Handleiding TestMonitor

Handleiding TestMonitor Versie 4.3.2 Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 1 van 59

Inhoud 1. Welkom 1.1 Doelgroep 1.2 Indeling 2. Systeemeisen 3. Opstarten 4. Gebruik 4.1 Applicatiemenu 4.2 Accountmenu 4.3 Helpfunctie 4.4 Lijsten 4.4.1 Werkbalken en contextmenu s 4.4.2 Zoeken 4.4.3 Sorteren, groeperen en filters 4.4.4 Kolomweergave 4.5 Toegang/autorisatie, rollen en objecten 4.6 Standaard knoppen 5. Dashboard 5.1 Accountmenu 5.1.1 Profiel wijzigen 5.1.2 Wachtwoord wijzigen 5.1.3 Foto 5.1.4 Licentie 6. Projecten en testtrajecten 6.1 Projecten 6.1.1 Aanmaken en wijzigen 6.1.2 Verwijderen 6.1.3 Archiveren 6.1.4 Toegang 6.2 Testtrajecten 6.2.1 Aanmaken en wijzigen 6.2.2 Archiveren 6.2.3 Testscripts toewijzen 6.2.4 Hertest 6.2.5 Toegang 6.2.7 Verwijderen 7. Testscripts 7.1 Aanmaken en wijzigen 7.2 Bewerken 7.2.1 Testonderdelen 7.2.2 Teststappen 7.3 Dupliceren 7.4 Importeren 7.5 Exporteren 7.6 Archiveren 7.7 Toegang 7.8 Verwijderen Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 2 van 59

8. Testregistratie 8.1 Testselectie 8.1.1 Testregistratie starten 8.1.2 Vorige testregistratie hervatten 8.1.3 Uitloggen 8.2 Testregistratie 8.2.1 Item weergave 8.2.2 Lijst weergave 8.3.2 Bijlagen en schermafdrukken 8.3.3 Schermopnames 8.3.4 Stopwatch functie en bevindingen 8.3.5 Navigatie 8.3.6 Voltooien 8.3.7 Helpknop 9. Resultaten 9.1 Opvragen 9.2 Resultaten raadplegen 9.3 Wijzigen 9.4 Issues aanmaken en wijzigen 10. Issuemanagement 10.1 Issues raadplegen 10.2 Aanmaken en wijzigen 10.3 Verwijderen 11. Rapportage 11.1 Opvragen 12. Gebruikers, organisaties en overigen 12.1 Gebruikers 12.1.1 Aanmaken en wijzigen 12.1.2 Wachtwoord opnieuw instellen 12.1.3 Foto instellen en verwijderen 12.1.4 Verwijderen 12.2 Organisaties 12.2.1 Aanmaken en wijzigen 12.2.2 Logo instellen en verwijderen 12.2.3 Verwijderen 12.3 Leveranciers 12.3.1 Aanmaken en wijzigen 12.3.2 Logo instellen en verwijderen 12.3.2 Verwijderen 12.4 Applicaties 12.4.1 Aanmaken en wijzigen 12.4.2 Verwijderen 13. Begrippenlijst Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 3 van 59

1. Welkom Deze handleiding geeft u een overzicht van alle mogelijkheden die TestMonitor biedt. In deze inleiding staat voor wie deze handleiding is bedoeld en hoe deze is opgebouwd. 1.1 Doelgroep De handleiding is primair geschreven voor testcoördinatoren of anderen die zich bezig houden met meer dan alleen het registreren van testresultaten. De meeste hoofdstukken behandelen het gebruik van het beheer (gedeelte) van TestMonitor, waarin testtrajecten worden ingericht en testresultaten worden geanalyseerd en bewerkt. Het hoofdstuk Testregistratie voorziet in informatie voor het gebruik van het registratie (gedeelte) van TestMonitor. Deze informatie kan worden gebruikt om instructies te geven aan testers via een kickoff presentatie of door het desbetreffende hoofdstuk als PDF document te distribueren naar de gebruikers. Indien nodig kan de beknopte informatie uit het hoofdstuk Systeemeisen worden gebruikt om (systeem)beheerders op de hoogte te stellen van de vereisten van TestMonitor voor het gebruik op werkstations. Er bestaat echter ook een Technische Handleiding specifiek voor dit doel. Hierin worden, naast de herhaling van deze beknopte systeemeisen, alle systeemeisen per onderwerp in detail uiteengezet. 1.2 Indeling De structuur van deze handleiding is als volgt: Hoofdstukken 2, 3 en 4: algemene informatie voor het gebruik van TestMonitor. Systeemeisen, hoe in te loggen en hoe werken de basisfuncties en bedieningselementen. Hoofdstukken 5, 6 en 7: het benaderen van het beheer (gedeelte) van TestMonitor en het inrichten van een testtraject (waaronder het bewerken van een testscript) Hoofdstuk 8: het uitvoeren van de testregistratie Hoofdstukken 9, 10 en 11: het analyseren / bewerken van de testresultaten en beheren van issues Hoofdstuk 12: het inrichten van gebruikers, organisaties, applicaties en leveranciers voor algemeen gebruik in TestMonitor. Hoofdstuk 13: een overzicht van gehanteerde definities in deze handleiding Veel plezier met het gebruik van TestMonitor. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 4 van 59

2. Systeemeisen TestMonitor is ontworpen om op zo veel mogelijk platformen en met zo veel mogelijk browsers te werken. In dit hoofdstuk zijn de eisen voor het beheer en het testregistratie gedeelte opgenomen. Deze informatie kan gebruikt worden om te bepalen of de testomgeving waarop TestMonitor gebruikt dient te worden geschikt is. U kunt ook terecht in de Technische Handleiding, die al deze systeemeisen per onderwerp in detail uiteenzet. TestMonitor is beschikbaar via app.testmonitor.com en heeft de volgende systeemeisen: Onderdeel Internetverbinding Schermresolutie Webbrowser Java Besturingssysteem Vereist Breedband 1024x768 of hoger Chrome 10 of nieuwer of Firefox 3.5 of nieuwer of Internet Explorer 8/9/10 of Safari 3 of nieuwer. De nieuwste versie van: Oracle Java 1.6 of Oracle Java 1.7* Oracle Java 1.8* Windows XP of nieuwer, MacOS X** 10.6 of nieuwer, ***Linux / BSD / unix * Oudere versies van Java worden uit veiligheidsoverwegingen soms uitgeschakeld door de browser of Oracle zelf. ** MacOS X ondersteund slechts 64bits java, waardoor Chrome daar niet volledig werkt; *** Enkele linux versies komen niet standaard met een grafishe omgeving, die wel vereist is voor de applicatie. N.B. Java is niet noodzakelijk voor het gebruik van TestMonitor, maar is wel noodzakelijk voor de geavanceerde extra functionaliteiten. De gemakkelijke sneltoetsen voor stopwatch, schermafdruk en scherm opname faciliteiten in de testregistratie werken niet zonder Java, evenals het afspelen van deze schermopnames in de beheer omgeving. Alle overige kern functionaliteiten van TestMonitor zullen echter wel functioneren zoals in dit document is beschreven. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 5 van 59

3. Opstarten TestMonitor is een webapplicatie, afgeschermd met een persoonlijke login. Om toegang te krijgen tot de applicatie, voert u de volgende stappen uit: 1. 1 Start de webbrowser op uw computer 2. Vul het volgende adres in: app.testmonitor.com U kunt ook naar testmonitor.com gaan en vervolgens uw muiscursor naar de tekst Inloggen op TestMonitor rechtsbovenin bewegen en daar op Klikken. Als u nog niet bent ingelogd, verschijnt het inlogscherm; vul uw e mailadres en wachtwoord in en klik op Inloggen. Als u nog geen gebruikersaccount heeft, kunt u een (andere) testcoördinator vragen om er een voor u te maken. Als u een account heeft, maar uw wachtwoord bent vergeten, klikt u op Herstel Nu >>. Als u uw e mailadres dan opgeeft, zal TestMonitor een e mail sturen met een nieuw wachtwoord. Nadat u bent ingelogd, kunt u eventueel uw wachtwoord veranderen naar uw eigen voorkeur. 1 Niet iedere webbrowser is compatibel met TestMonitor. Raadpleeg de systeemeisen om te bepalen welke browsers geschikt zijn. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 6 van 59

