= gaat over maatschappelijke problemen

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6

VAK: ECONOMIE METHODE: Pincode 3 VMBO kader 5 e editie KLAS: 3 CONTACTUREN PER WEEK: 3 x 50 minuten per week

Economie Pincode klas 3 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 5: Aan de slag! Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie

Planner hoofdstuk 1 invullen en kies voor leerroute A, B of C.. (minimaal paragraaf 1 t/m 4 maken) Geplande activiteiten van les 1 en 2 uitvoeren.

er zijn ook vrije goederen: die zijn vrij beschikbaar. En daar hoeft je niet voor te betalen, bijv: Lucht en de zon

VAK : : Economie METHODE : Pincode KLAS: : 3 NIVEAU : KADER CONTACTUREN PER WEEK 3 X 50 MINUTEN PER WEEK STUDIEJAAR :

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: Waar komt het vandaan?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens?

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1

6, Samenvatting door een scholier 3185 woorden 13 augustus keer beoordeeld

6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur

Alles wat je nodig hebt of graag wilt hebben.

Je hebt het recht om tot 14 dagen na levering van de koop af te zien. De koopovereenkomst kan ongeldig worden verklaard als:

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Programma van Toetsing en Afsluiting

Iedereen betaalt btw. Daarnaast betaalt iedereen die werkt ook loon- of inkomstenbelasting.

Examen aantekeningen 2014

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen

Bruto binnenlands product

Antwoorden Economie Handel

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.

> betaald > formele sector: wit > informele sector: zwart > onbetaald > informele sector

Opnamekosten Boeterente, indien je je geld eerder opneemt dan de afgesproken looptijd dan moet je een boete rente betalen.

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

5,4. Samenvatting door een scholier 3781 woorden 9 mei keer beoordeeld

Samenvatting Economie Module 4, hoofdstuk 9-12

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4

Samenvatting Economie Jong & Oud

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

Examen HAVO. Economie 1

ECONOMIE. Begrippenlijst H4 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3

Hoofdstuk 1. Lesbrief Kopen en werken

Leervragen* klas 4 Economie.

8 keer beoordeeld 25 april 2016

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens

Samenvatting Economie Module 7 De Overheid

ANTWOORDEN HOOFDSTUK 5

Vroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding / ruilverhouding te schatten.

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie

4.1 Klaar met de opleiding

Samenvatting Economie Internationale Handel

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

H1: Economie gaat over..

7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken

Economie Elementaire economie 3 VWO

Werken of vrije tijd?

Een samenvatting van het examenprogramma. economie vmbo-gt. Examen economie. Economietrainer

Inhoud. 1 Inleiding. Markt of overheid. 1 wat is economie? 11 Productiefactoren 11 Schaarste en welvaart 12 2

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur

3 Bij deze korte ritten worden levende dieren vervoerd en producten die snel kunnen bederven. Die moeten snel op de plaats van bestemming zijn.

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2

Relatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis))

Verboden woord Lesvoorbereiding kaartjes kaartjes achterkant Spelregels Afronding

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen

3.2 De wereld van transacties

Deelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand?

Werkstuk Economie Lesbrief inkomen

6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.

Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 4

De winkelier ontvangt dus meer btw dan dat hij betaald. Het verschil van 29,40 21,- = 8,40 draagt de winkelier af aan de belastingdienst.

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven

Dé arbeidsmarkt bestaat niet. Het bestaat uit een groot aantal deelmarkten die min of meer met elkaar in verbinding staan.

Beroepsbevolking: het aantal mensen tussen de 15 en 65 jaar, dat meer dan 12 uur per week wil en kan werken.

Eindexamen economie havo I

4,3. Samenvatting door een scholier 2003 woorden 31 oktober keer beoordeeld

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3

Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari keer beoordeeld

Samenvatting Economie Voor in GR: examen

Samenvatting Economie Lesbrief werk H1 t/m 6

1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en arbeidsmarkt? (openstaande)vacatures. 2)Noem een ander woord voor Werkenden werkgelegenheid.

2 De goederen en pakketjes worden daar overgeladen om snel op de eindbestemming afgeleverd te kunnen worden.

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging

6,4. Samenvatting door een scholier 3003 woorden 15 april keer beoordeeld

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit

A. Collectieve lastendruk (overheidsinkomsten) = Belastingen en soc. Premies/Nationaal inkomen X 100%

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen

4,8. Samenvatting door een scholier 1776 woorden 6 december keer beoordeeld

Economie samenvatting - H1

De CPI geeft aan hoeveel de kosten van levensonderhoud in een jaar stijgen en is daarmee een maatstaaf voor de inflatie.

