7,2. Samenvatting door een scholier 1510 woorden 30 maart keer beoordeeld

Vergelijkbare documenten
5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

ECONOMIE. Begrippenlijst H5 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

Economie Pincode klas 3 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 5: Aan de slag! Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie

Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Module 1 hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

5.1 Wie is er werkloos?

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100

5.2 Wie is er werkloos?

Beroepsbevolking: het aantal mensen tussen de 15 en 65 jaar, dat meer dan 12 uur per week wil en kan werken.

Geboorteoverschot: Bij een geboorteoverschot worden er per jaar meer mensen geboren dan er sterven.

Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari keer beoordeeld

7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op

6,9. Samenvatting door een scholier 1762 woorden 21 februari keer beoordeeld. Arbeidsmarkt

Stel je eens voor. Je hebt een bedrijf. Het bedrijf loopt goed. Je krijgt steeds meer werk aangeboden,

Samenvatting Economie H1+H2 (Arbeid)

indexcijfers geven de verhouding weer tussen de omvang van een grootheid in een bepaalde periode en de op 100 gestelde omvang

Praktische opdracht Economie Werkloosheid

1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en (openstaande)vacatures. arbeidsmarkt? Werkenden 2)Noem een ander woord voor

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 1991 woorden 25 mei keer beoordeeld. Hoofdvraag:

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

5,7. Samenvatting door een scholier 1259 woorden 5 april keer beoordeeld. Economie hoofdstuk 1 van module 1

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5, Arbeidsmarkt

1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en arbeidsmarkt? (openstaande)vacatures. 2)Noem een ander woord voor Werkenden werkgelegenheid.

Werkstuk door een scholier 2965 woorden 13 februari keer beoordeeld

arbeid inspanning van lichamelijke en/of geestelijke krachten om iets tot stand te brengen => werk

> betaald > formele sector: wit > informele sector: zwart > onbetaald > informele sector

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6

4. Werkloosheid in historisch perspectief

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Lesbrief werk H1 t/m 6

4,3. Samenvatting door een scholier 2003 woorden 31 oktober keer beoordeeld

Arbeid = arbeiders = mensen

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt

Wat kun je verwachten?

1.1 Aan het werk Kinderwetje van Van Houten:

Samenvatting Economie Gehele boekje 'Arbeidsmarkt'

Herintreders op de arbeidsmarkt

Werken of vrije tijd?

ECONOMIE. Begrippenlijst H4 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1 t/m 5

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

ONDERZOEK JONGEREN EN FLEX FNV JONG

De arbeidsmarkt in Midden-Limburg

6,7. Begrippenlijst door een scholier 1879 woorden 29 oktober keer beoordeeld

Consumptiemaatschappij: -> arbeiders blijven werken ook al hebben ze hun eerste levensbehoeften bevredigd

8,2. Samenvatting door een scholier 1686 woorden 10 februari keer beoordeeld

Samenvatting Economie Module 1

29 november 2013 Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Jongeren op de arbeidsmarkt

Persbericht. Werkloosheid stijgt verder. Centraal Bureau voor de Statistiek

Samenvatting Economie Lesbrief arbeidsmarkt

2 keer beoordeeld 12 februari 2015

Ontwikkelingen arbeidsmarkt: Uitzendbureau? Kans op werk!

6,3. Samenvatting module 4 Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2. Praktische-opdracht door een scholier 2041 woorden 6 juni keer beoordeeld.

Thema: Arbeidsmarkt vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3, Werk

Arbeidsmarkt Achterhoek Februari 2013

5,9. Samenvatting door een scholier 1211 woorden 19 maart keer beoordeeld. Economie voor jou

4,8. Samenvatting door een scholier 1776 woorden 6 december keer beoordeeld

De beroepsbevolking bestaat uit werkende (zelfstandigen en werknemers) en werkelozen. aantal inactieven i/a-ratio = - x 100 aantal actieven

Vormen van werkloosheid vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Marc Olivier c.s. houdende invoering van een recht op opleiding voor structureel werklozen

- de ontwikkeling of het ontstaan van de het arbeidsbureau en van het uitzendbureau.

