Rapport van het inspectiebezoek op 17 juli 2013 aan het Dr.Sarphatihuis te Amsterdam



Vergelijkbare documenten
Rapport van het vervolg inspectiebezoek aan Thuiszorgorganisatie Centraalzorg Vallei & Heuvelrug te Leusden op 3 januari 2014

Vastgesteld rapport van het onaangekondigde inspectiebezoek op 12 februari 2014 aan woonzorgcentrum Aelserhof te Elsloo

Rapport van het inspectiebezoek op 21 januari 2014 aan woon-en trainingslocatie Traject te Zwolle

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek op 16 januari 2014 aan woonzorgcentrum De IJpelaar te Breda

Rapport van het inspectiebezoek op 17 juni 2014 aan Kruseman Aretz Zorgvilla s te Wassenaar

Rapport van het inspectiebezoek aan Zorghuis De Engelenhof te Veenendaal op 16 januari 2014

Definitief rapport van het inspectiebezoek op 27 november 2013 aan Kruseman Aretz Zorgvilla s te Wassenaar

Rapport van het inspectiebezoek aan De Paasbergen te Odoorn op 8 januari 2014

Rapport van het inspectiebezoek op 20 februari 2014 aan Stichting Het Hof, locatie Logement de Molen te Wageningen

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek op 6 november 2013 aan Verpleeghuis De Hanepraij te Gouda

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek op 9 januari 2014 aan Vitalis Wilgenhof te Eindhoven

Definitief rapport van het inspectiebezoek op 26 juli 2013 aan de psychogeriatrische afdeling van Thebe Park Stanislaus te Moergestel

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek op 4 juni 2013 aan Groene Kruis Thuiszorg, regio Venlo, locatie centrum-noord te Venlo

Rapport van het inspectiebezoek aan Zorggarant thuiszorg locatie Apeldoorn op 2 december 2013

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan TSN Hengelo op 19 november 2013

Amsterdam, januari Definitief rapport van het inspectiebezoek op 18 december 2013 aan Klein Houtdijk te Kamerik

Definitief rapport van het inspectiebezoek aan Randerode te Apeldoorn op 22 november 2013

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek op 12 september 2013 aan ZorgSaam Thuiszorg West Zeeuws Vlaanderen te IJzendijke

Rapport van het hertoetsbezoek op 26 maart 2015 aan De Hoge Hof te Herveld

Rapport van het hertoetsbezoek op 2 september 2014 aan Verzorgings- en verpleeghuis Drieën-Huysen te Vlaardingen

Rapport van het inspectiebezoek op 19 november 2013 aan De Open Hof te Amsterdam

Vastgesteld rapport van het hertoetsbezoek op 24 april 2014 aan Molenstaete te Breda

Vastgesteld rapport van het onaangekondigd inspectiebezoek op 4 februari 2014 aan verpleeghuis de Notenhoff te Andel

Rapport van het hertoetsbezoek op 26 juni 2014 aan Centrum voor Reuma en Revalidatie Rotterdam te Rotterdam

Rapport van het hertoetsbezoek op 13 november 2014 aan R.K. zorgcentrum Roomburgh te Leiden

Rapport van het hertoetsbezoek op 22 januari 2015 aan Residence Bel Park B.V. te Den Haag. Utrecht, mei 2015

Rapport van het inspectiebezoek op 6 januari 2015 aan Stichting H.V.P. Zorg, thuiszorgteam Zuiderparklaan te Den Haag

Rapport van het inspectiebezoek op 30 september 2014 aan Envida, thuiszorgteam Belfort/Pottenberg te Maastricht. Utrecht, november 2014

Vastgesteld rapport van het onaangekondigde hertoetsbezoek op 19 augustus 2014 aan Stichting Thuiszorg en Maatschappelijk Werk Rivierenland te Tiel

Rapport van het hertoetsbezoek aan steunpunt PrivaZorg Rivierenland e.o. te Maurik op 25 april 2016

Rapport van het hertoetsbezoek op 21 oktober 2014 aan woonzorgcentrum De IJpelaar te Breda. Utrecht december 2014

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek op 3 juli 2014 aan Thuiszorg Pantein locatie Veghel

Rapport van het hertoetsbezoek op 27 mei 2015 aan Rinette Zorg te Best

Rapport van het hertoetsbezoek op 18 september 2014 aan Libertas Leiden, thuiszorgteam Vogelvlucht, te Leiden

Rapport van het hertoetsbezoek op 2 april 2014 aan Westerhout te Alkmaar

Rapport van het onaangekondigde hertoetsbezoek op 31 maart 2015 aan Smart-Coach te s Hertogenbosch

Rapport van het inspectiebezoek op 10 december 2013 aan Lijn5, locatie Tafelbergweg te Amsterdam

Rapport van het inspectiebezoek op 11 februari 2014 aan verpleeghuis Slotervaart te Amsterdam

Rapport van het inspectiebezoek op 31 juli 2014 aan verpleeghuis Residentie Moermont te Bergen op Zoom. Utrecht november 2014

Rapport van het hertoetsbezoek aan zorgcentrum Noorderlicht te Hippolytushoef op 2 april 2015

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Thuiszorg

Rapport van het herinspectiebezoek aan Berkumstede, centrum voor wonen en welzijn, te Zwolle op 2 december 2013

Geen zorgen over zorgplannen

Rapport van het hertoetsbezoek op 5 augustus 2015 aan Villa Oosterveld te Arnhem

Rapport van het hertoetsbezoek op 27 januari 2015 aan Woonzorgcentrum De Tien Gemeenten te Purmerend

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Robijn De Doelen Gehanteerde lijst

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Kristal De Doelen 8 januari uur Gehanteerde lijst

Definitief rapport van het inspectiebezoek aan Vitaal Thuiszorg te Didam op 22 oktober 2013

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Kamillehof Dongepark Gehanteerde lijst

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Hogepad Oosterheem 30 oktober uur Gehanteerde lijst

Rapport van het hertoetsbezoek op 1 juli 2014 aan verpleeghuis Mariahoeve te Den Haag

Rapport van het hertoetsbezoek op 26 november 2014 aan verpleeghuis De Zeven Bronnen te Maastricht. Utrecht, januari 2015

Den Haag, januari Rapport van het inspectiebezoek op 22 november 2013 aan Centrum voor Reuma en Revalidatie Rotterdam te Rotterdam

Inspectierapport van het hertoetsbezoek aan ZZG Zorggroep, Rijk van Nijmegen, Thuiszorg te Groesbeek op 15 mei 2014

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Zonnebloemhof Dongepark 19 oktober uur Gehanteerde lijst

Rapport van het hertoetsbezoek op 4 november 2014 aan Stichting Verpleeg- en Verzorgingshuis De Leystroom te Breda. Utrecht, januari 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan Rikkers-Lubbers te Groningen op 18 maart 2015

Rapport van het hertoetsbezoek op 21 oktober 2014 aan woonzorgcentrum De Meander te Nieuwerkerk aan den IJssel

Inspectiebezoek op 16 juni 2016 Tijdens het inspectiebezoek op 16 juni 2016 voldeed Villa Anna niet aan 29 van de 31 normen die beoordeeld zijn.

Rapport van het inspectiebezoek op 27 maart 2014 aan rayon de Amstelsprong van s Heeren Loo te Amsterdam

Den Bosch, april 2014 V

Rapport van het hertoetsbezoek aan Vilente, locatie De Klinkenberg op 16 december 2015 te Ede

Rapport van het inspectiebezoek aan de Bopz-afdeling van Woonzorgcentrum Bloemswaard te Hillegom op 25 februari 2015

Rapport van het inspectiebezoek op 26 februari 2015 aan Stichting Woonzorgcentrum Raffy te Breda

Rapport van het inspectiebezoek op 1 oktober 2014 aan woonzorgcentrum t Huis op de Waard te Leiden

Rapport van het hertoetsbezoek op 7 oktober 2014 aan Humanitas locatie De Steenplaat te Rotterdam

Rapport van het hertoetsbezoek op 15 januari 2014 aan Zorgvilla De Ooijman te Doetinchem

Rapport van het hertoetsbezoek op 25 januari 2016 aan Bethesda Thuiszorg B.V.

