Verkort aangehaalde literatuur Afkortingen XV XIX EERSTE BOEK INLEIDING 1 Afdeling I Van staatsleer tot staatstheorie 3 1. De aanvang van de westerse staatsleer 3 2. De onafhankelijke en soevereine staat 11 Machiavelli 11 De breuk tussen kerk en staat 14 Hobbes 19 3. Soevereiniteit en vrijheid 25 Locke 25 Montesquieu 29 Rousseau 33 4. Staat en samenleving 39 Burke 39 Hegel 42 Marx 46 Politieke theorie in de 20e eeuw 49 5. De mater parliamentorum 61 De groei van de constitutie 61 Het parlementaire stelsel 65 De opkomst van de democratie 67 6. Separation of powers 75 De weg naar onafhankelijkheid 76 Het ontstaan van de constitutie 77 De constitutie 80 IX
7. Op zoek naar de volonté générale 87 Het ancien régime en de revolutie 87 Van de eerste tot de derde republiek 89 De derde republiek 93 De vierde en vijfde republiek 95 8. Van Regnum Teutonicum tot Bundesrepublik Deutschland 101 Het oude Duitse rijk 101 Rijnbond en Duitse bond 106 Deutsches Reich 109 De Bondsrepubliek Duitsland 113 Afdeling III De ontwikkeling van de staat in Nederland 117 9. De vorming van de Nederlandse staat 117 De landsheerlijke periode 117 De opstand 121 De republiek der verenigde nederlanden 123 10. De vestiging van de eenheidsstaat 129 De Bataafse Republiek (1795-1806), het Koningrijk Holland (1806-1810) en de inlijving bij Frankrijk (1810-1813) 129 De herwonnen onafhankelijkheid 134 11. De vestiging van de parlementaire democratie 141 Naar het parlementaire stelsel 141 Het ontstaan van de moderne partijen 149 De Grondwet in de laatste eeuw 155 Afdeling IV Staat en staatsrecht 165 12. Staatsbegrippen en staatsideeën 165 Van standenstaat tot verzorgingsstaat 165 De moderne staat als soevereine staat 168 Democratie 174 De rechtsstaat 179 13. Constitutie, Grondwet en staatsrecht 183 Formele en materiële constitutie 183 Geschreven en ongeschreven staatsrecht 185 De interpretatie van de Grondwet 192 De wijziging van de Grondwet 194 De grondwet in haar verhouding tot andere regelingen 199 Grondwettelijk overgangsrecht 204 Grondwetstudie en staatsrechtbeoefening 206 X
TWEEDE BOEK HET NEDERLANDSE STAATSRECHT 213 Afdeling I Grondrechten 215 14. Het rijk en zijn inwoners 219 Het Koninkrijk der Nederlanden 219 Het gebied van de staat 221 Het nederlanderschap 225 De rechtstoestand van vreemdelingen 235 15. Algemene leerstukken van grondrechten 249 Grondrechten, vrijheidsbegrip en juridische dogmatiek 249 Geschiedenis van de grondrechten 251 Grondrechten in het positieve recht 255 Grondrechten in de grondwet 255 Grondrechten in het internationale recht 255 Hoofdzaken van het evrm-stelsel 256 De juridische status van de internationale grondrechtsnormen in het nederlandse recht 264 De verhouding tussen nationale en internationale grondrechten naar nederlands constitutioneel recht 266 Hoofdvragen van grondrechtsdogmatiek 267 Reikwijdte 268 Reikwijdteoverlap 270 Subjecten 271 Beperkingen van grondrechten 277 Horizontale werking 283 Botsing van grondrechten 291 16. Gelijkheid 295 Algemeen: gelijkheid 295 Bewegingsvrijheid 320 17. Het recht op politieke vrijheid 327 Het kiesrecht 327 Het recht van petitie 338 De vrijheid van meningsuiting 340 Het recht tot vereniging 361 Het recht tot vergadering en betoging 367 18. De vrijheid van belijdenis 373 De vrijheid van godsdienst en levensovertuiging 373 Vrijheid van geweten 393 19. Het recht op persoonlijke vrijheid 399 Eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer 400 Vrijheidsontneming 424 XI
20. Bescherming van de vermogensrechten 435 21. Sociale grondrechten 453 Onderscheid tussen sociale en klassieke grondrechten 453 Het recht op rechtsbijstand 459 Werkgelegenheid 460 Sociale zekerheid 464 De bewoonbaarheid van het land, milieubescherming 466 Gezondheid, huisvesting, ontplooiing en vrijetijdsbesteding 468 22. Onderwijs 471 Afdeling II Organen van de staat 485 23. De regering. het koningschap 485 Vooraf 485 De ontwikkeling van het Nederlandse koningschap 486 De troonopvolging 492 Onbekwaamheid van de koning 498 De persoonlijke rechten van de koning 500 24. De regering. de ministers 511 De ministeriële verantwoordelijkheid 