Leervragen* klas 4 Economie.
|
|
- Peter Smeets
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Leervragen* klas 4 Economie. *Werk deze apart uit. In het algemeen is het theorie. Let op: Rekenopgaven apart in groene kaders en achterin het boek. De antwoorden van de leervragen vind je in je boek of op internet. In het kader staan de leerdoelen/vragen.. die moet je weten; vetgedrukt staan oude examenvragen die moet je ook weten. *CONSUMPTIE* Hoofdstuk 1 : Inleiding op geld en inkomen. 1.1 Welke behoeften heb je? Wat betekent schaarste voor de economie? Hoe word je beïnvloed door de keuzes die je maakt? Hoe kan de burger iets beïnvloeden? (bijv. plofkip) 2. Waarom zijn jongeren een interessante doelgroep? 3. Wat betekent het als een product schaars is? 4. Op welk soort uitgaven (D,V,I) kun je het moeilijkste bezuinigen op korte termijn? Leg uit. 5. Waarom is de koopkracht van Poolse werknemers in Nederland kleiner dan in Polen? 6. Van welk soort producten ben je minder afhankelijk als je koopkracht daalt? Leg uit. 7. Hoeveel invloed heeft het op je koopkracht als de BTW in % daalt? 8. Welke oplossing hebben consumenten als een primair product steeds in prijs stijgt? Wat is verschil tussen welvaart/welzijn? Hoe kan welvaart toenemen? Hoe lees ik een Inkomensverdeling (Lorenz-curve)? 1.3 Wat is inflatie? Hoe word je koopkracht groter/kleiner? Welke oorzaken zijn er voor inflatie? 1. Wat is het verschil tussen een nominale en reële loonstijging en geef een voorbeeld met bedragen en een voorbeeld met procenten (NB. Anders?). 2. Wanneer is er pas sprake van koopkrachtstijging? 3. Waarom leidden supermarkten niet onder de economische crisis? 1
2 1.4 Hoe kan het CBS de inflatie vaststellen? Wat is het cpi en hoe bereken je het? 1. Maak zelf een voorbeeld van de berekening van het CPI. Meestal (!) :100 Hoofdstuk 2 : Geld, lenen en beleggen. 2.1 Wat zijn de functies van geld? Hoe kun je betalen? Welke rol hebben de banken? Leg de rol van de banken uit in de NL-economie. 2. Hoe worden banken rijker? (m.u.v. een crisis en verkeerde beleggingen) 3. Waarom moet de overheid geld uitgeven stimuleren? Waarom sparen consumenten? Hoe bereken je rente? Wat is het voor/nadeel van beleggen? Wat gebeurt er economisch als mensen sparen en niet lenen? 2. Wat is het gevolg van een groot aanbod van geld bij de banken? *NB. Gebruik het begrip schaarste (komt in eco-examen-antwoorden veel voor!!!) Waarom lenen consumenten? Wat kost lenen? Welke soorten leningen zijn er? 1. Hoe bereken je de rente? ALTIJD eerst per. 2. Waaruit bestaat een doorlopend krediet? 3. Waaruit bestaat een termijn? 4. Maak een rekensom, bereken eerst de rente, de rest van de termijn is aflossing. Bepaal daarna de schuld na 1 maand. 2
3 5. Afschrijven is sparen. Wat zijn de variabelen die de afschrijving bepalen en vergelijk deze met sparen Waarom maak je een begroting? Welke soorten uitgaven zijn er? Hoe bereken je een maandelijkse reservering? 1. Welke toeslagen zijn er en waarom? 2. Waarom moet je als burger soms budgetteren? 3. Wat is het voordeel van chartaal geld boven giraal geld en omgekeerd? 4. Waarom hebben supermarkten minder last van de crisis? 5. Waarom moet je prioriteiten stellen? (You re not Bill Gates) 6. Waarom is het verstandig als ouders kostgeld vragen aan hun kinderen? 7. Wat (en voor wie) is schuldsanering een goede zaak? Hoofdstuk 3: Het bedrijf- de markt-resultaten verbeteren Welke kosten heb je als bedrijf? Wat zijn variabele en vaste (=constante) kosten? Geef een rekenvoorbeeld van de verkoopprijs exclusief BTW en de consumentenprijs. 