Rapport van het inspectiebezoek aan verpleeghuis Lauwershof te Oudorp op 25 maart 2014

Rapport van het 2 e hertoetsbezoek op 5 november 2015 aan Rumah Kita te Wageningen

Rapport van het hertoetsbezoek op 14juli 2015 aan Zorgwaard, locatie de Hoge Weide te Strijen

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Lindelaan Dongepark 14 november uur Gehanteerde lijst

Rapport van het hertoetsbezoek op 22 mei 2014 aan De Open Hof te Amsterdam

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Lavendelhof Dongepark 2 november uur Gehanteerde lijst

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren)

Follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Boerderij Ruimzicht te Oldelamer op 10 januari Amsterdam, mei 2013

Rapport van het inspectiebezoek op 4 juni 2013 aan zorgcentrum Flevoburen te Almere

Rapport van het inspectiebezoek op 24 januari 2014 aan Centrum voor Reuma en Revalidatie Rotterdam te Rotterdam

Rapport van het inspectiebezoek op 15 april 2014 aan Stichting Daelzicht, locaties t Raayke te Tienray en op 16 april 2014 aan KDC t Steyntje te Stein

Rapport van het inspectiebezoek op 10 december 2014 aan Verpleeghuis Talma Hûs te Veenwouden en Zorgcentrum De Skûle te Metslawier.

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Lagepad Oosterheem uur Gehanteerde lijst

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Vaartpad Oosterheem uur Gehanteerde lijst

Rapport van het inspectiebezoek op 23 oktober 2014 aan Cordaan, locatie De Werf, Plaatwerkerstraat 6-8 te Amsterdam.

Rapport van het inspectiebezoek op 16 september 2014 aan Careyn Zorg Thuis DWO te Delft

Rapport van het hertoetsbezoek op 4 november 2014 aan Zorgboerderij De Vierhoeve te Geesbrug

Rapport van het herinspectiebezoek aan Berkumstede, centrum voor wonen en welzijn, te Zwolle op 20 mei 2014

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Jasmijnhof Dongepark 6 december uur Gehanteerde lijst

Rapport van het inspectiebezoek op 26 november 2013 aan ZZG Herstelhotel te Groesbeek

Rapport van het hertoetsbezoek aan verpleeghuis De Wellen te Oss op 4 november 2015

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek op 28 maart 2014 aan Thuiszorg Directzorg regio Voorne, Putten, Rozenburg en Goeree-Overflakkee te Brielle

Rapport van het tweede hertoetsbezoek op 11 november 2014 aan Rinette Zorg te Best

Definitief rapport van het inspectiebezoek op 1 oktober 2014 aan afdeling Maashofje van Laurens Maasveld te Rotterdam

Rapport van het hertoetsbezoek aan Zorggarant Thuiszorg te Apeldoorn op 4 juni 2015

Rapport van het inspectiebezoek op 26 augustus 2014 aan zorgcentrum De Schutse te Sint Annaland

Rapport van het inspectiebezoek op 16 juli 2014 aan Woon- zorg- en dienstencentrum Maarsheerd te Stadskanaal

Follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorgboerderij De Borkeld te Rijssen op 26 november Utrecht, februari 2017

Rapport van het hertoetsbezoek op 20 februari 2014 aan Thuiszorg Pantein locatie Leygraaf te Oss

Rapport van het hertoetsbezoek op 30 september 2014 aan woonzorgcentrum Patria te Bussum

Rapport van het hertoetsbezoek op 17 februari 2015 aan thuiszorgteam RAZ in ECR Sibelius te Oss

Artemis Groep B.V., locatie Het Witte Huis B.V. Aan de raad van bestuur N.N. Stationsstraat AW Zetten

Transcriptie:

Rapport van het inspectiebezoek op 17 juli 2013 aan het Dr.Sarphatihuis te Amsterdam

Rapport van het inspectiebezoek aan het Dr.Sarphatihuis te Amsterdam op 17 juli 2013 Inhoud 1 Inleiding 4 1.1 Aanleiding en belang 4 1.2 Doelstelling 5 1.3 Methode 5 1.4 Toetsingskader 5 1.5 Beschrijving locatie 6 2 Conclusies 7 2.1 Overzicht van de resultaten 7 2.5 Conclusie 10 3 Handhaving 11 3.1 4 Resultaten inspectiebezoek 13 4.1 Sturen op kwaliteit en veiligheid 4.2 Cliëntdossier 4.3 Deskundigheid en inzet personeel 4.4 Medicatieveiligheid 4.5 Vrijheidsbeperking 4.6 Overige bevindingen Bijlage 1 Geraadpleegde documenten 23 Pagina 3 van 23

1 Inleiding De Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: de inspectie) heeft op 17 juli 2013 een bezoek gebracht aan het centrum voor verpleeghuiszorg Dr.Sarphatihuis (hierna: het Sarphatihuis) te Amsterdam. De inspectie heeft het bezoek een dag te voren aangekondigd. In dit rapport wordt eerst het kader uiteengezet waarin de inspectie het bezoek bracht. Vervolgens worden in de volgende hoofdstukken achtereenvolgens beschreven de conclusie, de handhaving (met daarin de te nemen maatregelen) en de resultaten. 1.1 Aanleiding en belang De inspectie heeft als doel de risico s op gezondheidsschade bij cliënten te beperken door naleving te bevorderen van wet- en regelgeving, (beroeps)normen, richtlijnen en standaarden bij ondertoezichtstaanden. De inspectie kiest daarbij prioriteiten op basis van mogelijke risico s op gezondheidsschade voor de cliënt. Hierbij gaat etra aandacht uit naar kwetsbare groepen. In dit kader verricht de inspectie binnen de langdurige zorg een groot aantal aangekondigde en onaangekondigde bezoeken. Het bezoek aan het Sarphatihuis op 17 juli 2013 was een vervolg op semionaangekondigde bezoeken op 12 november 2012 en 16 april 2013. Op 12 november 2012 constateerde de inspectie in het Sarphatihuis een groot aantal hoge en zeer hoge risico s op onverantwoorde zorg. Het Sarphatihuis heeft een aantal directe maatregelen getroffen en op 15 februari een plan van aanpak naar de inspectie gestuurd. Naar aanleiding van tekortkomingen in dit plan ontving de inspectie op 4 april een aangepaste versie dd 18 maart 2013. Doel van het bezoek op 16 april 2013 was te beoordelen of de in het plan van aanpak beschreven verbeteringen daadwerkelijk in gang waren gezet en welke resultaten inmiddels waren bereikt. De inspectie heeft haar bevindingen vastgelegd in een brief aan de Raad van Bestuur (RvB) van Stichting Amsta. De inspectie constateerde dat een huisbreed verander- en verbetertraject in gang was gezet, maar uit gesprekken en andere informatiebronnen bleek ook dat de veranderingen en verbeteringen niet snel genoeg verliepen, mede door het ontbreken van een methodische aanpak. Omdat een groot aantal activiteiten in het 2 de en 3 de kwartaal gerealiseerd zou worden, kondigde de inspectie aan in het najaar opnieuw een bezoek te zullen brengen aan het Dr. Sarphatihuis. Dit bezoek zou resulteren in een rapportage. Op 24 mei 2013 informeerde de RvB van Amsta de inspectie dat de artsen uit het Amsta Stadsgebied Centrum/Oost, waar het Sarpahtihuis onder valt, onveiligheid ervoeren in hun werkzaamheden met als gevolg het vertrek van meerdere specialisten ouderengeneeskunde, waaronder de manager van de dienst Behandeling en Begeleiding (B&B) Centrum/Oost. De RvB gaf aan dat per direct een Herstelplan Veiligheid was gestart. Op 6 juni 2013 ontving de inspectie de voortgangsrapportage d.d. 3 juni naar aanleiding van het aangepaste plan van aanpak d.d. 4 april 2013. De inspectie constateerde dat deze rapportage onvoldoende inzicht bood in o.a. de voortgang van de te realiseren verbeteringen. Desgevraagd heeft de RvB een aanvullende rapportage aangeleverd m.b.t. de medicatieveiligheid en aangegeven dat de tekortkomingen in de volgende voortgangsrapportage (begin augustus) ondervangen zullen worden. De tekortschietende voortgangsrapportage en de instabiele situatie binnen de dienst B&B waren aanleiding om het in het najaar geplande bezoek te vervroegen naar 17 juli 2013. [Geef tekst op]

