AMSTtr,RDAMSE, SP O ORSTE,G SPORT VE,RE,NIGING AS SV Afdeling Flandb o ogsp ort O ASSV Handboogsport 12345 M^lÍt Street' Suite 100
BEGINNERS CURSUS ffiwww&w WwrewwwrcwW&xffiW ffi& ffiw Warc&WseWM Schieten rnet een Ka/e Boog op Kone Afstand, Groot Blaqoen 1. Kennismaken met de deehemers. 2. Doel van de cursus uitleggen: in zes lessen de grondbegrnselen leren. Na afloop kan de deelnemer zelfstandig een boog opspannen en schieten op L8 meter. 3. Lesrooster uitdelen. Nakijken of de betalingen binnen zijn. Oefenelastieken uitdelen. 4. I{eding controleren, dorninant oog bepalen. Bij kruisdominantie eerst met dorninante arm beginnen, het dominante o<-rg dicht. 5. Arm- en borstbeschermers uitdelen. De armbeschermers zijn verplicht! Blauwe plekken direct behandelen met een coolpack uit de bar. Deze les nog geen vingertabs. 6. Bogen uitdelen. Geen vtzier op de boog. Vertellen dat de boog zonder pijl niet gelost mag worden. (Kans op breukl) 7. Pijlen kiezen (drie per persoon). Àlleen (te) lange pijlen gebruiken! 8. Routine 1 (richten over de pijl) uitleggen en volledig voordoen; leren wat 'afzettenl'betekent. Ook met oefenelastiek voordoen. (Llastiek moeten de deelnemers altijd bii zich hebben.) Oefening t. Zonder pijl. De boog ongeveer 10 cm laten uittrekken en laten lossen. (Ongeveer zoals je een volle emmer water tiit; boog hoeft niet geheven te ztjn.) Leer aan om met krom blijvende vingers te lossen. Drie maal. Oefening 2. Zonder pijl. De boog laten heffen tot boven ooghoogte, uittrekken en ankeren tegen jukbeen en weeí afzetten: uittrekken tot oflgeveer halve trek-lengte is goed, het mag verder. (Ángst laten overwinnen.) De boogschouder moet laag blijvenl Let op het handhaven van de stand. Drie maal. Oefening 3. Als oefening2,rnaar nu met het oefenelastiek. Ook'lossen'. Oefening 4. Als oefening2,rnaar nu met een pijl op de boog. Als een treklengte gehaald wordt om de ftorte) afstand te overbruggen laten lossen. Bij angst voor het lossen helpen: één-twee-drie! De instructeur let er op dat de pees vrije passage heeft en dat de pees geen obstakels op de borst tegenkomt. Ook houdt hrj/zij in de gaten dat de pijl op het pak terecht zal komen. lliertoe karhtj/z11de boog bij de onderwellarm vasthouden. Aangeven hoe een pijl uit het pak getrokken dient te worden. \ranaf nu aan de correcte houding gaan werken. De deehemers schieten om de beurt. Let op dat iedereen die niet schiet achter de wachtliin is. Wwxwwrk ww*r fu %Ê*&6ffifu Wwx \'roor de spiegel thuis oefenen met een lage schouder de boogarm te heffen. Ook uittrekken met oefenelastiek O ASSV Handboogsport assv@xrc<xxxxxxnourroor
BEGINNERS CURSUS W Wm& ffi ffiw WwMwwwffiwwffi wffiffi Wffi ffiwm%ireffiffi * Mwffi * ffiwwmwfuwm Schieten met een Kale Boog op de Schienaand, Wrschillende,4ístanden 1. I{eding controleren 2. Bogen uitdelen en in het rek laten zetten. Geen vizier op de boog. 3. Begroeting eír waím-up. De warm-up bevat elementen van de stand: lichte zwaaioefeningen met de aínefl; schouders ophalen en ontspannen; lichte spreidstand en gev"{cht op de hak en op de voorvoet laten brengen. 4. Routine t herhalen. (1\{et elastiek voordoen.) Speciale aatdacht voor lage boogschouder. 5. Huiswerk controleren. Lage boogschouder door elk van de deelnemers met oefenelastiek laten voordoen voor de spiegel. 6. Demonstteten waaíom we niet op de hakken staan. Stand voordoen en laten nadoen. De boog voor de spiegel laten heffen met lage boogschouder- 7. Drie series schieten op vijf meter, op het kale pak. Opletten dat de voorbereidrng van het schot goed gebeurt. Zonodrg opdracht geven tot afzettert. De instructeuí let op dat de pees wije passage heeft en dat de pees geen obstakels op de borst tegenkomt. Ook houdt lny/ztj n de gaten dat de pill op het pak terecht zal komen. 8. Blazoenen opzetten en op dezelfde afstand schieten. Drie series. 9. We gaan flu vafl tien meter schieten. Nog steeds met kale boog en richten over de pijl. De pijlen zulien veel te laag inslaan. Nu introduceren we het richten over de pijlpunt met als referentieprurt de kaak. Individueel aan de hand van de geschatte baan de elevatie bepalen. Let op dat iedereen die niet schiet achter de wachtliin is. W&w*wqwx%, w**r &w W*&rywwe&# Wwr Voor de spiegel thuis oefenen met een lage schouder de boogarm te heffen. Ook urttrekken met oefenelastiek. O ASSV Handboogsport as sv@xxxxrooooooo<xxx
