Inhoud. 2 Vormen van agressie en geweld... 27 2.1 Agressie door beperkingen... 29 2.2 Territorium... 30 2.2.1 Beroepshouding... 32



Vergelijkbare documenten
Drs. Geuk Schuur. Omgaan met agressie

Omgaan met agressie. Geuk Schuur

Zakboek Omgaan met agressie in de spoedeisende zorg

Inhoud. Over de auteurs 11

Agressie = er wordt steeds een norm overschreden, (door jezelf bepaald) en steeds als negatief ervaren. lichte vormen horen tot het werkveld?

Training Omgaan met Agressie en Geweld

d. Noteer de 7 W s voor eventuele aangifte bij de politie. Zie bijlage 2.

Traject Welzijn; Communicatie MZ. Inhoudsopgave (concept)

Toolboxmeeting Agressie & Geweld

VERBINDEND GEZAG / NIEUWE AUTORITEIT EN HET ANGSTIGE OF TERUGGETROKKEN KIND. Lenny Rodenburg, 18 april 2018

Gedragscode Bernardusschool Den Haag

1. Aanleiding beleid bij ongewenste omgangsvormen

Preventie van werkdruk in de bouwsector. Werknemer

Omgaan met emotioneel en agressief gedrag

OMGAAN MET PROBLEEMGEDRAG BEGELEIDINGSVISIE

OMGAAN MET AGRESSIE. training van kennis- en vaardigheden

Om goed te definiëren wat we bedoelen met agressie wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds boosheid en anderzijds agressie

Stel je eigen Toolkit samen en vul hem aan! Je kunt elk moment nieuwe middelen kiezen uit de Toolkit van GRAS. Kijk daarvoor op de site:

Wees duidelijk tegen je klanten

Wat te doen als een leerling verbaal agressief of handtastelijk wordt tegen een leerkracht?

Een inspirerende prikkel vanuit het gedachtegoed van Haim Omer rond Nieuwe Autoriteit en Geweldloos Verzet

Methodische Hulpverlening in Crisissituatie. Hilde Vandemoortele

Zelfevaluatie * Agressie

STICHTING SCHOLENGROEP PRIMATO

GEDRAGSCODE voor patiënten en bezoekers

Omgaan met stress en Burn-out xpr:omgaan met stress en Burn-out xpr :43 Pagina 5. Voorwoord 9. 1 Wat is er met me aan de hand?

AGRESSIE EN WEERBAARHEID. Overzicht Elementen Training

Aan de slag blijven. Schematisch overzicht van thema s, leerdoelen en inhoud

FIELD OF DREAMS ACADEMY MODULE #11 INLEVINGS VERMOGEN XXL

gedrag bij NAH (een kwestie van persoonlijkheid of toch niet?) Hennie Snoeren van Deel 1: Training-coaching En GGzBreburg

workshop? 2. In welke situatie(s) voel je je wel eens onveilig in je werk? 3. Wat heb je nodig om je veilig te voelen

Automutilatie Wat moet ik hiermee? Joost Verhelst, Arts-Onderzoeker afd. Heelkunde Erasmus MC

Wacht maar tot ik groot ben!

Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant

Sociale vaardigheden: Partners in het leerproces

Regeling Klachtencommissie Ongewenst Gedrag SintLucas

De schaduwzijde van de spotlights

De oplossingsgerichte benadering

INHOUDSOPGAVE: 1. Voorwoord 2 3. Wat verstaan wij onder agressie 3 4. Agressiebeleid: 4 Bijlage I; Introductiebrief 5

Hoe haal ik het beste uit mijn medewerkers? 2016 Christine Bender Coaching & Consulting 1

Grip op agressief en lastig gedrag

Artikel 1 - Begripsbepalingen 1. Onder bestuur wordt verstaan het bestuur van de H.E.M.A.-bond Nederland. 2. Onder ongewenst gedrag binnen de bond

Archipel Kenniscentrum. Archipel Academie. Trainingen Agressie. het gevoel van samen

GEDRAGSCODE Samuëlschool ( mei 2013)