Rapport van het inspectiebezoek aan het Dr.Sarphatihuis te Amsterdam op 17 juli 2013 1.2 Doelstelling Doel van het inspectiebezoek aan het Sarphatihuis was te beoordelen in hoeverre het Sarphatihuis voldoet aan relevante wet- en regelgeving, (beroeps)normen, richtlijnen en standaarden die risico s op gezondheidsschade voor de cliënt beperken. 1.3 Methode De inspectie gebruikte een bezoekinstrument waarin de te toetsen onderwerpen en de normen zijn vastgelegd. De volgende onderwerpen kwamen aan bod: Sturen op kwaliteit en veiligheid. Cliëntdossier. Deskundigheid en inzet personeel. Medicatieveiligheid. Vrijheidsbeperking. Daarnaast heeft de inspectie twee overige bevindingen beoordeeld. De normen zijn gebaseerd op relevante wet en regelgeving, (beroeps)normen, richtlijnen en standaarden (zie volgende paragraaf). Om tot een oordeel te komen heeft de inspectie: Gesprekken gevoerd met cliënten/cliëntvertegenwoordigers. Gesprekken gevoerd met uitvoerend medewerkers en het management(team). Cliëntdossiers ingezien. Documenten ingezien, genoemd in bijlage 1. Een rondgang gemaakt over de afdelingen Oostenburg en Kattenburg. 1.4 Toetsingskader De normen zijn gebaseerd op de volgende wet- en regelgeving en veldnormen: Wetgeving: Besluit zorgplanbespreking AWBZ-zorg (2009). Kwaliteitswet zorginstellingen (KWZ; 1996). Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz; 1992). Wet klachtrecht cliënten zorgsector (Wkcz; 1995). Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz; 1996). Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG; 1993). Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst: Wijzigingswet Burgerlijk Wetboek (WGBO; 1994). Veldnormen: Bekkema N; De Veer AJE, Francke AL: Verantwoord richtlijngebruik in de gehandicaptenzorg. Utrecht: NIVEL; 2010. Handreiking medicatiebeleid gehandicaptenzorg; 2011. Handreiking ondersteuningsplannen; 2013. Hingstman TL; Langelaan M, Wagner C: De dagelijkse bezetting en kwaliteit van zorg in instellingen voor langdurige zorg. Utrecht: NIVEL; 2012. Kwaliteitsdocument Verpleging, Verzorging en Zorg Thuis; 2012. Visiedocument 2.0, Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg; 2013. Veilige principes in de medicatieketen; 2012. Inspectierapporten: Etra maatregelen noodzakelijk voor terugdringen vrijheidsbeperkende maatregelen in de langdurige zorg. Utrecht: IGZ; 2012. Medicatieveiligheid flink verbeterd in herbeoordeelde instellingen langdurige zorg en zorg thuis. Utrecht: IGZ; 2011. Pagina 5 van 23

1.5 Beschrijving locatie Het Sarphatihuis, een monumentaal pand in de Plantagebuurt in Amsterdam, maakt deel uit van de Stichting Amsta. Stichting Amsta biedt zorg aan ouderen en aan mensen met een verstandelijke beperking. De stichting eploiteert een groot aantal woonzorgcentra in Amsterdam. In het Sarphatihuis levert Amsta verpleeghuiszorg aan somatische, psychogeriatrisch en gerontopsychiatrische cliënten, aan Korsakovcliënten en aan cliënten met de ziekte van Huntington. Het Sarphatihuis biedt plaats aan ± 200 cliënten met ZZP s 5 t/m 9, verdeeld over 4 afdelingen (Prinseneiland, Bickerseiland, Oostenburg en Kattenbrug) met ieder een aantal units. Op een aantal afdelingen was tijdens het inspectiebezoek sprake van lege bedden. Een unit op de afdeling Kattenburg is om die reden begin juli gesloten. De (para)medische zorg wordt in het Sarphatihuis geleverd door de Dienst Behandeling & Begeleiding (B&B) van Amsta stadsgebied Centrum/Oost. Na het recente vertrek van meerdere specialisten ouderengeneeskunde, waaronder de manager, zijn in het Sarphathuis basisartsen en een physician assistant ingezet. De inspectie heeft te horen gekregen dat per 1 september 2013 weer sprake zal zijn van een volledige bezetting met specialisten ouderengeneeskunde. De dienst B&B wordt sinds juni 2013 aangestuurd door een interim manager. Per 1 september 2013 is een nieuwe manager geworven. In het Sarphatihuis is al meerdere jaren sprake van managementwisselingen, inzet van interimmanagers en een hoog ziekteverzuim. De in januari 2013 aangetreden interim manager Wonen, Zorg en Welzijn is in mei vervangen door zes adoptiemanagers van andere locaties die de afdelingshoofden tijdelijk moeten ondersteunen. In de zomer van 2013 voert Amsta een nieuwe management structuur in op alle locaties waarbij de directeurenlaag zal vervallen. Alle locaties krijgen een locatiemanager die integraal verantwoordelijk is en rechtstreeks rapporteert aan de RvB. Voor het Sarphatihuis is per 1 augustus 2013 een nieuwe locatiemanager geworven. [Geef tekst op]

Rapport van het inspectiebezoek aan het Dr.Sarphatihuis te Amsterdam op 17 juli 2013 2 Conclusies Dit hoofdstuk start met een totaaloverzicht van de bevindingen. Daarna volgen paragrafen met een beschouwend karakter. In de afsluitende paragraaf geeft de inspectie haar conclusie. In hoofdstuk 4 (resultaten) zijn de bevindingen toegelicht. 2.1 Overzicht van de resultaten Tabel 1 biedt een overzicht van de beoordeelde normen per thema. Thema's Voldoet Voldoet niet Oordeel n.v.t. Niet beoordeeld Sturen op kwaliteit en veiligheid: 6 normen 1 5 0 Cliëntdossier: 10 normen 2 6 0 2 Deskundigheid en inzet van personeel: 11 normen 0 11 0 Medicatieveiligheid: 10 normen 7 2 0 1 Vrijheidsbeperking: 11 normen 5 4 1 1 Aantal normen Beschouwing In november 2012 gesignaleerde risico s nog aanwezig In haar rapport n.a.v. het bezoek op 12 november 2012 constateerde de inspectie dat in het Sarphatihuis sprake was van (zeer) hoge risico s wat betreft het zorgleefplan, de zorginhoudelijke veiligheid, veiligheid wonen en verblijf, voldoende en bekwaam personeel, medicatieveiligheid, gedragscode, regie en aansturing. Samengevat constateerde de inspectie: - Professionaliteit is onvoldoende zichtbaar in de zorgverlening. - Regie en aansturing schieten tekort. - Het kwaliteitssysteem functioneert niet. - Er moet geïnvesteerd worden in professioneel gedrag, kennis en kunde. - Verbeteracties moeten geïmplementeerd en geborgd worden. Tijdens het bezoek op 16 april 2013 bleek dat verbeteringen in gang waren gezet en dat gesprekpartners positief waren over de duidelijke koers, de aansturing, de verbinding die weer was gelegd tussen zorg en behandeling en de intensiteit waarmee de veranderingen ingezet waren. De per 1 januari 2013 aangestelde interim-manager Wonen, Zorg en Welzijn was, aldus gesprekspartners voortvarend aan de slag gegaan en introduceerde een andere manier van werken: van laissez faire naar resultaatgericht. Verder hadden de dienst B&B en afdelingshoofden een Pagina 7 van 23

