Scopingadvies project-mer Accent Business Park Toren te Roeselare

Transcriptie

1 Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus Brussel T 02/ mer@vlaanderen.be Scopingadvies project-mer Accent Business Park Toren te Roeselare Initiatiefnemer: Accent Offices Kwadestraat 151A bus Rumbeke (Roeselare) PRMER-3154-SA

2 1. Inleiding Het voorgenomen project waarvoor voorliggende aanmelding is ingediend, betreft de uitbreiding van het Accent Business Park (ABP) met de bouw van een kantoorgebouw en een ondergrondse parking ter hoogte van de Kwadestraat 147 te Rumbeke (Roeselare). Het kantoorgebouw wordt een toren van 12 bouwlagen (11 verdiepingen; 53 m hoog) met een ondergrondse parkeergarage met ongeveer 108 parkeerplaatsen voor personenauto s en 23 fietsparkeerplaatsen. De toren zal een bruto vloeroppervlakte van m 2 hebben die ter beschikking zal worden gesteld als kantoorruimte voor zo n 32 bedrijven. Het project is project-mer-plichtig volgens rubriek 10 b van Bijlage II van het project-m.e.r.-besluit 1, met name: Stadsontwikkelingsprojecten, met inbegrip van de bouw van winkelcentra en parkeerterreinen, met betrekking tot de bouw van 1000 of meer woongelegenheden, of met een bruto vloeroppervlakte van 5000 m 2 handelsruimte of meer, of met een verkeer genererende werking van pieken van 1000 of meer personen-auto-equivalenten per tijdsblok van 2 uur. Voor categorieën van projecten opgenomen in Bijlage II van het project-m.e.r.-besluit is het indienen van een gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht mogelijk. Door de initiatiefnemer wordt echter afgezien van dit verzoek. Het Team Milieueffectrapportage (Mer) ontving een aanmelding met vraag om scopingadvies op 30 januari Er werd geen openbare raadpleging/participatiemoment/infomoment georganiseerd door de initiatiefnemer van het project. Het Team Mer vroeg adviezen bij de administraties en openbare besturen (zie bijlage). Het Team Mer stelt dit scopingadvies op om het milieueffectenonderzoek en de inhoud van het MER af te bakenen. Het houdt rekening met de principieel verplichte onderdelen van een project- MER op basis van art van het DABM 2 en de informatie uit de ontvangen adviezen. Het project-mer moet worden opgesteld zoals door de initiatiefnemer werd voorgesteld in de aanmelding en voor zover mogelijk worden aangevuld/aangepast volgens de specifieke vereisten die in dit scopingadvies zijn geformuleerd. Het scopingadvies moet bijgevolg samen met de aanmelding worden gelezen. 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, B.S. 17 februari 2005, zoals herhaaldelijk gewijzigd. 2 Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, B.S. 3 juni 1995, zoals herhaaldelijk (DABM). Team Mer scopingadvies PR3154 2/7

3 2. Verantwoording en beschrijving project en alternatieven In hoofdstuk 3 van de aanmelding is het voorgenomen project beschreven. Aanvullend op de aanmelding moet volgende informatie in het MER worden opgenomen: In de aanmelding is aangegeven dat er in het kader van de aanlegfase van het kantoorgebouw een bemaling vereist is. In het MER moet aangegeven worden welke rubriek van het project-m.e.r.-besluit hierdoor van toepassing is. In de aanmelding is aangegeven dat de vergunning plichtige rubrieken volgens VLAREM nog niet gekend zijn. In het MER moeten alle rubrieken die zullen worden aangevraagd worden opgenomen. Bij de definitieve aftoetsing van de m.e.r-plicht moet hiermee rekening worden houden. In de aanmelding is er sprake van de bouw van een parkeergebouw op dezelfde site. In het MER moet de fasering van de werken (inclusief bemaling) voor de bouw van beide torens worden verduidelijkt. In hoofdstuk 5 van de aanmelding zijn de mogelijke alternatieven en ontwikkelingsscenario s beschreven. Zoals in dit hoofdstuk is aangegeven, zal het parkeergebouw dat op dezelfde site zal worden gebouwd als ontwikkelingsscenario worden meegenomen bij de effectbespreking. Dit houdt wel in dat het project-mer voor het kantoorgebouw niet kan worden gebruikt voor de vergunningsaanvraag van het parkeergebouw. 3. Algemene en methodologische aspecten De afbakening van het studiegebied moet voldoende worden gemotiveerd per discipline, rekening houdend met het feit dat het studiegebied zowel het projectgebied als het gebied waar effecten zich kunnen voordoen moet omvatten. De definitieve ruimtelijke afbakening moet voor elke discipline duidelijk tekstueel worden omschreven en indien mogelijk worden voorgesteld op kaart. De referentiesituatie is de huidige situatie van het project/studiegebied. In voorkomend geval moet in het MER duidelijk worden aangegeven met welke ontwikkelingsscenario s rekening wordt gehouden of juist niet bij de beschrijving van een referentiesituatie, en moet voor elk ontwikkelingsscenario duidelijk worden gemotiveerd waarom. Er moet ook worden aangegeven voor welke disciplines de ontwikkelingsscenario s al dan niet relevant zijn. Dit moet worden beschreven in een algemeen hoofdstuk voorafgaand aan de effectbespreking per discipline. Wanneer er tijdens het opstellen van het project-mer nieuwe ontwikkelingsscenario s naar boven komen, moeten deze worden toegevoegd. In het MER moet het juridische en beleidsmatige kader, dat voor dit project van belang is, worden opgenomen. Cumulatieve effecten moeten worden onderzocht. Team Mer scopingadvies PR3154 3/7