KNMG-SYMPOSIUM Arts en strafrecht 16 FEBRUARI 2012 KOMT EEN AGENT BIJ DE DOKTER

Workshop Up to date agressiebeleid

Traject Welzijn; Communicatie PW. Inhoudsopgave (concept)

Veiligheid van kinderen preventie seksueel misbruik

Kenmerken BedrijfsMaatschappelijk Werk:

Psychomotorische Therapie

Carolien Schalenbourg Yasmine Sterckx

GEDRAGSPROTOCOL STICHTING PROCON. versie: revisie: PROTOCOL BIJ ONAANVAARDBAAR EN ANTISOCIAAL GEDRAG

Veiligheidsbeleving in de professionele thuiszorg

Als het misgaat.. bel ik jou Steun voor kinderen van 0-18 jaar die getuige zijn geweest van huiselijk geweld. JSO Marjanne van Esveld

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod

OMGAAN MET DREIGEND EN DESTRUCTIEF GEDRAG

De gedragscode voor patiënten/cliënten, bezoekers, klanten en derden

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen?

Aardbevingen en psychische klachten

Agressie, geweld en ongewenst gedrag

Dealen met agressie en probleemgedrag bij NAH Rolf Tijssen

Pesten op het werk - deel 1

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

st r e s smanagement Inzicht in het omgaan met spanningen. Maximaal aantal deelnemers 12 Leren oplossingsgericht te handelen.

Gedragsregels - voor patiënten en bezoekers

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie

LEIDT STRESS JOU OF LEID JIJ STRESS?

Het probleem is dat pesten soms wordt afgedaan als plagerij of als een onschuldig spelletje.

Omgaan met onaangepast gedrag in het Sociaal Raadsliedenwerk en Schuldhulpverlening. Sjaak Boon

Voorwoord. Deel A Een chaotische klas 1 Pedagogische interventies bij het bemoedigen van een groep 5 in de basisschool

ZELFCONTROLE OMSCHRIJVING VAN DE DOELGROEP ZELFCONTROLE. JONGENS en MEISJES. REACTIEF en PROACTIEF

Transactionele Analyse

AUTONOMIE: HOEKSTEEN OF STRUIKELBLOK?

Psychogeriatrie of gerontopsychiatrie.

Beleid ongewenst gedrag

Psychisch of Psychiatrie?

Protocol Fysiek Ingrijpen

Zelfverwonding. Anders omgaan met negatieve gevoelens

Functie en taakomschrijving Vertrouwenspersoon

Omgaan met moeilijk gedrag. CLZ studiedag 29 april 2016

Haïti. Anneke Vinke, 19 januari 2010

Onderzoek: Voor meer informatie: Petra Klapwijk, onderzoeker EenVandaag Opiniepanel

ESF - Project: Morele stress bij zorgverleners in de ouderenzorg Info- en inspiratiesessie preventie psychosociale risico s op het werk 9/12/ 14

Gedwongen opname en verslaving Dr Anne Van Duyse - De Sleutel en PC Sint Jan Baptist

Gedragscode Versie: januari 2016 Vastgesteld: januari 2016 Door: Coördinatieteam Netwerk Gewoon Samen Evaluatiedatum: Januari 2017

Medestudenten/collega s: Docenten/praktijkbegeleiders:

Protocollen ongewenst gedrag

Wat kan je als leidinggevende doen om psychosociale moeilijkheden bij medewerkers bespreekbaar te maken?

Uit de burn-out Therapiegroep werkstresshantering

Inhoud. Deel 1 Het gedrag in de klas. Over de website 14. Inleiding 15. Inleiding. 1 Het gedrag tijdens de eerste lessen 29

Stressmanagement-training: Vaardig door ontspanning

Voor het leven getekend?

Gedragsprotocol Omnisport2b versie: 01/09/2012

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDER MISHANDELING BEELDENBOX BEELDEND JEUGDHULP VERLENEN

Melding ongewenst gedrag

Psychosociale arbeidsbelasting

Stress, spanningen, en psychosociale problematiek na confrontatie met een hart- of longaandoening

Zelfverwonding. Hoe kunnen we hier als opvoeder, leerkracht, zorg-of hulpverlener mee omgaan?