4. Gebruik Nadat u bent ingelogd, bevindt u zich waarschijnlijk in het beheergedeelte van TestMonitor. Gebruikers met alleen autorisatie om te testen worden direct doorgestuurd naar de registratie omgeving die beschreven is in hoofdstuk 8. Alle overige gebruikers komen terecht in de beheer omgeving. Deze paragraaf beschrijft een aantal bedieningselementen die terugkeren in de gehele applicatie en die voorzien in onder meer de navigatie van TestMonitor, zoekfuncties en gebruikersopties. Welke elementen u daadwerkelijk te zien krijgt, hangt af van de rollen (en de daaruit voortvloeiende rechten) die aan u zijn toegekend. 4.1 Applicatiemenu Het applicatiemenu is verticaal geplaatst aan de linker kant van het applicatievenster en bevat verschillende stroken met pictogrammen en bijbehorende tekst. Door te klikken op een van de opties, activeert u óf het bijbehorende submenu, óf het bijbehorende scherm, waardoor u de verschillende onderdelen van TestMonitor kunt opvragen en laden. Projecten, bijvoorbeeld, heeft geen submenu. Alleen Beheer en Acceptatietest hebben een submenu, waarmee u de overige onderdelen van de applicatie kunt bereiken. Let op: Afhankelijk van welke rollen u heeft, kan dit menu er anders uitzien. Afbeelding : Het volledige hoofdmenu Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 7 van 59

4.2 Accountmenu U kunt het account menu vinden door rechtsboven in het scherm op uw naam te klikken. In dit menu kunt u de instellingen van uw account beheren, uitloggen of uw wachtwoord aanpassen. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 8 van 59

4.3 Helpfunctie Rechts onderaan ieder scherm in de beheer omgeving vindt u de knop Ondersteuning. Door hier op te klikken, komt u in ons supportsysteem Zendesk. U kunt daar: Zoeken in het kennissysteem van TestMonitor. Chatten met een supportmedewerker Een ondersteuningsaanvraag indienen Afbeelding : Het scherm dat verschijnt wanneer u op Ondersteuning klikt. 4.4 Lijsten In verschillende onderdelen van TestMonitor wordt gebruik gemaakt van een overzichtslijst gecombineerd met een aantal acties (bijv. toevoegen of verwijderen). 4.4.1 Werkbalken en contextmenu s Iedere lijst gaat gepaard met een aantal acties die uitgevoerd kunnen worden: het aanmaken van een project, het verwijderen van een gebruiker of het koppelen van een testscript. Deze acties zijn toegankelijk via de werkbalken, het contextmenu en, indien aanwezig, de menuknop. Contextmenu's worden opgeroepen door ergens met de rechter muisknop op te klikken. Waar geen menuknop is, kunt u meestal dit menu via de rechter muisknop oproepen. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 9 van 59

De werkbalk bevindt zich boven iedere lijst en toont alleen die acties, die betrekking hebben op de weergegeven lijst zelf. In dit geval zijn dit, van links naar rechts, Zoeken, overzicht verversen/herladen, archief weergave in of uitschakelen en een Testtraject toevoegen. Het contextmenu bevat alle acties die uitgevoerd kunnen worden op de corresponderende objecten. Om dit te bereiken, kan overal op de regel worden rechtsgeklikt, of op de menuknop aan het rechter einde van de regel worden geklikt. Let op dat in sommige gevallen, zoals bij het bewerken van bijlagen, er geen ruimte is voor een menuknop, waardoor alleen rechtsklikken mogelijk is om dit menu op te roepen. Het uitgeklapte menu voor testtrajecten ziet u als voorbeeld op de afbeelding rechts van deze tekst. Let op: In een aantal gevallen kan het overzicht alleen lezen of specifieke acties toelaten, zoals bij Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 10 van 59

opmerkingen bij issues. In dit geval zal er geen contextmenu verschijnen bij rechtsklikken. 4.4.2 Zoeken De zoekfunctie is te herkennen aan het tekstvak met een vergrootglas en is geplaatst in de linkerbovenhoek van iedere lijst. In het tekstvak kunt u één of meerdere zoektermen opgeven. De regels waar de zoektermen in voorkomen, worden vervolgens in de lijst weergegeven (alle overige regels worden weggelaten). Sluit uw invoer altijd af met de Enter toets om het zoeken te starten. U kunt daarna de zoekactie weer annuleren door te klikken op het kruis langs dit vergrootglas. NB: Zoekacties zijn niet hoofdlettergevoelig. Een aantal zoekvoorbeelden: Kwaliteit : resulteert in alle regels waar het woord kwaliteit in voorkomt, inclusief kwaliteitsmeter en testkwaliteit. TestGear (in projecten): resulteert in alle projecten waarin TestGear vermeld wordt, inclusief de naam, omschrijving en het standaard verborgen eigenaar veld. overgeslagen Hans (in resultatenoverzicht): resulteert in alle resultaten met de status overgeslagen of de tekst overgeslagen in de omschrijving van de testers die Hans heten (voornaam of achternaam). 2013 (in projecten): resulteert in alle projecten die beginnen, eindigen, zijn aangemaakt of zijn bijgewerkt in 2013. Of dit in hun omschrijving of titel hebben NB: zoeken in juni 2014 werkt niet. zoek dan naar 2014 06 aangezien de datum notatie van de vorm YYYY MM DD is. 4.4.3 Sorteren, groeperen en filters Alle lijsten zijn voorzien van kolomkoppen die toegang geven tot sorteer en filterfuncties. U sorteert op een veld door eenvoudigweg op de kolomkop te klikken; automatisch zal er oplopend (A>Z) gesorteerd worden op de gekozen kolom. Als u nogmaals klikt op de kolomkop, zal er aflopend (Z>A) gesorteerd worden. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 11 van 59

Afbeelding : Filteren op datum U kunt ook klikken op het rechter uiteinde van iedere kolomkop. Zodra u de muis cursor naar een kolomkop beweegt, verschijnt een neerwaartse pijl op het uiteinde van deze kolom. Hiermee krijgt u toegang tot alle weergave bewerkingen die op de lijst kunnen worden gemaakt. U kunt hier onder meer kiezen voor oplopend en aflopend sorteren, maar ook voor Groeperen en Filters. Groeperen werkt hetzelfde als oplopend sorteren op een bepaalde kolom, met als verschil dat in de resultaten lijst wordt weergegeven om welke groep het gaat, bij het begin van iedere groep. Sorteren gebeurt daarna per groep, zodat maximaal op 2 kolommen gesorteerd kan worden. U kunt het groeperen opheffen door het menu naast een van de kolommen te openen en Groepeer op uit te vinken (door erop te klikken). Filters werken ongeveer hetzelfde als de zoekfunctie, maar deze beperken zich tot een enkele kolom en zijn aangepast aan de gegevenssoort in de kolom. Voorbeeld: voor datums bestaat de mogelijkheid om voor, na of op een gekozen datum te filteren. N.B.: Filters werken ongeveer hetzelfde als de zoekfunctie maar kunnen niet worden gebruikt op kolommen die vrije tekst bevatten. In tegenstelling tot de zoekfunctie, kunnen filters echter wél gebruikt worden om de gegevens die u wilt exporteren te limiteren en kunnen er meerdere tegelijk actief zijn. Actieve filters op een kolom zorgen ervoor dat de kolomkop vetgedrukt verschijnt. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 12 van 59

Figuur : Resultaten gegroepeerd op bevinding 4.4.4 Kolomweergave Iedere lijst geeft een set van standaard kolommen weer. Het is ook mogelijk deze standaardkolommen te verbergen en niet getoonde kolommen weer te geven. Door het menu naast een willekeurige kolom te openen, kunt u in het menu Kolommen kiezen welke kolommen wel en niet getoond moeten worden. Afbeelding boven : Onderdeel van een kolomkop. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 13 van 59

U kunt de kolommen breder en smaller maken door de uiterste eindes van de kolomkoppen te verslepen (de cursor veranderd in een dubbele pijl). Ook is het mogelijk om de kolomvolgorde aan te passen door de kolomkoppen horizontaal te verslepen. 4.5 Toegang/autorisatie, rollen en objecten Met ingang van versie 4.3 is in de TestMonitor de autorisatie sterk uitgebreid. Zo kan worden ingesteld welke bewerkingsmogelijheden een gebruiker heeft. Dit noemen we een rol (beheer, issuemanagement, rapportage etc.) Daarnaast kan de toegang worden beperkt tot bepaalde objecten (projecten, testen, testscripts). De mogelijkheden van de verschillende rollen zijn beschreven in paragraaf 12.1. Als een gebruiker beperkte toegang heeft (zie paragraaf 12.1) dan moet deze naast een of meerdere rollen expliciet toegang krijgen tot objecten. Deze toegang kan verleend worden op de volgende 3 hiërarchische niveaus: 1. Projecten 2. Testen 3. Testscripts Een gebruiker die toegang is verleend tot een project, heeft dus ook automatisch toegang tot alle testen die onder dat project vallen etc. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 14 van 59