1. Geef een voorbeeld van een netto-winst berekening. 2. Noem 5 verschillende kostensoorten naast afschrijvingskosten, rentekosten, loonkosten, en reclamekosten) 3. Wat is de formule voor de consumentenprijs en maak zelf een rekenvoorbeeld. 4. Wat is de bruto-winst-marge? Geef een eigen rekenvoorbeeld. 5. Wat is afschrijving- de afschrijvingsformule en geef een eigen rekenvoorbeeld. 6. Waarom is de economische levensduur interessanter voor een bedrijf dan de technische levensduur? 7. Wat zijn maatschappelijke kosten en wie moet die betalen? ~~bijv. CO2/afvaldumpen 8. Waarom is de binnenvaart goedkoper voor de NL_economie? 9. Wat gebeurt er met de te verrekenen BTW? 10. Waarom moet een bedrijf ALTIJD kosten besparen? 11. Geef een voorbeeld van constante en variabele kosten. 12. Bedenk een opgave over een kostprijsberekening met constante en variabele kosten. Geef de kostprijsformule. 3
4 3.2 Bereken brutowinst en resultaat (positief/negatief). Geef de formule. Geef een rekenvoorbeeld van de arbeidsproductiviteit. Wat betekent Productiecapaciteit? (ook als de machines stil staan) Wat is de betekenis van de marketingmix? 2. Op welke 3 manieren probeert reclame jou iets te laten kopen? (v-m-i) 3. Wat is het gevolg van arbeidsverdeling? 4. Waarom is een hoge arbeidsproductiviteit m.n. voor NL belangrijk? 5. Wat is belangrijker: nieuwe klanten werven of de bestaande behouden en vaker langs laten komen/lokken? Vraag-aanbod-prijs : Geef een voorbeeld van deze wederzijdse beïnvloeding. Maak een grafiek van de vraag-aanbodcurve-evenwichtsprijs a.d.h.v. een tabel. Welke rol neemt de overheid in ten aanzien van de beïnvloeding van het consumentengedrag? 3.4 Hoe kan een bedrijf zijn marktaandeel vergroten? Waarom wil een bedrijf zijn marktaandeel vergroten? Welke 4 marktvormen met kenmerken kun je noemen? 1. Waarom proberen bedrijven hun marktaandeel te vergroten? 2. Hoe noem je het bedrijf die 100% van de markt in handen heeft? 3. Wat kan zo n bedrijf zie 2 - doen en wat zijn de risico s? (werk een eigen voorbeeld uit) 4
5 *ARBEID* Hoofdstuk 4 Werk-werken-werkloosheid 4.1. Wat is het verschil tussen werken in loondienst en als ZZP-er? Welke ondernemingsvormen zijn er en welke kenmerken heeft iedere ondernemingsvorm? 1. Waarom krijgt een ZZP-er geen WW? 2. Waarom bestaat gratis niet (echt)? 3. Waarin verschilt een NV met een BV? 4. Waarin verschilt een VOF met een BV? 5. Waarom zijn jongere werknemers beter/slechter dan oudere? 6. Hoe kan de jeugdwerkloosheid het beste worden opgelost? 4.2. Welke beschermende regels neemt de overheid t.a.v. werk? Welke zekerheden biedt een verzorgingsstaat? Wat is de invloed op loonhoogte op de concurrentiepositie van Nederland? 1. Hoe beschermt de overheid de werknemer? (w+org.) 5
6 4.3. Hoe ontwikkelt de werkgelegenheid zich in Nederland sinds 1945? Welke economische sectoren ken jij? Geef bij elke sector een beroep. Hoe ontwikkelt zich de arbeidsmarkt in Nederland? Welke gevolgen heeft automatisering? 2. Wat gebeurt er met de prijzen bij steeds meer automatisering? (Gebruik het begrip aanbod in je antwoord) 3. Wat zijn de nadelen van een krimpgebied? Wat zijn de oorzaken van werkloosheid? Welke 5 soorten werkloosheid zijn er? Hoe kan de overheid de werkloosheid verminderen? 1. Hoe krijgt de overheid meer vrouwen aan het werk, met uitzondering van meer loon geven? 2. Noem de 5 soorten werkloosheid, geef de omschrijving en per soort een voorbeeld. 3. Waarom vinden werkgevers dat het ontslag versoepelt mag worden (m.a.w. dat je werknemers gemakkelijk moet kunnen ontslaan)? 4. Waarom worden elektronische artikelen steeds goedkoper? 6
