WISNET-HBO NHL update jan. 2009



Vergelijkbare documenten
H. 8 Kwadratische vergelijking / kwadratische functie

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

De onderstaande waarden in de tabel zet je dan netjes uit in een xy-assenstelsel: naar boven, een negatief getal schuift de parabool naar beneden.

3.1 Kwadratische functies[1]

Oef 1. Oef 2 Geef het functievoorschrift van g, h en k als a = 1

11 ) Oefeningen. a) y = 2x 1 f) y = x 2 + 3x 4. b) y = 1 3 x2 x g) y = 1 x 2. c) y = x 3 x 2 +1 h) y = 6. d) y = x 2 4 i) y = x 2 5.

klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf

Hoofdstuk 2 - Kwadratische functies

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Functies. Verdieping. 6N-3p gghm

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Vergelijkingen met wortelvormen

Wiskunde 2 september 2008 versie Dit is een greep (combinatie) van 3 uit 32. De volgorde is niet van belang omdat de drie

2. Kwadratische functies.

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 1

Tweedegraads functies. Introductie 89. Leerkern 89

a x 2 b x c a x p 2 q a x r x s

Bepaalde Integraal (Training) Wat reken je uit als je een functie integreert

Vergelijkingen met breuken

Tweede graadsfuncties

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Checklist Wiskunde B HAVO HML

Tweede graadsfuncties

SOM- en PRODUCTGRAFIEK van twee RECHTEN

Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Functies en grafieken. Een eigen samenvatting maken is nuttig.

Een verband tussen x en y wordt gegeven door de volgende grafiek:

Verbanden en functies

Breuksplitsen WISNET-HBO NHL. update juli 20014

Kwadratische verbanden - Parabolen klas ms

Deel 3 havo. Docentenhandleiding havo deel 3 CB

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules

Wisnet-HBO. update maart. 2010

Breuken met letters WISNET-HBO. update juli 2013

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: cirkel en parabool 11/5/2013. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: functieverloop. 22 juli dr. Brenda Casteleyn

11.1 De parabool [1]

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011)

extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4

VIDEO 4 4. MODULUSVERGELIJKINGEN

2.1 Lineaire functies [1]

Tussenhoofdstuk - oplossen tweedegraads vergelijkingen

opdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF

MATCH: matching oefening waarbij evenveel antwoordmogelijkheden als opgaven zijn

Het opstellen van een lineaire formule.

F3 Formules: Formule rechte lijn opstellen 1/3

7.1 Ongelijkheden [1]

Antwoordmodel - Kwadraten en wortels

INLEIDING FUNCTIES 1. COÖRDINATEN

Hogeschool Rotterdam. Voorbeeldexamen Wiskunde A

Functies. Verdieping. 6N-3p gghm

Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet weten en kunnen. HAVO 4 wiskunde B...

Het berekenen van coördinaten van bijzondere punten van een grafiek gaat met opties uit het CALC-menu.

Wiskunde 20 maart 2014 versie 1-1 -

Paragraaf 4.1 : Kwadratische formules

Basiskennistoets wiskunde

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Om het startgetal te vinden vul je een punt van de lijn in, bijvoorbeeld (2, 8). Dan: 8= dus startgetal 12.

WISKUNDETOETS FPP. Oefentoets Deze wiskundetoets bestaat uit 30 vierkeuzevragen

Rekenregels voor het differentiëren

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap

Uitgewerkte oefeningen

Noordhoff Uitgevers bv

Formules grafieken en tabellen

Functies en symmetrie

Goniometrische functies - afstandsleren 48

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

Vragen over algebraïsche vaardigheden aan het eind van klas 3 havo/vwo

UNIFORM HEREXAMEN MULO tevens 2 E ZITTING STAATSEXAMEN MULO 2007

Programma. Opening Een laatste opmerking over hfst 1 vragen over hfst 1?