4.6 Standaard knoppen Term Ladeknop Beschrijving Dit is de knop die gebruikt wordt om de archief weergave van een lijst aan of uit te zetten. Menuknop Verversknop Deze knop, als deze bestaat, is altijd te vinden op het rechter einde van een regel in een lijst. Deze knop kan gebruikt worden om het contextmenu op te roepen; dit kan ook met de rechter muisknop Met deze knop wordt de schermweergave ververst. Dit gebeurt in de meeste gevallen ook automatisch. Uitklapknop Hiermee wordt in de procesweergave bij testscripts het weergeven van alle niveau s in en uitgeschakeld Venstergrootte knop Schakelt tussen de ingestelde venstergrootte en maximale grootte Exportknop Start een export van de weergegeven gegevens Relatiesknop Toont de relaties tussen resultaten en issues (en vice versa) Sluitknop in /uitvouwknoppen Sluit het scherm af Klappen schermdelen in en uit Pijlknoppen Verplaatsen objecten (groepsgewijs) tussen 2 lijsten Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 15 van 59

5. Dashboard Nadat u bent ingelogd, verschijnt het dashboard van TestMonitor. Hierin bevindt zich het welkomstpaneel en een weergave van uw gebruikersgegevens. Ieder vak kan ingeklapt en uitgeklapt worden. In het rechter vak ziet u ook de specifieke eigenschappen van uw account, met bovenin de profielfoto (indien ingesteld). Via het accountmenu kunt u hiervoor zelf een foto uploaden, (maximale weergave van 100 pixels hoog en 200 pixels breed), die daarna op uw dashboard en in de gebruikerslijst zullen worden weergegeven. 5.1 Accountmenu Via het accountmenu, dat u kunt openen door op uw naam te klikken, kunt u de volgende zaken regelen: 5.1.1 Profiel wijzigen Hiermee kunt u een aantal van uw profielgegevens instellen en wijzigen. Voor sommige wijzigingen (zoals een andere taalkeuze) moet u uitloggen en opnieuw inloggen voor ze effectief worden. Let op: uw e mail adres is ook uw login. Dit moet een geldig e mail adres zijn. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 16 van 59

5.1.2 Wachtwoord wijzigen Geef bij voorkeur een wachtwoord op met cijfers, hoofd en kleine letters, een leesteken en met een lengte van minimaal 8 tekens. 5.1.3 Foto U kunt een foto toevoegen. De foto mag maximaal 1 Mb groot zijn en moet een.jpg,.gif of.png bestandsformaat hebben. Via deze menukeuze kunt u de foto ook weer verwijderen. 5.1.4 Licentie Wanneer u de TestMonitor gebruikt bij of voor verschillende organisaties (b.v. vanuit een rol als consultant of softwareleverancier), dan is de keuze optie licentie van belang. U logt dan nog steeds in via de centrale URL van TestMonitor, maar u kunt via de keuze in het submenu licentie instellen voor welke orga nisatie u verder wilt werken in de applicatie. Uiteraard worden dan alleen de projecten en gegevens van die organisatie getoond. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 17 van 59

6. Projecten en testtrajecten De onderdelen Project en Testen zijn het startpunt voor de inrichting van het testtraject. In dit hoofdstuk omschrijven we het gebruik hiervan. 6.1 Projecten U kunt het onderdeel Project selecteren door op het gelijknamige item in het applicatiemenu te klikken. Nadat u hierop geklikt heeft, verschijnt het overzicht van projecten. 6.1.1 Aanmaken en wijzigen U kunt een project toevoegen of wijzigen door de volgende stappen uit te voeren: 1. Klik in de werkbalk op Project toevoegen... of, om te wijzigen, dubbelklikt u op een regel of selecteert u Wijzigen... in het contextmenu voor de regel die u wilt aanpassen. En in het daarna verschijnende scherm: 2. Vul de naam en omschrijving van het project in. 3. Vul de start en einddatum van het project in. 4. Klik op OK om het project toe te voegen of te wijzigen. Let op: Testtrajecten die onder dit project worden aangemaakt, kunnen alleen beginnen en eindigen tussen (maar inclusief) deze start en eind datum Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 18 van 59

6.1.2 Verwijderen U kunt een project verwijderen door deze optie te selecteren uit het contextmenu dat tevoorschijn komt door of op de menuknop achter een regel te klikken, of rechts op die regel te klikken. Deze actie is alleen mogelijk als er nog geen testresultaten of issues voor dit project bestaan. Let op: Deze actie kan niet ongedaan gemaakt worden! 6.1.3 Archiveren Als een project voltooid is en u wilt het project onzichtbaar maken in de rest van de applicatie, dan kunt u het project archiveren. Als u een project archiveert, worden ook de bijbehorende testen en resultaten gearchiveerd. Klik daarvoor op de menuknop achter het project dat u wilt archiveren, of met de rechtermuisknop op de regel van dit project, en selecteer dan Archiveren in dit contextmenu. Nadat u bevestigd heeft, zal het project uit de lijst verdwijnen. Als u het projectarchief wilt raadplegen of een project uit het archief wilt halen, moet u eerst de archiefweergave activeren. Klik daarvoor op de ladeknop links naast de knoppen in de bovenbalk (rechts van het zoekveld) om de gearchiveerde projecten te tonen. Selecteer dan Dearchiveren uit het contextmenu voor het project dat u wilt dearchiveren, te bereiken via de menuknop of de rechtsklik. 6.1.4 Toegang Via de menuknop kunt u (groepen) gebruikers toegang geven.. Klik daarvoor op Toegang..., selecteer een of meerdere gebruikers en versleep deze of klik op de pijlknoppen in het midden. Een algemene beschrijving van het toegangsmechanisme staat in paragraaf 4.5 Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 19 van 59

NB: Gebruikers die toegang hebben tot een project, krijgen ook toegang tot de onderliggende testtrajecten. 6.2 Testtrajecten U kunt het onderdeel Testen selecteren door in het applicatiemenu te klikken op Acceptatietest => Testen. Nadat u hierop geklikt heeft, verschijnt het overzicht van testtrajecten. 6.2.1 Aanmaken en wijzigen U kunt een testtraject toevoegen of wijzigen door de volgende stappen uit te voeren: 1. Klik in de werkbalk op Testtraject toevoegen... of, om te wijzigen, dubbelklikt u op een regel of selecteert u Wijzigen... in het contextmenu voor de regel die u wilt aanpassen. En in het daarna verschijnende scherm: 2. Selecteer het project waarvan deze test deel uitmaakt. 3. Vul de naam en omschrijving van het testtraject in. 4. Selecteer de applicatie die u gaat testen. 5. Vul de start en einddatum van het testtraject in 6. Klik op OK om het testtraject toe te voegen of te wijzigen. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 20 van 59

6.2.2 Archiveren Als een testtraject voltooid is en u wilt de test onzichtbaar maken in de rest van de applicatie, dan kunt u het testtraject archiveren. Klik op de menuknop achter het testtraject die u wilt archiveren en selecteer in het contextmenu op Archiveren. Nadat u bevestigd heeft, zal het testtraject uit de lijst verdwijnen. Als u het testarchief wilt raadplegen of een testtraject uit het archief wilt halen, moet u de archiefweergave activeren. Klik daarvoor op het lade pictogram dat zich links van de overige knoppen bevind, rechts van het zoekveld. Klik op de menuknop achter het testtraject die u wilt de archiveren en klik in het contextmenu op Dearchiveren om het testtraject uit het archief te halen. 6.2.3 Testscripts toewijzen U kunt één of meerdere testscripts toewijzen aan een testtraject om testers de mogelijkheid te geven om de toegewezen scripts te doorlopen. Zie het volgende hoofdstuk voor uitleg over het aanmaken en wijzigen van testscripts. Let op: Als u toewijzingen van een script aan een testtraject weghaalt kunt, zullen de resultaten Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 21 van 59

geregistreerd op dat testscript in dat specifieke testtraject daardoor niet meer terug te vinden zijn totdat u dit script opnieuw toewijst! U kunt testscripts pas toewijzen als er zowel een testtraject als één of meerdere testscripts bestaan. Selecteer de menuknop van een test in het overzicht en klik vervolgens op Scripts toewijzen.... Het venster bevat twee lijsten: de linker bevat de toegewezen testscripts, de rechter bevat de beschikbare (niet toegewezen) testscripts. U kunt twee acties uitvoeren: één of meerdere scripts toewijzen door deze in de rechter lijst te selecteren en te verslepen naar de linker lijst. Een script toewijzing ongedaan maken door deze te selecteren en te verslepen naar de rechter lijst. Verslepen kan zowel met de muis als door de 2 pijlknopjes in het midden tussen de 2 lijsten te gebruiken. Sluit het venster af door te klikken op Sluiten. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 22 van 59