Mindfulness omgaan met wat er is workshop Parkinson café

Transcriptie:

V 1 Verpleegkundig handelen bij agressie........................................... 1 1.1 Veiligheidsgevoel..................................................................... 3 1.1.1 Beroepshouding....................................................................... 4 1.2 Aantasting............................................................................ 5 1.3 Competentie, grondhouding, verantwoordelijkheid................................... 5 1.3.1 Beroepshouding....................................................................... 6 1.4 Een kwestie van houding.............................................................. 7 1.5 Geweldloosheid als beroepshouding?................................................. 8 1.5.1 Vechten................................................................................ 8 1.5.2 Vluchten............................................................................... 8 1.5.3 Geweldloosheid........................................................................ 9 1.5.4 Wees niet uit op winnen, maar op goed spel............................................ 9 1.5.5 Het gaat om behandelvisie en niet om behandeltechniek................................ 10 1.5.6 Beroepshouding....................................................................... 12 1.6 Weerloos of (geweldloos) weerbaar zijn?.............................................. 13 1.7 Geweldloze weerbaarheid als moreel judo............................................ 15 1.7.1 Beroepshouding....................................................................... 16 1.8 Situatieschetsen...................................................................... 17 1.8.1 Beroepshouding....................................................................... 18 1.9 Verpleegkundige normen............................................................. 18 1.10 Juridische aspecten rond verplichte opname.......................................... 19 1.10.1 Opname onder dwang in Nederland.................................................... 19 1.11 Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst............................... 20 1.11.1 Opname onder dwang in België......................................................... 20 1.11.2 Wet op de bescherming van de persoon van de geesteszieke............................. 21 1.12 Winnen-winnen als grondhouding.................................................... 21 1.12.1 Beroepshouding....................................................................... 22 1.13 Contact verpleegkundige-cliënt....................................................... 22 1.13.1 Beroepshouding....................................................................... 23 1.14 Verwerkingsprocessen en agressie.................................................... 23 1.14.1 Beroepshouding....................................................................... 24 1.15 Protocollen en veiligheidsbeleid...................................................... 24 1.15.1 Het waarom van protocollen............................................................ 24 1.15.2 Veiligheidsbeleid....................................................................... 25 1.15.3 Protocollen en agressie................................................................. 25 2 Vormen van agressie en geweld................................................... 27 2.1 Agressie door beperkingen............................................................ 29 2.2 Territorium............................................................................ 30 2.2.1 Beroepshouding....................................................................... 32

VI 2.3 Agressie: positief of negatief?......................................................... 32 2.3.1 Agressie is levensenergie............................................................... 33 2.4 Wat aan agressie voorafgaat.......................................................... 33 2.4.1 Beroepshouding....................................................................... 36 2.5 Geweld................................................................................ 36 2.5.1 Geweld is negatieve agressie............................................................ 36 2.6 Situatieschetsen...................................................................... 38 2.7 Direct of persoonlijk geweld.......................................................... 39 2.8 Indirect of structureel geweld......................................................... 40 2.8.1 Beroepshouding....................................................................... 41 2.9 Specifieke vormen van geweld........................................................ 41 2.10 Mobbing en discriminatie............................................................. 41 2.10.1 Beroepshouding....................................................................... 42 2.11 Seksuele intimidatie................................................................... 43 2.11.1 Waar ligt de grens?..................................................................... 43 2.11.2 De omschrijving........................................................................ 44 2.11.3 Man- en vrouwbeelden................................................................. 44 2.11.4 Intimidatie door een collega............................................................ 46 2.11.5 Indirecte intimidatie.................................................................... 46 2.11.6 Beroepshouding....................................................................... 46 2.12 Belaging (stalking).................................................................... 47 2.12.1 Beroepshouding....................................................................... 48 2.13 Manipuleren, provoceren en bedreigen............................................... 48 2.14 Mishandeling......................................................................... 48 2.14.1 Beroepshouding....................................................................... 51 2.15 Begripsbepaling: agressie, geweld en agressief-gewelddadige uitingen............... 51 2.15.1 Beroepshouding....................................................................... 52 3 Provocaties, manipulaties en bedreigingen als levensstijl..................... 53 3.1 Manipuleren, provoceren en bedreigen............................................... 54 3.2 Provocaties en structuur: een bron van spanning...................................... 56 3.3 Provocerende levensstijl als overlevingsstrategie..................................... 59 3.4 Levensgeschiedenis en de ontwikkeling van empathisch vermogen................... 59 3.5 Bedreigingen en burn-out............................................................. 63 3.5.1 Beroepshouding....................................................................... 64 3.6 Dreigen met automutilatie............................................................ 67 3.7 Claimend gedrag...................................................................... 67 3.8 Essentieel in de gespreksvoering...................................................... 68 3.8.1 Beroepshouding....................................................................... 69 3.9 Persoonlijkheidsstoornissen.......................................................... 70 3.9.1 Borderlinepersoonlijkheidsstoornis ofwel emotieregulatiestoornis........................ 70 3.9.2 Beroepshouding....................................................................... 72 3.9.3 Antisociale persoonlijkheidsstoornis (APS) en psychopathisch gedrag..................... 73 3.9.4 Oorzaak psychopathisch gedrag........................................................ 74

