BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing



Vergelijkbare documenten
Krachten (4VWO)

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

Arbeid & Energie. Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be. Assistent: Erik Lambrechts

NATUURKUNDE. Figuur 1

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

De hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl.

Tentamen Mechanica ( )

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4

Uitwerkingen Tentamen Natuurkunde-1

BIOFYSICA: WERKZITTING 2 (Oplossingen) DYNAMICA

Welk van de onderstaande reeks vormt een stel van drie krachten die elkaar in evenwicht kunnen houden?

Topic: Fysica. Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen Assistent: Erik Lambrechts

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni TIJD: uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

jaar: 1990 nummer: 06

Topic: Fysica. Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen Assistent: Erik Lambrechts

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

4. Maak een tekening:

ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen.

Tentamen Fysica in de Fysiologie (8N070) deel AB herkansing, blad 1/5

TENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 3 Vectoren en hefbomen ( ) Pagina 1 van 14

****** Deel theorie. Opgave 1

Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten

Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76

Botsingen. N.G. Schultheiss

Het berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren.

Kracht en beweging (Mechanics Baseline Test)

Toegepaste mechanica 1. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven

HAVO. Wetten van Newton

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2006-II

Elektro-magnetisme Q B Q A

Studievoorbereiding. Vak: Natuurkunde voorbeeldexamen. Toegestane hulpmiddelen: Rekenmachine. Het examen bestaat uit: 32 meerkeuzevragen

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie

d. Met de dy/dx knop vind je dat op tijdstip t =2π 6,28 het water daalt met snelheid van 0,55 m/uur. Dat is hetzelfde als 0,917 cm per minuut.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen

1 VRIJE TRILLINGEN 1.0 INLEIDING 1.1 HARMONISCHE OSCILLATOREN het massa-veersysteem. Hoofdstuk 1 - Vrije trillingen

Naam:... Studentnummer:...

Programmeren en Wetenschappelijk Rekenen in Python. Wi1205AE I.A.M. Goddijn, Faculteit EWI 6 mei 2014

SAMENSTELLEN EN ONTBINDEN VAN SNIJDENDE KRACHTEN

NAAM:... OPLEIDING:... Fysica: mechanica, golven en thermodynamica PROEFEXAME VA 3 OVEMBER 2009

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.

HOGESCHOOL ROTTERDAM:

Tentamen Fysica in de Fysiologie (8N070) deel A2 en B, blad 1/6

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK

Relativiteitstheorie met de computer

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2007-I

KU Leuven. Faculteit Wetenschappen Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen. Introductieweek. Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen


Samenvatting snelheden en

BIOFYSICA: WERKZITTING 1 (Oplossingen) KINEMATICA

Toegepaste wiskunde. voor het hoger beroepsonderwijs. Deel 2 Derde, herziene druk. Uitwerking herhalingsopgaven hoofdstuk 7.

We hebben 3 verschillende soorten van wrijving, geef bij elk een voorbeeld: - Rollende wrijving: - Glijdende wrijving: - Luchtweerstand:

Inleiding kracht en energie 3hv

krachtenevenwicht Uitwerking:

je kunt T ook uitrekenen via 33 omwentelingen in 60 s betekent 1 omwenteling in 60/33 s.

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2002-I

toelatingsexamen-geneeskunde.be

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude

Opdracht 3: Baanintegratie: Planeet in een dubbelstersysteem

Naam van de kracht: Uitleg: Afkorting: Spierkracht De kracht die wordt uitgeoefend door spieren van de mens. F spier

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16

8.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3

Tentamen Fysica in de Fysiologie (8N070) deel AB herkansing, blad 1/5

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Vectoren en hefbomen ( ) Pagina 1 van 16

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt.

