Glashelder... Bestuur & Management Consultants mei 2006 projectgroep BKO Alblasserwaard-Vijfheerenlanden Projectnummer: 120021



Vergelijkbare documenten
De begroting van de provincie Utrecht voor Een samenvatting

Heukelum. Zicht op de Linge

Centrale vraag van het onderzoek is: Hoe verhoudt de omvang van het ambtelijk apparaat van onze gemeente zich tot dat van andere gemeenten?

Bijlage SWOT-ANALYSE GEMEENTE OEGSTGEEST DD. 14 JUNI 2013

BIEO Begroting in één oogopslag

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

Themaraad financiën 3 april

WGDO: Good practice controle taakvelden BBV

Bijlage 9 Overzicht van baten en lasten per taakveld

Overzicht gerealiseerde baten en lasten per programma (bedragen x 1.000) Jaarrekening 2015 in vogelvlucht

Voorstel aan de raad. Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel:

Onderwerp : Meedoen, visie op participatie en ondersteuning in Beverwijk

Aan de raad van de gemeente LEIDSCHENDAM-VOORBURG

4e wijziging. Programmabegroting

Profielschets Controller / Manager Bedrijfsvoering

Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014

Programmabegroting

Gelet op het rapport van de inspecteur van de Directie Bestuur, Democratie en Financiën van 2 februari 2015;

INITIATIEFVOORSTEL Gemeente Velsen

Raadsmededeling. Van Aan Datum B&W vergadering Zaaknummer Vertrouwelijkheid Portefeuillehouder Onderwerp

Projectenformulier Regiocontract Regio Rivierenland

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 8. Doetinchem, 26 oktober 2016 GEWIJZIGD VASTGESTELD 3 NOVEMBER Programmabegroting 2017

Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK

Aan de gemeenteraad van Ridderkerk. Betreft: Aanbieding Programmabegroting 2015 en Collegeprogramma. Geachte raadsleden,

Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG): ondertekening samenwerkingsovereenkomst en voortgang

Programmabegroting 2014 Bijlagenboek

Collegebesluit Collegevergadering: 11 december 2018

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Omgevingsvisie Giessenlanden. Plan van aanpak V1.3. Inleiding

Nota van B&W. Onderwerp Onderwerpen Omnibus 2007

Raadsvoorstel 2004/ Lokaal Sociaal Beleid. M. Steffens-van de Water en H. Tuning Samenleving en Welzijn

Onderwerp: Vangnetuitkering BUIG 2017

Visie Beheer Openbare Ruimte

Uitwerking Kadernota Jeugd

GESPREKSNOTITIE VOORJAARSGESPREK 23 JUNI 2017 VS

Programmabegroting

Programma 1 Dienstverlening en informatie

Bureau-onderzoek herindeling Giessenlanden-Molenwaard

Bureau-onderzoek herindeling Giessenlanden-Molenwaard

Vragenlijst effectmeting herindeling gemeenten provincie Zuid-Holland

Begrotingskrant Betrokken zorg en samenleving Heerlijk groen wonen. Aalten educatief. Ruimtebeheer. Economische motor. Ontspanning en toerisme

Nr Houten, 4 december Onderwerp: Kaderstellende nota met visie en uitgangspunten voor de brede school ontwikkeling in Houten

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

Zuidplas. Raadsvoorstel. Aan de raad van de gemeente Zuidplas

Programma 1 Dienstverlening en informatie

Omschrijving

Programma 1 Dienstverlening en informatie

onderzoeksopzet effecten van subsidies

INLEIDING EN LEESWIJZER

Onderwerp: Nota lokaal gezondheidsbeleid: Gezondheid, welzijn en welbevinden.

Gemeentefinanciën 403. Middelen. Gemeentefinanciën Personeel Belastingen Stadsdelen Amsterdam in cijfers 2014

COALITIEPROGRAMMA SAMENWERKING/CDA Lokaal-Samen-Doen Samen sta je sterk

Werkprogramma Rekenkamercommissie Dordrecht

Profielschets van gemeentesecretaris/algemeen directeur bij de gemeente Schiedam

Aan de raad AGENDAPUNT 11. Doetinchem, 4 juli Economische visie en actieplan Dynamisch Duurzaam Doetinchem

Profielschets Burgemeester van Smallingerland

Programmabegroting. Indeling en layout. versie

Stap 1 planning burgerjaarverslag

Sterk en Toekomstbestendig bestuur Regio Gelderland

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

snel dan voorzien. In de komende jaren zal, afhankelijk van de (woning)marktontwikkeling/

NB beide formulieren invullen (2 tabbladen)

Concept nota. Evenementenbeleid. gemeente Gouda

Een betrouwbare overheid. Gemeentelijke samenwerking en financiën

Nawoord Rekenkamercommissie (rkc) op de bestuurlijke reactie.

Coalitieakkoord Gemeente Beek Sociaal Verder

Plan van aanpak (offerte) jeugdbeleid gemeente Son & Breugel. Uw vraag. Ons aanbod

BEGROTING BIEO (begroting in één oogopslag)

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A. van Hunnik (GroenLinks) (d.d. 15 maart 2016) Nummer 3156

De kunst van samen vernieuwen

Initiatiefvoorstel aan gemeenteraad

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de raad AGENDAPUNT 11. Doetinchem, 4 juli 2009 ALDUS BESLOTEN 9 JULI Economische visie en actieplan Dynamisch Duurzaam Doetinchem

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Kosten

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

HOE WERKT DE GEMEENTE? Het beïnvloeden van beleid en besluitvorming

: 14 april 2014 : 12 mei : dhr. G.H.J. Weierink : Onderwerp: Synchronisatieproces Planning- & controlcyclus Montfoort en IJsselstein

Is bevolkingskrimp een ramp of biedt het ook kansen?! Willy Doorn Burgemeester gemeente Landerd Mei 2010

Zelfstandig Oudewater pakt door!