6.2.4 Hertest Als een testtraject is afgerond, kunt u met TestMonitor op 3 manieren een hertest aanmaken: 1. Maak handmatig een nieuw testtraject aan waaronder u dezelfde testscript(s) hangt als onder het originele testtraject. Let op: Dit testscript kunt u straks niet aanpassen. 2. Een kopie van de oorspronkelijke test, aan te maken door in het contextmenu te kiezen voor Hertest => Hertest (compleet) toevoegen Dit contextmenu bereikt u door achter het relevante testtraject op de menuknop te klikken. Bij deze methode wordt het testscript gedupliceerd zonder aanpassingen. 3. Een kopie van de oorspronkelijke test, aan te maken door in het contextmenu te kiezen voor Hertest => Hertest (issues) toevoegen Dit contextmenu bereikt u door achter het relevante testtraject op de menuknop te klikken. Bij deze methode wordt het testscript gedupliceerd en alle teststappen en onderdelen zonder issue gedeactiveerd. Bij het aanmaken van een hertest via het menu zal TestMonitor de volgende acties uitvoeren: 1. Een kopie van het testtraject wordt gemaakt. 2. De toegewezen testers aan de oorspronkelijke test worden toegewezen aan de de kopie van het testtraject. 3. Er worden kopieën gemaakt van de toegewezen testscripts, waarbij de relatie met de bijbehorende issues worden behouden. Afhankelijk van het hertesttype zullen de teststappen en testonderdelen gedeactiveerd worden. 4. De kopieën van de testscripts worden toegewezen aan de kopie van het testtraject. Bij het handmatig aanmaken van een hertest zult u al deze stappen handmatig moeten doorlopen, maar kunt u per testscript kiezen om het origineel te hergebruiken, dit te dupliceren, of helemaal niet meer te behandelen in de hertest. Let er wel op dat bij het hergebruiken van een testscript stappen waarvoor resultaten bestaan niet meer aangepast mogen worden. De issues die zich voordeden bij de oorspronkelijke test zijn ook beschikbaar voor de hertest. U kunt deze issues raadplegen door in het contextmenu van dat testtraject te kiezen voor Hertest => Toon issues..., dat te bereiken is door op de menuknop te klikken. 6.2.5 Toegang Via de menuknop kunt u (groepen) gebruikers toegang geven tot een testtraject. Klik daarvoor op Toegang..., selecteer een of meerdere gebruikers en versleep deze of klik op de pijlknoppen in het midden. Een algemene beschrijving van het toegangsmechanisme staat in paragraaf 4.5 Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 23 van 59

6.2.7 Verwijderen U kunt een testtraject verwijderen door in het menu achter de menuknop op Verwijderen te klikken. Deze actie is alleen mogelijk als er nog geen testresultaten of issues voor deze test bestaan. Let op: Deze actie kan niet ongedaan gemaakt worden! Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 24 van 59

7. Testscripts U kunt het onderdeel Testscripts selecteren door in het applicatiemenu te klikken op Acceptatietest => Testscripts. Nadat u hierop geklikt heeft, verschijnt het overzicht van testscripts. 7.1 Aanmaken en wijzigen U kunt een testscript toevoegen of wijzigen door de volgende stappen uit te voeren: 1. Klik in de werkbalk op Testscript toevoegen..., of, om te wijzigen, selecteert u Wijzigen... in het contextmenu voor de regel die u wilt aanpassen. En in het daarna verschijnende scherm: 2. Vul de naam en omschrijving van het testscript in. 3. Vul de versie van het testscript in 4. Kies het type script (weergeven per item of per onderdeel). Dit bepaalt de weergave van teststappen en onderdelen in de testregistratie. Raadpleeg het onderdeel Testscript bewerken en het hoofdstuk testregistratie voor meer informatie. 5. Klik op OK om het testscript toe te voegen of te wijzigen. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 25 van 59

7.2 Bewerken Een testscript bestaat uit testonderdelen en teststappen. De inhoud van een testscript kunt u bewerken door op de menuknop te klikken en in het menu te klikken op Bewerken..., of gewoon op de betreffende regel te dubbelklikken. Er verschijnt een dialoogvenster met daarin 3 panelen: aan de linkerkant is er ruimte voor een boomstructuur waarin de (sub)onderdelen worden weergegeven (initieel zal er alleen de naam van het testscript staan); in het midden wordt een lijst getoond waarin de teststappen voor het momenteel geselecteerde onderdeel staan; Aan de rechterkant is aan de bovenkant het paneel om Tags (labels) toe te voegen aan de momenteel geselecteerde teststap. Daaronder is een paneel waarin de gekoppelde bijlagen voor een teststap staan en gewijzigd kunnen worden, terwijl helemaal onderaan een ingeklapt paneel is waarin het Extra veld ingevuld kan worden. Bijlagen zijn ook voor testers in de testregistratie zichtbaar. Aanwezigheid daarvan wordt middels een icoon gesignaleerd. Het Extra veld en de Tags zijn niet zichtbaar in de testregistratie. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 26 van 59

Afhankelijk van het scripttype worden de testonderdelen en teststappen gerepresenteerd voor de tester: Item weergave: iedere stap wordt separaat weergegeven in de testregistratie. Gebruik de testonderdelen om de teststappen in een structuur te plaatsen; bijv. het testonderdeel proces 1, onderliggend onderdeel subproces 1.1. Lijst weergave: in deze weergave worden alle stappen onder een bepaald testonderdeel weergegeven. Dit scripttype is zeer geschikt voor conversietesten. Hanteer hierbij de volgende indeling: Conversie item Plaatsing Voorbeeld Testobject Testonderdeel 1e niveau Persoon, Contract Steekproef Testonderdeel 2e niveau Persoon 1554, Contractnr. 15A Veld Teststap onder 2e niveau Voornaam, Achternaam, Contractversie Bij het gebruik van de lijstweergave gelden de volgende beperkingen: Testonderdelen op het 3e niveau of lager worden niet weergegeven Gebruik maximaal 50 teststappen (velden) per testonderdeel 7.2.1 Testonderdelen In het Testscript bewerken venster kunt u testonderdelen raadplegen, aanmaken, wijzigen en verwijderen. Tevens zijn er een aantal extra functies waarmee u de boom eenvoudiger kunt bewerken. Alle functies zijn toegankelijk via de rechtermuisknop; toevoegen en verwijderen zijn ook beschikbaar via de werkbalk. Verversen alleen via de menubalk onderaan. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 27 van 59

In de testonderdeel boom kun u de volgende acties uitvoeren: Testonderdeel toevoegen : selecteer het proces waaronder het nieuwe onderdeel toegevoegd moet worden (of kies voor de naam van het testscript als u een hoofdonderdeel wil toevoegen). Klik op Toevoegen... en er verschijnt een nieuw testonderdeel. U kunt direct het onderdeel een andere naam geven. Testonderdeel activeren / deactiveren : hiermee kunt u onderdelen tonen (activeren) en verbergen (deactiveren) voor de tester. Alles uitklappen / inklappen: deze actie zal elk testonderdeel in de boom uit of inklappen. Kopiëren / plakken : hiermee kunt u processen kopiëren en daarna plakken in een nieuwe locatie. Bij het kopiëren worden automatisch alle onderliggende onderdelen en bijbehorende teststappen gekopieerd. Verversen : vernieuwt de boom onder het geselecteerde testonderdeel. Hernoemen : bewerkt de naam van het testonderdeel. Verwijderen : verwijdert het proces en de onderliggende testonderdelen en bijbehorende teststappen. Dit is alleen mogelijk wanneer er nog geen testresultaten bij de onderliggende stappen zijn geregistreerd. Let op: Deze actie kan niet ongedaan gemaakt worden! Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 28 van 59