4 De methodologie voor de effectbeschrijving en -beoordeling moet voor elke discipline in het project-mer duidelijk en transparant worden omschreven. Tevens moet per discipline worden aangegeven op basis van welke criteria een effect wordt beoordeeld. Het resterend effect na de milderende maatregelen moet worden aangegeven en gekoppeld aan het gehanteerde beoordelingskader. De effectenbespreking en -beoordeling moet transparant gebeuren. Bij de beschrijving van de bestaande toestand en van de milieueffecten moet, als aanvulling op de aanmelding, voor zover mogelijk rekening worden gehouden met volgende richtlijnen: Scoping disciplines De sleuteldisciplines voor dit project-mer zijn mens-mobiliteit, lucht, grondwater, mensruimtelijke aspecten en mens-gezondheid. Aangezien het voorgenomen project als een stadsontwikkelingsproject wordt beschouwd, is het aangewezen om voor de effectbespreking en effectbeoordeling naast de richtlijnen zoals voorgesteld in de richtlijnenboeken per discipline ook de richtlijnen zoals voorgesteld in het richtlijnenboek stadsontwikkeling en recreatie te raadplegen. Discipline Mens-Mobiliteit In het studiegebied moeten de relevante nabijgelegen attractiepolen voor verkeer (o.a. het ziekenhuis AZ Delta) worden meegenomen en moet er worden onderzocht of er cumulatieve effecten kunnen worden verwacht. De erkende MER-deskundige mobiliteit zal de relevante informatie uit het MOBER gebruiken voor de bespreking en beoordeling van de mobiliteitseffecten van het voorgenomen project. Volgende adviezen m.b.t. het MOBER moeten hierbij in acht genomen worden: o Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) stelt in haar advies met betrekking tot het MOBER het volgende: Het Mober is opgemaakt volgens de richtlijnen uit het aangepast handboek Mobers. Alle informatie die nodig is voor een Mober is opgenomen. De berekening van de bijkomende verkeersgeneratie is omwille van de extrapolatie van het huidige gebruik van de site correct. Daartegenover staat dan weer dat net die extrapolatie ervoor zorgt dat het huidige (auto gerichte) mobiliteitsbeleid van ABP doorgetrokken wordt, ondanks inspanningen om de site beter bereikbaar te maken voor het openbaar vervoer en de fiets (cf. herinrichting 3A kruispunt). ABP zal, gezien zijn ligging, steeds hoofdzakelijk auto georiënteerd blijven. Echter kunnen bijkomende inspanningen naar fietsbeleid en openbaar vervoer toe, de modal shift toch wat in de goede richting laten evolueren. Team Mer scopingadvies PR3154 4/7