VII 3.9.5 Beroepshouding...................................................................... 74 3.10 Wat te doen met opdringerige (ex-)cliënten?......................................... 75 4 Innerlijke processen: het eigen structurerend systeem als zekerheid........ 79 4.1 Het eigen structurerend systeem..................................................... 80 4.2 Waarneming, fysiologische processen en indrukvorming............................. 80 4.2.1 Beroepshouding...................................................................... 83 4.3 Herinneringen en opgedane ervaringen.............................................. 83 4.3.1 Soorten geheugen.................................................................... 85 4.4 Cognitieve (her)programmering van het structurerend systeem...................... 88 4.4.1 Beroepshouding...................................................................... 89 4.5 Het corrigerend systeem............................................................. 89 4.5.1 Beroepshouding...................................................................... 91 4.6 Gedrag en handelen.................................................................. 92 4.6.1 Beroepshouding...................................................................... 93 4.7 (Nieuwe) leerervaringen in de interactie............................................. 93 4.7.1 Beroepshouding...................................................................... 96 4.8 De agressief-gewelddadige interactie en de beroepshouding daarin................. 96 4.8.1 Beroepshouding...................................................................... 97 4.9 Falend corrigerend systeem.......................................................... 98 4.9.1 Beroepshouding...................................................................... 99 4.10 Agressie en de stoffen in het lichaam................................................. 99 5 Als een meningsverschil escaleert............................................... 101 5.1 Agressie en communicatie........................................................... 102 5.2 Communicatie als wezenskenmerk van geweldloos verweer......................... 102 5.2.1 Metacommunicatie.................................................................... 105 5.3 Onenigheid.......................................................................... 107 5.3.1 Wie heeft er gelijk? (verliesaspect)...................................................... 107 5.3.2 Ik heb er recht op! (ontberingsaspect).................................................. 107 5.3.3 Daar heb je niets mee te maken! (aantastingsaspect).................................... 108 5.3.4 Ik weet je te vinden! (bedreigingsaspect)............................................... 108 5.3.5 Machtsstrijd........................................................................... 108 5.4 Escalatie............................................................................. 108 5.4.1 Beroepshouding...................................................................... 110 5.5 Volgen en leiden..................................................................... 111 5.6 Omgaan met cultuurverschillen...................................................... 112 5.6.1 Communicatie en cultuurverschillen................................................... 113 5.6.2 Beroepshouding...................................................................... 115 5.7 Aandachtspunten in gespreksvoering bij dreigende conflicten en klachten.......... 116 5.8 Situatieschetsen..................................................................... 117 5.8.1 Beroepshouding...................................................................... 118 5.9 Worstelen met wraakgevoelens...................................................... 118 5.10 Reageren op belediging, krenking en dergelijke uitingen............................ 120