gezamenlijke koers uitgezet. Wel bleek uit gesprekken en andere informatiebronnen dat de veranderingen en verbeteringen niet snel genoeg verliepen, mede door het ontbreken van een methodische aanpak. De inspectie is bij aanvang van het bezoek op 17 juli 2013 goed ontvangen. Er was tijdens het bezoek sprake van een open sfeer en bereidheid om inzicht te geven in de ontwikkelingen binnen het Sarphatihuis. Uit gesprekken viel op te maken dat er vertrouwen is dat men op de goede weg zit. Dit neemt niet weg dat de inspectie op 17 juli heeft geconstateerd dat een groot aantal van de in november 2012 gesignaleerde risico s op onverantwoorde zorg nog aanwezig is. De ingezette verbeteracties waarmee de risico s op onverantwoorde zorg gereduceerd moeten worden, hebben nog niet geleid tot een situatie waarin aan essentiële normen wordt voldaan. Onvoldoende scholing; zorgaanbod niet afgestemd op de doelgroepen Het Sarphatihuis beantwoordt wat betreft inzet en deskundigheid van het personeel aan geen van de beoordeelde normen. Dit baart grote zorgen want het betekent dat cliënten niet zonder meer kunnen rekenen op veilige en verantwoorde zorg. De resultaten wijzen op fundamentele, hardnekkige en structurele problemen. Enerzijds is gedurende vele jaren onvoldoende geïnvesteerd in scholing van medewerkers, anderzijds is, gelet op de doelgroepen, sprake van een te grote groep te laag opgeleide medewerkers en een tekort aan verpleegkundige epertise. Een scholingsbeleid ontbreekt nog steeds. Tegelijkertijd kwam in gesprekken naar voren dat voor diverse medewerkers de vereiste scholing te hoog gegrepen zal zijn, dat sprake is van grote verschillen in deskundigheden en dat de kwaliteit van de zorgverlening sterk persoonsgebonden is. Tekortschietende kennis en kunde en een tekort aan inzetbare vaste krachten heeft gevolgen voor alle onderdelen van de zorg: het cliëntdossier, de zorginhoudelijke veiligheid, de medicatieveiligheid, het verantwoord toepassen van vrijheidsbeperkende interventies etc. Het gebrek aan deskundig personeel vormt daarnaast een grote belemmering voor het verbeteren van de kwaliteit van de zorgverlening. Het staat bovendien in de weg aan het bewerkstelligen van een andere cultuur en gezamenlijk gedeelde normen en waarden. Randvoorwaarden voor goede dossiervoering onvoldoende aanwezig Het zorgdossier is een belangrijk middel om de continuïteit in de zorgverlening te bewaken en de zorgverlening door de verschillende disciplines op elkaar af te stemmen. Deze doelen worden met de huidige dossiervoering echter niet bereikt. Medewerkers beschikken over onvoldoende vaardigheden om goed te kunnen werken met het per 1 juli 2013 ingevoerde elektronisch cliëntendossier (ECD) en de zorgleefplansystematiek. Het methodisch werken schiet tekort en het ECD vertoont hiaten. Artsen werken nog met een papieren medisch dossier. Van een goede multidisciplinaire verslaglegging in het ECD is geen sprake. Het voorgaande betekent dat een aantal belangrijke randvoorwaarden voor het leveren van veilige en verantwoorde zorg ontbreekt. Het betekent ook dat de kansen die het ECD biedt om de kwaliteit van de zorgverlening te verbeteren onvoldoende benut kunnen worden. Medicatieveiligheid nog niet daadwerkelijk geborgd Volgens het plan van aanpak d.d.18 maart zou per 1 april 2013 het Amsta medicatiebeleid op alle afdelingen van het Sarphatihuis ingevoerd zijn en per 1 juni 2013 moest de medicatieveiligheid geborgd zijn. De eerste helft van 2013 is hard gewerkt aan het realiseren van verbeteringen, waaronder het organiseren van scholing. In de aanvullende voortgangsrapportage d.d. 9 juni 2013 is benoemd dat de structuur voor borging van de medicatieveiligheid inmiddels [Geef tekst op]

Rapport van het inspectiebezoek aan het Dr.Sarphatihuis te Amsterdam op 17 juli 2013 vormgegeven is maar dat de effecten van deze borgingsstructuur nog niet voldoende zijn. Dit betekent dat nog niet bereikt en geborgd is dat daadwerkelijk sprake is van medicatieveiligheid. Onduidelijk blijft ook of alle risico s die gesignaleerd zijn in de medicatieaudits uit 2011 en 2012 ondervangen zijn. Het feit dat in gesprekken aangegeven werd dat er twijfels zijn of de medicatiescholingen het beoogde effect hebben baart etra zorgen. Situatie dienst Behandeling en Begeleiding kwetsbaar De dienst B&B verkeert door het vertrek van meerdere SOG s sinds mei 2013 in een instabiele situatie. Aan een aantal randvoorwaarden voor het leveren van verantwoorde medische zorg is inmiddels voldaan, maar de situatie blijft kwetsbaar, temeer omdat bij zorgmedewerkers sprake is van een tekortschietend signaleringsvermogen en tekortschietende kennis en kunde. Het feit dat met tijdelijke krachten gewerkt wordt (waaronder een aantal basisartsen en een physician assistant) betekent bovendien dat de begin dit jaar op gang gekomen toenadering tussen de dienst B&B en de zorg weer op losse schroeven staat en dat pas in september een nieuw start gemaakt kan worden met het creëren van een eenduidige visie op wonen en zorg en een goede verbinding tussen de behandeldienst en de zorg. Complicerende factor hierbij is dat in het Sarphatihuis nog geen duidelijkheid bestaat over de rol en inzet van de verpleegkundigen. Eenduidige visie op wonen en zorg ontbreekt De afgelopen jaren was binnen het management van het Sarphatihuis sprake van frequentie wisselingen en langdurig ziekteverzuim. De aansturing van de medewerkers heeft hier ernstig onder geleden. Er is een cultuur ontstaan waarin medewerkers hun eigen gang kunnen gaan, waarin binnen de verschillende disciplines eilandjes en eigen werkwijzen zijn ontstaan en waarin het elkaar aanspreken op gedrag en attitude niet gebruikelijk is. De in gang gezette verbeteracties, waaronder een andere stijl van leidinggeven, hebben deels tot meer rust geleid maar in een aantal situaties ook tot meer onrust. Verder kwam in verschillende gesprekken naar voren dat in het Sarphatihuis geen sprake is van een eenduidige visie op wonen en zorg en dus ook niet op de normen en waarden die daar bij horen. Gevolg is dat medewerkers hun eigen normen en waarden blijven hanteren en dat een belangrijke randvoorwaarde voor het bewerkstelligen van cultuurveranderingen ontbreekt. Aansturing nog niet stabiel Wat betreft de aansturing is in het Sarpahtihuis vooralsnog geen sprake van een stabiele situatie. De per 1 januari 2013 aangestelde interim manager Wonen, Zorg en Welzijn is eind april vertrokken. De afdelingshoofden worden sindsdien ondersteund en aangestuurd door zes managers van andere Amsta locaties. De medewerkers van de dienst B&B, waaronder de tijdelijk aangestelde basisartsen, worden aangestuurd door een interim manager. Veel zal afhangen van het functioneren van de nieuwe managementstructuur, van de (samenwerking tussen de) nieuwe locatiemanager en de nieuwe manager dienst B&B die op 1 augustus respectievelijk 1 september aan de slag gaan, en van de rolinname van de afdelingshoofden. In feite kan pas in het najaar een start gemaakt worden met werken aan een eenduidige visie op wonen en zorg, een cultuuromslag en een goede samenwerking tussen alle disciplines. Kwaliteitssysteem functioneert niet In het rapport n.a.v. het inspectiebezoek op 12 november 2012 constateerde de inspectie: Amsta heeft een kwaliteitssysteem waarmee de veiligheid en kwaliteit van de zorgverlening bewaakt en bevorderd kan worden. In het Sarphatihuis is dit Pagina 9 van 23