Er zijn ook nog enkele muisacties beschikbaar: Testonderdeel verslepen binnen bovenliggend onderdeel : wijzigt de volgorde. Testonderdeel verslepen buiten bovenliggend onderdeel : verplaatst het testonderdeel binnen de procesboom Klikken op testonderdeel: bewerkt de naam van het onderdeel. 7.2.2 Teststappen Naast de testonderdeel boom bevindt zich het stappenoverzicht. Als u op een onderdeel klikt, verschijnen de teststappen voor het gekozen testonderdeel. Alle functies voor het bewerken van teststappen zijn toegankelijk via de rechtermuisknop, behalve toevoegen; toevoegen en verwijderen zijn ook beschikbaar via de werkbalk. Via de verversen knop rechtsonder kunt u de weergave verversen. Met de uitklap knop kan worden geschakeld tussen weergave van alleen het geselecteerde proces, of ook alle onderliggende onderdelen/stappen. De laatste weergave is vooral handig om snel een teststap terug te vinden. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 29 van 59

In het stappenoverzicht kun u de volgende acties uitvoeren: Stap toevoegen : klik op toevoegen en er verschijnt een nieuwe teststap. U kunt direct de teststap bewerken. Stap activeren / deactiveren : hiermee kunt u stappen tonen (activeren) en verbergen (deactiveren) voor de tester. Kopiëren / plakken : hiermee kunt u teststappen kopiëren en plakken in een nieuwe locatie. Wijzigen : bewerkt de teststap. Wijzigen met opmaak : bewerkt de teststap met opmaakmogelijkheden (vet, cursief, kleuren). Verwijderen : verwijdert het proces en de onderliggende testonderdelen en bijbehorende teststappen. Let op: Deze actie kan niet ongedaan gemaakt worden! Bij iedere teststap kan daarnaast nog aanvullende informatie worden opgenomen: Tags (labels) om snel stappen te kunnen groeperen en opzoeken. Een nieuwe tag kan eenmalig worden ingevoerd en blijft daarna in het lijstje beschikbaar. Een tag kan van een teststap worden verwijderd door op het prullenbakje ernaast te klikken. Bijlagen kunnen worden toegevoegd die relevant zijn voor de uitvoering van de teststap; bijvoorbeeld testdata, aanvullende instructies of een afbeelding. De aanwezigheid van bijlagen wordt middels een icoontje in de testregistratie weergegeven. Er zijn ook nog enkele muisacties beschikbaar: Stap verslepen: wijzigt de stapvolgorde. Dubbelklikken op teststap: bewerkt de teststap Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 30 van 59

Afbeelding : Tags en bijlagen bewerken. 7.3 Dupliceren Als u een testscript wilt hergebruiken en eventuele bijbehorende resultaten en issues niet wilt meenemen, kunt u het script dupliceren. Klik op de menuknop en in het menu op dupliceren. Nadat u bevestigd heeft, zal een kopie van het testscript in de lijst verschijnen. Let op: Het dupliceren van een groot testscript kan enige tijd in beslag nemen. 7.4 Importeren Testscripts kunnen geïmporteerd worden via het Excel (XLS en XLSX) formaat. De optie vindt u in het contextmenu van een testscript, waar u kunt klikken op Importeren. U krijgt dan de mogelijkheid om een Excel bestand te uploaden. Nadat uw bestand is verstuurd, kan de import geconfigureerd worden. Kies het werkblad waar uw stappen op staan vermeld en selecteer de juiste kolomtoewijzingen. Klik op Importeren om de processen en teststappen uit te lezen en op te slaan. Het formaat voor de te importeren testscript is gelijk aan geëxporteerde scripts. Dit heeft als gevolg dat een geëxporteerd script eenvoudig weer opnieuw geïmporteerd kan worden. Tijdens de import worden bestaande scriptstappen herkend, zodat alleen de wijzigingen en aanvullingen worden geïmporteerd. U kunt hier een voorbeeld sjabloon vinden ; ook kunt u een export als voorbeeld gebruiken. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 31 van 59

Het is veilig om de import opnieuw uit te voeren op hetzelfde tabblad van hetzelfde bestand. Bijvoorbeeld wanneer slechts een paar kleine wijzigingen aan het document zijn gemaakt: De importeur zal slechts deze nieuwe en aangepaste teststappen importeren en aanpassen. Deze teststappen worden daarbij geïdentificeerd door de plek waar zij in de boom voortkomen in welke map en de precieze teststap omschrijving. Wijzigingen in de volgorde (van teststappen) zullen niet worden verwerkt; teststappen die in de spreadsheet zijn verwijderd worden niet automatisch uit TestMonitor verwijderd. 7.5 Exporteren Testscripts kunnen geëxporteerd worden naar PDF en Excel (XLS en XLSX) formaat. Klik op de menuknop, ga in het menu naar Exporteren en klik daarna op het gewenste formaat. Het complete testscript zal als download beschikbaar gesteld worden. Het geëxporteerde Excel bestand is ook weer te importeren 7.6 Archiveren Als een testscript niet meer nodig is en u wilt het script onzichtbaar maken in de rest van de applicatie, dan kunt u het testscript archiveren. Klik daarvoor in het contextmenu op Archiveren. Nadat u bevestigd heeft, zal het testscript uit de lijst verdwijnen. Als u het testscriptarchief wilt raadplegen of een test uit het archief wilt halen, moet u de archiefweergave activeren. Klik op het lade pictogram rechts van het zoekveld de meest linkse knop om de gearchiveerde testscripts te tonen. Open dan het contextmenu en klik op Dearchiveren om het testtraject uit het archief te halen. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 32 van 59

7.7 Toegang Via de menuknop kunt u (groepen) gebruikers toegang geven tot een testscript. Klik daarvoor op Toegang..., selecteer een of meerdere gebruikers en versleep deze of klik op de pijlknoppen in het midden. Een algemene beschrijving van het toegangsmechanisme staat in paragraaf 4.5 7.8 Verwijderen U kunt een testscript verwijderen door te klikken op de menuknop en in het menu Verwijderen te selecteren. Deze actie is alleen mogelijk als er nog geen testresultaten of issues voor deze test bestaan. Let op: Deze actie kan niet ongedaan gemaakt worden! Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 33 van 59

8. Testregistratie De testregistratie is een aparte applicatieomgeving. Afhankelijk van uw rechten wordt deze direct opgestart (als u geen toegang heeft tot andere delen van TestMonitor) of is ze toegankelijk vanuit het applicatiemenu van de beheeromgeving. Om toegang te krijgen tot het testregistratie gedeelte van de applicatie, voert u de volgende stappen uit: 1. Start de webbrowser op uw computer 2. Vul het adres in: app.testmonitor.com Aangezien dit adres nogal lang is, kunt u ook naar testmonitor.com gaan en daar Inloggen op TestMonitor rechtsbovenin selecteren en daarna op Direct inloggen klikken. Als u nog niet bent ingelogd, verschijnt het inlogscherm; vul uw e mailadres en wachtwoord in en klik op Inloggen. Als u nog geen gebruikersaccount heeft, kunt u een testcoördinator vragen om er een voor u aan te maken. Als u een account heeft, maar uw wachtwoord bent vergeten, klikt u op Herstel Nu >>. Als u uw e mailadres opgeeft, zal TestMonitor een e mail sturen met een nieuw wachtwoord. Nadat u bent ingelogd, kunt u eventueel uw wachtwoord veranderen naar uw eigen voorkeur. Afbeelding : Het inlog scherm.. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 34 van 59

8.1 Testselectie Nadat u bent ingelogd, bevindt u zich in de testselectie van TestMonitor. In dit scherm bepaalt u welke test, welk script en proces u gaat testen. 8.1.1 Testregistratie starten Als u een nieuwe testsessie wilt starten, klikt u op Testregistratie starten.... U wordt gevraagd om de test, het script en het (sub)proces te kiezen voor de testregistratie. Nadat u deze keus heeft gemaakt, wordt u direct doorgeleid naar de testregistratie. Wanneer een test, script of (sub)proces lichter gekleurd wordt weergegeven, betekent dit dat u het betreffende onderdeel al een keer helemaal hebt doorlopen. Dit is puur een geheugensteuntje. U kunt desgewenst de actie gewoon opnieuw doen. 8.1.2 Vorige testregistratie hervatten Om uw vorige testsessie te hervatten, klikt u op V orige testregistratie hervatten. U wordt direct doorgeleid naar de teststap in het registratiescherm waar u vorige keer bent gestopt. 8.1.3 Uitloggen In het testselectie scherm bevindt zich rechtsboven een link met de tekst Uitloggen. Als u uitlogt, wordt uw sessie beëindigd en moet u opnieuw inloggen om in het selectiescherm te komen. Let op: Als u in de registratie uitlogt, en u heeft toegang tot de beheer omgeving, dan wordt u ook meteen uitgelogd in de beheer omgeving! KLANT/PROJECT VERSIE DATUM AUTEUR Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK PAGINA 35 van 59