VIII 5.10.1 Zwijgend aankijken en dan weggaan of overgaan op een ander onderwerp........... 120 5.10.2 Compliment geven voor arrogant gedrag............................................... 121 5.10.3 Beroepshouding...................................................................... 122 6 Zelfcontrole: hanteren van agressie in de interactie........................... 123 6.1 Zelfcontrole.......................................................................... 124 6.2 De slachtofferpositie en de slachtofferrollen......................................... 124 6.2.1 Beroepshouding...................................................................... 127 6.3 Oplossingen van de tweede orde..................................................... 127 6.3.1 Eersteordeoplossingen................................................................ 128 6.3.2 Tweedeordeoplossingen............................................................... 128 6.4 Verbale en non-verbale verweervormen.............................................. 129 6.4.1 Herinterpretatie....................................................................... 129 6.4.2 Verbijstering.......................................................................... 130 6.4.3 Praten, praten en nog eens praten...................................................... 131 6.4.4 Schreeuwen, gillen, roepen, hard zingen als verweer, niet uit onmacht................... 132 6.4.5 Vermijding van persoonlijke inzet...................................................... 133 6.4.6 Voorschrijven van gedrag.............................................................. 134 6.4.7 Vertrouwen........................................................................... 135 6.4.8 Symbolische uitingen en verbijstering.................................................. 135 6.4.9 Aanpassen, doen-alsof-techniek....................................................... 136 6.4.10 Bereidheid tot lijden of je volgend opstellen............................................ 137 6.4.11 Naam noemen en zelfpresentatie...................................................... 138 6.4.12 Vragen stellen......................................................................... 138 6.4.13 Herkaderen........................................................................... 139 6.4.14 Humor en lachen...................................................................... 140 6.4.15 Aandacht richten...................................................................... 141 6.4.16 Wedstrijdelement als katalysator....................................................... 142 6.5 Afwikkeling na het incident.......................................................... 142 6.6 Aanvullende handelingsalternatieven en houdingsaspecten (1)...................... 143 7 Zelfbescherming: fysieke verweervormen in de communicatie............... 145 7.1 Zelfbescherming..................................................................... 146 7.2 Psychische kracht of fysieke kracht................................................... 146 7.3 Beschikbare mogelijkheden voor jezelf.............................................. 148 7.3.1 Verzet met eigen lichaam.............................................................. 148 7.3.2 Omarmen............................................................................. 149 7.3.3 Sollen................................................................................ 150 7.3.4 Ruzie tussen cliënten met fysiek geweld................................................ 150 7.3.5 Separeer gevormd door vrouwen...................................................... 151 7.3.6 Pacing (Engels: op en neer stappen).................................................... 152 7.3.7 Enkele handelingen om los te komen................................................... 153 7.4 Aanvullende handelingsalternatieven en houdingsaspecten (2)...................... 157 7.4.1 Leiden - volgen........................................................................ 157

IX 7.4.2 Buikademhaling....................................................................... 157 7.4.3 Lichaamshouding..................................................................... 157 7.4.4 Geaard staan (psychische kracht)....................................................... 158 7.4.5 Gedachten sturen..................................................................... 158 7.4.6 Stoom afblazen....................................................................... 158 7.5 Levensbedreigende agressiebeteugeling............................................. 159 8 Uitdaging en motivatie............................................................ 161 8.1 De uitdaging......................................................................... 162 8.2 Uitdaging en vermijdingsgedrag..................................................... 162 8.2.1 Verpleegkundigen en vernedering..................................................... 164 8.3 De emotie: angst..................................................................... 166 8.3.1 Kierkegaard........................................................................... 167 8.3.2 Angst en macht....................................................................... 167 8.3.3 Pathologische angst en reële bestaansangst............................................ 168 8.4 Angst in een interactie............................................................... 168 8.5 Angst onder controle houden........................................................ 170 8.5.1 Beroepshouding...................................................................... 171 8.6 Spanningen.......................................................................... 172 8.6.1 Beroepshouding...................................................................... 173 8.7 Extreme spanning bij de cliënt thuis.................................................. 174 8.8 Spanningsbehoeftepatroon.......................................................... 176 8.9 Stresspreventiebeleid................................................................ 177 8.9.1 Negatieve stress....................................................................... 177 8.9.2 Positieve stress........................................................................ 177 8.10 (Naasten)liefde en satyagraha als motiverende kracht............................... 178 9 Sociale steun, collegialiteit en veiligheidsgevoel............................... 181 9.1 Sociale steun......................................................................... 182 9.2 Burn-out............................................................................. 183 9.2.1 Vermedicalisering..................................................................... 184 9.2.2 Macroniveau.......................................................................... 185 9.2.3 Mesoniveau........................................................................... 185 9.2.4 Microniveau.......................................................................... 185 9.3 Futurologische probleemoplossing als hulpmiddel................................... 186 9.3.1 Positieve reacties...................................................................... 191 9.4 Coaching............................................................................. 191 9.5 E ffecten van geweld.................................................................. 191 9.5.1 Getraumatiseerde teams en collegialiteit............................................... 192 9.5.2 Wat kan de verwerking bevorderen?................................................... 195 9.5.3 Beroepshouding...................................................................... 199 9.6 Herstel van het contact met de cliënt................................................. 202 9.7 Cliënten met HBV- of hiv-besmetting of aids......................................... 203 9.8 Veiligheidsgevoel en veiligheidsbeleid............................................... 204