4.1 De collectieve arbeidsovereenkomst

8,2. Begrippen. Theorie. Samenvatting door een scholier 1293 woorden 26 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De vorming van inkomen

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Geboorteoverschot: Bij een geboorteoverschot worden er per jaar meer mensen geboren dan er sterven.

Rendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * Als %

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 1877 woorden 13 mei 2014 7,5 36 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Zie bijlage (rechts) voor de versie met de goede opmaak. Hoofdstuk 1 Marketinginstrumenten / 4 P s - Productbeleid -Plaatsbeleid - Prijsbeleid -Promotiebeleid Commerciële reclame = verleiden tot aankoop - informatieve = informatie over product - merkreclame = naamsbekendheid Ideële reclame = gaat over maatschappelijke problemen Consumentenrecht Staan wetten in die de consument beschermen bij een aankoop van een product, geld NIET bij een particulier. Wet consumentenkoop - recht op deugdelijk product, ook bij uitverkoop of na de garantieperiode. Colportagewet - verkoop bij verkoopdemonstraties (thuis, bus, boot) kun je binnen 8 dagen schriftelijk ongedaan maken, meer dan https://www.scholieren.com/verslag/81962 Pagina 1 van 18

34 Warenwet - verbiedt verkoop van producten die een gevaar vormen voor de gezondheid en veiligheid. Wet productaansprakelijkheid - als een gebrekkig product schade veroorzaakt, fabrikant aansprakelijk gevolgschade. Koop op afstand - aankopen via internet, telefoon of met bestelbon. 7 werkdagen bedenktijd nadat je het product ontvangen hebt. Inflatie = de prijzen stijgen à geld wordt minder waard à minder koopkracht Deflatie = de prijzen dalen à geld wordt meer waard à meer koopkracht Centraal Bureau voor de statistiek (CBS) = houdt prijs ontwikkeling bij in NL. Consumentenprijsindexcijfer (cpi) = berekent CBS elke maand voor de prijsontwikkeling. Nominaal inkomen Reëel inkomen Prijscompensatie = je inkomen = koopkracht van je inkomen. Rekening houden met inflatie/deflatie. = lonen stijgen net zo veel als de prijzen, koopkracht blijft gelijk. Europese Centrale Bank (ECB) zorgt ervoor dat de euro zijn waarde houdt. à Inflatie laag te houden, door de rente te verhogen. Hoofdstuk 2 Directe ruil = goederen/diensten tegen goederen/diensten https://www.scholieren.com/verslag/81962 Pagina 2 van 18

Indirecte ruil = goederen/diensten tegen geld à valuta Bedrag in x lage wisselkoers = valuta Valuta à Bedrag valuta : hoge wisselkoers = Giraal geld Chartaal geld = geld dat op je betaalrekening staat. = munten en biljetten Inkomensvormen - winst als inkomen (eigen zaak) - bezit (rente,huur,beleggingen) - overdrachtsinkomen (uitkering, zakgeld) - arbeid Uitgaven - dagelijkse uitgaven = huishoudelijke uitgaven - vaste lasten = terugkerende uitgaven - incidentele uitgaven = grote uitgaven, komen af en toe voor Spaarmotieven - rente - voorzorg -doel Leenmotieven - tijdelijk geldtekort https://www.scholieren.com/verslag/81962 Pagina 3 van 18

- aankoop niet uitstellen - dringend geld nodig Reserveren bedrag Nieuwwaarde - rest/inruilwaarde = te reserveren bedrag Beleggen = meer risico dat het minder waard wordt. Persoonlijke lening - je spreekt het bedrag, de rente en het aantal termijnen af. Doorlopend krediet - tot een maximumbedrag lenen, per maand termijnbedrag, bijlenen tot maxiumbedrag. Maandtermijn 300 Kredietlimiet 10000 Aflossing 300-52 = 248 Rente 0,52% (10000 : 100 x 0,52) = 52 https://www.scholieren.com/verslag/81962 Pagina 4 van 18