echter, mede door het ontbreken van een effectieve PDCA cyclus, nauwelijks zichtbaar. Dit blijkt onder andere uit de gebrekkige dossiervoering, de tekortschietende medicatieveiligheid, niet geïmplementeerd beleid en ontbrekend scholingsbeleid. De inspectie constateert dat sindsdien nagenoeg geen activiteiten ondernomen zijn om te komen tot een goed functionerend kwaliteitssysteem. Uit gesprekken en ingeziene documenten blijkt dat het Sarphatihuis in beperkte mate kwaliteitsinformatie verzameld. Dit gebeurt voornamelijk a.d.h.v. interne audits en PIT rondes waarvan de kwaliteit en toereikendheid niet duidelijk is. Een planning voor audits en PIT rondes met onderwerpen en tijdpad ontbreekt. Welke informatie verzameld wordt lijkt afhankelijk van ad hoc behoeftes en situaties en van eisen die de inspectie heeft gesteld zoals het aanleveren van een plan van aanpak en de opgevraagde informatie n.a.v. de crisis binnen de dienst B&B. Een beleid m.b.t. kwaliteitsinformatie die structureel verzameld moet worden ontbreekt. Risico s op onveilige en onverantwoorde zorg komen onvoldoende in beeld waardoor op alle niveaus aanknopingspunten voor verbetering gemist worden. Amsta breed beleid (o.a. wat betreft zorgleefplan, medicatie, valpreventie) wordt niet (goed) geïmplementeerd en geborgd en lijkt niet altijd goed afgestemd op lokale ontwikkelingen en behoeften. Omgekeerd worden op lokaal niveau werkwijzen geïmplementeerd en gehanteerd die afwijken van Amsta breed beleid. Van een effectieve PDCA cyclus is geen sprake, getuige o.a. de tekortschietende voortgangsrapportage d.d. 3 juni 2013. Het voorgaande betekent dat in de huidige situatie sturing op kwaliteit en veiligheid niet goed mogelijk is. Het betekent ook dat gerealiseerde verbeteringen onvoldoende zichtbaar worden en borging achterwege blijft. Dit vormt een ernstige belemmering voor het bereiken van een situatie waarin structureel sprake is van veilige en verantwoorde zorg. 2.2 Conclusie Het Sarphatihuis voldoet niet aan een groot aantal normen. Dit geeft een risico op onverantwoorde zorg en gezondheidsschade voor de cliënt. Om de risico s te beperken wordt van u verwacht dat u maatregelen neemt. In hoofdstuk 3 staan de te nemen maatregelen en vervolgacties. [wordt nader ingevuld] [Geef tekst op]

Rapport van het inspectiebezoek aan het Dr.Sarphatihuis te Amsterdam op 17 juli 2013 3 Handhaving In dit hoofdstuk staat een overzicht van de normen die als onvoldoende zijn beoordeeld. Van Amsta wordt verwacht dat er maatregelen genomen worden in het Dr. Sarphatihuis binnen een daarvoor vastgestelde termijn. De inspectie gaat ervan uit dat hoofdstuk 4 voldoende informatie bevat om de benodigde verbeteringen uit te voeren om te voldoen aan de hieronder genoemde normen. 3.1 Door Amsta te treffen maatregelen Normen waaraan binnen maimaal zes maanden na de bezoekdatum voldaan moet zijn: 1.1 De zorgaanbieder verzamelt op structurele wijze kwaliteitsinformatie en gebruikt dit voor kwaliteitsverbetering. 1.2 (bijna) Fouten worden systematisch en structureel gemeld, verzameld, geanalyseerd en gebruikt voor verbeteracties. 1.3 De zorgaanbieder heeft een klachtenregeling conform de wet en maakt deze bekend bij de cliënt en/of zijn vertegenwoordiger. 1.4 De zorgaanbieder regelt cliëntenmedezeggenschap. 1.8 De zorgaanbieder zorgt er voor dat zinvolle dagbesteding in voldoende mate aanwezig is. 2.3 De wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt zijn de basis voor de zorg-/ondersteuningsdoelen. 2.4 Risico's voor de cliënt zijn geïnventariseerd door de zorgverleners en de zorg en ondersteuning zijn hierop gebaseerd. 2.5 De in het zorg-/ondersteuningsplan beschreven zorg- /ondersteuningsproblemen, de doelen, acties, rapportage en evaluaties zijn congruent met elkaar. 2.6 In het cliëntdossier is informatie van betrokken disciplines op een vaste plaats terug te vinden. 2.7 In het cliëntdossier is de dagelijkse rapportage opgenomen. 2.9 In het zorg-/ondersteuningsplan is vastgelegd welke disciplines met welke verantwoordelijkheden zijn betrokken bij de verschillende onderdelen van de zorgverlening. 3.1 Medewerkers werken cliëntgericht. 3.2 Medewerkers kennen de impact van hun bejegening op het gedrag van de cliënt. 3.3 Medewerkers hebben voldoende kennis van en vaardigheden voor de doelgroep van cliënten. 3.4 Medewerkers werken op een verantwoorde manier met relevante richtlijnen, protocollen en/of werkinstructies. 3.5 Alleen bevoegde en bekwame medewerkers voeren voorbehouden en risicovolle handelingen uit. 3.6 Medewerkers krijgen de benodigde scholing om verantwoord te kunnen werken met de doelgroep en de zorgproblematiek van de cliënten. 3.7 De zorgaanbieder zet op de juiste momenten voldoende deskundige medewerkers in ter uitvoering van de dagelijkse zorg. 3.8 De zorgaanbieder regelt dat vakinhoudelijk specialisten in voldoende mate beschikbaar zijn. Pagina 11 van 23

3.9 De zorgaanbieder verzamelt, analyseert en onderneemt zo nodig acties met betrekking tot belangrijke contetuele factoren van inzet van personeel. 3.10 Medewerkers en management kennen de grenzen van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden en schakelen tijdig vakinhoudelijke specialisten in. 3.11 Medewerkers werken volgens relevante gedragscodes. (gedrags-, meld)codes. 4.2 De medicatie wordt alleen gemalen met schriftelijke instemming per geneesmiddel van de arts of apotheker. 4.6 Medewerkers signaleren werking en bijwerking van het toegediende geneesmiddel. 5.2 Voorafgaand aan de vrijheidsbeperkende maatregel(en) is een (probleem)analyse verricht van het gedrag van de cliënt. 5.4 In dialoog met cliënt vindt multidisciplinaire besluitvorming plaats over de vrijheidsbeperkende maatregel(en). 5.8 Medewerkers passen vrijheidsbeperkende maatregel(en) zorgvuldig toe. 5.10 De zorgaanbieder heeft werkinstructies (protocollen) over het toepassen van alle vrijheidsbeperkende maatregelen. 3.2 Resultaatsverslag De inspectie verwacht een resultaatsverslag waarin per norm staat: - Of binnen de gestelde termijn is voldaan aan de norm. - De aanpak en acties waarmee is bereikt dat aan de norm is voldaan. - De wijze waarop is gemeten dat aan de norm is voldaan. De inspectie verwacht dat in het resultaatsverslag wordt daarnaast aangegeven welke verbeteringen zijn gerealiseerd wat betreft aansturing, multidisciplinaire samenwerking, (aanspreek)cultuur en het werken op basis van een eenduidige visie op wonen en zorg. De inspectie verwacht het resultaatsverslag voor de normen waar u binnen zes maanden na de bezoekdatum aan moet voldoen uiterlijk voor 31 januari 2014. 3.3 Beoordeling van overige locaties De inspectie verwacht dat het verantwoordelijk management ook in andere locaties of in ander teams beoordeelt of aan de normen wordt voldaan en zo nodig passende maatregelen neemt. 3.4 Vervolgacties inspectie Het Sarphatihuis is op grond van de Kwaliteitswet zorginstellingen verplicht om de kwaliteit van de zorgverlening te bewaken, te beheersen en te verbeteren. De inspectie heeft geconstateerd dat het Sarphatihuis hier niet aan voldoet. Tijdens het bezoek op 17 juli 2013 bleek dat een groot aantal van de in november 2012 gesignaleerde risico s op onverantwoorde zorg nog aanwezig is. Gezien de ernst van de bevindingen zoals beschreven in de beschouwing en het niet voldoen aan een groot aantal normen voor verantwoorde zorg heeft de inspectie op 6 augustus 2013 gesproken met de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht van stichting Amsta. De inspectie heeft in dit gesprek aangegeven dat de inspectie de Minister zal adviseren op grond van artikel 8 eerste lid van de Kwaliteitswet zorginstellingen een aanwijzing te geven aan het Dr. Sarphatihuis. De inspectie zal het Sarphatihuis volgen via aangekondigde en onaangekondigde bezoeken. De inspectie zal o.a. begin 2014 een aangekondigd of onaangekondigd hertoetsbezoek brengen aan het Dr. Sarphatihuis waarbij het resultaatsverslag gebruikt zal worden ter voorbereiding. [Geef tekst op]