8.2 Testregistratie Na de testselectie wordt u naar het registratiescherm gestuurd. In dit scherm legt u uw bevindingen vast gedurende de test. De weergave van dit scherm hangt af van het scripttype. 8.2.1 Item weergave Bij het type item weergave worden de teststappen van het testscript afzonderlijk weergegeven. Deze testvorm is geschikt voor functionele tests, waarbij iedere teststap een gedetailleerde handeling omschrijft. In het midden van het registratiescherm staan de huidige teststap en de bijbehorende resultaten: Teststap : in het linkergedeelte staat de teststap, samen met (sub)proces waaronder deze stap valt. Resultaten : in het rechter gedeelte staan de resultaten. Ieder resultaat wordt getoond als een tabblad. Een resultaat bestaat uit een bevinding ( smiley ), verklaring en bijlagen. U kunt een nieuw resultaat toevoegen door op het tabblad met de plus te klikken; er zal dan een nieuw tabblad verschijnen. Een resultaat verwijderen kan door met de muiscursor boven de tab te hangen en te klikken op het kruisje. NB: wijzigingen op dit scherm worden vrijwel direct door de applicatie opgeslagen. Een teststap kan worden voorzien van extra informatie (bijvoorbeeld een waarschuwing dat er zich een bekend issue voordoet bij deze stap, dat in een vorige test hier zich een issue voordeed (bij een hertest) of dat er bijlagen aanwezig zijn die de stap nader toelichten). Deze informatie wordt als pictogram onder de teststap weergegeven. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 36 van 59

Als er met de muiscursor over een pictogram onder de teststap wordt bewogen, verschijnt de informatie in een tekstballon. Er zijn vier bevindingen bij een testresultaat mogelijk: Goed : het resultaat van de teststap is conform verwachting. Neutraal : het resultaat is conform verwachting, maar er is een kleine fout opgetreden (cosmetisch, tekstueel, etc.) Fout : er is een fout opgetreden. Blokkerend : er is een proces blokkerende fout opgetreden. Een resultaat moet voldoen aan een aantal voorwaarden: Als u een bijlage upload, een screenshot maakt en/of verklaring opgeeft, dient u een beoordeling te kiezen. Als u een neutrale bevinding registreert, is een verklaring verplicht; bij een foute of blokkerende bevinding moet u een verklaring en minimaal één bijlage of screenshot opgeven. Uitzondering: als u een valide, blokkerende melding registreert mogen de daaropvolgende teststappen binnen hetzelfde proces de bevinding blokkerend krijgen zonder dat daar een verklaring of bijlage voor nodig is. 8.2.2 Lijst weergave Bij het type Lijst weergave worden de teststappen van een testscript per testonderdeel getoond. Deze testvorm is geschikt voor tests met korte snel te doorlopen teststappen. Het scherm is als volgt ingedeeld: Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 37 van 59

Teststap : teststappen worden omschreven in de meest linker kolom. Bevinding : in de 2e kolom van links kan de bevinding per teststap worden genoteerd. Verklaring : in de 3e kolom van links kan per teststap de verklaring voor een bevinding worden ingevuld. Bijlage : in de meest rechter kolom is ruimte voor bijlagen per bevinding Er zijn twee bevindingen bij een testresultaat mogelijk: Goed : het resultaat van de teststap is conform verwachting. Fout : er is een fout opgetreden. Een resultaat moet voldoen aan een aantal voorwaarden: Als u een bijlage upload, een screenshot maakt en/of verklaring opgeeft, dient u een beoordeling te kiezen. Bij een foute bevinding moet u een verklaring en minimaal één bijlage of screenshot opgeven. 8.3.2 Bijlagen en schermafdrukken Gedurende de registratie kunt u bijlagen aan een resultaat toevoegen. U voegt een bijlage toe door op de groene paperclip onder in het resultaat te klikken en een bestand te kiezen. Er zijn een aantal beperkingen voor een bijlage: Toegestane bestandstypes: DOC(X), XLS(X), PPT(X), PDF, JPG, PNG, GIF, CSV en TXT Maximale bestandsgrootte: 8 MB Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 38 van 59

Maximale afbeeldingsresolutie: 2560x1440 pixels Het is ook mogelijk om schermafdrukken te maken met een toets(combinatie) en deze als bijlage toe te voegen. Ga naar de testapplicatie en gebruik de PrintScreen toets (lichtgroen) of de Ctrl+F12 (donkergroen) toetscombinatie om een schermafdruk te maken. Deze verschijnt direct in het bijlagen overzicht in het testresultaat. Op Mac computers is de PrintScreen toets niet aanwezig en de F12 toets standaard alleen bereikbaar met de FN toets. Om een schermafdruk te maken op de Mac, gebruikt u de toetsencombinatie Ctrl+Fn+F12. De werkwijze van schermafdrukken maken is afhankelijk van het scripttype: Item weergave: er is één bijlage veld. Hierin verschijnt direct de schermafdruk nadat de sneltoets is ingedrukt. Lijst weergave: er zijn meerdere bijlage velden. De actieve stap is grijs gemarkeerd. Nadat de sneltoets is ingedrukt, verschijnt de schermafdruk bij deze stap. Teststappen zijn te activeren door te klikken op de teststap tekst. 8.3.3 Schermopnames De TestMonitor biedt naast het maken van schermafdrukken ook de mogelijkheid voor schermopnames. Met een schermopname kan de tester met bewegende beelden toelichten hoe de bevinding tot stand is gekomen. De opname kan gestart worden met behulp van CTRL + F11. Er verschijnt dan een timer rechtsboven die na het volgende gebruik van Ctrl+F11 weer verdwijnt, waarna de schermopname verstuurd zal worden naar de server. Afbeelding : Schermopname van 8 seconden, verschijnt rechtsboven op uw scherm Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 39 van 59

Nadat de schermopname is verstuurd naar de server, zal deze verschijnen in het bijlage overzicht. Schermopnames worden getoond met behulp van een video pictogram. Afbeelding : Schermopname in het bijlage overzicht. Een schermopname kan afgespeeld worden met de ingebouwde afspeelapplicatie. Klik op het video pictogram en de speler zal starten. Mogelijk verschijnt er een Java dialoogvenster met de vraag of de applicatie gestart mag worden; kies in dat geval voor uitvoeren ( run voor Engelse versies). Gebruik de knop Afspelen om de opname af te spelen, Pauze om de opname te pauzeren, Vooruitspoelen om de opname te versnellen en Stop om de opname te stoppen. Afbeelding : De afspeelapplicatie voor het weergeven van schermopnames. 8.3.4 Stopwatch functie en bevindingen Soms kan het handig zijn om te registreren hoelang het duurde om de huidige stap uit te voeren. De TestMonitor heeft hiervoor een ingebouwde functie die geactiveerd kan worden door Ctrl+F9 in te drukken. Er verschijnt dan een timer rechtsboven die na het volgende gebruik van Ctrl+F9 weer verdwijnt en direct het tijdsverbruik zal invullen in de stapomschrijving. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 40 van 59

Afbeelding : Stopwatch met 5 seconden op de teller, verschijnt rechtsboven op uw scherm NB : Alles wat al in het tekstvak stond wordt overschreven, dus als u hier al iets had ingevuld zult u dit kwijtraken. Als het tekstvlak aan de rechterkant NIET mag worden geleegd, dient u eerst een nieuwe bevinding aan te maken door op het tabblad met de + te klikken Voor Mac computers geld hier ook dat standaard de toetsencombinatie niet zal werken tenzij ook de Fn toets gebruikt wordt, dus zal daar de toetsencombinatie Ctrl+Fn+F9 zijn. 8.3.5 Navigatie Het navigeren door het testscript kan op twee verschillende manieren: U kunt gebruik maken van de navigatiepijlen uiterst links en rechts in het registratiescherm. Hiermee kunt u stapsgewijs verder en terug door het script lopen. Via de tijdlijn onder in het scherm. In deze horizontale balk wordt het gehele gekozen script / proces weergegeven, waarbij iedere teststap voorzien is van een nummer. De tijdlijn heeft een aantal functies: U kunt klikken op een nummer om direct naar de bijbehorende teststap te gaan. De huidige teststap licht op in de tijdlijn. Als u met de muiscursor boven een nummer blijft hangen, verschijnt een beschrijving van de teststap. Als een resultaat is vastgelegd, worden de nummers voorzien van een kleur al naar gelang het resultaat; groene stappen zijn beoordeeld met goed of neutraal, rode stappen zijn beoordeeld met fout of blokkerend. Daarnaast verschijnen de tussenliggende procesnamen boven de tijdlijn. U kunt door de tijdlijn scrollen met het scroll wiel van de muis of door de lijn te verslepen naar links of rechts. Links van de tijdlijn wordt de voortgangsindicatie aangegeven, waarbij de huidige stap en het totaal aantal stappen wordt weergegeven. 8.3.6 Voltooien Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 41 van 59

