r»r De democratische legitimiteit van de Europese besluitvorming Legitimiteit door parlementaire discursiviteit The democratic legitimacy ofthe European decision making Legitimacy through parliamentary discursivity Hugo D'Hollander
Voorwoord INHOUD I NAAR EEN PROBLEEMSTELLING 1 Klaaglied 11 2 Het democratisch deficit in de Europese Unie 13 3 Institutionele benadering van het democratisch deficit 19 3.1 Transfer van bevoegdheden 19 3.2 Rolconfusie 20 3.3 De gedifferentieerde integratie 22 3.4 Orthodoxe staatsleer 22 3.5 Niet-parlementaire tendensen 23 3.6 Representativiteit van de Europese instellingen 23 3.7 Transparantie - beslotenheid van de besluitvorming 24 3.8 Subsidiariteitsgebrek 25 3.9 Multi level governance 25 3.10 Politieke leegte 26 3.11 Geen begrotingsbevoegdheid 27 3.12 Gebrek aan politiek debat 28 3.13 Doelmatigheidsgebrek 28 3.14 Gebrek aan grondrechten 29 4 Conclusie 31 II REFERENTIEKADER EN NORMSTELLING Synopsis 35 1 Legitimiteit 3 7 1.1 Algemene literatuuranalyse 37 1.2 Legitimiteit als sociaal-wetenschappelijk concept 40 1.3 De legitimiteitstheorie van Jürgen Habermas 43 2 Democratie 53 2.1 Republikeins - collectivistische en liberale traditie 53 2.2 Varianten op de hoofdstromen 55 2.2.1 De pluralistische theorieen 55 2.2.2 Economische democratietheorieen 56 2.2.3 Systeemtheorie als democratisch model? 58 2.2.4 Directe democratie versus representatieve democratie 59 2.2.4.1 2.2.4.2 Parlementaire Communicatieve democratie dimensie van representatieve democratie 61 60
1.1 Indicatoren van discursiviteit 114 1.2 Mogelijke voorwaarden van discursiviteit 120 1.3 Observeren, meten en beoordelen van discursiviteit 122 A,!.,,...,.* l : i -.- 2.2.4.3 Democratie op het niveau van de Europese Unie 62 2.3 Dimensies in de hoofdstromen 64 2.3.1 Meerderheids- en consensusdemocratie 64 2.3.2 Formele versus materiele of substantiele democratie 65 2.3.3 Empirische versus normatieve democratietheorie 67 3 Democratische legitimiteit 68 3.1 Legitimiteit door parlementaire impact en controle 68 3.2 Legitimiteit door parlementaire discursiviteit 69 3.2.1 Algemeen kader 69 3.2.2 Parlementaire discursiviteit 71 4 Empirische aspecten van parlementaire discursiviteit 74 4.1 Deliberatieve argumentatie 75 4.1.1 Arguing, not bargaining 75 4.1.2 Collectieve volkswil of deliberatie: een theorie inzake politieke deliberatie 77 4.2 Argumentatieleer 80 4.2.1 Algemeen 80 4.2.2 Informele logica - new rethorics 81 4.2.3 Doel - middel argumentatie 82 4.3 Institutionen argumentatie 86 4.3.1 Oppositie als institutionele argumentatiestructuur 86 4.3.2 Triangulatie of arbitrage als argumentatiestructuur 89 4.4 Discursieve argumentatie 90 5 Discursieve processen als politieke argumentatie 90 5.1 Discoursen 91 5.1.1 Theoretisch perspectief 92 5.1.2 Beleidsdiscoursen 93 5 2 Frames. 97 6 Ethische en politieke aspecten van discursiviteit 99 6.1 Oplossen van ethische controversen - algemeen 99 6.2 Oplossen van controversen door parlementaire discursiviteit - 102 6.3. Oplossen van controversen op EU - niveau 108 III ANALYSEKADER EN EMPIRISCH ONDERZOEK 1 Operationalisering van parlementaire discursiviteit 113
1.3.2 Factoranalyse 127 1.3.3 Voorgestelde methodologie: Discoursanalyse 128 1.4 Het delta-concept als visualisering van politieke besluitvorming, discursiviteit en argumentatiestructuur 129 1.4.1 De conceptualisering van discursiviteit 129 1.4.2 De discoursbenadering 133 2 Opzet empirisch onderzoek 135 2.1 Aangrijpingspunt voor onderzoek naar parlementaire - discursiviteit (locus) 135 2.2 Keuze van onderzoeksmethode - verantwoording 136 2.3 Selectie van casussen 137 2.4 Methodologie case - studies 140 IV CASE STUDIES 1 Biotechnologie 147 2 Europese ondernemingsraad 187 3 Dierenwelzijn 213 4 Chocoladerichtlijn 235 5 Emissies grote stookinstallaties 273 6 Tarieven van luchtdiensten 309 7 High Definition Television (HDTV) 341 8 Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) 367 V CONFRONTATIE NORM-FEIT 1 Discursieve mechanismen 409 1.1 Inleiding: systeemtheoretisch kader 410 1.2 Intraparlementaire discursiviteit 413 1.3 Extraparlementaire discursiviteit 435 2 Benchmarking 449 2.1 Methode 449 2.2 Plato aan het vvoord - Theoretische beoordeling (T) 450 2.3 Van de utopische naar de terreindemocratie - Empirische bevindingen (E) 457 2.3.1 Methode 457 2.3.2 Bevindingen 458 2.3.3 Synthese EP - enquete 477 2.4 Globale beoordeling (T+E) 479 3 Verklaring van discursiviteit (Kwalitatief Comparatieve Analyse) 485
VI CONCLUSIES 1 Loflied aan de parlementaire rede 507 1.1 Democratie als discursief proces 507 1.2 Beleid: een sociale constructie 508 1.3 Weerlegging van de oorspronkelijke uitgangspunten 514 2 Naar een versterkte democratie in praktijk en theorie 517 2.1 Empirische democratietheorie: naar nieuwe praktijken 517 2.2 Normatieve discursieve parlementstheorie 521 2.2.1 Van theorie naar parlementaire praktijk 524 2.2.2 Van het terrein terug naar de theorie: een openliggend, braak onderzoeksveld 542
Bibliografie 549 Bijlagen: - Bijlage 1: Literatuuranalyse omtrent het legitimiteitsconcept 579 - Bijlage 2: Toelichting bij de berekening van de rangcorrelatie 587 - Bijlage 3: De argumentatieve kwaliteit van het parlementair debat (enqueteresultaten focusgroep EP) 589 Bijlage 3.1:- Tabellen 591 Bijlage 3.2:- Vragenlijst 607 - Bijlage 4: Evaluatie van de Qualitative Comparative Analysis 617 - Bijlage 5: Lijst van bevorrechte genügen in de case-studies 621 - Bijlage 6: Lijst van veel gebruikte afkortingen en acroniemen 623 - Bijlage 7: Lijst van Tabellen 627 - Bijlage 8: Lijst van Schema's 629 Samenvatting 633 Summary 637 Personalia 641