7,9. Samenvatting door een scholier 1248 woorden 29 september keer beoordeeld. Economie Samenvatting; de arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt hoofdstuk 1,2,3,4,5

Wat is werkloosheid? vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

6.5. Boekverslag door T woorden 2 juni keer beoordeeld

Samenvatting Werk & Werkloosheid

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt H1 t/m H4

B&W-nr.: d.d Beleid ten aanzien van Stages en Werkervaringsplaatsen BESLUITEN. Behoudens advies van de commissie EP

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid in 2002 gestegen. Stijging werkloosheid door afname werkgelegenheidsgroei

Het deelnemingspercentage of bruto participatiegraad wordt als volgt berekend:

Maatschap-: een groep mensen die een gelijke sociale positie innemen binnen de pelijke klasse samenleving

Kwartaalrapportage 1/08

Vormen van werkloosheid vmbo-b34

Nog meer werkloosheid vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd

Een uitdagende arbeidsmarkt. Erik Oosterveld 24 juni 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BZW 13 april Meebewegen in een flexibele arbeidsmarkt Duurzame inzetbaarheid

Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving?

Werkloosheid Amsterdam

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid stijgt opnieuw sterk

Persbericht. Dalende tendens werkloosheid houdt aan. Centraal Bureau voor de Statistiek

Re-integratie is een intensieve vorm van arbeidsbemiddeling. Hieronder een aantal organisaties die zich bezighouden met re-integratie:

Ouders op de arbeidsmarkt

Samenvatting Maatschappijleer Werk

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

Arbeidsmarkt: begrippenlijst

Een Werkende Arbeidsmarkt

Werkgelegenheid en arbeidsmarkt

Meewerkend Flexibele oplossing voor uitstroom

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 1510 woorden 30 maart 2003 7,2 8 keer beoordeeld Vak Economie 1 Veel jongeren kiezen voor een baantje naast school. Ook hebben veel jongeren vakantiewerk. Ze verdienen niet alleen geld, maar doen ook werkervaring op. Er zijn grote verschillen in soorten werk tussen geslacht, leeftijd en schooltype. Jongeren werken gemiddeld 8,6 uur per week. Schoolverlaters: Jongeren die na school niet voor een vervolgopleiding kiezen, maar meteen gaan werken. Ze bieden dan werk aan bij bedrijven die om arbeidskrachten vragen. Ze horen dan tot de beroepsbevolking. Beroepsbevolking: Personen tussen 15 en 65 jaar, die 12 uur of meer per week of meer werken (=werkzame beroepsbevolking) of actief werk zoeken voor minstens 12 uur per week. (=werkloze beroepsbevolking). Actief werk zoeken betekent in ieder geval dat je je laat inschrijven bij het arbeidsbureau. De beroepsbevolking bestaat uit mensen die hun arbeidskracht op de arbeidsmarkt aanbieden. Zij vormen het aanbod van arbeid. Het aanbod bestaat niet alleen uit mensen die een baan zoeken, maar ook uit mensen die al een baan hebben. Werkgelegenheid: Het aantal arbeidsplaatsen dat beschikbaar is bij bedrijven en overheid. Door een uitbreiding van een bedrijf kan de werkgelegenheid toenemen. Bij de werkgelegenheid gaat het om de vraag naar arbeid. De werkgelegenheid kan worden uitgedrukt in personen of in volledige banen. Deeltijdbanen worden dan omgerekend tot voltijdbanen. Je meet dan de Werkgelegenheid in arbeidsjaren. Arbeidsjaar: Een volledige baan gedurende een jaar. Arbeidsmarkt: De vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid. Als het aanbod van arbeid groter is dan de vraag naar arbeid is er werkloosheid. Het aantal personen dat wil werken is groter dan het aantal beschikbare banen. De werkloosheid wordt bepaald door de situatie op de arbeidsmarkt. Is er sprake van een krappe arbeidsmarkt, dan is de vraag naar arbeid groot en hebben werkgevers moeite met het aantrekken van https://www.scholieren.com/verslag/9546 Pagina 1 van 5