Examen Klassieke Mechanica

WISKUNDE 5 PERIODEN. DATUM : 5 juni 2008 ( s morgens) Niet-programmeerbare, niet-grafische rekenmachine

EXAMEN CONCEPTUELE NATUURKUNDE MET TECHNISCHE TOEPASSINGEN

Fysica: mechanica, golven en thermodynamica PROEFEXAMEN VAN 12 NOVEMBER 2008

Basic Creative Engineering Skills

Examen VWO. wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

BIOFYSICA: WERKZITTING 4 (Oplossingen) DYNAMICA VAN SYSTEMEN. dt L = M L. Aangezien M loodrecht staat op L, is het scalair product M L =0: dt L =0

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax

KINEMATICA 1 KINEMATICA

Examen mechanica: oefeningen

Theory Dutch (Netherlands) Lees eerst de algemene instructies uit de aparte enveloppe voordat je begint met deze opgave.

Tentamen Natuurkunde I Herkansing uur uur donderdag 7 juli 2005 Docent Drs.J.B. Vrijdaghs

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p

Lees onderstaande goed door. Je niet houden aan de instructies heeft direct gevolgen voor de beoordeling.

Klassieke en Kwantummechanica (EE1P11)

Examentraining Leerlingmateriaal

Het tentamen levert maximaal 30 punten op, waarvan de verdeling hieronder is aangegeven.

Een kogel die van een helling afrolt, ondervindt een constante versnelling. Deze versnelling kan berekend worden met de formule:

2.1 Bepaling van een eenparige rechtlijnige beweging...39

HAVO. Wetten van Newton

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1

Advanced Creative Enigneering Skills

Beginnen met Construeren Module ribbmc01c Opleiding: Bouwkunde / Civiele techniek / ROP Propadeuse, kernprogramma 1 e kwartaal

Transcriptie:

1 ste jaar Bachelor BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN Academiejaar 006-007 BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing 1 Opgave 1 Een blokje met massa 0, kg heeft onder aan een vlakke helling een snelheid van 7, m/s en schuift omhoog langs de helling. De helling maakt een hoek van 15 met het horizontaal vlak. Er is geen wrijving tussen blokje en helling. Na hoeveel tijd komt het blokje tot stilstand en welke verplaatsing heeft het dan gemaakt? Oplossing: Als systeem kiezen we uiteraard het blokje. De krachten op het blokje en een handig assenstelsel zijn in volgende figuur getekend: Veelgemaakte fout: Assenstelsel vergeten. Om te kunnen rekenen met x- en y-componenten van vectoren, moet je een assenstelsel tekenen. Nu moeten we de tweede wet van Newton projecteren op de assen: y-as: 0 = ma y = N G cos(15 ). Dus de normaalkracht zorgt ervoor dat de y-component van de zwaartekracht opgeheven wordt, er is immers geen beweging in de y-richting. Veelgemaakte fout: veel mensen hebben N = G gebruikt, wat niet waar is. De normaalkracht staat loodrecht op het opper- 1

vlak, en zorgt ervoor dat er geen beweging is in de richting loodrecht op het oppervlak. x-as: ma x = G sin(15 ) = mg sin(15 ). We weten nu dus dat het blokje een beweging maakt volgens de x-as, met x 0 = 0, v x,0 = 7, m/s en a x = g sin(15 ). Aangezien de versnelling een constante is, kunnen we direct de snelheid en de positie als functie van de tijd opschrijven. Voor de snelheid hebben we: v x (t) = v 0 + a x t = 7, g sin(15 )t Nu weten we dus het tijdstip t 1 waarop het blokje tot stilstand komt, want dan is v x (t 1 ) = 0, dus t 1 = 7, =, 84s. g sin(15 ) Voor de positie hebben we: x(t) = x 0 + v 0 t + a xt = 7, t g sin(15 ) t Op het moment t 1 waarop het blokje tot stilstand komt heeft het dus x(t 1 )m afgelegd. x(t 1 ) = 7,, 84 g sin(15 (, 84) ) = 10.m We kunnen het ook iets exacter uitrekenen: x(t 1 ) = 7, 7, g sin(15 ) g sin(15 ) = (7, ) g sin(15 ) = 10.1m ( 7, ) g sin(15 ) Conclusie: Het blokje komt na,8s tot stilstand en heeft dan 10,m afgelegd.