BEGINNERS GURSUS WW&Yffiww@fuwre& De BoogWiligOpspannen met een Enkelband. I\ ie t Nch n n, we / I\ aich te n! 1. Bogen door de deelnemers laten opspannen. Korte uitleg geven over de boog. Q.{omenclatuur, pnjzen, tweede hands.) Vizieten op de boog moflteíeír. 2. Begoeting en waíín-up. De warm-up bevat elementen van de stand: lichte zwaaioefeningen met de armen; schouders ophalen en ontspanflen; 'dtoog schieten' met Iage boogschouder. 3. Routine 2 voordoen met elastiek. Speciale aandacht voor de stand met lage boogschouder en voor de boogarm. 4. Leren hoe de booghand in de grip geplaatst moet worden. Voordoen hoe de arm geroteerd moet worden, zodat de vouw van de elleboog verticaal staat. Reden: vrije pees passage. 5. De deelnemers één voor één de stand van de boogarm laten demonstteren. 6. Drie series van drie pijlen op korte afstand (5 meter) laten schieten op een kaal pak, met aandacht voot de stand (zie les 1) en de boogarm. Geen comrnefltaaí geven op andere fouten (gooie.r, plrtkketr, e.rz.; 7. Blazoenen opprikken en drie series op 10 meter laten schieten. (lizier mag gebruikt wotden.) 8. Persoonlijke begeleiding. Per deelnemer slechts azr' êên puflt tegeliik werken! ffiw7mwr&wx&ge&wwr Zwak punt nemen @ ASSV Handboogsport handboogamstetdam@hotmail.com
BEGINNERS CURSUS &WrewweWw&Www&re De Schietbewegingtot aan het ankeren 1,. Bogen door de deelnemers laten opspannen. Goed opletten dat alles veilig en coírect gebeutt. 2. Begroeting en waín-up. De warm-up bevat elementeír van de stand: lichte z,waaioefeningen met de aríneír; schouders ophalen en ofltspaflíren; 'droog schieten'met lage boogschouder. 3. Routine 2 voordoen met elastiek. Speciale aatdachtvoor het spaíuren eír vooí het anketen. Spannen zoveel mogelijk in het frontale vlak van de sporter. 4. Herhalen hoe de booghand in de gdp geplaatst moet woíden. Voordoen hoe de atm geroteetd moet worden, zodat de vouw van de elleboog vertlcaal staat. Reden: vrije pees passage. 5. De deellemers één voor één het spadnnen en ankeren laten demonstreren @erst met elastiek, dzarnazonder pijl op de boog). 6. Drie series van dde pijlen op korte afstand (5 meter) laten schieten op een kaal pak, met zzndachtvoor het spaflíreír en ankeren. Geen commeflta t gevefl op andere fouten (gooien, plukken, enz.) 7. Blazoenen opprikken en drie series op 10 meter laten schieten. (Vrziet mag gebruikt worden.) 8. Persoonlijke begeleiding. Per deelnemer slechts aarr éên punt tegeliik werken! ffiw*ws*& w*w & W**gerz& Wres ZurakEtnt nemefl. Opfretkingen :,i @ ASSV Handboogsport handb oogamsterdam@hotmail. com
%wwwreffiffi&w@*ww 1.. Bogen door de deelnemers laten opspannen. 2. Begroeting en waím-up. De warm-up bevat elementen van de stand: lichte zwaaioefeningen met de aímeír; schouders ophalen eír oírtspaníren; 'droog schieten' met lage boogschouder. 3. Routjne 2 voordoen met elastiek. Speciale aandacht voor lossen en doorbewegen. FIet lossen is een 'thorax expansie'. 4. Met behulp vaíl eefl release touwtje de deehemers het gevoel van lossen en doorbewegen geven. 5. De deelnemers één voor één lossen en doorbewegen laten demonstíeren met het elastiek. 6. Dde series van dde pijlen op korte afstand (5 meter) lateír schietefl op een kaal pak, met aandzcltt voor lossen en doorbewegen. Geen commentaaí geven op andere fouten (gooien, plukken, enz.) 7. Blazoenet opprikken en drie series op 10 meter laten schieten. 8. Persoonl,ijke begeleiding. Per deelnemer slechts aar. éên punt tegelijk wetken! Wwaww&q zffiy & vaá*&geffi& Wres Zwakpur,;t nemen
Narcctrten '1,. 2. J, 4. 5. Bogen door de deelnemers laten opspannen. Goed opletten dat alles veijig en coffect gebeurt. Begoeting en warm-up. De warm-up bevat elementen van de stand: lichte zwaaioefeningen met de armen; schouders ophalen en ontspannen;'droog schieten'met lage boogschoudet. Drie series van drie pijlen schieten op korte afstand. (Inschieten) Drie seties pijlen op 10 meter schieten waatbij wotdt nagedcht op de knokkels van de booghand. Schieten op 18 meter waarbij wordt nagericht over de knokkels van de booghand. De boogarm dient te blijven staan tot aan de pijl-inslag. 6. Schieten op een 40 cm. Blazoen waarbij alle aandacht voor een petfect uitgevoerde schiettechniek. Hierin mag bewust richten door het vizier geen onderdeel zijn. De begeleiders dienen nu sterk penoonjijk te begeleiden. Voor de betere cursist: De spanlijn is gedefinieerd door drukpunt in de greep en tekpunt op de pees. De tekelleboog dient permanent op de spanlijn te liggen.