SOCIAAL PERSPECTIEF. sociale structuurvisie Zaanstad

B&W-Aanbiedingsformulier

Concept raadsprogramma Gemeente Muiden dd. 16 april 2002

Onderwerp: Besluit tot het samenvoegen van het leefbaarheidsbudget en bewonersondersteuningsbudget (Helder Speelveld) BBV nr: 2016/504312

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

F. Buijserd Burgemeester

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling informatie voor derden wordt als volgt gewijzigd:

Vervolgblad Informatienotitie Pagina 1. Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders Veiligheidsbeleid

Samen verder In het sociale domein

Planning & control cyclus

Bijlagen 1 Voorjaarsnota

Subsidieplafonds Subsidieplafonds 2016

As Leiden - Katwijk. Plan van Aanpak. Provincie Zuid-Holland Regio Holland Rijnland. 13 september 2004

RAADSBERICHT (voor de leden van de raad en de algemene raadscommissie)

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijk Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 3 december 2002 Nummer voorstel: 2002/197

INFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders. Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget

* * ADVIESNOTA AAN B&W. Postregistratienummer. Onderwerp en inhoud. Maatschappelijke opgaven Pact van West Friesland 19.

Datum: Informerend. Datum: Adviserend

Ontwikkelprogramma Demografische ontwikkelingen

Transcriptie:

Glashelder... Bestuur & Management Consultants mei 2006 projectgroep BKO Alblasserwaard-Vijfheerenlanden Projectnummer: 120021

INHOUD SAMENVATTING EN LEESWIJZER 4 HOOFDSTUK 1 POLITIEK, BESTUUR EN ORGANISATIE 7 HOOFDSTUK 2 FYSIEKE OPGAVEN 9 2.1 Ruimtelijke opgaven 9 2.2 Wonen 11 2.3 Werken/economie 11 2.4 Recreatie en groen 11 HOOFDSTUK 3 SOCIALE OPGAVEN 12 3.1 Onderwijs 12 3.2 Jeugdbeleid 12 3.3 Sport, cultuur en recreatie 12 3.4 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening 13 HOOFDSTUK 4 BURGERDIENSTVERLENING 15 4.1 Fysieke dienstverlening 15 4.2 Telefonische dienstverlening 15 4.3 Schriftelijke dienstverlening 15 4.4 Elektronische dienstverlening 16 4.5 Burgercommunicatie 16 HOOFDSTUK 5 FINANCIËN 18 5.1 Inleiding en leeswijzer 18 5.2 Benchmark begroting gemeente Leerdam 18 5.3 Reserve/vermogenspositie 20 5.4 Grondexploitatie 20 5.5 Lokale lastendruk 21 HOOFDSTUK 6 PERSONEEL EN ORGANISATIE 23 6.1 Organisatieontwikkeling 23 6.2 Uitbesteding en inbesteding 23 6.3 Formatiebenchmark 24 6.4 P&O-beleid 24 HOOFDSTUK 7 BESTUURSKRACHT 25 2/45

7.1 Politiek en bestuur 25 7.2 Fysieke opgaven 27 7.3 Economische en sociale opgaven 28 7.4 Burgerdienstverlening 29 7.5 Financiën 29 7.6 Personeel en organisatie 30 HOOFDSTUK 8 STRATEGISCHE, TACTISCHE EN OPERATIONELE KWALITEITEN 31 8.1 Strategische kwaliteit 31 8.2 Tactische kwaliteit 32 8.3 Operationele kwaliteit 32 HOOFDSTUK 9 BESTUURSKRACHT BEOORDEELD 34 9.1 De gemeente als beleidsmaker 34 9.2 De gemeente als dienstverlener 34 9.3 De gemeente als samenwerker 34 9.4 De gemeente als organisatie 35 HOOFDSTUK 10 STERKE PUNTEN, VERBETERPUNTEN, KANSEN EN BEDREIGINGEN 36 10.1 Een overzicht 36 10.2 Opties 37 BIJLAGE 1 BENCHMARKS 39 BIJLAGE 2 GEÏNTERVIEWDE PERSONEN 41 BIJLAGE 3 UITGENODIGDE ORGANISATIE RONDE TAFELGESPREK 42 BIJLAGE 4 DOOR DE GEMEENTE BESCHIKBAAR GESTELDE DOCUMENTEN 43 3/45

Samenvatting en leeswijzer Samenvatting In 2005 besloten de gemeenten in de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden (Giessenlanden, Gorinchem, Graafstroom, Hardinxveld-Giessendam, Leerdam, Liesveld, Nieuw-Lekkerland en Zederik om gezamenlijk een bestuurskrachtonderzoek te laten uitvoeren. Een bestuurskrachtonderzoek voor elk van de acht gemeenten afzonderlijk als basis voor een negende onderzoek, naar de gezamenlijke opgaven en naar de mogelijkheden en wenselijkheid van verdergaande samenwerking. De bestuurskrachtonderzoeken en het samenwerkingsonderzoek zijn in opdracht gegeven aan adviesbureau BMC (Bestuur & Management Consultants). Deze rapportage gaat over het bestuurskrachtonderzoek voor de gemeente Leerdam en is gebaseerd op het bestuderen van vele documenten, het spreken met talrijke betrokkenen en individueel en collectieve gedachtewisselingen. Het opgavenprofiel van de gemeente Leerdam wordt gedomineerd door de ontwikkeling van de kern van Leerdam en door de ambitie om de sociale kwaliteit van de samenleving te versterken door gericht in te zetten op participatie, integratie en zelfwerkzaamheid van burgers en maatschappelijke organisaties. Bestuurlijk wordt ingezet de omslag van beleid maken naar beleid uitvoeren. Dat vraagt om een bestuur met lef dat niet schroomt om risicovolle projecten ter hand te nemen. Het vraagt ook om een organisatie die in staat is het bestuur daarin adequaat en betrouwbaar te ondersteunen. Managers en medewerkers werken daar hard aan maar het is wellicht toch te veel gevraagd van de kleine gemeentelijke organisatie. De gemeente Leerdam is nu voldoende in staat om zichzelf te besturen. Zowel de realisering van de eigen ambities als ook de ontwikkeling en trends van buitenaf stellen hogere eisen aan de toekomstige bestuurskracht van Leerdam. Bestuurders en managers van de gemeente zijn sterk genoeg om dat te onderkennen en daarop te anticiperen. Het is zaak dat de raad van Leerdam daarin de vinger aan de pols houdt zonder daarin onnodige blokkades op te werpen. Op korte termijn staat de gemeente Leerdam voor de opgave om de kwaliteiten van het buitengebied te verbinden met die van de kern Leerdam. Daardoor ontstaan nieuwe en onderscheidende perspectieven. In die ontwikkeling past een strategische heroriëntatie op de positie van Leerdam in de regio. Vooral de gemeente Zederik zou daarbij een interessante partner voor Leerdam kunnen zijn. De beide gemeenten nemen een centrale plaats in de ontwikkeling van de zone tussen Gorinchem en Vianen. Deze zone verbindt het Groene Hart met het Gelderse Rivierengebied. De ruimtelijke opgaven in deze zone (driehoek A15-A2-A27) worden gekenmerkt door een mix van beheer en ontwikkeling. De beide gemeenten worden daardoor met vergelijkbare toekomstige opgaven geconfronteerd. Ook in de huidige (organisatie)ontwikkeling hebben de beide gemeenten veel met elkaar gemeen. In de politiek-bestuurlijke cultuur liggen Leerdam en Zederik niet ver uit elkaar. 4/45