Maand 1: 10000-248 = 9752 Aflossing 300-50,71 = 249,29 Rente (9752 : 100 x 0,52) = 50,71 Maand 2: 9752-249,29 = 9502,71 Hoofdstuk 3 Verzekeringskosten Premie + poliskosten + assurantiebelasting Eigen risico = deel schade dat je zelf betaald. Aansprakelijkheidverzekering voor particulieren - dekt schade die je zonder opzet bij andere aanbrengt. (heel het gezin) Inboedelverzekering - dekt schade tegen nieuwwaarde bij: brand, inbraak en wateroverlast. Opstal/woonhuis verzekering - voor brand- of stormschade aan het huis, tegen herbouwwaarde Geïndexeerde verzekering - daarbij wordt jaarlijks de waarde aangepast van huis of inboedel No-claimkorting = korting als je geen schade claimt https://www.scholieren.com/verslag/81962 Pagina 5 van 18

Malus Nettopremie = als je schade claimt en je meer moet gaan betalen = premie wat je uiteindelijk betaald naar het aftrekken WA-verzekering - dekt schade die je met je voertuig aanbrengt aan andere. - verplicht om af te sluiten Cascoverzekering - voor schade aan je eigen voertuig. Allriskverzekering - WA + casco Zorgtoeslag = bijdrage van overheid om een deel premie te kunnen betalen. Inkomensafhankelijke premie = premie voor zorgkosten, percentage van je loon Zorgverzekering - vergoed kosten van de gezondheidszorg - verplicht 18+ Basisverzekering - vergoed het grootste deel, voor iedereen gelijk Aanvullende verzekering - vergoed overige kosten Woningmarkt 1. huur/koopwoningen 2. aanbod van woningen 3. vraag naar woningen https://www.scholieren.com/verslag/81962 Pagina 6 van 18

Koopgesloten à notaris stelt transportakte op à ingeschreven bij het kadaster à eigenaar. Kosten koper (kk) = notariskosten, overdrachtsbelasting, kosten kadaster. Vrij op naam (v.o.n.) = extra kosten inbegrepen. Hoofdstuk 4 Productie in enge zin Productie in ruime zin = productie in formele sector, bij overheid en bedrijven = productie in informele sector, zwart en vrijwilligerswerk Productiefactoren, wat je nodig hebt om te produceren - natuur - kapitaal - arbeid - ondernemerschap Kapitaalintensief = meer kapitaal dan arbeid Producent Consument Arbeidsintensief = meer arbeid dan kapitaal Kringloop van de Economie betaling + arbeid levering + loon https://www.scholieren.com/verslag/81962 Pagina 7 van 18

Bank Kapitaal Rente Bedrijfskolom Toegevoegde waarde = alle bedrijven die aan een product mee werken = waarde die wordt toegevoegd bij elke fase. 1 e = rechtstreeks uit de natuur = oerproducent 5 Toegevoegdewaarde 8-5 = 3 8 Laatste = winkelier à consument 12 Productie van goederen 1. primaire sector - leveren goederen rechtstreeks uit de natuur: landbouw, visserij, mijnbouw. 2. secundaire sector - verwerken grondstoffen tot producten: industriële bedrijven, bouw. Dienstverlening 3. tertiaire sector - commerciële bedrijven, die op winst uit zijn: winkels https://www.scholieren.com/verslag/81962 Pagina 8 van 18

4. quartaire sector - niet-commerciële bedrijven, niet uit op winst: scholen, ziekenhuizen Arbowet (arbeidsomstandighedenwet) - regels voor veilige en gezonde omgeving. Arbeidstijdenwet - regels voor werk- en rusttijden. Arbeidsinspectie - naleving van Arbowet en tijdenwet Arbeidsovereenkomst = afspraken tussen werkgever en werknemer - bepaalde tijd = tijdelijk werk, maximaal 1 maand proeftijd. - onbepaalde tijd = vast contract, maximaal 2 maanden proeftijd. Primaire arbeidsvoorwaarden Secundaire arbeidsvoorwaarden = loon, tijden, pensioensvoorziening, vakantiedagen. = omkosten, studie, verlof, auto van de zaak. Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) - afspraken over arbeidsvoorwaarden tussen organisaties van werkgevers en werknemers vakbonden Hoofdstuk 5 afzet (aantal verkochten producten) https://www.scholieren.com/verslag/81962 Pagina 9 van 18

x verkoopprijs (exclusief btw) = omzet (verkoopwaarde) omzet (verkoopwaarde) - Inkoopwaarde (goederen) = brutowinst - bedrijfskosten (huur, loon, enz.) = nettowinst/verlies (nettoresultaat) aanschafprijs - restwaarde (inruilen, verkoop) : economische levensduur (niet versleten, maar wordt vernieuwd) = afschrijving (waardevermindering) https://www.scholieren.com/verslag/81962 Pagina 10 van 18