1.1 Lineaire vergelijkingen [1]

PROBLEEMOPLOSSEND DENKEN MET

1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1]

Transformaties Grafieken verschuiven en vervormen

Rekenregels voor het differentiëren. deel 1

6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x ( x 1) Willem-Jan van der Zanden

Training integreren WISNET-HBO. update aug 2013

Breuken in de breuk. 1 Breuken vermenigvuldigen en delen (breuken in de breuk)

Grafieken 1. a) de snijpunten met de x-as. b) het snijpunt met de y-as. c) de coördinaten van de top.

Uitwerking Basisopgaven

1 Analytische meetkunde

Correcties en verbeteringen Wiskunde voor het Hoger Onderwijs, deel A.

Hoofdstuk 11: Eerstegraadsfuncties in R

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld.

Leerplandoelstelling Delta Nova 4 hoofdstukken en paragrafen. I Meetkunde. M1 B Bewijzen dat door drie niet-collineaire punten juist één cirkel gaat.

Tutorial 2, Delphi: Parabool

Basisvaardigheden Microsoft Excel

Toepassingen met de grafische rekenmachine TI-83/84 (plus)

1 Overzicht voorkennis algebraïsch rekenen

Basisvaardigheden Microsoft Excel

Grafieken tekenen met de computer

Het installatiepakket haal je af van de website

Wortels met getallen en letters. 2 Voorbeeldenen met de (vierkants)wortel (Tweedemachts wortel)

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Wiskundige taal. Symbolen om mee te rekenen + optelling - aftrekking. vermenigvuldiging : deling

Hoofdstuk 1 : De Tabel

Actief gedeelte - Maken van oefeningen

d. Met de dy/dx knop vind je dat op tijdstip t =2π 6,28 het water daalt met snelheid van 0,55 m/uur. Dat is hetzelfde als 0,917 cm per minuut.

14.1 Vergelijkingen en herleidingen [1]

Transformaties Grafieken verschuiven en vervormen

Transcriptie:

Tweedegraadsfuncties Parabolen maken WISNET-HBO NHL update jan. 2009 Inleiding In deze les leer je wat systeem brengen in het snel herkennen van tweedegraadsfuncties. Een paar handige trucjes voor het opstellen van het functievoorschrift van een tweedegraadsfunctie. 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 K3 K2 K1 0 1 2 3 Functie van de tweede graad De grafieken van tweedegraadsfuncties hebben altijd de vorm van een parabool. (Een dal of een berg.) Voor het definiëren van een tweedegraads functie zijn altijd 3 gegevens nodig. (Zie eventueel ook de les met curve-fitting.) 1 Parabool met top in O 1

Als de parabool de top in O heeft, zijn dat eigenlijk twee gegevens: De parabool gaat door O en tevens is de verticale lijn door O de symmetrie-as. Wat niet gegeven is, is de vorm van de parabool. Deze kan smal of breed zijn en dat heeft te maken met de parameter a van de algemene vorm a x 2. yx = a x 2 a verandert van -3 tot 3 y 20 10 K3 K2 K1 0 1 2 3 x K10 K20 klik met de muis op de grafiek en zet de animatie in werking. Script van de figuur 1.1 Voorbeeld top in O heeft en verder nog door punt 9, 5 gaat. De algemene vorm van een parabool met top in O is y = a x 2 Vul nu het betreffende punt in x, y = 9, 5. 5 = 81 a om vervolgens de vergelijking die je zo gekregen hebt, op te lossen. Dit kan ook met pen en papier als de getallen niet erg lastig zijn. In dit geval is a = 5 81 De gevraagde parabool met top in O en door het punt 9, 5 is dus 2