In strategisch opzicht zal Leerdam met of zonder Zederik aangewezen blijven op de A8-samenwerking tussen landelijk gebied en stedelijke zuidflank. De samenwerking tussen Leerdam en Zederik zou een stevige rol kunnen vervullen in het A8-verband. Voor Leerdam geldt dat er tijd en gelegenheid is voor onderzoek, overleg en beraad. Er zijn geen acute problemen die op korte termijn om oplossingen vragen. In die ontwikkeling past ook een herijking van de eisen die aan de eigen organisatie worden gesteld. Uitbesteding van projectbesturing aan de gemeente Gorinchem of uitvoering daarvan tesamen met een andere gemeente zal leiden tot vermindering van de werkdruk op de organisatie tot aanvaardbare proporties. Voor de middellange termijn kan worden overwogen om de intensievere samenwerking met de gemeente Zederik naar bevind van zaken uit te bouwen in de richting van een fusie van de beide gemeenten. Leeswijzer In dit rapport voor Leerdam proberen de onderzoekers antwoord te geven op de vraag of de gemeente Leerdam is opgewassen tegen haar huidige taken en klaar is voor de toekomst. Volgend op deze leeswijzer laten wij u kort kennismaken met de gemeente. In de hoofdstukken 1 tot en met 4 geven wij u inzicht in de huidige en toekomstige opgaven van de gemeente. In de hoofdstukken 5 en 6 schetsen wij de resultaten van onze analyse van de financiële staat van de gemeente en van de organisatieontwikkeling. De bestuurskracht waarover de gemeente beschikt en de inzet daarvan voor de opgaven worden in hoofdstuk 7 beschreven. In de daarop volgende hoofdstukken treft u de conclusies aan. Hoofdstuk 8 bevat die conclusies verdeeld naar de strategische, tactische en operationele kwaliteit van de gemeente. In hoofdstuk 9 beoordelen wij de prestaties van de gemeenten in de rollen beleidsmaker, dienstverlening, samenwerker en organisatiebeheerder. Daarmee sluiten wij aan bij de criteria die het provinciebestuur van Zuid-Holland gebruikt bij de beoordeling van de Zuidhollandse gemeenten. In het afsluitende hoofdstuk 10 doen wij aanbevelingen met het doel de geconstateerde verschillen tussen opgaven en bestuurskracht weg te nemen of te overbruggen Kennismaking De gemeente Leerdam, bestaande uit de kernen Leerdam, Kedichem, Oosterwijk, en Schoonrewoerd, is een kleine gemeente met een gemiddeld lage stedelijkheid, met dien verstande dat die stedelijke dichtheid het resultaat is van extremen, dat wil zeggen een lage dichtheid in het buitengebied en een aanzienlijk meer dan gemiddelde dichtheid met name in de kern van Leerdam. De gemeente is gelegen in het midden van de driehoek die de A27, A15 en A2 vormen ten noordoosten van Gorinchem. Via het spoor is Leerdam goed bereikbaar. In de nabije omgeving is een aantal kleine dorpen te vinden. Op iets grotere afstand ligt in noordelijke richting de stad Utrecht. De gemeente Leerdam telde in 2005 bijna 21.000 inwoners. In 2000 was er nog een matige groei van de bevolking. Dit percentage is sindsdien afgenomen. Vanaf 2003 laat de bevolking een matige (maar toenemende) daling zien. Deze ontwikkeling is ook landelijk te zien, maar in minder sterke mate. De jeugd (tot 25 jaar) maakt 33% 5/45

van de bevolking uit. Ouderen maken 14,2% van de bevolking uit. De leeftijdsopbouw van inwoners van Leerdam is gemiddeld genomen gelijk aan andere plaatsen in Zuid-Holland en Nederland. De gemeente huisvest 8.084 huishoudens. Bijna 44% daarvan zijn huishoudens met kinderen. Het landelijke cijfer is 35,8%. De gemiddelde grootte van de huishoudens is 2,57 personen per huishouden. Ook de gemiddelde gezinsgrootte ligt boven het Nederlands en Zuid-Hollands cijfer. De verhuismobiliteit ligt in verhouding tot de landelijke en provinciale verhuismobiliteit lager. Anders dan de kleinere gemeenten in de regio kent Leerdam relatief veel import van binnen en van buiten de Nederlandse grenzen (12,3 %). Leerdam heeft deels een (sterk) landelijk, deels een (sterk) stedelijk karakter. 83,3% van de inwoners is tevreden met de eigen woonomgeving. De actieve betrokkenheid van inwoners bij de leefomgeving is aan de lage kant als die vergeleken wordt met die in landelijke gemeenten (50%) en komt overeen met de gemiddelde betrokkenheid van burgers in verstedelijkt gebieden. Het gemiddeld besteedbaar inkomen per persoon ( 18.100, ) ligt onder het landelijk gemiddelde ( 18.600, ) en onder het Zuid-Hollands gemiddelde ( 19.200, ). Het gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden ( 30.300, ) ligt in Leerdam 1.000, hoger dan in geheel Zuid-Holland. Een gering aantal inwoners doet een beroep op de bijstand of op werkloosheidsuitkeringen. 1.340 inwoners maken gebruik van een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dat is vergeleken met gemeenten uit de regio een hoog aantal. De beroepsbevolking is relatief klein met 63,3% (bruto). Deze ligt 4,3% lager dan landelijk. 6/45

