: I. IDENTIFICATIE Titel: Referentie: 000332 Dienst: Afdeling: Administratieve Directie Visumdirecteur: Renée Van der Veken II. ORGANOGRAM Administratief Directeur Adjunct-Administratief Directeur Sectorverantwoordelijke 1 FR / 1 NL Administratieve Supports FR / NL en Informatica Directie III. FUNCTIEBIJDRAGE Uitvoeren van business analyses voor de Informaticadirectie in de verschillende materies die tot de Administratieve Directie behoren, waarbij enerzijds de strikte naleving van de reglementering wordt verzekerd en anderzijds de naleving van de werkprocedures bij het NVSM en in het ziekenfonds; opvolgen van de projecten waarvoor hij/zij verantwoordelijk is tijdens de analyses en de programmering, de testfases en de uitwerking van informatica-oplossingen en regelmatig verslag uitbrengen bij het diensthoofd. IV. ACTIVITEITSDOMEINEN De functiehouder is actief in de volgende domeinen: 4.1 Uitvoeren van business analyses 1 Uitvoeren van informatieanalyses voor administratieve materies. Gebruik maken van de nieuwe methodologie zoals voorgeschreven door de Administratieve Directie en de Informaticadirectie. o Vaststelling van de verschillende actoren o Vaststellen van de binnenkomende en uitgaande informatiestromen o Beschrijving van de procedures en van de activiteiten o Voorstellen doen in verband met de te informatiseren taken In samenwerking met de verantwoordelijke de gebruikersgroepen organiseren.
Het te analyseren probleem in al zijn aspecten onderzoeken, bv. door de werking in het ziekenfonds te bestuderen. Voorstellen en opvolgen van de testen. Ervoor zorgen dat het product voldoet aan de wensen van de gebruikers. Instaan voor het opstarten van het nieuwe product. Dit houdt in ervoor zorgen dat de gebruikers met de geïnformatiseerde oplossing overweg kunnen. Het project in al zijn fases opvolgen. 4.2 Reporting Systematisch verslag uitbrengen bij het diensthoofd aangaande de vordering van de analyses en projecten waarmee hij/zij is belast, daarbij de aandacht vestigend op de potentiële moeilijkheden ondervonden zowel bij de analyse als bij de implementering van het project en in de contacten met de ziekenfondsen. 4.3 Beleid/Strategie/samenwerking De planning naleven zoals die werd vastgelegd door het diensthoofd voor de verwezenlijking van de projecten. Samenwerken met de Informaticadirectie en met de andere diensten van de Administratieve Directie. Nauw samenwerken met de Administratieve Supports en Informaticasupports voor de verwezenlijking en de communicatie binnen de projecten. 4.4 Communicatie/Dienstverlening/Support Bijwonen van overlegvergaderingen met de collega s van de dienst, van de sectorgroepen en indien nodig van de begeleidingsgroepen. Aan de dienst Informatica de problemen melden waarmee de gebruikers geconfronteerd werden bij de informaticatransacties voor de projecten waarmee hij/zij zich bezighoudt. De vragen van de gebruikers beantwoorden. Gestructureerde informatie voor de andere medewerkers van de dienst. Overleg plegen met de collega s van de Administratieve Directie, de teamleader en de analisten van de dienst Informatica. Samen met de Informaticadirectie en de ziekenfondsen testfases verwezenlijken. Meewerken aan het verwerken van de vragen van de gebruikers in het kader van de projectontwikkeling (ongeacht de bron). Deelnemen aan het samenstellen van de documentatie en procedurehandleidingen en indien nodig aan de bijwerking ervan. 4.5 Representatie Deelnemen aan de interne sectorgroepen, aan de projectgroepen, bezoeken aan de ziekenfondsen, vergaderingen op het Riziv 2
4.6 Ontwikkelen van kennis en kunde Belangstelling tonen voor de vakliteratuur en voor de reglementering van de sector. Regelmatig vormingen volgen aangaande nieuwe ontwikkelingen op informaticavlak en de nieuwe technologie. Uitdagingen en beperkingen van de functie De verschillende sectoren van de Administratieve Directie behoren tot de verplichte verzekering, waarbinnen strikte wettelijke regels en voorschriften bestaan. Dit beperkt de bewegingsvrijheid van de functiehouder. De functiehouder moet zich voortdurend op de hoogte houden van de evoluties en efficiënt kunnen inspelen bij projecten waarmee hij/zij is belast, zoals bij wijziging van de reglementering of in het