y = 5 x2 81 met de computer 1.2 Oefeningen top in O heeft en verder nog door het volgende punt gaat. Door punt 3, 4 Bereken met pen en papier het functievoorschrift van de parabool met top in O en door punt 3, 4. y = 4 x2 9 Door punt K5, 3 Bereken met pen en papier het functievoorschrift van de parabool met top in O en door punt K5, 3. y = 3 x2 25 2 Parabool met top op de y-as Een parabool met de top op de y-as in het punt P = 0,b heeft als standaardvorm f x = a x 2 C b 3

a verandert van -3 tot 3 en de top ligt op de y-as in punt [0,8] 30 y 20 10 K3 K2 K1 0 1 2 3 x K10 Klik op de grafiek en zet de animatie in werking. Kijk ook in het overzicht van grafiekmanipulaties. Script van de figuur 2.1 Voorbeeld top op de y-as in het punt 0, 4 heeft en verder nog door punt 9, 5 gaat. De algemene vorm van een parabool met top op de y-as in het punt 0, 4 is y = a x 2 C4 Vul nu het betreffende punt in x, y = 9, 5. 5 = 81 a C4 om vervolgens de vergelijking die je zo gekregen hebt, op te lossen. Dit kan ook met pen en papier als de getallen niet erg lastig zijn. In dit geval is 81 a =5K4 81 a =1 a = 1 81 4

De gevraagde parabool met top op de y-as in punt 0, 4 en door het punt 9, 5 is dus y = x2 81 C4 2.2 Oefeningen top op de y-as heeft en verder nog door het volgende punt gaat. Door punt 3, 4 en top in 0, 3 Bereken met pen en papier het functievoorschrift y = x2 9 C3 Door punt K5, 3 en top in 0, K2 Bereken met pen en papier het functievoorschrift. y = x2 5 K2 3 Parabool met top op de x-as Een parabool met de top op de x-as heeft als algemene vorm: f x = a x K b 2 5

a verandert van -3 tot 3 y 40 30 20 10 K2 K1 K10 1 2 3 4 5 6 x K20 K30 K40 Klik op de grafiek en zet de animatie in werking. Kijk ook in het overzicht van de grafiekmanipulaties om te zien dat als je de standaardparabool 2 naar rechts verplaatst dat je dan x vervangt door x K2. Script van de figuur 3.1 Voorbeeld top op de x-as in het punt 2, 0 heeft en verder nog door punt 9, 5 gaat. De algemene vorm van een parabool met top op de x-as in het punt 2, 0 is y = a x K2 2 Vul nu het betreffende punt in x, y = 9, 5. 5=a 9K2 2 Herleiden: 5 = 49 a om vervolgens de vergelijking die je zo gekregen hebt, op te lossen. Dit kan ook met pen en papier als de getallen niet erg lastig zijn. In dit geval is a = 5 49 De gevraagde parabool met top op de x-as in punt 2, 0 en door het punt 9, 5 is dus 6

y = 5 x K2 2 49 3.2 Oefeningen top op de y-as heeft en verder nog door het volgende punt gaat. Door punt 5, 4 en top in 3, 0 Bereken met pen en papier het functievoorschrift y = x K3 2 Door punt K5, 3 en top in 2, 0 Bereken met pen en papier het functievoorschrift y = 3 x K2 2 49 4 Parabool met top in P Als je weet hoe je de parabool door O kunt maken, verschuif dan de parabool vanuit O naar punt P met coördinaten xp, yp. Stel het functievoorschrift van de parabool: y = a x KxP 2 CyP (Zie voor de regels voor translatie van grafieken in een aparte les.) 7

a verandert van -3 tot 3 150 y 100 50 K4 K2 0 2 4 6 8 10 x K50 K100 script van de figuur Klik op de grafiek en zet de animatie in werking 4.1 Voorbeeld De parabool met de top in P = 3, 4.5 gaat verder nog door punt Q = K1, 1.5. Bepaal het functievoorschrift van de tweedegraads functie die hiermee correspondeert. De algemene vorm van een parabool met de top in P = 3, 4.5 gaat verder nog door punt Q = K1, 1.5. y = a x K3 2 C4.5 Vul nu het betreffende punt in x, y = K1, 1.5. Herleiden: 1.5 = a K1 K3 2 C4.5 1.5 = 16 a C4.5 om vervolgens de vergelijking die je zo gekregen hebt, op te lossen. Dit kan ook met pen en papier als de getallen niet erg lastig zijn. In dit geval is 16 a =1.5K4.5 8