Hoofdstuk 1 Politiek, bestuur en organisatie De gemeente Leerdam heeft de ontwikkeling van de kleine compacte stad hoog in het bestuurlijke vaandel staan. Er zijn plannen en er is bestuurlijk elan. Aandacht voor de fysieke en de sociale kwaliteit van de stad gaan samen op. Er wordt met lef, strijdbaarheid en dus ook met risico bestuurd. De gemeente wil zich onderscheiden zich door een verhoudingsgewijs hoog voorzieningen- en activiteitenniveau op de gebieden cultuur en onderwijs. Daarnaast investeert de gemeente nadrukkelijk in de participatie van burgers, ook als het gaat om de ontwikkeling van gemeentelijke beleidsvoornemens. Daarin is met name aandacht voor de betrokkenheid van groepen voor wie deelname aan interactieve beleidsvoorbereiding minder vanzelfsprekend is Het te voeren beleid is stevig gedocumenteerd. De gemeente straalt zelfvertrouwen uit. Dat vertrouwen is mede gebaseerd op de wetenschap dat de financiële situatie na een wat moeilijkere periode weer op orde is. Het college, bijgestaan door de organisatie, neemt het voortouw in het samenspel tussen raad en college. In de raad manifesteert de scheidslijn tussen oppositie en een verhoudingsgewijs brede coalitie zich regelmatig. Polderen is in het huidige raadsklimaat geen Leerdamse gewoonte. Dat staat echter het bereiken van resultaten niet in de weg. In het huidige raadsklimaat is er de ruimte voor iedere fractie om doelen te bereiken. Binnen de muren van het gemeentehuis bestaat de opvatting dat de gemeente Leerdam een volgende fase van haar bestaan in gaat. Met de ontwikkeling van beleid en plannen zit het wel goed. De kaders voor activiteiten en projecten zijn stevig in documenten belegd. Steeds meer aandacht komt er voor de uitvoering van ambitieuze en dus soms ook risicovolle plannen. De schaal van de gemeente kent zijn grenzen als het gaat om expertise en capaciteit. Daarom maakt de gemeente veelvuldig gebruik van de deskundigheden en aanvullende capaciteit van externe dienstverlening. Zowel bestuurders als managers willen de sturing op resultaten (regie en bestuurlijke control) en op de wijze waarop die resultaten tot stand komen (kwaliteit en risicomanagement) versterken. De ontwikkeling van deze kwaliteiten krijgt een plaats in het samenspel tussen bestuur en management. Dat samenspel ziet er overigens gezond uit. De balans tussen ambitie en capaciteit staat op scherp en is bespreekbaar. Bestuurders zetten op een voor de organisatie herkenbare wijze de koers uit, het management voelt zich uitgedaagd om prestaties te leveren. De organisatieontwikkeling volgt de gemeente Leerdam in verandering. In plaats van een sectorenmodel werkt de organisatie sinds 1 juli 2004 met een organisatie die opgebouwd is langs de lijnen van het zogenaamde directiemodel. Kenmerken van dit model zijn, naast de gerichtheid op buiten, onder andere een inzichtelijke, platte structuur met een tweehoofdige directie, korte lijnen en een directe aansturing. 7/45

De gemeente Leerdam ligt niet alleen aan de rand van de regio maar ook aan de rand van de provincie Zuid Holland. De gemeente Leerdam conformeert zich uiteraard aan de gevolgen van de bestuurlijke grenzen maar de gemeente oriënteert zich ook op het aangrenzende Gelderse rivierengebied. De contacten met gemeenten Lingewaal, Culemborg en Geldermalsen zijn goed. Er is affiniteit met organisaties en bestuurders. 8/45

Hoofdstuk 2 Fysieke opgaven 2.1 Ruimtelijke opgaven Provinciale opgaven De fysieke opgaven van de gemeente Leerdam zijn niet los te zien van de ontwikkeling van de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. Het provinciebestuur heeft in het streekplan Zuid-Holland-Oost haar beleid met betrekking tot dit gebied uiteengezet. Het Streekplan onderscheidt vier transformatiezones. Daarin gaat het om kwaliteitsverbetering binnen de zone zelf (herstructurering) en om het opvangen van functies die in de andere delen niet gewenst zijn. De rode draad in het opgavenprofiel is het versterken van de blauwe en groene kwaliteiten, mogelijk samen met een duurzame inrichting, herschikking en geringe uitbreiding van stedelijke functies. Specifieke aandacht is er voor het behoud van de economische en sociale vitaliteit. Twee voorbeelden van de concrete invulling zijn: Realisatie van transportcentrum Schelluinen-West. Landschappelijke inpassing Betuweroute combineren met wateropgave in het gebied. Regionale opgaven Samen met de zeven andere gemeenten heeft de gemeente Leerdam een regionale structuurvisie authentiek en vernieuwend vastgesteld. De acht gemeenten hebben voor hun regionale beleid een ruimtelijke structuurvisie vastgesteld waarin de volgende vijf strategische hoofdopgaven zijn opgenomen. Ontwikkeling van wonen, werken en voorzieningen in steden en dorpen op basis van een kernenprofilering en de eigen regionale behoefte. Behoud van het rustige, open en authentieke karakter van het Middengebied met duurzame landbouw als voornaamste drager van het landschap en oog voor de leefbaarheid in de kernen. Uitbouw van toeristisch-recreatieve productontwikkeling van de Noordrand met accenten op natuur, cultuurhistorie en benutting van waterfronten. Stimulering van stedelijke vernieuwing, geleiding van de stedelijke dynamiek, vergroting waterbergingscapaciteit en verbetering van de infrastructuur in de zuidelijke Randzone. Zorgvuldige inrichting van de zone Vianen-Gorinchem met aandacht voor groen, water, ecologie, recreatie, infrastructuur, beperkte woon- en werkfuncties en robuuste begrenzing van de oostwest-openheid. De samenwerkende gemeenten onderscheiden primaire knooppunten, secundaire knooppunten, verzorgingskernen en kleine woonkernen. Deze differentiatie biedt een duidelijk ruimtelijk ontwikkelingskader voor de vitaliteit van de regio. Daarnaast geeft het sturing aan investeringen in het voorzieningenniveau, de zorgstructuur, de woningbouw en de bedrijvigheid. Tevens geeft de structuurvisie een doorkijk op de langere termijn, na 2015. Daartoe zijn zoekgebieden aangegeven voor wonen en werken. Deze komen voor ontwikkeling in aanmerking als de noodzaak zich in de toekomst aandient. 9/45