7 *DE OVERHEID* Hoofdstuk 5: De verzorgingsstaat en inkomsten en uitgaven Staat der Nederlanden Hoe is de economie georganiseerd in NL? Hoe wordt geld rondgepompt? Wat is de rol van de overheid en hun adviesorganen? 1. Welke ministeries geven het meeste geld uit. 2. Maak een schema met begrippen en bedragen (afgerond op een miljard) van de Miljoenennota. 3. Waarom gebruikt de overheid accijnzen, ideële reclame, verboden (onder 18 jaar geen alcohol, maar blow je gek) m.b.t. de begroting van NL? 4. Waarom zijn minder files goed? Geef minimaal 2 redenen Hoe komt de overheid aan geld? Waar wordt door overheid geld aan uitgegeven? Wat zijn de gemeentelijke inkomstenbronnen? 1. Hoe komt de gemeente aan zijn geld? Geef 4 manieren. 2. Wanneer betaal je toeristenbelasting? 3. Noem 3 niet-belasting ontvangsten van de overheid. 4. Noem 2 retributies. 5. Welke inkomstenbronnen van de lokale overheid op lokaal niveau zijn NIET voor de gemeentekas? 6. Waar besteedt de gemeente o.a. zijn geld aan bij extra s voor de infrastructuur? (denk aan de veiligheid van vrouwen) 7. Waarom is de overheid bang voor minder economische groei? Wat zijn de gevolgen hiervan? 7
8 5.3. Welke sociale zekerheid heeft iedere Nederlander? Wat betekent de Verzorgingsstaat voor de Nederlandse burger? Waaruit worden de sociale voorzieningen betaald? 2. Wat is de WIA en hoeveel uitkering krijg je? 3. Wat gebeurt er met je inkomen de 5 jaar volgend op je ontslag? Zowel beschrijvend als met een rekenvoorbeeld!) 4. Geef 4 voorbeelden van inactieven. 5. Waarom noemen wij vrouwen die alleen voor hun kinderen zorgen verborgen werkloos? 6. Wat is de omschrijving van beroepsbevolking? Wat zijn de gevolgen van vergrijzing (=ontgroening)? Wat is de bedreiging-betaalbaarheid en wat zijn oplossingen voor de vergrijzing? Hoofdstuk 6 : Belastingen Hoe belangrijk is economische groei? 2. Welke gevolgen heeft economische groei voor overheidsfinanciën en daardoor voor burgers? 1. Wat gebeurt er financieel als een land jaren lang achter elkaar een begrotingstekort heeft? 2. Hoe kan de overheid het gedrag van burgers sturen? 3. Hoe kan de overheid de burgers rijker maken? Noem het instrument. 4. Bedenk/vind op Internet een voorbeeld waarbij de ondernemers geen prijsverlaging hebben doorgevoerd na een Btw-tarief verlaging van 21% naar 6% Hoe bereken je het belastbaar inkomen (zie formule)? Hoe zijn belastingtarieven zijn opgebouwd? Welk verband is er tussen Loonheffing (voorheffing ) vs. Inkomstenbelasting? 8
9 1. Hoe werkt het systeem van belasting betalen? (Gebruik het begrip: voorheffing) 2. Hoe ga je van bruto loon naar belastbare som? 3. Waarom is de belastbare som belangrijk voor de berekening van de te betalen belasting? 4. Wat is het verschil tussen BOX1 en BOX3? 6.3. Wat is de vermogensrendementsheffing (box 3)? Wat is een heffingskorting? Hoe bereken je de Inkomstenbelasting? 6.4. Wat zijn de uitgangspunten voor de belastingen ~~ beginselen? Hoe realiseert de overheid gelijke inkomensverdeling? Wat wil de overheid met (de-) nivelleren bereiken? 1. Wat houdt het solidariteitsbeginsel in? 2. Wat houdt het profijtbeginsel in (?) en geef ook een voorbeeld. 3. Waarop en waarom worden accijnzen geheven? 4. Wat is (de-)nivellering en geef een rekenvoorbeeld met bedragen. 9