16 a = K3 a = K 3 16 De gevraagde parabool met top in P = 3, 4.5 en verder nog door punt Q = K1, 1.5 gaat, is dus y = K 3 x K3 2 16 C4.5 met de computer 4.2 Oefening top op in een punt heeft en verder nog door een ander punt gaat. Door punt 5, 4 en top in 3, 5 Bereken met pen en papier het functievoorschrift van de parabool. y = K x K3 2 4 C5 Door punt K5, 3 en top in 2, 5 Bereken met pen en papier het functievoorschrift van de parabool. y = K 2 x K2 2 49 C5 5 Parabool met twee nulpunten (Dat wil zeggen twee punten op de x-as ofwel twee snijpunten met de lijn y=0) Als je van een parabool de twee nulpunten (x = p en x = q ) weet, dan hoef je nog maar 9

één extra gegeven te hebben om de tweedegraadsfunctie te kunnen formuleren. De algemene vorm is gemakkelijk te bedenken: y = a x Kp x Kq a verandert van -3 tot 3 60 y 40 20 K6 K4 K2 0 2 4 K20 x K40 K60 Klik op de figuur en zet de animatie in werking. In deze figuur zijn de snijpunten met de lijn y =0 bij x = K5 en x =3. Ga na dat als x = K5 en x =3 de functiewaarde y = a x C5 x K3 gelijk is aan 0. script van de figuur 5.1 Voorbeeld De parabool met de twee snijpunten op de x-as als x = K5 en x =3 en verder nog door punt Q = K1, 4. Bepaal het functievoorschrift van de tweedegraads functie die hiermee correspondeert. De parabool met de twee snijpunten op de x-as als x = K5 en x =3 en verder nog door punt Q = K1, 4. y = a x C5 x K3 Vul nu het betreffende punt in x, y = K1, 4. 4=a K1 C5 K1 K3 Herleiden 4=K16 a om vervolgens de vergelijking die je zo gekregen hebt, op te lossen. Dit kan ook met pen en papier als de getallen niet erg lastig zijn. In dit geval is 10

16 a = K4 a = K 1 4 De gevraagde parabool met de twee snijpunten op de x-as als x = K5 en x =3 en verder nog door punt Q = K1, 4 is dus y = K x C5 x K3 4 5.2 Oefening x-as in twee punten snijdt en verder nog door een ander punt gaat. Door punt 5, 0 en 3, 0 en door punt 4, 5 Bereken met pen en papier het functievoorschrift van de parabool. y = K5 x K3 x K5 Door punt K5, 0 en K2, 0 en door punt 4, 5 Bereken met pen en papier het functievoorschrift. y = 5 x C2 x C5 54 6 Parabool met twee snijpunten op de lijn y = r Als je van een parabool de twee snijpunten met de lijn y = r weet (x = p en x = q ), dan hoef je nog maar één extra gegeven te hebben om de tweedegraadsfunctie te kunnen formuleren. De algemene vorm is gemakkelijk te bedenken uit het voorgaande als de grafiek van de parabool waarvan de snijpunten met de x-as bekend zijn nog r naar boven verschoven wordt: 11