GLASHELDER... De invulling van te ontwikkelen gebieden gebeurt op basis van lokale structuurvisies, die regionaal zijn afgestemd. Daarbij moet er ruimte zijn voor lokaal maatwerk, zonder starre benadering van de bebouwingscontouren rond de kernen. De regionale structuurvisie is uitgewerkt in strategische projecten en in samenwerking bij de uitvoering daarvan. Daartoe is het strategisch actieprogramma ontwikkeld bestaande uit acties en projecten met een duidelijke regionale dimensie: Opstelling van een gedifferentieerd meerjarenwoningbouwprogramma en monitoring van vraag en aanbod (nog in ontwikkeling). Uitwerking van de regionale beleidsvisie op wonen, zorg en welzijn met als belangrijke speerpunten het maken van een levensloopbestendige regio en het opzetten van woonservicezones. Voortvarende realisatie van regionale werklocaties, met topprioriteit voor Gorinchem-Noord en de transport/logistiek locatie Schelluinen-West. Capaciteitsverruiming van het rijkswegennet (A2, A15 en A27) en inzet voor behoud van de Merwede-Lingespoorlijn met uitbreiding van het aantal halteplaatsen. Realisatie van ontbrekende toeristisch-recreatieve verbindingen en uitbouw van de recreatieve knooppunten. Uitvoering van het programma sociale leefbaarheid. Onderzoeken van een Streekvereveningsfonds, als een belangrijk financieel instrument voor de uitvoering van projecten ter verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en vitaliteit van de regio. http://www.regiozhz.nl/subregios/alblasserwaard/ 10/45

Gemeentelijke opgaven De gemeente Leerdam ligt in het oosten van de noordelijke randzone van de regio. Leerdam heeft in de regionale structuurvisie een subregionale verzorgingsfunctie gekregen. Van Leerdam worden prestaties verwacht in de uitbreiding van stedelijke functies wonen, werken, voorzieningen). Van de oppervlakte van de gemeente Leerdam (3.432 ha) is slechts een klein deel bebouwd (307 ha.). Zowel het landelijke als het stedelijke gebied vragen om aandacht. In Leerdam is een goede balans gevonden. Met name het (voorlopige) structuurplan, opgebouwd volgens de lagenbenadering weet beide elementen goed te combineren en te vertalen in verantwoorde ruimtelijke keuzes. Circa 80% van de grond wordt benut voor landbouw, 3% is bos. Belangrijke werkgelegenheidssectoren zijn handel/horeca (29%) en overige dienstverlening (23%) op de voet gevolgd door zakelijke dienstverlening (18% ) en industrie (15%). De afgelopen jaren zijn gekenmerkt door een enorme daling in de transportsector (- 60%) en in mindere mate in de bouw (-30%). 2.2 Wonen De gemeente Leerdam bouwt primair voor de lokale behoefte. Het woningmarktonderzoek en de woonvisie zijn afgestemd op structuurplan. De gemeente wil aan nieuwbouw tot 2015 circa 1.600 woningen realiseren. Daarover is nog geen overeenstemming met de provincie Zuid-Holland bereikt. Er vindt een herontwikkeling plaats in Leerdam-West. Hiertoe is een wijkontwikkelingsplan opgesteld. Aansluitend aan de provinciale pilot, is tevens een plan opgesteld voor de bouw van woningen, sportvoorzieningen, waterberging en groenvoorzieningen in West-west. 2.3 Werken/economie De gemeente Leerdam gaat een bedrijventerrein ontwikkelen voor de lokale behoefte. Daarnaast staat een revitalisering van Nieuw Schaik in de planning. De herstructurering van Poort van West wordt voortgezet. Leerdam is bezig met het ontwikkelen van een integraal plan voor verkeer en vervoer, onder meer om de bereikbaarheid van Leerdam te verbeteren. 2.4 Recreatie en groen Om een impuls te geven aan de recreatieve en toeristische waarde van Leerdam werkt de gemeente aan de aantrekkingskracht van de Lingezone, het centrum van Leerdam en tevens aan de mogelijkheden voor openluchtrecreatie. Wat betreft het buitengebied wil de gemeente zorgdragen voor: Het behoud van het veenweidegebied. Het behoud en samenwerking zodat de Hollandse Waterlinie behouden blijft. Het creëren nieuwe economische dragers. De kansen van het water benutten. Een snelle uitvoering van het strategische Groene Hart projecten. 11/45

Hoofdstuk 3 Sociale opgaven Het ruimtelijk beleid is in het vorige hoofdstuk aan de orde gekomen. De sociale pijler komt in dit hoofdstuk aan de orde, aangevuld met andere terreinen waarop de gemeente beleid heeft ontwikkeld. 3.1 Onderwijs Het Collegeprogramma herbevestigd in 2003 - zet stevig in op de centrumfunctie die Leerdam voor het onderwijs heeft. De Programmabegroting 2005 laat inzet zien op verbetering van kwaliteit van het onderwijs (instroom, doorstoom en uitstroom). Het onderwijsbeleid in Leerdam bevat de volgende elementen: Adequate huisvesting en multifunctioneel gebruik van schoolgebouwen Regionale verzelfstandiging van het openbaar onderwijs met als gevolg een bruidschat van de Gemeente Leerdam. Gemeentelijke Onderwijs Achterstandenbestrijding GOA met inzet van rijks- en gemeentelijke middelen. 30% van de basisschoolleerlingen behoort tot de doelgroep. Bevordering vroegtijds educatie en taalontwikkeling in de basisschool. Ondersteuning van de schoolloopbaan en vermindering van voortijdig schoolverlaten. De leerplichtzorg wordt in samenwerking met andere gemeenten uitgevoerd. Schoolzwemmen wordt wekelijks aan 650 leerlingen in het basisonderwijs aangeboden. Volwasseneneducatie wordt voor 500 cursisten op locatie aangeboden. Van de cursisten is 75% van oorsprong afkomstig van buiten Nederland. Er zijn meetbare doelstellingen geformuleerd en er wordt trajectmatig gewerkt. De gemeente Leerdam wil bovendien investeren in een goede monitor. 3.2 Jeugdbeleid Speerpunten in het jeugdbeleid zijn: Jeugdwerk in verenigingsverband. Open jongerenwerk. Een Jongeren Informatie Punt. Het Jeugd Preventie Team. Schoolvakantiejeugdwerk. Voor het aanbod van spelvoorzieningen is in 2004 beleid vastgelegd. 3.3 Sport, cultuur en recreatie De gemeente Leerdam heeft zijn ambities op de terreinen sport, cultuur en recreatie recent tegen het licht gehouden met het doel ambities en middelen met elkaar in overeenstemming te brengen. 12/45