Rapport van het inspectiebezoek aan het Dr.Sarphatihuis te Amsterdam op 17 juli 2013 4 Resultaten inspectiebezoek Dit hoofdstuk start met een overzicht per thema van de scores op de normen. De inspectie geeft in dit hoofdstuk in principe alleen een toelichting als niet aan de norm is voldaan. Niet van toepassing wordt gescoord als de situatie waarop de norm van toepassing is, in deze locatie of binnen het team nooit voorkomt. Niet beoordeeld betekent dat de situatie waarop de norm van toepassing is, op de locatie wel voorkomt, maar niet aan de orde is geweest tijdens het bezoek. De nummering van de normen is niet altijd opeenvolgend. Dit komt omdat de normen uit een groter normenbestand komen en niet alle normen uit dit bestand worden getoetst. 4.1 Sturen op kwaliteit en veiligheid Voldoet Voldoet niet Oordeel n.v.t. Niet beoordeeld 1.1 De zorgaanbieder verzamelt op structurele wijze kwaliteitsinformatie en gebruikt dit voor kwaliteitsverbetering. 1.2 (bijna) Fouten worden systematisch en structureel gemeld, verzameld, geanalyseerd en gebruikt voor verbeteracties. 1.3 De zorgaanbieder heeft een klachtenregeling conform de wet en maakt deze bekend bij de cliënt en/of zijn vertegenwoordiger. 1.4 De zorgaanbieder regelt cliëntenmedezeggenschap. 1.5 De zorgaanbieder heeft in- en eclusiecriteria voor cliënten. 1.8 De zorgaanbieder zorgt er voor dat zinvolle dagbesteding in voldoende mate aanwezig is. Toelichting per norm waaraan niet wordt voldaan: 1.1 In 2012 is een cliënttevredenheidsonderzoek uitgevoerd. Echter, de resultaten zijn niet aantoonbaar gebruikt om de kwaliteit te verbeteren. Andere relevante kwaliteitsindicatoren worden niet of onvoldoende structureel verzameld en maimaal binnen een jaar gebruikt om de kwaliteit te verbeteren. In gesprekken kwam naar voren dat sprake is van een toename van klachten door tekortschietende communicatie tussen zorgmedewerkers en familie van cliënten. De inspectie heeft echter geen verbeteracties aangetroffen. Jaarplannen ontbreken. Men werkt in 2013 a.d.h.v. een plan van aanpak dat opgesteld is n.a.v. inspectiebezoeken. Pagina 13 van 23

1.2 Meldingen worden onvoldoende systematisch verzameld en geanalyseerd. Men zoekt onvoldoende naar patronen en oorzaken. Aantoonbaar vindt er onvoldoende verbetering plaats op basis van de analyse. Voor zover men verbeteringen in gang zet gebeurt dit op afdelingsniveau; of huisbreed verbeteringen nodig zijn wordt niet of onvoldoende onderzocht. Er is binnen enkele weken geen terugkoppeling aan de melder en aan andere medewerkers. 1.3 De klachtencommissie is niet direct toegankelijk. Amsta vermeldt op haar website dat een klager de SIGRA Klachtenbehandelingscommissie of de Geschillencommissie in kan schakelen als de klacht niet of onvoldoende binnen de instelling is afgehandeld. 1.4 De leden van de cliëntenraad geven aan dat ze in een aantal situaties onvoldoende of te laat geïnformeerd zijn door het locatiemanagement. 1.5 De activiteitenbegeleiders werken niet meer vanuit een apart organisatieonderdeel, maar zijn onlangs gekoppeld aan de afdelingen/units. Echter, de verdeling van de beschikbare uren is nog niet gerelateerd aan de benodigde en gewenste activiteiten op de afdelingen/units. Hierdoor is niet geborgd dat cliënten een dagbesteding krijgen die past bij hun wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen. [Geef tekst op]

Rapport van het inspectiebezoek aan het Dr.Sarphatihuis te Amsterdam op 17 juli 2013 4.2 Cliëntdossier Voldoet Voldoet niet Oordeel n.v.t. Niet beoordeeld 2.1 Iedere cliënt heeft een zorg-/ondersteuningsplan. 2.2 De cliënt en/of cliëntvertegenwoordiger is aantoonbaar betrokken bij het opstellen van en heeft aantoonbaar ingestemd met het zorg-/ondersteuningsplan. 2.3 De wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt zijn de basis voor de zorg- /ondersteuningsdoelen. 2.4 Risico's voor de cliënt zijn geïnventariseerd door de zorgverleners en de zorg en ondersteuning zijn hierop gebaseerd. 2.5 De in het zorg-/ondersteuningsplan beschreven zorg- /ondersteuningsproblemen, de doelen, acties, rapportage en evaluaties zijn congruent met elkaar. 2.6 In het cliëntdossier is informatie van betrokken disciplines op een afgesproken plaats terug te vinden. 2.7 In het cliëntdossier is de dagelijkse rapportage opgenomen. 2.8 In het cliëntdossier zijn samenvattingen opgenomen van zorghistorie. 2.9 In het zorg-/ondersteuningsplan is vastgelegd welke disciplines met welke verantwoordelijkheden zijn betrokken bij de verschillende onderdelen van de zorgverlening. 2.10 De cliënt of de cliëntvertegenwoordiger is betrokken bij de periodieke evaluatie van het zorg- /ondersteuningsplan. Algemeen: In het Sarphatihuis is per 1 juli 2013 het ECD ingevoerd (Caress). Nog niet alle onderdelen uit het papieren zorgdossier zijn in het ECD opgenomen. O.a. betreft dit de (ondertekende) middelen en maatregelenformulieren. Het medisch dossier is evenmin opgenomen in het ECD. 2.3 In het ECD zijn wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt opgenomen. Echter, door ontbrekende onderdelen in het ECD, tekortschietende ECD vaardigheden en tekortschietende kennis en kunde is niet geborgd dat de zorgdoelen gebaseerd zijn op alle relevante cliëntinformatie. Ook is niet geborgd dat zorgdoelen passen bij de wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt. Pagina 15 van 23

2.4 Relevante risico worden niet standaard geïnventariseerd. O.a. betreft dit probleemgedrag. Hierdoor is niet gegarandeerd dat de zorg en ondersteuning is gebaseerd op de relevante risico s. 2.5 Rapportages zijn gekoppeld aan doelen. Hoe een relatie gelegd wordt met de acties is niet duidelijk. Door de recente invoering van de digitale zorgleefplansystematiek was beoordeling van evaluaties niet mogelijk. 2.6 Opdrachten en relevante gegevens van betrokken disciplines zijn onvoldoende terug te vinden. Artsen rapporteren niet in het ECD. 2.7 De digitale zorgleefplansystematiek brengt met zich mee dat a.d.h.v. doelen gerapporteerd wordt. Dit gebeurt niet consequent. Rapporteren geschiedt op een blanco pagina. Voorgaande rapportages zijn niet zichtbaar. Hierdoor ontbreekt zicht op continuïteit en afwijkingen. 2.9 Er is niet vastgelegd wie verantwoordelijk is voor de verschillende onderdelen van de zorgverlening. Daarnaast merkt de inspectie op dat volgens de Handleiding Amsta Zorgleefplan) de verpleeghuisarts verantwoordelijk is voor het medische deel van het dossier en voor de inhoud van het zorgleefplan. Echter, tijdens het bezoek kreeg de inspectie te horen dat de EVV verantwoordelijk is voor de inhoud van het zorgleefplan. 2.10 De inspectie kon deze norm niet beoordelen vanwege de zeer recente invoering van het ECD en het ontbreken van evaluaties in de ingeziene dossiers. [Geef tekst op]