Als u klaar bent met registreren, kunt u terugkeren naar het selectiescherm. Klik op de naar links wijzende pijl in de tijdlijn, links onderin uw browservenster, en u verlaat de testregistratie. Hier kunt u een ander proces kiezen of uitloggen. Linksboven in dit scherm staat een vraagteken (helpknop). Door hier op te klikken krijgt u een scherm met uitleg over de belangrijkste bedieningselementen. 8.3.7 Helpknop Links boven in het scherm bevindt zich een vraagteken. Door hier op te klikken wordt een korte uitleg van het scherm getoond. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 42 van 59

9. Resultaten Het onderdeel Resultaten geeft u inzicht in testbevindingen die vastgelegd zijn gedurende de testregistratie. U kunt het onderdeel Resultaten selecteren door in het applicatiemenu te klikken op Acceptatietest => Resultaten. Nadat u hierop geklikt heeft, verschijnt het zoekformulier voor resultaten. 9.1 Opvragen Om testresultaten te raadplegen, dient u eerst te specificeren voor welk project, test en testscript u de resultaten wilt opvragen. Selecteer het project, de test en het testscript en klik op Zoeken... om het resultatenvenster te openen. 9.2 Resultaten raadplegen Het resultatenvenster bevat een aantal kolommen waarmee u de resultaten kunt inperken, bewerken of om kunt zetten naar issues: Testscript : aan de linkerkant van het venster bevindt zich de procesboom van het gekozen testscripts. In de procesboom zijn eveneens de teststappen opgenomen. Door een proces of een teststap te selecteren wordt de resultatenlijst aangepast zodat er alleen resultaten worden weergegeven die binnen de selectie (proces / teststap) vallen. Ook wordt de issuelijst ingeperkt om alleen de issues relevant voor deze selectie te tonen. Resultaten : in de 2e kolom van links wordt de lijst testresultaten weergegeven die geregistreerd zijn op het stuk testscript dat geselecteerd is in de linker kolom. U kunt met de knop Exporteren (rechtsonder de lijst) deze lijst exporteren in Excel, CSV of HTML formaat of m.b.v. de rechter muisknop op 1 van de resultaten het contextmenu laten Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 43 van 59

verschijnen. Aanpassen Resultaten : In de 3e kolom van links vindt u een formulier waarmee u direct het geselecteerde resultaat kunt inzien en aanpassen. Wijzigingen aan de tekst wordt met een vertraging van een halve seconde opgeslagen, knoppen leveren direct resultaat. Issues : Helemaal rechts bevindt zich de issuelijst van de huidige selectie in het linkerpaneel. U kunt op basis van één of meerdere resultaten issues aanmaken, die in deze lijst zullen verschijnen. Panelen/Kolommen kunnen worden vergroot en verkleind door de grijze scheidingslijnen te verslepen (let op de cursor) Op deze manier kunt u een ideale ruimteverdeling maken. Gerelateerde resultaten en issues Met de functies Gerelateerde resultaten en Gerelateerde issues in het testresultaten scherm kunnen relaties tussen resultaten en issues eenvoudig inzichtelijk worden gemaakt. Activeer de functie, kies een testresultaat of issue en zie de gerelateerde items. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 44 van 59

9.3 Wijzigen Het bekijken en wijzigen van een resultaat wordt vereenvoudigd met een aantal hulpmiddelen, naast de standaard zoek, sorteer en filteropties: U kunt resultaten activeren en deactiveren. Een gedeactiveerd resultaat wordt in het lichtgrijs weergegeven, zodat deze visueel naar de achtergrond verdwijnt. Activeren en deactiveren zijn beschikbaar via het contextmenu, te bereiken door rechts te klikken op een bepaald resultaat. Het status veld geeft informatie over de totstandkoming van het resultaat: voltooid (compleet resultaat), overgeslagen, onvoltooid of blokkerend (vanwege eerdere, blokkerende stap). De bevinding van de tester en de gecorrigeerde bevinding zijn allebei beschikbaar in het resultatenoverzicht. De bevinding van de tester ( originele ) is standaard verborgen. Resultaten kunnen individueel voorzien worden van notities. Deze zijn niet zichtbaar voor de tester, maar worden bijvoorbeeld wel opgenomen in de resultatenexport. Wijzigingen voor resultaten kunnen opgegeven worden in het formulier direct rechts van de lijst met resultaten. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 45 van 59

Figuur : Het wijzigingsformulier dat zich tussen de resultaten en issuelijsten bevindt. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 46 van 59

9.4 Issues aanmaken en wijzigen In het resultatenscherm kunnen issues worden aangemaakt op basis van één of meerdere resultaten. Er zijn een aantal acties die u kunt uitvoeren: Een nieuw issue aanmaken op basis van een resultaat: Rechts klik op het betreffende resultaat en selecteer Toevoegen als issue óf selecteer het betreffende resultaat en klik dan op de knop bovenaan de lijst. Een resultaat linken aan een bestaand issue: Versleep een resultaat naar een bestaand issue of versleep het issue naar een bestaand resultaat. Het resultaat wordt gerelateerd aan het issue en de bijlagen bij het resultaat worden gekopieerd naar het issue. Een bijlage kopiëren naar een issue: Dit kan momenteel alleen door het resultaat te relateren aan een issue, waardoor alle bijlagen worden meegekopieerd. Een resultaat link opheffen: Rechts klik op het relevante issue en klik op Resultaten. Hier kunt u de link opheffen door eerst het resultaat waarvan u de relatie wilt opheffen te selecteren en daarna op Relatie opheffen te klikken. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 47 van 59

10. Issuemanagement U kunt het onderdeel Issue selecteren door op het gelijknamige item in het applicatiemenu te klikken. Nadat u geklikt heeft, verschijnt het scherm voor het beheren van issues. 10.1 Issues raadplegen Het issuevenster bevat alleen de lijst van issues behorende bij het huidige, geselecteerde project. Met behulp van de combo box rechtsboven de lijst kan deze op ieder moment gewijzigd worden en ook zal de applicatie uw huidige selectie herinneren bij het volgende bezoek aan dit scherm. Behalve de knoppen in de interface, kan ook een contextmenu worden geopend door met de rechtermuisknop op een issue te klikken. De volgende acties kunnen worden uitgevoerd: Issues aanpassen : Door middel van het formulier rechts van de lijst, dat verschijnt zodra het eerste issue is geselecteerd, kan een issue gewijzigd worden. Ook is dit formulier bereikbaar in een popup door óf te dubbelklikken op een issue óf via het context menu. Met de Export knop kunt u de huidige issue lijst exporteren. Met behulp van filters kan zowel de weergave als de export lijst worden aangepast en ook kunt u de lijst groeperen of sorteren op waarden van een bepaalde kolom. Details : Door kolommen aan en uit te zetten kunnen de overige details van de weergegeven issues worden weergegeven. Ook geeft het menu, te bereiken door rechts te klikken op een issue regel in de lijst, de volgende opties: 1. Resultaten: door hier op te klikken, wordt een popup getoond met alle gerelateerde resultaten van het betreffende issue. Ook kunnen deze hier losgekoppeld worden. 2. Geschiedenis: door hier op te klikken, wordt een popup getoond met de geschiedenis van wijzigingen aan het issue. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 48 van 59