Het Leerdamse sportbeleid staat in het teken van het bevorderen van gezondheid, lichamelijke ontwikkeling, welzijn, sociale integratie, sportieve recreatie. Het sportbeleid is gericht op instandhouden, verbeteren van voorzieningen. Het subsidiëren van sportverenigingen is met ingang van 2006 geen kerntaak van de gemeente Leerdam meer. Kunst- en cultuurbeleid houdt voor de gemeente Leerdam in: het bevorderen van een passend cultureel en kunstzinnig klimaat en instandhouding van het culturele erfgoed. De gemeente Leerdam wil zoveel mogelijk mensen, vooral jeugd en jongeren bij kunst en cultuur betrekken. Het college heeft de raad voorgesteld een budget van 5.000, uit te trekken voor cultuurparticipatie. De activiteiten passen binnen het provinciale plan. Glas is een herkenbare peiler van het Leerdamse erfgoed. Alle bij glas betrokken organisaties werken samen. De gemeente Leerdam draagt bij in subsidiëring van het Nationaal Glasmuseum. Een plan voor een overkoepelend centrum Glass Experience heeft het niet gehaald. De gemeente Leerdam wil de inzet van het subsidie-instrument beperken tot het Glasmuseum. Naast het Nationaal Glasmuseum kent Leerdam het Museum Het Oude Raadhuis. Het in stand houden van de regionale muziekschool is niet langer een kerntaak van de gemeente Leerdam. De gemeente heeft overwogen om uit te treden maar besloot daartoe niet over te gaan gelet op de gevolgen daarvan. 3.4 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening Ook in het zorgbeleid staan sociale activering en de bevordering van het vermogen van burgers om zelfstandig te participeren aan de Leerdamse samenleving centraal. Bijzondere projecten zijn er voor allochtone jongeren. In het Leerdamse beleid is inburgering van nieuw- en oudkomers ook een vanzelfsprekend aandachtspunt. Integratie van minderhedenbeleid in algemeen beleid is het streven. In de minderhedenprojecten worden ook autochtone inwoners van Leerdam betrokken zowel vanwege de onderlinge communicatie als vanwege een beter begrip onder autochtonen. Alle wijken en kernen kennen een wijkraad of dorpsraad. De gemeente Leerdam wil bewoners en organisaties bij wijkontwikkelingen betrekken. Jaarlijks stelt de gemeente circa 5.000, beschikbaar voor het bevorderen van gemeenschapszin en sociale cohesie, waarop alle Leerdamse verenigingen aanspraak kunnen maken. Zorg is een speerpunt in het Collegeprogramma. Het College schept vooral voorwaarden. Ook in de gemeente Leerdam vormen sociaal beleidsonderdelen het vervolg op rijksbeleid dan wel zijn beleidsonderdelen regionaal belegd. De voorbereiding van de invoering van de WMO gebeurt in regionaal verband. De gemeente Leerdam levert daarvoor het bestuurlijk trekkerschap. In het Pact van Bleksensgraaf zijn regionaal prestatieafspraken gemaakt over wonen, zorg en welzijn. De bijzondere bijstand wordt uitgevoerd door de Regionale Sociale Dienst Alblasserwaard-Oost/Vijfheerenlanden (RSDAOV). De RSDAOV is een gemeen- 13/45

schappelijke regeling van gemeenten waaraan nagenoeg alle bevoegdheden met betrekking tot de WWB en aanpalende regelingen worden overgedragen. Ook de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening is in een gemeenschappelijke regeling ondergebracht. Bij het Algemeen Maatschappelijk Werk is een wachtlijst ontstaan. Om deze reden wil de gemeente deze reden uitbreiding van de dienstverlening. Inwoners doen een toenemend beroep op schuldhulpverlening. De opvang van statushouders is onderdeel van het Welzijnswerk voor minderheden. In het gezondheidsbeleid ziet de gemeente Leerdam vooral een opgave op het terrein van jeugdgezondheidszorg en van de verslavingszorg. Er is een in regionaal verband tot stand gekomen nota lokaal volksgezondheidsbeleid. In de lokale vertaling hiervan tracht de gemeente Leerdam vooral de verbanden te leggen met het lokaal zorgplan, het actieprogramma jeugdbeleid, het GOA, breedtesportontwikkeling en minderhedenbeleid en wijkontwikkeling. Hieraan is een tiental ambities gekoppeld. Prioriteit voor de raad hebben: Het bevorderen van zo lang mogelijk zelfstandig wonen. Het bevorderen van een gezonde leefstijl (vooral van jongeren). Basisvoorzieningen op een bereikbaar niveau. Verbeteren van de leefomgeving. 14/45

Hoofdstuk 4 Burgerdienstverlening Volgens het Collegeprogramma 2002-2006 wil de gemeente Leerdam het handelen van de gemeente voor de burger zichtbaar wil maken. Men wil tot optimale dienstverlening komen. Burgers moeten betrokken worden bij de ontwikkeling van beleid en producten moeten meetbaar worden, zowel kwalitatief als kwantitatief. Vanaf 2003 wordt de kwaliteit van de dienstverlening en de burgerparticipatie driejaarlijks gemonitord en vanaf 2003 worden klachten geregistreerd. In de Programmabegrotingen, de Voorjaarsnota s en de Raadsrapportages van de jaren 2004 en 2005 is nog niet veel van de collegevoornemens op het gebied van dienstverlening en burgerparticipatie. De gemeente Leerdam heeft de inrichting van de organisatie in 2004 aangepast. Met die herinrichting werd onder meer beoogd de dienstverlening meer klantgericht te maken. 4.1 Fysieke dienstverlening Er is geen sprake is van een volledig gecentraliseerde dienstverlening. Behalve uit de organisatiestructuur is dit ook af te leiden uit de openingstijden, die per onderdeel nogal verschillen. De gemeente is in principe geopend op werkdagen van 9.00 tot 12.00 uur en de rest van de dag op afspraak. De afdeling Vergunningen & Belastingen is van maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur voor het publiek geopend en de Balie Burgers & Voorzieningen op maandag en vrijdag van 8.30 tot 12.00 uur, dinsdag van 8.30 tot 19.30 uur en woensdag en donderdag van 8.30 tot 14.00 uur. In juli, augustus en september 2005 zijn de openingstijden van de balie: maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur en dinsdagavond van 18.00 tot 19.30 uur. Er zijn geen servicenormen of dienstverleningsprotocollen bekend. Voor zover bekend is er geen cliëntbegeleidingssysteem en wordt er niet structureel informatie verzameld over bijvoorbeeld wacht- en afhandeltijden, aantallen producten en bezoekers en pieken en dalen in bezoek, die vervolgens kan worden gebruikt als managementinformatie. 4.2 Telefonische dienstverlening Er zijn geen servicenormen voor de huidige telefonische dienstverlening en telefonische bereikbaarheid bekend. Er is één centraal nummer waarlangs contact kan worden gelegd met de gemeente. Er is een telefonisch servicepunt waar klachten of meldingen gedaan kunnen worden over het beheer van de openbare ruimte. 4.3 Schriftelijke dienstverlening De gemeente Leerdam een protocol voor de post-behandeling vastgesteld. 15/45