personeel. Er kan ook sprake zijn van een ruime arbeidsmarkt. De mate van scholing bepaalt voor een groot deel de kwaliteit van het arbeidsaanbod. In het werkloze deel van de beroepsbevolking bevinden zich in verhouding veel personen met een lage opleiding. Zij kunnen in aanmerking komen voor ongeschoold werk: werk waarvoor geen beroepsopleiding nodig is. Met heel weinig informatie en een korte inwerkperiode kan het werk gedaan worden. De vraag naar geschoold werk is echter veel groter. Om geschoold werk te kunnen doen, heb je vakkennis nodig. Vooral grote bedrijven spannen zich in om deze vakkennis op pijl te houden of verg. 2 Geregistreerde werklozen: Mensen die zich in hebben laten schrijven bij het arbeidsbureau voor een baan van minstens 12 uur per week en die direct beschikbaar zijn. Het werkloosheidspercentage wordt bepaald door de geregistreerde werkloosheid uit te drukken in verhouding tot de beroepsbevolking. Mensen die nog ingeschreven staan bij het arbeidsbureau als werkzoekende maar inmiddels een baan hebben, maken het werkloosheidscijfer onnauwkeurig. Daarnaast zijn er werkzoekenden die wel geregistreerd staan als werkloos, maar niet meetellen volgens de definitie van de geregistreerde werkloosheid. Dat zijn de mensen die een baan zoeken van minder dan 12 uur per week en niet direct beschikbaar zijn. Maar een veel grotere groep betreft de mensen die zich niet laten inschrijven omdat ze denken toch geen kans te hebben op een betaalde baan. = verborgen werkloosheid. Frictiewerkloosheid: Het zoeken van een baan en het solliciteren kost tijd. Het aanbod van personeel en de vraag naar personeel sluiten niet altijd goed op elkaar aan. Seizoenswerkloosheid: Werkloosheid die ontstaat doordat bepaald werk slechts gedurende een deel van het jaar gedaan kan worden. Tijdelijke werkloosheid: Werkzoekenden kunnen binnen enkele maanden weer aan de slag. (Frictie- en Seizoenswerkloosheid) Langdurige werkloosheid: Werknemers die worden ontslagen moeten uitzien naar een ander beroep. Als mensen langer dan een jaar werkloos zijn. (Structurele werkloosheid) Structurele werkloosheid: Als arbeidsplaatsen voorgoed verloren gaan doordat: - het werk van mensen wordt overgenomen door machines of robots (mechanisatie/automatisering) - het bedrijf gaat reorganiseren of fuseren - het bedrijf verhuist naar het buitenland omdat het daar goedkoper kan produceren. 3 Als schoolverlater heb je op de arbeidsmarkt minder kans omdat je geen werkervaring hebt. De overheid kan helpen met een JWG-baan. https://www.scholieren.com/verslag/9546 Pagina 2 van 5

Op grond van de JEUGDWERKGARANTIEWET is iedere gemeente verplicht om jongeren die een half jaar werkloos zijn een (parttime)baan te garanderen. Banen voor minimaal 6 en maximaal 12 maanden gedurende 32 uur per week. Het bedrijf of de instelling waar de jongeren worden geplaatst hoeft de JWG-er geen loon te betalen, maar moet wel zorgen voor een goede begeleiding op de werkervaringsplaats. Van de JWG-organisatie ontvangen de JWG-ers het minimumjeugdloon. Het is de bedoeling dat je vanuit de JWG door de werkervaring die je daar opdoet, zo snel mogelijk doorstroomt naar een vaste baan. Om meer kans te maken op een baan laten werklozen zich meestal (bij)scholen. Scholen is belangrijk om werklozen weer in het arbeidsproces te passen. Ook kan het er voor zorgen dat een werknemer niet ontslagen hoeft te worden. Door scholing past het aanbod beter bij de vraag naar arbeid. Om hun vakkennis op peil te houden kunnen werkzoekenden zich laten bijscholen in hun eigen beroep. Vanwege nieuwe technologische ontwikkelingen is bijscholing noodzakelijk. Werkzoekenden kunnen ook kiezen voor omscholing. Je leert dan een ander beroep, omdat in je eigen beroep geen werk meer te vinden is. Het doel van de overheid is om allochtonen meer kansen te bieden op een baan. Mensen van buitenlandse afkomst hebben vaak een achterstand op de arbeidsmarkt. Ze kunnen moeilijk werk vinden. Soms beheersen ze de Nederlandse taal niet goed. Ook hebben ze vaak een te lage opleiding of niet de juiste. De werkloosheid onder allochtonen is ruim 2 keer zo hoog als het gemiddelde in ons land. Behalve de allochtonen wil de overheid ook aan andere minderheidsgroepen zoals bijvoorbeeld gehandicapten meer mogelijkheden geven aan het arbeidsproces deel te nemen. Door scholing en het opdoen van werkervaring is de kans groter dat werkzoekenden een baan vinden. Daarnaast kan de overheid het beschikbare werk over meer mensen verdelen. Meer werkzoekenden kunnen dan aan de slag, zodat de werkloosheid afneemt. ATV: Arbeidstijdverkorting; één van de mogelijkheden om het werk over meer mensen te verdelen, is het creëren van deeltijdbanen en het invoeren van ATV. Als werknemer ga je dan minder uren per week werken. De tijd die vrijkomt als je minder gaat werken, kan gebruikt worden om nieuwe werknemers aan de slag te helpen. Eenderde van de nieuwkomers op de arbeidsmarkt krijgt een flexibel arbeidscontract. Flexwerkers zijn werknemers die een wisselend aantal uren per week werken of een tijdelijk arbeidscontract hebben korter dan 1 jaar. VUT: Vervroegd UitTreden = eerder stoppen met werken. Als iemand met de VUT gaat, kan een werkzoekende de vrijgekomen arbeidsplaats innemen. De bestrijding van de langdurige werkloosheid krijgt steeds meer aandacht van de overheid. Ongeveer de helft van de werklozen is langer dan een jaar werkloos. De overheid vindt dat er meer eenvoudige banen moeten komen, bedoeld voor langdurig werklozen. Verder maakt de overheid het financieel aantrekkelijk voor werkgevers om langdurig werklozen in dienst te nemen. https://www.scholieren.com/verslag/9546 Pagina 3 van 5

