Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem Initiatiefnemer: De Vlaamse Waterweg nv Afdeling Albertkanaal Havenstraat 44 3500 Hasselt 28 januari 2019 PRMER-3108-SA
1. Inleiding Het voorgenomen project betreft de modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem. Het kanaal zal een breedte krijgen van 63 meter en verdiept worden van 4.5m nu tot 6m. Het doel van het project is het Albertkanaal toegankelijk te maken voor 4-baks duwkonvooien met een capaciteit van 9000 ton enerzijds en containerschepen met 4 lagen containers anderzijds. Deze activiteiten zijn onderworpen aan de m.e.r.-plicht volgens het project-m.e.r.-besluit 1, met name: Bijlage II Bijlage III 10g) Aanleg van waterwegen. 10e) Aanleg van wegen (projecten die niet onder bijlage I of II vallen). 10j) Werken voor het onttrekken of kunstmatig aanvullen van grondwater, die niet zijn opgenomen in bijlage I of II. Voor categorieën van projecten opgenomen in bijlage II van het project-m.e.r.-besluit, is het indienen van een gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de m.e.r.-plicht mogelijk. Door de initiatiefnemer wordt echter afgezien van dit verzoek. Het team Mer ontving een aanmelding met vraag om scopingsadvies op 8 juni 2017. Op basis van een eerste scopingsadvies werd het MER verder uitgewerkt. Op 2 december 2018 ontving team Mer een tweede vraag tot scopingsadvies. Er werd geen openbare raadpleging/participatiemoment/infomoment georganiseerd door de initiatiefnemer van het project. Het team Mer vroeg opnieuw adviezen bij de administraties en openbare besturen (zie bijlage). Het team Mer stelt dit scopingsadvies op met het oog op de inhoudsafbakening van het MER. Zij houdt rekening met de principieel verplichte onderdelen van een project-mer op basis van art. 4.3.7. van het DABM 2, de ontvangen adviezen en met het overleg van 16 januari Dit scopingsadvies heeft betrekking op de reikwijdte, het detailleringsniveau en de inhoudelijke aanpak van het project-mer. Het project-mer moet opgesteld worden zoals door de initiatiefnemer voorgesteld werd in de aanmelding en aangevuld/aangepast worden volgens de specifieke vereisten die in dit scopingsadvies geformuleerd zijn. 2. Verantwoording, beschrijving project en alternatieven Voor de verdieping van het kanaal is het gebruik van damwanden noodzakelijk. Dit zal duidelijk worden opgenomen in de projectomschrijving. 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, B.S. 17 februari 2005, zoals herhaaldelijk gewijzigd. 2 Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, B.S. 3 juni 1995, zoals herhaaldelijk (DABM). Team Mer scopingsadvies PR03108 2
3. Algemene en methodologische aspecten De afbakening van het studiegebied moet voldoende gemotiveerd worden per discipline, rekening houdend met het feit dat het studiegebied zowel het projectgebied als het gebied waar effecten zich kunnen voordoen moet omvatten. De ruimtelijke afbakening moet voor elke discipline duidelijk tekstueel omschreven worden en indien mogelijk, voorgesteld worden op kaart. De referentiesituatie is de huidige situatie In het MER moet duidelijk aangegeven worden met welke ontwikkelingsscenario s rekening gehouden wordt of juist niet bij de beschrijving van een referentiesituatie, en moet voor elk ontwikkelingsscenario duidelijk gemotiveerd worden waarom. Er moet ook aangegeven worden voor welke disciplines de ontwikkelingsscenario s al dan niet relevant zijn. Dit moet beschreven worden in een algemeen hoofdstuk voorafgaand aan de effectbespreking per discipline. Wanneer er tijdens het opstellen van het project-mer nieuwe ontwikkelingsscenario s naar boven komen, moeten deze toegevoegd worden. Cumulatieve effecten moeten onderzocht worden. De methodologie voor de effectbeschrijving en -beoordeling moet voor elke discipline in het project-mer duidelijk en transparant omschreven worden. Tevens moet per discipline aangegeven worden op basis van welke criteria een effect beoordeeld wordt. Het resterend effect na de milderende maatregelen moet aangegeven en gekoppeld worden aan het gehanteerde beoordelingskader. De effectenbespreking en -beoordeling moet transparant gebeuren. Bij de beschrijving van de bestaande toestand en van de milieueffecten moet, als aanvulling op de aanmelding, voldoende aandacht besteed worden aan het volgende: Discipline water: - De meetgegevens van de zoutsensor die geplaatst werd in 2008 zullen opgenomen worden in het MER. - Er zal verduidelijkt worden in het MER hoe men kan concluderen dat er zich geen zoutintrusie heeft voorgedaan in 1976. - Als er wordt vastgesteld dat de zoutintrusie te hoog wordt, kan het terugpompen worden gestopt. Er zal in het MER worden aangegeven of dit een standaardprocedure is of niet. Indien dit niet