten mogen n de Algemene uitkering uit het gemeentefonds min of meer nr eigen inzicht een estemming geven (/) 221 Bij het verdeelsysteem vn de Algemene uitkering wordt rekening gehouden met onder meer het ntl inwoners en de elstingcpciteit vn gemeenten (/) 222 Nederlnd kent twee onroerendezkelstingen (/) B Opdrchten 223 Noem vier rgumenten die pleiten voor decentrlistie vn overheidstken. Geef twee vuistregels om te eplen of decentrlistie vn een gegeven tk nr de gemeenten zinvol is. 224 Inwoners vn rndgemeenten mken vk geruik vn voorzieningen vn een centrumgemeente (winkels, museum, etld voetl) zonder dt zij dr vi de gemeentelijke elstingen n mee etlen. Noem drie mnieren om te ereiken dt inwoners vn rndgemeenten meeetlen voor voorzieningen vn centrumgemeenten. 225 Uit welke vier ronnen kunnen gemeenten hun uitgven ekostigen? 226 Leg uit hoe het fly pper effect een rgument kn opleveren om de rol vn de gemeentelijke elstingen te vergroten. Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 32

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v 227 De onroerendezkelstingen zijn voor voornmste eigen elsting vn gemeenten. c Wt is de heffingsgrondslg vn de onroerendezkelstingen? Welke twee onroerendezkelstingen zijn er? Noem twee redenen die de onroerendezkelstingen ij uitstek geschikt mken ls gemeentelijke elsting. 228 Het eigenrentrief vn de OZB in gemeente A edrgt 5 per 2.500 wrde, in gemeente B edrgt het 10 per 2.500 wrde. Wt is uw commentr op de stelling dt de OZB in gemeente B dus twee keer zo hoog is ls in gemeente A? 229 Wt is een rtikel-12 gemeente? An welke voorwrden moet een dergelijke gemeente voldoen? Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 33

Auteurs: De Km, e.. isn: 978-90-01-80247-9 2012 Noordhoff Uitgevers v Hoofdstuk 15 Europese Unie A Vrgen (eweringen: = juist; = onjuist) 230 Voor de evoegdheden vn de Europese Unie geldt een limittieve opsomming (/) 231 Voor de egroting vn de Europese Unie geldt de norm vn een sluitende totle dienst (/) 232 Het Europees Prlement heeft geen recht vn mendement inzke de uitgven op de EU-egroting (/) B Opdrchten 233 Welke sismodellen worden onderscheiden ij de smenwerking tussen lnden? Wruit lijkt dt de Europese Unie een mengvorm vn eide modellen is? 234 Wt wordt edoeld met het susidiriteitseginsel? 235 Noem enkele voordelen en ndelen vn interntionle eleidsconcurrentie. 236 Noem de vier ronnen vn de eigen middelen vn de Europese Unie. 237 Leg uit wrom de udgettire ruimte vn de Europese Unie sterk fhnkelijk is vn noemereffecten. 238 Door welke oorzk zl de netto-positie vn Nederlnd ten opzichte vn het EU-udget de komende jren (verder) verslechteren? 239 Noem enkele voor en ndelen vn de deelnme vn ons lnd n de Europese muntunie. Vrgen en opdrchten ij Overheidsfinnciën 34