5 o De Lijn stelt in haar advies met betrekking tot het MOBER het volgende: In de start- en projectnota voor de herinrichting van het kruispunt N36 x Kwadestraat wordt gesteld dat er een bijkomende bushalte ingericht zal worden op de site van het ABP die ook het ziekenhuis Delta zal bedienen. Dit is volgens de eerdere afspraken, maar enkel indien er een vlotte doorstroming is voor het openbaar vervoer (zie volgend puntje). Er wordt echter nergens aangegeven welke voorzieningen er getroffen zullen worden om toe te laten dat bussen op een vlotte manier de huidige bediening kunnen combineren met die van het ziekenhuis AZ Delta en het ABP. Gezien de zeer lage verwachte reizigersaantallen voor het ABP zal bij uitblijven van een route die alles vlot combineert en/of budgetten om een moeizame route te volgen, voorrang moeten gegeven worden aan de huidige bediening en die van het ziekenhuis AZ Delta. Het MOBER moet als bijlage worden toegevoegd aan het project-mer. Discipline Lucht Aangezien de discipline lucht als een sleuteldiscipline wordt beschouwd, moet deze als aparte discipline worden uitgewerkt. Discipline Grondwater In het MER moeten de effecten van de bemaling voor het kantoorgebouw worden beschreven en beoordeeld. Bij deze effectinschatting moet desgevallend rekening worden gehouden met de bemaling voor de bouw van het parkeergebouw. Discipline Mens Ruimtelijke Aspecten Het parkeergebouw moet worden meegenomen als ontwikkelingsscenario bij de effectbespreking. Voor de effectbespreking en effectbeoordeling moet zoveel mogelijk worden gebruik gemaakt van de richtlijnen zoals voorgesteld in het richtlijnenboek Mens Ruimtelijke Aspecten. Discipline Mens - Gezondheid Voor de effectbespreking en effectbeoordeling moet zoveel mogelijk worden gebruik gemaakt van de richtlijnen zoals voorgesteld in het richtlijnenboek Mens Gezondheid. Discipline Landschap, Bouwkundig Erfgoed en Archeologie Als er in het kader van de vergunningsaanvraag een archeologienota moet worden opgemaakt, moet dit in het MER worden vermeld. Team Mer scopingadvies PR3154 5/7

6 Discipline Mens - Veiligheid Volgende informatie uit het advies van het Team Externe Veiligheid van het Departement Omgeving moet in het MER worden overgenomen: Hoewel het voorgenomen project op minder dan 2 km van een Seveso-inrichting is gelegen, is het project te verzoenen met de aanwezigheid van deze inrichting. De maximale effectafstand voor de inrichting is immers berekend op minder dan 200 m, het project bevindt zich op circa 1800 m van de inrichting. Ook de volgende onderdelen moeten aan bod komen in het MER (cfr. richtlijnenboek Algemene methodologie): de leemten in de kennis de eventuele opvolgings- en monitoringsmaatregelen een afzonderlijke discipline-overschrijdende samenvatting (inclusief de milderende maatregelen) een niet-technische samenvatting 4. Goedkeuring team van erkende MER-deskundigen Het in de aanmelding voorgestelde team van erkende MER-deskundigen bestaat slechts uit een MER-coördinator die ook optreedt als erkend MER-deskundige voor de discipline Biodiversiteit. Aangezien de discipline Biodiversiteit geen sleuteldiscipline is en de sleuteldisciplines van het op te maken project-mer grondwater, mens-mobiliteit, lucht, mens-ruimtelijke aspecten en mensgezondheid zijn, kan het voorgestelde team van erkende MER-deskundigen niet worden goedgekeurd. Dit team moet minstens worden aangevuld met een erkend MER-deskundige voor de disciplines grondwater, mobiliteit, lucht, ruimtelijke aspecten en gezondheid. De overige disciplines (bodem; oppervlaktewater (incl. afvalwater); geluid en trillingen; biodiversiteit; landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie; mens-veiligheid; klimaat) kunnen door de coördinator en het team van erkende MER-deskundigen worden uitgewerkt. Wijzigingen aan het team van erkende MER-deskundigen in de loop van het m.e.r.-proces moeten worden gemeld aan het Team Mer. Digitaal getekend Liesl Vanautgaerden Directiehoofd Afdeling gebiedsontwikkeling, omgevingsplanning- en projecten Team Mer scopingadvies PR3154 6/7

7 Bijlage Lijst met de instanties die gereageerd hebben en betrokken worden in de verdere procedure: Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), Afdeling Ecologisch Toezicht Fluxys Departement Omgeving, Team Externe Veiligheid Agentschap Onroerend Erfgoed Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) De Lijn Lijst met de instanties die niet gereageerd hebben: Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) Vlaamse Milieumaatschappij, Afdeling Operationeel Waterbeheer Vlaamse Milieumaatschappij, Afdeling Lucht, Milieu en Communicatie - Vergunningenadvisering Luchtemissie Stad Roeselare Agentschap Zorg en Gezondheid Departement Omgeving, Directie Omgevingsprojecten Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), Afdeling Wegenbouwkunde Team Mer scopingadvies PR3154 7/7