'Ar[+,;,gml,16,,1':lll:'Wffi 4,":,,t'.',ítiÊT'ffiffi ffiwglfayars Tijdens de w'edstnjd geeíl ongevraagde knnek leveten
Routine í Schieten met een kale boogl richten over de pijl 1. Ga met de boog naar de meet; houdt de boog in de gteep vast. 2. Ga haaks op de schietlijn staan met aan elke kant een voet. Voeten op schouderbreedte. Verander de voetenstand tijdens een sede pijlen niet meer. 3. Zet de ondertip op de schoenpunt. 4. Ga goed rechtop staan; hoofd geheven, schouders laag afhangend. 5. Neem een pijl aan de nok uit de koker en klik hem op de pees. 6. Haak de drie middelste vingers om de pees, tussen de buitenste twee kootjes, dne vingers, op een afstand van drie vingers, ondet de piil. 7. Zet de booghand onder 45"in de grip. 8. Draai de boogarm voor eeír vrije pees passage; elleboog vouw komt bij geheven boogarm verticaal. 9. Hef pijl en boog tot @oven) ooghoogte, met de piil ongeveer horizontaal. 10. Spannen met een lage boogschouder. Kijken over de pijl, de trekhand tegen het jukbeen. De lage boogschouder is van het grootste belang voor blessure preventie en voor de verdete ontwikkeling van de schienechniek. 11. Lossen doot 'vedengen van de horizontale lijn' en naat de booghand blijven kijken. Het narichten is zeer belangdjk. Blijf staan met uitgestrekte boogarm en blijf naar de booghand kijken. Vergelijk de afslag G*-g) bii golf. Het dchten zelf gebeurt onbewust; het maakt géén deel uit van ons repertoire. Vergelijk het vastpakken van een theekopje, daar richten we ook niet bewust voor. 72. Ga zonder de buren te hinderen met je boog terug achter de wachtliin. Zet jeboogin de daarvoor bestemde standaard. Routine 2 Schieten met de Olympische Boog 1. Ga met de boog naar de meet; houdt de boog in de greep vast. 2. Ga haaks op de schietlijn staan met aan elke kant een voet. Voeten op schoudeíbreedte. Verander de voetenstand tijdens een serie pijlen niet meer. 3. Zet de ondertip op de schoenpunt. 4. Ga goed rechtop staan; hoofd geheven, schouders laag afhangend. 5. Neem een pljl aan de nok uit de koker en klik hem op de pees. 6. Haak de drie middelste vingers om de pees, tussen de buitenste twee kootjes, de wijsvinget boven de pijl, middel- en ringv:inger er onder. 7. Zet de booghand onder 45" in de grip. 8, Draai de boogarm vooí een vrije pees passage; elleboog vouw komt bij geheven boogarm verticaal., 9. Hef pijl en boog tot (boven) ooghoogte, met de pijl ongeveer hoitzontaal 10. Spannen met een lage boogschouder. Kijken door het vizier, de trekhand onder tegen de kaak. De Iage boogschouder is van het grootste belang voor blessure preventie en voor de verdere ontwikkeling van de schiettechniek. 11. Lossen door 'vedengen van de horizontale hjrt'; naar de booghand blijven kijken. Het narichten is zeer belangrijk. Blilf staan met uitgestrekte boogarm en blijf naar de booghand kijken. Vergelijk de afslag G*r-g) bii golf. Het richten zelf gebeurt onbewust; het maakt géén deel uit van ons repertoire. Vergelijk het vastpakken van een theekopje, daar richten we ook niet bewust voor. 72. Gt zotder de buren te hinderen met ie boog terug achter de wachdiin. Zet leboogin de daawoor bestemde standaard.