Er ligt het voornemen om de mondelinge en schriftelijke communicatie te verbeteren. In 2003 heeft het personeel in dat kader een cursus gevolgd voor het schrijven van nota s en brieven. Dit jaar worden de standaardbrieven onder de loep genomen. 4.4 Elektronische dienstverlening De gemeente Leerdam heeft een website met informatie over de gemeente, de evenementen, de geschiedenis van de gemeente Leerdam, de bezienswaardigheden enzovoort. De website kent een productencatalogus die op verschillende manieren te benaderen is, maar dat leidt niet altijd gemakkelijk tot resultaat. Informatie over bezwaar- en beroepsmogelijkheden is wel gemakkelijk op de website te vinden en dat geldt ook voor het burgerinitiatief. De informatie over het gemeentelijke beleid en de stukken daarover zijn niet altijd actueel of ontbreekt soms. De website biedt veel informatie van op stapel staande projecten. Het is mogelijk circa 50 (aanvraag)formulieren te downloaden, een beperkt aantal formulieren kan na invulling ook elektronisch naar de gemeente worden gezonden. Er is een concept protocol voor de behandeling/afhandeling van e-mail voorbereid. Het concept moet nog worden goedgekeurd. 4.5 Burgercommunicatie De gemeente Leerdam streeft naar een open communicatie met behulp van een Communicatiebeleidsplan 2004 met als doelen: Versterking van de legitimatie van de organisatie. Optimalisering van de dienstverlening (klantgericht en toegankelijk). Een positieve uitstraling van de gemeente. Een goede interne communicatiestructuur. Eind 2001 is een kadernotitie interactieve beleidsvorming en interactief besturen vastgesteld en eind 2002 werd een plan vastgesteld om het burgerinitiatief te formaliseren. In maart 2003 heeft het Burgerinitiatief vorm gekregen. Dat biedt nu aan initiatiefnemers de mogelijkheid om de gemeenteraad voorstellen voor te leggen. De ondergrens daarvoor is gesteld op 50 kiesgerechtigden. Met behulp van wijkbezoeken/kernenbezoeken en themabijeenkomsten wordt er contact met de inwoners onderhouden. Er is een informatiestructuurplan als ondersteunend instrument. De nota Werken aan Wijk- en Buurtbeheer 2005-2008 zag inmiddels het licht. Het Werkplan Wijk- en Buurtbeheer 2005-2008 en een leefbaarheidmonitor ondersteunen de verwezenlijking van het wijkgericht aanpakken van beheer en onderhoud en van de veiligheid op wijkniveau. Voor de projecten Leerdam West West en Burgermeester Meesplein 1 zijn communicatieplannen opgesteld met het doel structuur in het overleg met de betrokkenen te brengen. In het Communicatieplan 2002-2004 is te lezen dat men de communicatie in drie jaar tijd fundamenteel en structureel wilde verbeteren. Een aantal beleidsvoornemens is in dit plan uitgewerkt naar activiteiten. Het is (nog) niet geheel duidelijk hoe het met de uitvoering staat. 16/45

In augustus 2004 is de Nota Interactief beleid opgesteld met definities en toepassingen op het gebied van inspraak en consultatie van inwoners en instellingen. De nota gaat ook in op de realisatie van doelen in co-productie. Er wordt ruim aandacht besteed in de nota aan de organisatie en structurering van interactieve processen. De diverse rollen van de gemeenten in interactieve processen worden beschreven. In 2004 is er een Stadspeiling uitgevoerd. 17/45

Hoofdstuk 5 Financiën 5.1 Inleiding en leeswijzer In het thema financiën is gebruik gemaakt van de begrotingsanalyse 2004 van het ministerie van BZK. De begrotingsscan geeft een vergelijk tussen soortgenoten en groepsgenoten. Onder soortgenoten wordt verstaan die gemeenten die qua centrumfunctie en sociale structuur het meest vergelijkbaar zijn met de gemeente. Bij de vergelijking met de groepsgenoten wordt de gemeente vergeleken met qua inwonertal vergelijkbare gemeenten. De bevindingen uit de begrotingsscan worden nader toegelicht. De analyse is gebaseerd op de primitieve begroting 2005. In de rapportage is verder onder andere gebruik gemaakt van de programmarekening 2004. 5.2 Benchmark begroting gemeente Leerdam In deze paragraaf wordt de begroting 2005 van de gemeente Leerdam vergeleken met die van vergelijkbare gemeenten. Vergelijkbaar in twee betekennissen, namelijk met gemeenten met eenzelfde structuur (soortgenoten) en met gemeenten van vergelijkbare grootte (groepsgenoten). Tenslotte vergelijken wij de ramingen in de begroting 2005 met de wijze waarop de gemeente wordt gecompenseerd via de uitkering uit het Gemeentefonds. In de bijlagen treft u in een tweetal tabellen de vergelijking van de gemeente Leerdam met soort- en groepsgenoten aan. Hieronder vragen wij uw aandacht van de belangrijkste afwijkingen en waar mogelijk voor de verklaring van die afwijkingen. Benchmark De gemeente Leerdam geeft 50, minder uit dan gemeenten met een vergelijkbaar inwoneraantal. Uit de analyse naar de groepsgrootte komen de volgende significante verschillen naar voren. Op hoofdgroep 1 Openbare Orde en Veiligheid geeft de gemeente 28, per inwoner meer uit dan vergelijkbare gemeenten. Het vermoeden bestaat dat de oorzaak daarvan gelegen is in hogere uitgaven voor brandweer en rampenbestrijding. In vergelijking tot 2003 zijn de kosten met name gestegen door hogere doorberekeningen. Op de hoofdgroep 2 Verkeer, vervoer en Waterstaat realiseert de gemeente een voordeel van 16, per inwoner. Uit de cijfers valt af te leiden dat dit bedrag in hoofdzaak wordt verklaard door lagere uitgaven voor onderhoud van wegen en verkeersmaatregelen en een hogere opbrengst aan parkeerbelastingen. 18/45