geval van een technische evolutie. Bovendien is de synergie met de Informaticadirectie van kapitaal belang. V. KERNRESULTAATSGEBIEDEN Verwezenlijken van informatieanalyses binnen de projecten toegewezen door de sectorverantwoordelijke en dit volgens de voorgeschreven methodologie. Organiseren, plannen en proactief bijsturen van de uit te voeren taken, teneinde het naleven van de planning te verzekeren. Leiding geven aan de verschillende projectgroepen in samenwerking met de collega s van de dienst, eventueel van andere diensten en directies en dit op een klantgerichte manier. In samenwerking met de administratieve support en het diensthoofd zich de reglementering van de sector eigen maken. Hulp bieden aan de collega s van de dienst bij het gebruik van de nieuwe analysemethodes voorgeschreven door de directie. Regelmatig verslag uitbrengen bij de diensthoofden. VI. SPECIFICATIES 6.1. Opleidingen Ervaring Minimum een diploma van het hoger universitair onderwijs of bachelor met een beroepservaring van minstens 5 jaar. 6.2. Professionele kennis en kunde 3 Specifieke kennis van de ZIV en van de reglementering en/of een ervaring in de functie van analist. Belangstelling aan de dag leggen voor de automatisering en voor de informaticatoepassingen. Beheersen van de bureauticahulpmiddelen (Word, Excel, Visio ). Organisatie.
Groot abstractievermogen. Passieve kennis van de tweede landstaal is noodzakelijk. Een actieve kennis is een pluspunt. 6.3 Persoonlijke kennis/eigenschappen Competentie Definitie Niveau Klantgerichtheid & Full service Organisatiebetrokkenheid en samenwerken Gericht zijn op verbetering Plannen en organiseren Procesopvolging Ondernemen Analyseren Actief luisteren Overtuigingskracht Staan voor een alles-onder-één-dak dienstverlening met een proactieve ingesteldheid. Handelen met aandacht voor de gevoeligheden en behoeften van leden, cliënten en collega s. Prioriteit geven aan dienstverlening en hulp. Verzekeren van informatiedoorstroming en kennisoverdracht Als ambassadeur van de organisatie handelen naar haar waarden en steeds loyaal zijn. Zich betrokken voelen bij en samen met anderen werken aan onze missie, visie en strategie. Voortdurend het eigen functioneren en de werking willen optimaliseren, bereid zijn om te leren en actief meedenken en werken aan verbetermogelijkheden. Structureren van taken en activiteiten in tijd en ruimte, volgens prioriteit en financiële & menselijke middelen zodat de doelstellingen efficiënt en tijdig bereikt worden. Voortgang en kwaliteit van processen en gemaakte afspraken systematisch opvolgen. Ontwerpen van de toekomstige organisatie door opportuniteiten te benutten, actieplannen daaraan te koppelen en processen, structuur en cultuur aan te passen. Tot onderbouwde oplossingsalternatieven komen door het uitdiepen, integreren en vervolgens interpreteren van gegevens, het genereren van alternatieven en het afwegen van consequenties. Aandachtig luisteren naar verbale en nonverbale boodschappen, zodat ze correct begrijpen wordt. Dit tonen tijdens het gesprek en/of hierop reageren Instemming verkrijgen door onderbouwde argumenten, dialoog, II: Onderneemt acties om dienstverlening en hulp aan leden, cliënten en collega s te optimaliseren. Erkent gevoeligheden en speelt in op behoeften heeft steeds een full service aanpak voor ogen. II: Is een ambassadeur voor de organisatie bij interne en externe contacten. Handelt naar onze waarden en behaalt doelstellingen correct, eerlijk en consequent. II: Wil voortdurend zichzelf en de werking optimaliseren. Werkt actief mee aan leer- en verbetermogelijkheden. III: Organiseert en coördineert complexe activiteiten op lange termijn. II: Volgt de voortgang van eigen werk en projecten op en communiceert hierover. Anticipeert op onvoorziene omstandigheden. II: Kansen signaleren en gepast de processen en structuur van een dienst/directie ontwikkelen en uitvoeren. III: Conceptualiseert complexe problemen of situaties. II: Luistert naar verbale en non-verbale boodschappen. Speelt in op wat gezegd wordt. II: Verkrijgt instemming door argumenten goed te onderbouwen, 4
overleg en autoriteit (bevoegdheid en deskundigheid) gepast aan te wenden. dialoog te voeren en/of door bemiddeling een compromis te bereiken. 5