X 9.8.1 Veiligheidsgevoel..................................................................... 204 9.8.2 Veiligheidsbeleid...................................................................... 204 1 0 Leren hanteren van agressie...................................................... 207 10.1 Handleiding bij het analyseren van casuïstiek........................................ 208 10.2 Agressie Programma Aspecten Methode............................................. 212 10.2.1 Agressie.............................................................................. 212 10.2.2 Programma........................................................................... 212 10.2.3 Aspecten............................................................................. 213 10.2.4 Methode.............................................................................. 213 10.3 De zes gebieden...................................................................... 215 10.3.1 Gebied 1: uitleven, afreageren, stoom afblazen......................................... 215 10.3.2 Gebied 2: aanleidingen en oorzaken verminderen....................................... 216 10.3.3 Gebied 3: agressieve uitingen herwaarderen............................................ 217 10.3.4 Gebied 4: wegnemen van blokkades om agressie (emoties) te uiten...................... 218 10.3.5 Gebied 5: andere omgangsvormen leren............................................... 220 10.3.6 Sociaal-communicatief netwerk (SCN).................................................. 220 10.4 Voorbeelden......................................................................... 221 1 1 Agressie en werkplek.............................................................. 225 11.1 Inleiding............................................................................. 226 11.2 Agressie en psychogeriatrie.......................................................... 226 11.2.1 Agressie bij cliënten met de ziekte van Alzheimer....................................... 226 11.2.2 Beroepshouding...................................................................... 229 11.2.3 Samengevat.......................................................................... 230 11.3 Agressie in het algemeen ziekenhuis................................................. 231 11.3.1 Beroepshouding...................................................................... 232 11.4 Bij een agressieve cliënt thuis........................................................ 232 11.4.1 Beroepshouding...................................................................... 233 11.5 Agressie bij schizofrenie en psychotische toestand................................... 234 11.5.1 Beroepshouding...................................................................... 235 11.6 Agressie en drugsverslaving.......................................................... 235 11.6.1 Beroepshouding...................................................................... 236 11.7 Agressie en verstandelijke beperking................................................ 236 11.7.1 Agressie van een cliënt met autistisch gedrag en een verstandelijke beperking........... 237 11.7.2 Beroepshouding...................................................................... 238 11.7.3 Bijten................................................................................. 238 11.7.4 Beroepshouding...................................................................... 239 11.8 Automutilatie (ook: zelfdestructie, zelfverwonding, zelfbeschadigend gedrag of zelfverminking)...................................................................... 239 11.8.1 Wat is waar en wat is juist?............................................................. 239 11.8.2 Beroepshouding...................................................................... 241 11.9 Welbevinden en effectief functioneren op de werkplek............................... 242

XI 11.9.1 Stoom afblazen, afreageren en uitleven................................................ 242 11.9.2 Frustraties verminderen............................................................... 243 11.9.3 Flexibel zijn in het formele en informele samenwerken (relativeren en herwaarderen)..... 243 11.9.4 Psychische ontlading en spanningsbehoefte............................................ 243 11.9.5 Sociaal verkeer........................................................................ 243 11.9.6 Sociaal-communicatief netwerk........................................................ 243 Over de auteur..................................................................... 245 Literatuur........................................................................... 247 Register............................................................................. 253