10 *INTERNATIONAAL* Hoofdstuk 7 : Nederland internationaal 7.1. Waarom is de export voor NL zeer belangrijk? (NL produceert 16x voor eigen behoefte) Waarom is de import onontbeerlijk en doorvoerhandel/weder-uitvoer ook belangrijk? Wat kan het gevolg zijn van wisselkoersschommelingen? 1. Wat is het BBP en waarom gebruiken wij dat begrip? 2. Wat is doorvoerhandel? Waarom heet het ook wederuitvoer? 3. Waarom is Nederland niet 100% zelfvoorzienend? 4. Hoe belangrijk is Duitsland voor Nederland en omgekeerd? 7.2. Welke afspraken maakt de EU met haar deelnemers en het buitenland? (zie ook Brexit) Welke verschillen zijn er economisch binnen de EU? Welke taken heeft de ECB? Wanneer word je als land toegelaten tot de eurozone? (3 criteria) 2. Welke zaken zou de ECB moeten regelen? 3. Hoe streeft de ECB haar doelen na? Wat zijn handelsbelemmeringen? Waarom zijn in/voor de EU de landbouw (-subsidies) belangrijk? Wat is een boterberg? 1. Wat is het voordeel van NL-boeren als zij exportsubsidies krijgen? 2. Bij een exportverbod daalt het aanbod ( ) en dus (a). de (b)..door (c) 10
11 7.4. Wat zijn de invloeden van Internationale handel ~~ globalisering? Welke gevolgen heeft internationale handel voor de werkgelegenheid? (t.o.v. protectie) Hoe moet NL concurrerend blijven? 1. Hoe zie je dat NL een open economie heeft? 2. Wat is de exportquote-formule? Geef een rekenvoorbeeld. 3. Leg het verband uit tussen loonstijging (zoals de vakbonden dat willen ter compensatie van de inflatie) en de concurrentiepositie van Nederland. 4. Wat kunnen de positieve of negatieve gevolgen zijn voor de economie van Nederland? 5. Bedenk een beroep, dat NIET door laag geschoolde goedkope arbeidskrachten kan worden overgenomen (als gevolg van globalisering) of worden uitbesteed. 6. Wat betekent een sterke/harde euro (hoge koers) voor de export en import? 7. Wat betekent een sterke/harde euro (hoge koers) voor de reizenbranche? Hoofdstuk 8: De 3 e wereld, arme landen 8.1. Wat zijn de kenmerken van een ontwikkelingsland? Wat zijn de gevolgen van het gebrek aan exportinkomsten 3 e wereld voor de economie/welvaart/welzijn? Wat kun je doen met schommelende grondstofprijzen? ~~ buffervoorraden Leg de vicieuze cirkel van armoede uit. 2. Hoe herken je een ontwikkelingsland? 3. Waarom is een investering in de infrastructuur ook in een 3 e wereld land een goed idee? 4. Waarom is gebonden hulp beter dan het geven van geld? Welke oorzaken zijn er van armoede/ontwikkelingslanden? ~~ Waarom zijn arme landen arm? 8.3. Welke maatregelen kunnen genomen om arme landen rijker te maken? Wat is de spanning tussen vrijhandel en afspraken maken? Welke soort hulp kunnen rijke landen aan arme landen geven m.u.v. geld geven? 1. Waarom (2 redenen) zou een 3 e wereld land met een monocultuur buffervoorraden aanleggen? 2. Wat zijn de nadelen van een monocultuur? 11
12 3. Wie hebben het meeste voordeel van fair-trade producten: de boeren in de 3 e wereld of de westerse consument? Leg uit. 4. Geef een voorbeeld van structurele -en noodhulp Wat is de rol van overheid t.a.v. ontwikkelingslanden? ~~gebonden hulp Bedrijven moeten investeren in arme landen, omdat Waarom helpt Fair-trade? 1. Beschrijf de volgende afkortingen (Hoofdstuk 1-8): UNICEF, Het Rode Kruis, NIBUD, CBS, EMU, EU, Rover, VEH (deze moet je in ieder geval kennen) 2. Waarom zijn 3 e wereldlanden het meest gebaat bij de afschaffing van protectiemaatregelen en dus vrijhandel? 3. Wat is het gevolg voor de rijke landen als de protectiemaatregelen worden afgeschaft op de lange termijn? EU~BNP is 18 biljard (+12 nullen= miljard )..schuld Griekenland 240 miljard. 4. Waarom moet Nederland een immigratieland blijven? 5. Wat is een groot nadeel van een monocultuur? Succes met je examen! 12
Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: 25-2-2013. Waar komt het vandaan?