Rapport van het inspectiebezoek aan het Dr.Sarphatihuis te Amsterdam op 17 juli 2013 4.3 Deskundigheid en inzet personeel Voldoet Voldoet niet Oordeel n.v.t. Niet beoordeeld 3.1 Medewerkers werken cliëntgericht. 3.2 Medewerkers kennen de impact van hun bejegening op het gedrag van de cliënt. 3.3 Medewerkers hebben voldoende kennis van en vaardigheden voor de doelgroep van cliënten. 3.4 Medewerkers werken op een verantwoorde manier met relevante richtlijnen, protocollen en/of werkinstructies. 3.5 Alleen bevoegde en bekwame medewerkers voeren voorbehouden en risicovolle handelingen uit. 3.6 Medewerkers krijgen de benodigde scholing om verantwoord te kunnen werken met de doelgroep en de zorgproblematiek van de cliënten. 3.7 De zorgaanbieder zet op de juiste momenten voldoende deskundige medewerkers in ter uitvoering van de dagelijkse zorg. 3.8 De zorgaanbieder regelt dat vakinhoudelijk specialisten in voldoende mate beschikbaar zijn. 3.9 De zorgaanbieder verzamelt, analyseert en onderneemt zo nodig acties met betrekking tot belangrijke contetuele factoren van inzet van personeel. 3.10 Medewerkers en management kennen de grenzen van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden en schakelen tijdig vakinhoudelijke specialisten in. 3.11 Medewerkers werken volgens relevante gedragscodes. (gedrags-, meld)codes. X 3.1 Medewerkers ondersteunen cliënten niet of onvoldoende methodisch en actief in het uiten van behoeftes en wensen. 3.2 Medewerkers zijn zich er niet of onvoldoende van bewust dat hun bejegening impact heeft op het gedrag van cliënten. Medewerkers bespreken met elkaar niet of onvoldoende welk effect hun bejegening heeft op de cliënten in formele overlegstructuren zoals teambespreking, supervisie en intervisie. 3.3 Medewerkers kennen niet of onvoldoende de zorg- en ondersteuningsproblematiek waarmee de cliënten te maken hebben. Pagina 17 van 23

Medewerkers vinden dat ze onvoldoende worden toegerust om met de zorg- en ondersteuningsproblematiek van de cliënten te kunnen omgaan. Medewerkers ervaren onvoldoende vakinhoudelijke ondersteuning van hun direct leidinggevende en/of van vakinhoudelijke specialisten. 3.4 Management ziet er niet of onvoldoende zichtbaar op toe dat volgens protocol wordt gewerkt. Medewerkers weten niet of onvoldoende met welke richtlijnen, protocollen en werkinstructies er gewerkt moet worden, waarom die nodig zijn en hoe ze gebruikt moeten worden. Medewerkers worden via het intranet op de hoogte gesteld van updates. Echter, in gesprekken werd aangegeven dat niet alle medewerkers actief deze informatie achterhalen. Daarnaast worden updates niet of onvoldoende geïmplementeerd. 3.5 Er is niet geborgd dat alleen bekwaam personeel voorbehouden en risicovolle handelingen uitvoert. Er is onvoldoende scholing in risicovolle en voorbehouden handelingen. Wie hieraan deelgenomen heeft wordt onvoldoende geregistreerd. 3.6 Medewerkers worden onvoldoende geschoold voor de betreffende doelgroep. Er zijn geen scholingsplannen, passend bij de behoeftes van de doelgroep en het deskundigheidsniveau van de medewerkers. Management, medewerkers en vakinhoudelijk specialisten houden trends en ontwikkelingen in hun vakgebied niet of onvoldoende bij en zetten dit niet of onvoldoende om in passend scholingsbeleid. In gesprekken werd aangegeven dat de medicatiescholingen in het eerste half jaar van 2013 onvoldoende hebben geleid tot de beoogde verbeteringen. De inspectie kreeg te horen dat bij een aantal zorgmedewerkers sprake is van gebrek aan lerend vermogen. 3.7 Het management heeft onvoldoende inzicht in de deskundigheid van de zorgmedewerkers. De inzet van personeel voor de dagelijkse zorg is niet aantoonbaar zodanig georganiseerd dat op de juiste momenten voldoende deskundig personeel aanwezig is. Als gevolg van het hoge ziekteverzuim worden veel poolkrachten ingezet. Het management borgt onvoldoende dat tijdelijke invalkrachten zodanig worden ingezet dat er altijd voldoende deskundigheid aanwezig is. 3.8 Het vertrek van meerdere specialisten ouderengeneeskunde in het 2 de en 3 de kwartaal 2013 heeft er toe geleid dat de medische zorg op één afdeling verleend wordt door een vaste SOG en op de andere afdelingen door basisartsen, een physician assistant, een verpleegkundig specialist en een aantal praktijkverpleegkundigen. Kwalitatief bezien voldoet dit niet aan de norm.1 Wel bleek uit gesprekken en documentatie het volgende: - De lacunes in de roosters van het medische personeel die de inspectie in juni ontving zijn ingevuld. - Basisartsen en de PA werken onder supervisie; er zijn 3 supervisoren; de achterwacht is altijd een SOG; het is helder wie per dag verantwoordelijk en aanspreekbaar is. - Vanuit de afdeling kan men rechtstreeks een arts bellen; dit loopt niet meer via de portier. - Er is wekelijks overleg tussen de dienst B&B, afdelingshoofden en praktijkverpleegkundigen; daarmee wordt ruis weggenomen. 1 In zijn reactie op het concept rapport heeft de RvB Amsta aangegeven dat vakinhoudelijke specialisten in voldoende mate beschikbaar zijn. [Geef tekst op]

Rapport van het inspectiebezoek aan het Dr.Sarphatihuis te Amsterdam op 17 juli 2013 - Per 1-9-2013 is weer sprake van een volledige bezetting met specialisten ouderengeneeskunde. - De (vier) praktijkverpleegkundigen fungeren als intermediair tussen zorgmedewerkers en artsen. Zij zijn het eerste aanspreekpunt voor zorgmedewerkers. Echter: Twee van de vier praktijkverpleegkundigen gaan in het najaar een opleiding volgen. Vervanging hangt af van de wijze waarop de nieuwe manager Wonen, Zorg en Welzijn, die per 1 augustus aantreedt, de inzet van verpleegkundige epertise in het Sarphatihuis vorm wil geven. 3.9 Ziekteverzuim, personeelsverloop en inzet van invalkrachten zijn in beeld. Echter, het ziekteverzuim is hoog, de ervaren werkdruk is onvoldoende in beeld en er worden onvoldoende passende maatregelen genomen. 3.10 Medewerkers schakelen niet of onvoldoende andere specialismen in. O.a. betreft dit het consulteren van een psycholoog t.b.v. benaderingsadviezen voor cliënten op PG afdelingen. 3.11 Het Sarphatihuis beschikt alleen over het Amsta document Beroepscodes verzorgenden en verpleegkundigen en de Nationale Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden. In gesprekken kwam naar voren dat medewerkers door tekortschietende aansturing en het ontbreken van een eenduidige visie op wonen en zorg (met bijbehorende normen en waarden) hun eigen visies, normen en waarden volgen. Pagina 19 van 23