Verschillen tussen het CWI (Centrum voor werk en inkomen) en het uitzendbureau. CWI Uitzendbureau Eigendom? Overheid Particulier (bedrijf) Werkgever? Nee Ja Regelt uit- Ja Nee kering? Tijdelijk Nee, alleen vast Alleen maar tijdelijk werk? werk. werk. 4 Je kansen op de arbeidsmarkt worden bepaald door de opleiding en de vraag naar het beroep. De arbeidsmarkt is voortdurend in beweging, zodat vraag en aanbod moeilijk te voorspellen zijn. Je moet een opleiding kiezen die je leuk lijkt en die goed aansluit op de situatie op de arbeidsmarkt. Naast opleiding kunnen je kansen op de arbeidsmarkt afhangen van eventuele ervaring, je vermogen samen te kunnen werken, je aanpassingsvermogen en je interesse. Je moet leren ontdekken wat je sterke en zwakke punten zijn. Voor de keuze van een beroep zijn ook de arbeidsomstandigheden in dat beroep van belang. In sommige beroepen moet je zwaar lichamelijk werk doen of in ploegendienst werken. In andere beroepen ben je veel op reis of zit je de hele dag achter een bureau. Bij het zoeken naar werk kan het CWI je helpen. Het CWI is een instelling die een bemiddelende functie heeft tussen werkzoekenden en werkgevers om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar af te stemmen. Je kunt je er laten registreren. Werkgevers hebben mensen nodig voor het werk dat in hun bedrijven gedaan moet worden en melden de vacatures bij het CWI. Vacatures: arbeidsplaatsen waarvoor personen gezocht wordt. Uitzendbureaus hebben ook vacatures, maar voor tijdelijke banen. Zowel het CWI als uitzendbureaus zorgen voor bemiddeling tussen werkgevers en werkzoekenden. Het CWI deelt de vacatures in naar het soort werk dat je kunt doen. Als je geen passend werk kunt vinden omdat je opleiding onvoldoende aansluit op de vacatures kan het CWI zorgen voor scholing. Het CWI kan ook een tegemoetkoming geven in de kosten van een cursus of opleiding. De overheid wil dat het CWI zich vooral inspant voor moeilijk plaatsbare werkzoekenden. Dit zijn vaak werkzoekenden die zonder scholing geen werk zullen vinden. Het CWI probeert vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Naast de bemiddelende taak heeft het CWI vaak het beslissende woord over een ontslagvergunning, aangevraagd door werkgever of werknemer. https://www.scholieren.com/verslag/9546 Pagina 4 van 5

Voor informatie over opleidingen en beroepen kun je terecht bij het CWI. Ongeveer 20% van alle scholieren denkt via het CWI aan werk te komen. Daarnaast kun je op school bij de decaan informatie krijgen over allerlei opleidingen en beroepen. De decaan kan je ook adviezen geven over welk vakkenpakket je voor een bepaald beroep of opleiding het beste kunt kiezen. Het Nibud heeft onderzocht hoe jongeren over hun toekomst denken. Slechts 2% verwacht werkloos te zullen blijven. Jongens en meisjes denken verschillend over het soort werk dat ze zullen doen. https://www.scholieren.com/verslag/9546 Pagina 5 van 5