In de hoofdgroep 4 Onderwijs vallen de hogere dan gemiddelde uitgaven op. Het gaat dan om huisvestingskosten. Die uitgaven weerspiegelen de ambities van de gemeenten op dit beleidsgebieden. Niet alleen de kwaliteit maar ook de veelvormigheid van het onderwijs het regionale verzorgingsgebieden van de onderwijsvoorzieningen leiden tot deze hogere uitgaven. De uitgaven in hoofdgroep 5 Cultuur en Recreatie zijn aanzienlijk lager ( 63, ) dan in de in omvang vergelijkbare gemeenten. In hoofdgroep 6 Sociale voorzieningen maatschappelijke dienstverlening valt op dat de gemeente 8, meer uitgeeft dan de vergelijkbare gemeenten. Dat verschil is op zichzelf niet significant maar op dit onderdeel onderscheidt de gemeente zich van de meerderheid van de andere AV-gemeenten. In hoofdgroep 7 Volksgezondheid en Milieu geeft de gemeente 43, per inwoner minder uit dan gemeenten van vergelijkbare grootte. Op grond van onze analyse vermoeden wij dat dit resultaat ontstaat uit de hogere opbrengst uit baten uit reinigingsrechten en afvalstoffenheffing evenals uit de rioolrechten per inwoner en een hogere bijdrage uit het gemeentefonds voor de riolering per inwoner. De tarieven zijn kostendekkend. Bij de afvalinzameling wordt in 2005 een storting gedaan in de reserve egalisatie gemeentereiniging. Uit de analyse van de verschillen op het gemeentefonds naar groepsgrootte (in relatie tot de afwijkingen bij de soortgenoten) blijken met name de minderheden, het lokaal klantenpotentieel, het regionaal klantenpotentieel en de omgevingsadressendichtheid in Leerdam een rol te spelen ten opzichte van de groepsgenoten. Ten opzichte van de soortgenoten ontvang Leerdam in totaliteit 37, meer en ten opzichte van de groepsgenoten 62, uit het gemeentefonds. De gemeente Leerdam krijgt uit de algemene uitkering een extra bedrag ter compensatie voor overige bodemfactoren. Dit vertaalt zich niet in hogere uitgaven voor het onderhoud aan wegen, straten en pleinen. De hogere bijdrage overige bodem kan wel in verband worden gebracht met de significant hogere uitgaven (per inwoner) voor de riolering. Uit de vergelijkende cijfers valt op te merken dat in 2005 een deel van de exploitatie door reserves wordt gefinancierd. Ten opzichte van Leerdam betreft dat in totaal een bedrag van respectievelijk 57, en 66, per inwoner. De gemeente Leerdam dateert in 2005 per saldo meer dan dat er onttrekkingen plaatsvinden. De verdeling van de lasten in de begroting van Leerdam ten opzichte van de opbouw binnen de structuur van het gemeentefonds laat verschillen zien. De opmerkelijkste verschillen zijn: Zorg (inclusief onderwijs). Kunst ontspanning en oudheid. Riolering. Algemene ondersteuning. Bevolkingszaken. Openbare orde en veiligheid. Het beeld van de inkomsten in Leerdam ziet er als volgt uit: 19/45

Netto inkomsten (x Netto inkomsten % 1.000, ) Eigen inkomsten 4.534 25,2% Algemene uitkering 13.418 74,8% Totaal inkomsten 17.952 De gemeente genereert meer eigen middelen dan op basis van de grondslagen die in het gemeentefonds zijn opgenomen. Daarnaast ontvangt de gemeente in vergelijking met soortgenoten en groepsgenoten meer inkomsten uit de algemene uikering dan gemiddeld. 5.3 Reserve/vermogenspositie De algemene reserve wordt als vrij aanwendbaar beschouwd als deze vrij besteedbaar is. Dit betekent dat de bespaarde rente niet als structureel dekkingsmiddel wordt ingezet in de exploitatie. Kortom: de reserve is pas vrij aanwendbaar als de rente over deze reserve wordt bijgeschreven of als incidenteel dekkingsmiddel wordt gebruikt. De gemeente Leerdam heeft per inwoner een vrij aanwendbaar deel van de algemene reserve van 1.073.000, miljoen ( 99, per inwoner) op 1 januari 2005. Het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve is het gedeelte dat boven de minimumnorm van 2.000.000, uitkomt. De gemeente Leerdam heeft per 1 januari 2005 voor circa 10.319.000, ( 489, per inwoner) aan voorzieningen opgenomen en verwerkt in de begroting 2005. De paragrafen weerstandsvermogen van de begroting 2005 en van jaarrekening 2004 bevatten een uitvoerige opsomming van risico s, al dan niet gekwantificeerd in geld. In beide documenten wordt melding gemaakt van de opvatting dat een gedegen risicoanalyse gekoppeld aan een onderbouwde nota weerstandsvermogen nog in de kinderschoenen staat en in 2005 verder zal worden uitgewerkt. Over de ontwikkeling van de reserves en voorzieningen wordt in een zelfstandige nota gerapporteerd. De nota wordt tweejaarlijks bijgewerkt. 5.4 Grondexploitatie Per 31 december 2004 heeft de gemeente een bedrag ad 7.734 miljoen (waarde eind 2008) aan niet in exploitatie genomen gronden. De niet in exploitatie genomen gebieden betreft de complexen Leerdam West 3, Oostwaslaan/Voogd plein, Wilhelminastraat en Koreawijk. Voor het complex Leerdam West 3 zal in 2005 een exploitatieberekening worden opgesteld. Voor complexen die in exploitatie zijn genomen zijn conform de voorschriften aanwezige voorzieningen in mindering gebracht op de boekwaarden zoals opgenomen in de rekening. De omvang van de algemene reserve Grondexploitaties is per 1 januari 2005 2,6 miljoen, de bovengrens ligt op 2,5 miljoen. Per 1 januari 2006 zal aan de bovengrens worden voldaan. Bij een stand van de reserve boven de 2,5 miljoen vindt afroming plaats naar de algemene risicoreserve. 20/45