511 Ministers en ministeries 517 Ministerraad, Kabinetsformatie, Minister-president 525 25. De staten-generaal 541 Vertegenwoordiging 541 Het tweekamerstelsel 556 Samenstelling van de Tweede Kamer 562 Samenstelling van de Eerste Kamer 571 Vereisten voor het lidmaatschap van de staten-generaal 574 De rechtspositie van de leden 577 Inrichting van de staten-generaal 583 26. Raad van State, Algemene rekenkamer, nationale ombudsman en vaste colleges van advies 587 De Raad van State 588 De Algemene rekenkamer 597 De nationale ombudsman 600 Vaste colleges van advies 600 27. De rechter 605 28. Ondersteunende organisaties 631 Inleiding 631 De openbare dienst 631 Politieke partijen 635 XII
Afdeling III Functies van de staatsorganen 641 29. Het verband tussen organen en functies 641 De onderscheiding van machten 641 Het parlementaire stelsel 643 Kamerontbinding 649 30. De wetgeving 659 De totstandkoming van de wet 666 De uitsluitende bevoegdheid van de wetgever 678 Delegatie van wetgeving. De algemene maatregel van bestuur en andere algemeen verbindende voorschriften 682 Beleidsregels 690 De wet als hogere regeling 693 Europa en de wetgeving 694 Constitutionele toetsing van wetten 697 31. Het bestuur van de buitenlandse betrekkingen 701 32. Nederland in de Europese Unie 727 Geschiedenis en inrichting van de unie 727 De unie en de nationale constituties 734 De invloed van de unie op binnenlandse machtsverhoudingen 743 33. Het veiligheidsbestuur in de Grondwet 755 Defensie 757 UItzonderingstoestanden 766 34. Het bestuur en de controle op het bestuur 779 Van uitvoerende macht tot beleidsplanning 779 Controle door de staten-generaal. het recht op inlichtingen en het recht van onderzoek 784 Controle door de ombudsman 797 Controle door middel van openbaarheid 800 35. De financiële zijde van het bestuur 803 Belastingen en andere inkomsten 804 Het geldwezen 806 De rijksbegroting 808 De controle op de financiële zijde van het bestuur 816 36. De rechtspraak 821 Inleiding; hoofdzaken 821 Algemeen 822 Rechtsstatelijke eisen aan de rechtspraak 824 Rechtsbescherming tegen de overheid 831 De rechtspraak van de gewone rechter 831 De rechtsvormende taak van de rechter 841 XIII
Afdeling IV De decentrale rechtsgemeenschappen 855 37. Decentralisatie van regeling en bestuur 855 Inleiding 855 Autonomie en medebewind 862 Bestuurlijke reorganisatie 867 Gemeenschappelijke regelingen 873 Dualisering van het decentrale bestuur 875 38. De provincie 879 Oorsprong en ontwikkeling van de provincies 879 De organen van de provincie 882 De bevoegdheid van het provinciebestuur 889 De financiële zijde van het provinciebestuur 896 Het toezicht op het provinciebestuur 899 De provinciale indeling 903 39. De gemeente 905 Oorsprong en ontwikkeling van de gemeenten 905 De organen van de gemeente 909 De bevoegdheid van het gemeentebestuur 922 De financiële zijde van het gemeentebestuur 935 Het toezicht op het gemeentebestuur 941 De wijziging van de gemeentelijke indeling en van de gemeentegrenzen 944 40. Het waterschap 947 Oorsprong en ontwikkeling van de waterschappen 947 Het waterschap als territoriaal gedecentraliseerde doelcorporatie 950 De organen van het waterschap 953 De bevoegdheid van het waterschapsbestuur 956 De financiële zijde van het waterschapsbestuur 960 Toezicht op het waterschapsbestuur 961 41. Andere lichamen met verordenende bevoegdheid 963 DERDE BOEK HET STAATSRECHT VAN HET KONINKRIJK EN VAN ZIJN OVERZEESE DELEN 979 42. Het Koninkrijk der Nederlanden 981 De ontwikkeling van de rechtsbetrekkingen tussen nederland en de overzeese rijksdelen 981 Het statuut voor het koninkrijk 990 43. Het staatsrecht van Aruba, Curaçao en Sint Maarten; de onderlinge samenwerking tussen de landen 1007 De ontwikkeling van de staatsinrichting 1007 Het staatsrecht van Aruba 1009 Het staatsrecht van Curaçao 1013 Het staatsrecht van Sint Maarten 1016 Samenwerking in het Caraïbisch gebied tussen de landen en de verhouding tot de EU 1018 XIV
Register van persoonsnamen 1025 Zakenregister 1079 Jurisprudentieregister 1103 Register op de artikelen van de Grondwet en het Statuut 1155 XV