Internationale handel H7 1 Waar komt het vandaan? Economie voor het vmbo (tot 8,35 m.) Internationale handel Importeren = invoeren (betalen) Exporteren = uitvoeren (verdienen) Waarom importeren: Meer keuze
Nadere informatieGoede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen
Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte
Nadere informatieDomein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl
Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die
Nadere informatieTe weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.
Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar
Nadere informatiePlanner hoofdstuk 1 invullen en kies voor leerroute A, B of C.. (minimaal paragraaf 1 t/m 4 maken) Geplande activiteiten van les 1 en 2 uitvoeren.
Studieplanner 2019-2020 Klas: M2 Vak: Economie week vanaf leerdoelen docentactiviteiten leertaken Verbreden/ verrijken/ verdiepen* laatste week vakantie 34 19/08/2019 start perio de 1 Hoofdstuk 1.1 wat
Nadere informatieRente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen
Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Ruilen over de tijd Intertemporele substitutie Bedrijven lenen geld om te investeren
Nadere informatieDOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later
DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD Module 4 Nu en later Inflatie Definitie: stijging van het algemeen prijspeil Gevolgen van inflatie koopkracht neemt af Verslechtering internationale concurrentiepositie Bij
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2000-I
Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van
Nadere informatieVAK: ECONOMIE METHODE: Pincode 3 VMBO kader 5 e editie KLAS: 3 CONTACTUREN PER WEEK: 3 x 50 minuten per week
PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING TSG VMBO CURSUSJAAR 01-01 NIVEAU KADER VAK: ECONOMIE METHODE: Pincode VMBO kader 5 e editie KLAS: CONTACTUREN PER WEEK: x minuten per week P periode C code van de toets
Nadere informatieEconomie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie
4.1 Werk je voor loon of voor winst? Werknemer Werkgever zzp = je werkt in loondienst in opdracht van een werkgever en je ontvangt loon = je werkt als zelfstandige met werknemers in dienst en de nettowinst
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 5+6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6 Samenvatting door Sanne 1542 woorden 11 april 2017 7,5 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 5 - Werkt dat zo? Paragraaf 5.1 - Aan de slag! Als je
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2006-II
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening
Nadere informatieWelvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?
1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2003-II
4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 van het aanbod van arbeid
Nadere informatieSamenvatting Economie Internationale Handel
Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 1611 woorden 9 september 2001 6,5 169 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel Hoofdstuk 1 Nederland is erg
Nadere informatieAls de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.
Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Snoepen op het Christiaan Hagen College 1 A 2 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste eigenschappen (twee van de
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2004-II
4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 2,6% 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn:
Nadere informatieHoofdstuk 1. Lesbrief Kopen en werken
Hoofdstuk 1 arbeid budgetlijn categoriale huishouden kapitaal kapitaalgoederen loonquote natuur ondernemerschap overdrachtsinkomens overig-inkomensquote participatiegraad primair inkomen productiefactoren
Nadere informatieUIT de arbeidsmarkt
Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid
Nadere informatieExamen HAVO. Economie 1
Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed
Nadere informatieUIT theorie Fisher
De econoom Fisher. Fisher was een econoom die zijn theorie over de werking van geld lang voor de depressie in de jaren 30 van vorige eeuw publiceerde (the purchasing power of money 1911). Dit was een uitbreiding
Nadere informatieInnovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit
Samenvatting door een scholier 1633 woorden 8 juni 2007 6,5 4 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel. Hoofdstuk 1 Nederland handelsland. Nederland afhankelijk van handel omdat het
Nadere informatie200% Economie voor het vmbo Kerndoelen per leerjaar
00% Economie voor het vmbo Kerndoelen per leerjaar In onderstaande tabel zie je welke examen eindterm wanneer behandeld wordt in 00% Economie voor het vmbo. De getallen zoals 1.1 of. staan voor de paragrafen
Nadere informatieDe winkelier ontvangt dus meer btw dan dat hij betaald. Het verschil van 29,40 21,- = 8,40 draagt de winkelier af aan de belastingdienst.
Hoofdstuk 3 Paragraaf 1 Belastingen op aankopen Geld voor de overheid Berekening btw Btw = belasting toegevoegde waarde. De consument betaalt aan de winkelier het verkoopbedrag + de btw. Dit noemt men
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens?
Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens? 8.1 Waarom handel met het buitenland? Importeren = het kopen van goederen en diensten uit het buitenland. Waarom? -Goedkoper of van betere kwaliteit -Bepaalde
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatie5.1 Wie is er werkloos?