het geval is, kan het stoppen van het terugpompen best opgenomen worden als aanbeveling, aangezien er geen sprake is van aanzienlijk negatieve effecten bij de effectbeoordeling. - Er is sprake van hoge chloridegehalten in het jaar 2018. De reden hiervoor zal geduid worden in het MER. - In het MER zal worden verduidelijkt dat de verbreding van het kanaal geen impact heeft op het minimaal spuidebiet. Dit debiet wordt namelijk bepaald door het aantal schuttingen die plaatsvinden. - Er zal opgenomen worden in het MER dat er in normale omstandigheden sprake van een gemiddeld debiet van 15-20m³/s. Een spuidebiet van 3m³/s is zeer klein en komt alleen voor bij extreme omstandigheden (bv grote droogte) waarbij er bijna geen scheepvaart is. Team Mer scopingsadvies PR03108 3
- De provincie Antwerpen geeft aan dat de Braambeek een waterloop is van 2e categorie. Dit zal worden aangepast in het MER. Discipline mens: - Stad Antwerpen geeft aan dat er nog twee kwetsbare inrichtingen ontbreken in het MER nl.: - o De tijdelijke school Lucerna College op de hoek Vaartkaai-Bredabaan. o Huisnummers 282-286 in de Tweemontstraat Deze zullen worden opgenomen in het MER. - Er ontbreekt in het MER nog een bespreking van de effecten op de luchtkwaliteit in relatie tot de omwonenden. Dit moet bijkomend opgenomen worden in het MER. - Ook met betrekking tot geluid moet er een kwalitatieve bespreking opgenomen worden over de geluidseffecten van de toegenomen scheepstrafiek op het kanaal t.o.v. de omwonenden. - De provincie vraagt bij de uitvoering van de werken rekening te houden met volgende elementen. o Het jaagpad 4 i.p.v. 3 meter breed te voorzien o De omrijfactor voor fietsers te beperken. o Specifieke aandacht hebben voor veilige en conflictvrije oversteekpunten ter hoogte van kruispunten. o Milderende en flankerende maatregelen op te nemen m.b.t. de fietsers. Zowel voor de definitieve als werffase Aangezien er in het MER geen sprake is van aanzienlijk negatieve effecten met betrekking tot een van deze elementen en er specifieke wetgeving geldt met betrekking tot jaagpaden valt dit buiten de scope van het MER. Deze elementen kunnen wel als aanbevelingen worden opgenomen, maar zijn dus niet noodzakelijk. Discipline biodiversiteit: - Er zullen geen werken plaatsvinden ter hoogte van het natuurgebied Wijtschoot, aangezien de nodige aanpassingen hier al zijn uitgevoerd. In het MER wordt verduidelijkt worden dat er geen effecten optreden t.a.v. het natuurgebied. - In het MER zal verduidelijkt worden wat het ruimtebeslag is voor de zones waar er werken zullen plaatsvinden. De aanleg van de jaagpaden zit hier mee in vervat. - Er zal worden bekeken of er langsheen het traject een impact kan optreden t.a.v. de natte natuurwaarden. Indien er sprake is van een mogelijk impact zal deze besproken worden in het MER. - Er zal in het MER aangegeven worden waar de geluidsverstorende werkzaamheden plaatsvinden. Als deze zijn voorzien ter hoogte van kwetsbare gebieden moet er gespecifieerd worden over welke geluidsverstorende werken het gaat. Er moet duidelijk aangegeven in welke zones milderende maatregelen worden opgelegd (met figuur) en moet er gespecifieerd worden om welke milderende maatregel het dan gaat. (vb werken buiten broedseizoen) De disciplines Bodem en Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie zijn correct uitgewerkt. Ook de volgende onderdelen moeten aan bod komen in het MER (cfr. richtlijnenboek Algemene methodologie): Team Mer scopingsadvies PR03108 4
- de leemten in de kennis - de eventuele opvolgings- en monitoringsmaatregelen - een afzonderlijke discipline-overschrijdende samenvatting (inclusief de milderende maatregelen) - tewerkstelling, investering en gebruikte materialen - een niet-technische samenvatting 4. Goedkeuring team van erkende MER-deskundigen Zoals voorgesteld in de aanmelding worden volgende disciplines in het project-mer opgesteld door een erkend MER-deskundige: Bodem, Water, Biodiversiteit, Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie, Mens-ruimtelijke aspecten, Mens-mobiliteit. De coördinator zal ook Mensgezondheid, lucht en geluid behandelen. Het team van deskundigen werd gewijzigd t.o.v. het eerste scopingsadvies. Het team Mer gaat akkoord met dit gewijzigde team. Wijzigingen aan het team van deskundigen in de loop van het m.e.r. moeten gemeld worden aan het team Mer. Digitaal getekend Door Liesl Vanautgaerden Projectmanager Directie Gebiedsontwikkeling Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten Team Mer scopingsadvies PR03108 5
Bijlage Lijst met de instanties die gereageerd hebben (schriftelijk of aanwezig op overleg): - ANB - CIW - Elia - Fluxys - Schoten - OVAM - Stad Antwerpen - Provincie Antwerpen Team Mer scopingsadvies PR03108 6