10.2 Aanmaken en wijzigen Vanuit het issuemanagement kunt u issues aanmaken (zonder relatie met een testresultaat) en wijzigen. 1. Klik in de werkbalk, rechtsboven op het scherm, op de knop Nieuw issue... om een nieuw issue aan te maken, of dubbel klik op / rechtsklik op een issue en selecteer Wijzigen uit het contextmenu. 2. Selecteer de status van het issue bij status 3. Selecteer de impact van het issue bij impact 4. Selecteer de prioriteit van het issue bij priorteit 5. Selecteer de categorie van het issue bij categorie 6. Vul de omschrijving van het issue in. Gebruik de tekstwerkbalk voor opmaak van de tekst. Het tweede vak wordt meestal automatisch gevuld door het resultaat ( Voeg toe als issue in het resultatenscherm) dat als bron gold voor het issue, of gebruikt voor een stapsgewijze omschrijving van hoe het probleem is te reproduceren. Het linker veld wordt meestal gebruikt voor een verkorte omschrijving van het probleem. 7. Selecteer de organisatie van de actiehouder. Ook kunnen daarbij de volgende, niet verplichte, velden worden aangepast: 8. Onder gebruiker kunt u de actiehouder selecteren, die wel tot de daarboven staande organisatie moet behoren 9. Onder actie vult u de te volgen actie in 10. Onder deadline vult u de deadline van de te volgen actie in 11. Onder oplossing kunt u de gekozen oplossing formuleren 12. Onder type kunt u het type oplossing kiezen 13. Onder versie kunt u de versie van de applicatie waarin de oplossing plaatsvind aangeven 14. Onder oplosdatum kunt u de datum waarop het issue is opgelost aangeven 15. Onder bijlagen kunt u extra bijlagen relevant voor dit issue beheren en raadplegen 16. Onder referentie vult u de externe referentie code in 17. Onder fase kunt u de fase selecteren waarin dit issue moet behandeld worden 18. Onder notitie kunt u extra gegevens noteren 19. En onder opmerkingen kunnen diverse partijen opmerkingen leveren op het issue 20. Ten slotte klikt u op OK om het issue toe te voegen of te wijzigen. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 49 van 59

Figuur: De wijzigings popup voor issues. Er zijn een aantal hulpmiddelen om issues in het overzicht snel te bewerken (zonder extra popup): Als u slechts 1 issue selecteert, dan zal rechts van de issue lijst het formulier geladen worden met de waarden van dit issue. Door hier waarden aan te passen en daarna op opslaan te klikken zal deze wijziging opgeslagen worden in de applicatie. Het grote scherm is vooral bedoeld om meer ruimte te krijgen om 1 issue te bekijken. Als u méér dan 1 issue selecteert, dan zullen in het formulier rechts van de lijst een aantal velden uitgeschakeld worden. De velden die wel nog actief zijn, bijvoorbeeld Status, Categorie, Impact en Prioriteit, kunt u gebruiken om deze waarden voor álle geselecteerde issues tegelijk aan te passen. Deze wijzigingen zullen dan (na het klikken op opslaan) direct toegepast worden. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 50 van 59

10.3 Verwijderen U kunt een issue verwijderen door te rechts klikken op dat issue en te kiezen voor Verwijderen. Let op: Deze actie kan niet ongedaan gemaakt worden! Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 51 van 59

11. Rapportage Het onderdeel Rapportage geeft u inzicht in onder andere de testresultaten die gemaakt zijn gedurende de testregistratie, al naargelang welk rapport u kiest. U kunt het onderdeel Rapportage selecteren door in het applicatiemenu te klikken op Rapportage. Nadat u hierop geklikt heeft, verschijnt een lijst van opvraagbare soorten rapporten. Zodra u hier 1 van heeft gekozen, verschijnt het zoekformulier voor rapportage. 11.1 Opvragen Om een rapport te bekijken of te downloaden, dient u éérst te kiezen voor het soort rapport dat u wilt bekijken en daarna te klikken op Openen.... Na te hebben gekozen voor een soort rapport, opent het rapportagevenster waarin u kunt kiezen voor het Project en het Testtraject waarover u de rapportage wilt inzien of downloaden. Na deze selectie te hebben gemaakt, klikt u op Openen om het relevante rapport te openen. U kunt de rapportage ook downloaden door op de Downloaden... knop te klikken en te kiezen voor een bestandsformaat. U kunt het rapportagevenster sluiten door rechtsonder in het venster te klikken op Sluiten. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 52 van 59

12. Gebruikers, organisaties en overigen De onderdelen Gebruikers en Organisaties spelen een belangrijke rol bij het verlenen van toegang tot TestMonitor. Met organisaties kunt u verschillende groepen gebruikers aanmaken waarop u kunt filteren in testresultaten en issues. Verder zijn er ook nog de lijsten Leveranciers en Applicaties, die gebruikt kunnen worden om aan te geven welke applicatie getest wordt in een testtraject. 12.1 Gebruikers U kunt het onderdeel Gebruikers selecteren door in het applicatiemenu te klikken op Beheer => Gebruikers. Nadat u hierop geklikt heeft, verschijnt het overzicht van gebruikers. Alle inactieve gebruikers zullen hier vergrijst worden weergegeven. 12.1.1 Aanmaken en wijzigen U kunt een gebruiker toevoegen of wijzigen door de volgende stappen uit te voeren: 1. Klik in de werkbalk op Gebruiker toevoegen... of dubbelklik / selecteer Wijzigen... voor een bestaande gebruiker, via het contextmenu. 2. Vul de voornaam en achternaam en evt. overige gegevens in. Vul ook het e mail adres van de gebruiker in (let op: Hiermee logt de gebruiker in). 3. Selecteer de Taal voor de gebruiker. 4. Selecteer de relevante organisatie in het onderdeel Organisatie en vul eventueel een functie in. 5. (De )activeer de actief status om de gebruiker inactief of actief te maken. 6. Definieer het toegangsniveau: a. Beperkt Per project, test of testscript moet expliciet toegang worden verleend. b. Volledig Toegang wordt alleen beperkt door de rol. 7. Vul het gewenste wachtwoord tweemaal in. 8. Selecteer de rol(len) van de gebruiker (zie ook schermprint) : a. Testregistratie is de rol voor gebruikers die alleen testresultaten vastleggen. Als alleen deze rol wordt geselecteerd, dan wordt na het inloggen direct de testregistratie van TestMonitor getoond (zie hoofdstuk 8). b. De overige rollen spreken voor zich. Een softwareleverancier die issues oplost heeft b.v. alleen de rol issues nodig. Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 53 van 59

Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 54 van 59

Afbeelding : Alle toe te kennen rollen, deze bepalen welke activiteiten uitgevoerd kunnen worden. N.B. afhankelijk van de instelling van het toegangsniveau moet een gebruiker ook nog aan objecten (project, test of testscript worden gekoppeld. Let op: Als u een beheer rol heeft en u zet deze voor uzelf uit, dan kunt u daarna geen gebruikers meer beheren! (en dus ook uw beheer rol niet terug zetten) 9. Klik op OK om de gebruiker toe te voegen of te wijzigen. 12.1.2 Wachtwoord opnieuw instellen Als de gebruiker zijn of haar wachtwoord vergeten is, of u het wachtwoord wilt aanpassen, dan kunt u deze opnieuw instellen zonder kennis van het oude wachtwoord. U kunt een wachtwoord aanpassen door een gebruiker te selecteren en in het contextmenu te klikken op Wachtwoord opnieuw instellen.... Geef daarna een nieuw wachtwoord (tweemaal) op en klik op OK. 12.1.3 Foto instellen en verwijderen Een gebruiker kan optioneel worden voorzien van een foto. Een foto kan ingesteld worden door een gebruiker te selecteren en in het contextmenu te klikken op Foto => Wijzigen.... U kunt vervolgens een foto uploaden, waarna deze in het overzicht zal verschijnen. De foto kan verwijderd worden door de gebruiker te selecteren en te kiezen voor Foto => Verwijderen. 12.1.4 Verwijderen Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 55 van 59

U kunt een gebruiker verwijderen door deze te selecteren en in het contextmenu te klikken op Verwijderen. Deze actie is alleen mogelijk als er nog geen testresultaten of issues (actiehouder of eigenaar) voor deze gebruiker bestaan. Let op: Deze actie kan niet ongedaan gemaakt worden! 12.2 Organisaties U kunt het onderdeel Organisaties selecteren door in het applicatiemenu te klikken op Beheer => Organisaties. Nadat u hierop geklikt heeft, verschijnt het overzicht van organisaties. 12.2.1 Aanmaken en wijzigen U kunt een organisatie toevoegen of wijzigen door de volgende stappen uit te voeren: 1. Klik in de werkbalk op Organisatie toevoegen... of dubbelklik op een bestaande / selecteer Wijzigen... in het contextmenu. 2. Vul de naam en beschrijving van de organisatie in. 3. Klik op OK om de organisatie toe te voegen of te wijzigen. 12.2.2 Logo instellen en verwijderen Een organisatie kan optioneel worden voorzien van een logo. Een logo kan ingesteld worden door een gebruiker te selecteren en in het contextmenu te klikken op Logo => Wijzig.... U kunt vervolgens een logo uploaden, waarna deze in het overzicht zal verschijnen. De foto kan verwijderd worden door de organisatie te selecteren en te kiezen voor Logo => Verwijderen. 12.2.3 Verwijderen Handleiding TestMonitor 4.3.2 1.0 13 02 2015 TK/FK/HK 56 van 59