4.4 Medicatieveiligheid Voldoet Voldoet niet Oordeel n.v.t. Niet beoordeeld 4.1 De arts en de apotheker verrichten jaarlijks een medicatiebeoordeling voor alle cliënten. 4.2 De medicatie wordt alleen gemalen met schriftelijke instemming per geneesmiddel van de arts of apotheker. 4.3 De zorgaanbieder bepaalt in dialoog met de cliënt of de medicatie geheel of gedeeltelijk in eigen beheer wordt gegeven en legt de gemaakte afspraken daarover vast in het zorg-/ondersteuningsplan. 4.4 De procedure rondom uitzetten, toedienen en registreren is beschreven in een procedure farmaceutische zorg. 4.5 Medewerkers die hulp bieden bij de medicatie beschikken over een actuele medicatieoverzichtlijst en medicatietoedienlijst van de apotheker. 4.6 Medewerkers signaleren werking en bijwerking van het toegediende geneesmiddel. 4.7 Niet GDS medicatie wordt door een tweede bekwaam persoon gecontroleerd, of er is een afspraak met de apotheek dat het geen risicovolle medicatie betreft voor deze cliënt. 4.8 Inhoud van baterzakjes wordt niet gewijzigd door medewerkers, dit is de verantwoordelijkheid van de apotheker. 4.9 De medewerker parafeert de toegediende of aangereikte medicatie op de door de apotheek verstrekte toedienlijst. 4.11 Er is geborgd beleid rondom de omvang, identiteit en opslag van de voorraad geneesmiddelen. Algemeen: De beoordeling betreft de afdeling Kattenburg. 4.2 Malen per geneesmiddel wordt niet consequent bij iedere cliënt vermeld op de door de apotheker geleverde toedienlijst. 4.6 Een groot aantal medewerkers heeft in 2013 medicatiescholing gevolgd waarin werking en bijwerking van medicijnen aan de orde is gekomen. Echter, in gesprekken kreeg de inspectie te horen dat de scholing bij diverse medewerkers niet heeft geleid tot het beoogde effect. [Geef tekst op]

Rapport van het inspectiebezoek aan het Dr.Sarphatihuis te Amsterdam op 17 juli 2013 4.5 Vrijheidsbeperking Voldoet Voldoet niet Oordeel n.v.t. Niet beoordeeld 5.1 De zorgaanbieder beschrijft visie en beleid over preventie, besluitvorming en uitvoering van vrijheidsbeperkende maatregelen. 5.2 Voorafgaand aan de vrijheidsbeperkende maatregel(en) is een (probleem)analyse verricht van het gedrag van de cliënt. 5.3 Voorafgaand aan de inzet van de psychofarmaca vindt een psychosociale- of gedragsinterventie plaats. 5.4 In dialoog met cliënt vindt multidisciplinaire besluitvorming plaats over de vrijheidsbeperkende maatregel(en). 5.5 Een arts of een gedragskundige is verantwoordelijk voor het besluit om over te gaan tot de vrijheidsbeperkende maatregel(en). 5.6 De cliënt en/of cliëntvertegenwoordiger geeft toestemming voor de vrijheidsbeperkende maatregel(en). 5.7 Alle vrijheidsbeperkende maatregelen zijn opgenomen in het cliëntdossier. 5.8 Medewerkers passen vrijheidsbeperkende maatregel(en) zorgvuldig toe. 5.9 De zorgaanbieder zorgt voor toetsing van besluitvorming en uitvoering, door een niet bij de behandeling betrokken deskundige, als fiatie met onrustband, afzonderen in een daarvoor bestemde ruimte of separatie worden toegepast. 5.10 De zorgaanbieder heeft werkinstructies (protocollen) over het toepassen van alle vrijheidsbeperkende maatregelen. 5.11 De zorgaanbieder heeft een registratie van vrijheidsbeperkende maatregelen op locatie- of teamniveau. 5.2 Uit de ingeziene digitale dossiers bleek niet dat de cliënt door een arts onderzocht is of medische oorzaken ten grondslag ligt van gedrag. Een (probleem)analyse van het gedrag van de cliënt was niet terug te vinden in het digitale cliëntdossier. 5.4 De inspectie kreeg te horen dat de cliënt (of diens vertegenwoordiger) ná de besluitvorming geïnformeerd wordt over de uitkomst. Wel is ingeval van bezwaar alsnog overleg mogelijk. Uit de ingeziene dossiers bleek niet of minder ingrijpende alternatieven overwogen of uitgeprobeerd zijn voordat de vrijheidsbeperkende maatregel(en) plaatsvond(en). Pagina 21 van 23

5.8 Medewerkers hebben geen scholing gehad in het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen en zijn niet op de hoogte van de inhoud van de werkinstructies. 5.10 De inspectie kreeg te horen dat werkinstructies in het kwaliteitshandboek niet makkelijk te vinden zijn. Het trefwoord sensor leverde geen instructie op. 4.6 Overige bevindingen (facultatief) Voldoet Voldoet niet Oordeel n.v.t. Niet beoordeeld 6.1 De zorgorganisatie regelt 724 uur toezicht bij psychogeriatrische cliënten met een indicatie voor 24 uurszorg, zowel in hun woonruimte als in openbare ruimten. Gekwalificeerd zorgverleners of geïnstrueerde personen houden toezicht. In overleg met de cliëntenraad zijn alternatieve vormen van toezicht mogelijk. Bij het toezicht houdt de zorgorganisatie rekening met individuele gezondheidsrisico s en specifieke situaties van cliënten. Die specifieke situatie staat beschreven in het zorgleefplan. Dat geldt ook als de zorgorganisatie bewust geen toezicht houdt. Het toezicht is aantoonbaar besproken en geëvalueerd op teamniveau. 6.2 Afspraken tussen zorgaanbieder en apotheek worden nagekomen. Toelichting per norm waaraan niet wordt voldaan: 6.1 Er wordt bij het toezicht onvoldoende rekening gehouden met individuele gezondheidsrisico s en specifieke situaties van cliënten. De specifieke situatie van de cliënt wordt niet voor iedere psychogeriatrisch cliënt met een indicatie voor 24 uurszorg beschreven in het zorgleefplan. Het toezicht wordt niet aantoonbaar besproken en geëvalueerd op teamniveau. 6.2 De inspectie kreeg te horen dat de apotheek bestelde medicatie niet altijd levert, of niet op tijd levert of niet levert wat besteld is. Het komt voor dat medicatie voor cliënt A wordt geleverd op naam van cliënt B. Een arts moet soms een tai regelen om medicatie tijdig in huis te hebben. [Geef tekst op]

Rapport van het inspectiebezoek aan het Dr.Sarphatihuis te Amsterdam op 17 juli 2013 Bijlage 1 Geraadpleegde documenten De onderstaande documenten zijn door de inspectie gebruikt bij het uitvoeren van het inspectiebezoek en het opstellen van dit rapport. De inspectie heeft de documenten niet in totaliteit beoordeeld, maar op specifieke onderwerpen doorgenomen. - Amsta jaardocument 2012 - Amsta Meerjarenperspectief 2012-2014 - Amsta: Thuis in de stad. Ondernemingsplan: de uitwerking van het Meerjarenperspectief 2012-2014, 27 juni 2013 - CQ meting Sarphatihuis 2012 - Overzicht fte s behandelaars dienst B&B Centrum/Oost - Weekroosters artsen en praktijkverpleegkundigen dienst B&B - Overzicht ziekteverzuim - Amsta Scholingsjaaroverzicht 2013 - Amsta Beroepscodes verzorgenden en verpleegkundigen, 1 maart 2013 - Amsta Handleiding Zorgleefplan, definitieve versie februari 2013 - Amsta medicatiebeleid juni 2013-juni 2015, herziene versie 7.0, 30 mei 2013 - Handreiking indeling beheer eigen medicatie cliënten (BEM), aangepaste versie 15 april 2013 - Verantwoorde zorg bij vrijheidsbeperking van cliënten bij Amsta, 20 juni 2013 - Bopz beleid, 27 september 2010 - Taakomschrijving Bopz arts, 11 juli 2013 - Voorschrijven en toepassen van middelen en maatregelen, 27-9-2010 - Proces beslissen inzetten vrijheidsbeperkende maatregelen Bopz/WGBO, versie 4, ongedateerd - Overzicht geregistreerde vrijheidsbeperkende interventies december 2012, maart 2013, mei 2013 - Overzicht werkinstructies en procedures Bopz in kwaliteitshandboek, 5 oktober 2012 - Beleid valpreventie en voorkomen van valincidenten stichting Amsta, 14 oktober 2011 - Audit valbeleid Sarphatihuis, 3 oktober 2012 - Medicatieaudit Dr. Sarphaithuis, Farmadam, 18 augustus 2011 - Audit medicatie Sarphatihuis, compliance rapport, 13 november 2012 - Interne audits Sarphathuis: februari-juli 2013: medicatieveiligheid; mei-juli 2013: zorgleefplan, valbeleid, MDO, toezicht, dagprogramma, activiteitenbegeleiding. Pagina 23 van 23