y = a x Kp x Kq Cr a verandert van -3 tot 3 60 y 40 20 K6 K4 K2 0 2 4 x K20 K40 Klik op de figuur en zet de animatie in werking. In deze figuur zijn de snijpunten met de lijn y =4 bij x = K5 en x =3. Ga na dat als x = K5 en x =3 de functiewaarde y = a x C5 x K3 C4 gelijk is aan 4. script van de figuur 6.1 Voorbeeld De parabool met de twee snijpunten op de lijn y =4 als x = K5 en x =3 en verder nog door punt Q = K1, 6. Bepaal het functievoorschrift van de tweedegraads functie die hiermee correspondeert. De parabool met de twee snijpunten op de lijn y =4 als x = K5 en x =3 en verder nog door punt Q = K1, 6. y = a x C5 x K3 C4 Vul nu het betreffende punt in x, y = K1, 6. 6 = a K1 C5 K1 K3 C4 Herleiden: 6=K16 a C4 12

om vervolgens de vergelijking die je zo gekregen hebt, op te lossen. Dit kan ook met pen en papier als de getallen niet erg lastig zijn. In dit geval is 16 a =4K6 16 a = K2 a = K 1 8 De parabool met de twee snijpunten op de lijn y =4 als x = K5 en x =3 en verder nog door punt Q = K1, 6 is dus y = K x C5 x K3 8 C4 6.2 Voorbeeld x-as in twee punten snijdt en verder nog door een ander punt gaat. Door punt 5, 10 en 3, 10 en gegeven is dat de top op de lijn y = 5 ligt. Bereken met pen en papier het functievoorschrift. Ga na dat als de y-waarde van de top bekend is en je hebt twee punten gegeven die even hoog liggen, dan weet je ook de x-waarde van de top. Immers de top ligt midden tussen de twee punten die even hoog liggen. Dus de x-waarde van de top is gelijk aan x =4 De top is dus het punt 4, 5 Begin weer met het model: y = a$ x K3 x K5 C10 Vul het punt x, y = 4, 5 in om a te berekenen en je krijgt: 5=a$ 4K3 $ 4K5 C10 Uitwerken: 5=KaC10 a =5 Het antwoord is dus: y =5 x K3 x K5 C10 13

Door punt K5, K6 en K2, K6 en door punt 4, 5 Bereken met pen en papier het functievoorschrift. y = 11 x C2 x C5 54 K6 7 Vinden van nulpunten Voor het vinden van nulpunten van de functie y x = a x 2 Cb x Cc heb je de vaardigheden nodig van het oplossen van tweedegraadsvergelijkingen (kwadratische vergelijkingen). Voor specifiek tweedegraadsvergelijkingen zoals hier, kun je ook de a,b,c-formule gebruiken. Zie daarvoor de cursus Vergelijkingen in Wisnet. 8 Parabool in algemene vorm Als y een functie is van x, dan zijn de andere letters de parameters. y = a x 2 Cb x Cc Voor het vinden van de drie parameters a, b en c moet je bijvoorbeeld drie punten x, y invullen en dan drie vergelijkingen met de onbekenden a, b, c oplossen. Zie voor het oplossen van drie vergelijkingen met drie onbekenden in de cursus Vergelijkingen in Wisnet. voorbeeld Zoek het functievoorschrift van de tweedegraads functie waarbij de grafiek van de parabool gaat door de volgende drie punten: Punten: 1.4, 3.9 en 2.5, 5.6 en punt K4, 6.1. oplossing Maak drie vergelijkingen door de punten in te vullen in de algemene vorm a x 2 Cb x Cc. Omdat het rekenwerk vrij lastig is bij het oplossen van drie vergelijkingen met drie onbekenden a, b, en c, gebruiken we de computer. Stel eerst de drie vergelijkingen op en los dit stelsel van drie vergelijkingen op. 14

verg1 := 1.96 a C1.4 b Cc = 3.9 verg2 := 6.25 a C2.5 b Cc = 5.6 verg3 := 16 a K4 b Cc = 6.1 Dit stelsel dus bij voorkeur NIET oplossen met pen en papier, dat is veel te veel werk en werkt fouten in de hand. Zie hieronder voor de oplossing met de computer. oplossing met de computer 15