inkoopprijs 100% + brutowinstmarge 32% = verkoopprijs excl. 132% verkoopprijs excl. 100% + btw 6 of 21% = consumentenprijs 106 of 121% Productiecapaciteit Arbeidsproductiviteit Bedrijfstijd Productiekosten = hoeveelheid producten dat een bedrijf kan maken = productie per persoon in een bepaalde tijd = aantal uur dat een bedrijf per week open is = lonen, energie, grondstoffen, belasting, huur Technologische ontwikkelingen 1. mechanisering arbeid à machine 2. automatisering computers besturen machines Arbeidsmarkt - de vraag naar arbeid (werkgevers) - aanbod van arbeid (werknemers) https://www.scholieren.com/verslag/81962 Pagina 11 van 18

Werkgelegenheid Verborgen werkgelegenheid = vraag naar arbeid = zwart werken, vrijwilligerswerk, overwerk Beroepsbevolking - inwoners 15 t/m 65 jaar die werken of actief opzoek. (12u per week) - werkzame en werkloze beroepsbevolking Arbeidsdeelname / arbeidsparticipatie - percentage van de bevolking die tot de beroepsbevolking hoort. Conjuncturele werkloosheid - tijdelijke werkloosheid, door de schommeling van de economie Structurele werkloosheid - onjuiste opleiding - ontstaat als bedrijven op een andere manier gaan produceren Frictiewerkloosheid - korte tijd werkloos om een passende baan te vinden Seizoenswerkloosheid - werk is voor een bepaald deel van het jaar Regionale werkloosheid - meer werkloosheid in een gebied dan in andere gebieden Langdurig werkloos Tijdelijk werkloos = meer dan 1 jaar = minder dan 1 jaar Geregistreerde werkloosheid - ingeschreven bij UWV werkbedrijf en 15 t/m 65 jaar en voor 12u per week Verborgen werkloosheid - niet ingeschreven bij UWV werkbedrijf https://www.scholieren.com/verslag/81962 Pagina 12 van 18

Deeltijd / parttime Voltijd / fulltime Flexibel werken = geen volledige dag- weektaak = volledige dag- weektaak = flexwerkers, 0 - urencontract, tijdelijk werk, uitzendkracht. Hoofdstuk 6 Collectieve sector - bestaat uit de overheid en de instellingen van de sociale zekerheid. - levert collectieve goederen waar iedereen gebruik van kan maken (politie, rechtspraak) Particuliere sector - bedrijven die producten aanbieden om daarmee winst te maken. - daarbij heb je marktwerking (concurrentie) Privatiseren = de overheid draagt taken over aan particulieren bedrijven. Het rijk à provincies à gemeentes Subsidie Accijns = financiële bijdrage van de overheid = extra belasting, om het gebruik af te nemen Belasting toegevoegde waarde (btw) - omzetbelasting - winkelier moet de btw afstaan aan de belastingdienst - winkelier krijg zijn zelf betaalde btw terug van de belastingdienst Indirecte belastingen / kostprijsverhogende belastingen - btw en accijns - zitten verwerkt in prijs van een product Directe belastingen - betaal je rechtstreeks aan de overheid belasting over inkomen, winst, vermogen. https://www.scholieren.com/verslag/81962 Pagina 13 van 18

Actieven Inactieven = mensen met een betaalde baan = mensen zonder baan Sociale zekerheid Volksverzekeringen - voor iedereen - iedereen betaalt een percentage van zijn inkomen als premie ervoor - AOW, algemene ouderdomswet, 65+ krijgt een basisuitkering - ANW, algemene nabestaandenwet, krijg je onder voorwaarden. Werknemersverzekering - voor mensen in loondienst -WW, werkloosheidswet, onvrijwillig ontslagen, percentage loon uitgekeerd - WIA, wet inkomen naar arbeidsvermogen, al je al 2 jaar vanwege gezondheid niet meer kunt werken, afhankelijk mate arbeidsongeschiktheid. Sociale voorzieningen - aanvullende regelingen, betaald met belasting geld - WWB, wet werk en bijstand, niet in inkomen kunt voorzien, bijstandsuitkering - AKW, algemene kinderbijslag, voor ouders met kinderen <18 - Wajong, voor wie vanaf jongs af aan al arbeidsongeschikt is Hoofdstuk 7 Bruto binnenlands product (Bbp) = totale waarde van productie in ons land Nationaal inkomen Vennootschapsbelasting = totaal inkomens van alle inwoners = betalen bv of nv over hun winst Doordat de overheid bijna elk jaar een begrotingstekort heeft, leent de overheid geld, het totaal aan leningen wordt de staatsschuld of EMU-schuld genoemd. https://www.scholieren.com/verslag/81962 Pagina 14 van 18