Opgave Een fysische grootheid y voldoet aan een vergelijking van de vorm dy + αy(t) = 0. Op moment t = 0 is de waarde van y gelijk aan 4. De dt tijdsconstante is 10 s. Wat is α? Maak hieronder een grafische voorstelling van de oplossing(τ is de tijdsconstante). Uit de grafiek moet duidelijk blijken dat je het begrip tijdsconstante beheerst. Oplossing : De oplossing van een dergelijke differentiaalvergelijking staat in het formularium: y(t) = Ae αt, met A een nog te bepalen constante. De constante A bepalen we uit de beginvoorwaarde: op het moment t = 0 moet y = 4, dus: 4 = y(0) = A. De constante α is gelijk aan 1, en is dus τ 0, 1s 1 We hebben dus dat y(t) = 4e 0,1t Nu moeten we een grafische voorstelling maken van de oplossing. We zien in de oplossing dat de streefwaarde gelijk is aan nul, dus weten we al hoe de grafiek ongeveer moet lopen: hij zal starten in y=-4 en dan steeds trager stijgen en dus steeds dichter bij nul komen. maar de tekening moet voldoende precies zijn, zodanig dat uit de tekening blijkt dat we het begrip tijdsconstante beheersen. Om dit te doen hebben we twee manieren. De eerste manier is om een lijn te trekken van het punt -4 op de y-as naar het punt τ op de lijn y = 0. Dit is de raaklijn van de grafiek op t = 0 (zie onderstaande figuur). De tweede manier is om de waarde van y uit te rekenen voor t = τ, τ,.... Uit de definitie van het begrip tijdsconstante volgt dat y(τ) = 4 1, 5, e y(τ) = 4 0, 5, etc, (zie onderstaande figuur). Nu hebben we genoeg e informatie om een vrij nauwkeurige grafiek te maken: 3

3 Opgave 3 Een staaf met massa 0 kg wordt door een scharnier en een kabel in horizontale stand gehouden. Bereken de spankracht in de kabel. Tip: hiervoor heb je enkel momenten nodig. Oplossing: Als systeem kiezen we de staaf. In de figuur zijn alle krachten getekend die op de staaf inwerken: De zwaartekracht, de spankracht in het touw en een kracht in het scharnierpunt. Merk op dat we de lengte L van de staaf niet kennen en dat de zwaartekracht aangrijpt in het massacentrum van de staaf (op de halve lengte). De staaf is in evenwicht, dus weten we dat de som van alle krachten op de staaf nul is en dat de som van alle krachtmomenten ten opzichte van het referentiepunt ook nul is. In de opgave staat dat je alleen met momenten moet werken, dus dat doen we dan ook: Allereerst moet duidelijk aangegeven worden wat het referentiepunt is van de krachtmomenten. In dit geval nemen we als referentiepunt het scharnierpunt, waar de staaf vastzit aan de muur. Dit is de meest logische keuze, omdat dan het krachtmoment van de onbekende kracht F nul is. Wat overblijft is dus: M G + M T = 0 Het krachtmoment van de zwaartekracht is r G, met r de vector die begint in het scharnierpunt en eindigt in de staart van G. De hoek tussen deze twee vectoren is 90. De grootte van M G is: LG sin(90 ) = mgl. De richting van het moment bepalen we met de rechterhandregel, en is in het blad gericht. 4

Het krachtmoment van de spankracht is r T, met r de vector die begint in het scharnierpunt en eindigt in de staart van T. De hoek tussen deze twee vectoren is 17. De grootte van M T is: LT sin(17 ). MT is uit het blad gericht. Als we willen dat deze twee krachtmomenten elkaar opheffen, moeten ze dezelfde grootte hebben, want ze hebben tegengestelde richtingen. We hebben dus dat mgl = LT sin(17 ) oftewel dat mg T = = 1, 8N sin(17 ) 5