Landen die de euro hebben, behoren tot de Europese Monetaire Unie. Zij hebben regels afgesproken over de tekorten die een land mag hebben. Loonheffing = voorheffing van de inkomstenbelasting Loonbelasting + premies volksverzekering = loonheffing Belasting box 3 ( vermogen - heffingvrij vermogen) x 1,2 = belasting box 3 Inkomstenbelasting (IB) Belasting box 1 + belasting box 3 - heffingskortingen = IB Retributie = je betaald de overheid omdat je een dienst of een goed ervoor krijgt (paspoort of afvalstoffenheffing) Profijtbeginsel = je betaald omdat je gebruik maakt van een goed of dienst van de overheid Draagkrachtbeginsel = mensen met een hoger inkomen betalen procentueel in verhouding meer dan mensen met een laag inkomen Solidariteitsbeginsel = de sterken helpen de zwakken Progressief tarief =bij inkomens belasting, het belastingpercentage wordt hoger naarmate het inkomen hoger wordt. https://www.scholieren.com/verslag/81962 Pagina 15 van 18

Nivellering = verschillen in inkomens worden in verhouding kleiner Denivellering = verschillen in inkomens worden in verhouding groter Hoofdstuk 8 Importeren Exporteren Doorvoerhandel / wederuitvoer = vanuit het buitenland = naar het buitenland = ingevoerd en doorverkocht aan het buitenland Handelsbalans / goederenbalans / dienstenbalans / betalingsbalans Exportwaarde - importwaarde = saldo van de balans (te kort of overschot) Betalingsbalans 1. Handelsbalans / goederenbalans = voor goederen 2. Dienstenbalans = voor diensten Importquote = importwaarde : nationaal inkomen x 100% Exportquote = exportwaarde : nationaal inkomen x 100% Nationaal inkomen = inkomens van alle inwoners samen Open economie Gesloten economie = hoge import- en exportquote = lage import- en exportquote Internationale concurrentiepositie = leveren tegen goede kwaliteit en/of lage prijs https://www.scholieren.com/verslag/81962 Pagina 16 van 18

EU heeft een Europese interne markt, daarin geld 1. vrij verkeer van goederen en diensten - vrijhandel tussen Europese landen. 2. vrij verkeer van personen - inwoners van EU mogen in een ander EU land, wonen, werken en studeren. 3. vrij verkeer van kapitaal - kunt in de EU investeren, beleggen of geld op een andere rekening zetten Internationale arbeidsverdeling - landen verkopen goederen of diensten die zij het beste kunnen produceren vanwege, kwaliteit of lage prijs - wordt steeds beter door vrijhandel World Trade Organisation (WTO) = doel vrijhandel in de wereld te bevorderen. Ruilvoet Monocultuur Harmonisatie = verhouding tussen de prijs van importproducten en exportproducten. = produceren maar enkele producten, afhankelijk, ontwikkelingslanden. = regels worden gelijkgetrokken voor een eerlijkere concurrentie Buffervoorraden - deel van de productie opslaan - om prijsschommeling tegen te gaan - veel aanbod daalt de prijs https://www.scholieren.com/verslag/81962 Pagina 17 van 18

Ontwikkelingshulp 1. noodhulp - op korte termijn, om mensen te helpen om te overleven. 2. structurele hulp - op langere termijn, oorzaken van armoede bestrijden en land zelfstandig maken Ontwikkelingssamenwerking - duurzaam vergroten van de welvaart in landen - 0,7 % van het bbp moet eraan besteed worden Protectiemaatregelen Invoer belemmeren & voordeel geven aan export. 1. invoerrechten heffen - ingevoerde producten worden met belasting duurder gemaakt 2. contingentering / importquota - maximum aan hoeveelheid invoerproducten 3. exportsubsidies geven -zo kunnen bedrijven het voor een langere prijs verkopen Tussen de EU-landen is er vrijhandel, er zijn geen protectiemaatregelen tegenover elkaar. https://www.scholieren.com/verslag/81962 Pagina 18 van 18