5.1 Wie is er werkloos? Volgens het CBS behoren mensen tot de werkloze beroepsbevolking als ze een leeftijd hebben van 15 tot en met 64 jaar, minder dan 12 uur werken, actief op zoek zijn naar betaald
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10
Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 2188 woorden 14 februari 2016 8,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 9: Schommelingen in de economie 9.1 Schommelingen
Nadere informatieExamen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen HAVO 2010 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur economie tevens oud programma economie 1,2 Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo 2001-I
Opgave 1 Hoge druk op de arbeidsmarkt Gedurende een aantal jaren groeide de economie in Nederland snel waardoor de druk op de arbeidsmarkt steeds groter werd. Het toenemende personeelstekort deed de vrees
Nadere informatie1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en arbeidsmarkt? (openstaande)vacatures. 2)Noem een ander woord voor Werkenden werkgelegenheid.
1 1)Waaruit bestaat de vraag op de arbeidsmarkt? 2)Noem een ander woord voor werkgelegenheid. 3)Wie vragen arbeid? 4)Met welk woord wordt het aanbod van arbeid ook aangeduid? 5)Geef de omschrijving van
Nadere informatieH1: Economie gaat over..
H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen
Nadere informatie2 De goederen en pakketjes worden daar overgeladen om snel op de eindbestemming afgeleverd te kunnen worden.
Hoofdstuk 8 Over economische grenzen Intro Exportmedewerker 1 Bijvoorbeeld: - Goede beheersing van het Engels - Goede communicatieve vaardigheden - Goed met mensen kunnen omgaan - Goed in een team kunnen
Nadere informatieLever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.
SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART 2016 08.45-10.15 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Internationale handel
Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel Samenvatting door een scholier 1819 woorden 4 mei 2004 8,2 97 keer beoordeeld Vak Economie INTERNATIONALE HANDEL COMPLETE SAMENVATTING: H 1 T/M 3 Hoofdstuk
Nadere informatie5.2 Wie is er werkloos?
5.2 Wie is er werkloos? Volgens het CBS behoren mensen tot de werkloze beroepsbevolking als ze een leeftijd hebben van 15 tot en met 64 jaar, minder dan 12 uur werken, actief op zoek zijn naar betaald
Nadere informatieInhoud. 1 Inleiding. Markt of overheid. 1 wat is economie? 11 Productiefactoren 11 Schaarste en welvaart 12 2
Inhoud 1 Inleiding 1 wat is economie? 11 Productiefactoren 11 Schaarste en welvaart 12 2 modellen 12 2 Markt of overheid 1 de vraag 14 Prijzen en gevraagde hoeveelheid 14 D De vraagfunctie 14 D Verschuiving
Nadere informatieVAK : : Economie METHODE : Pincode KLAS: : 3 NIVEAU : KADER CONTACTUREN PER WEEK 3 X 50 MINUTEN PER WEEK STUDIEJAAR :
PROGRAMMA VA TOETSIG E AFSLUITIG VAK : : Economie METHODE : Pincode KLAS: : 3 IVEAU : KADER COTACTURE PER WEEK 3 X MIUTE PER WEEK UDIEJAAR : 206-207 P Periode en datum SE C Code van de B bron KEE Wat moet
Nadere informatieeconomie CSE GL en TL
Examen VMBO-GL en TL 2016 tijdvak 1 vrijdag 20 mei 13.30-15.30 uur economie CSE GL en TL Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 43 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 56 punten te behalen.
Nadere informatieDeze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 20 vragen.
SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat
Nadere informatieANTWOORDEN HOOFDSTUK 5
ANTWOORDEN EINDTOETS HOOFDSTUK 5 RONDKOMEN ANTWOORDEN HOOFDSTUK 5 TOETS 1 RONDKOMEN 1 Prioriteiten stellen. 2 B 3 2,55 + 2,80 = 5,35 4 52 27 : 12 + 95 : 2 + 40,50 : 3 + 25 = 203. 5 A 3; B 4; C 2; D 1.
Nadere informatie3 Bij deze korte ritten worden levende dieren vervoerd en producten die snel kunnen bederven. Die moeten snel op de plaats van bestemming zijn.
Hoofdstuk 7 Nederland handelsland De grens over 1 Vanuit Nederland 10.000 365 (dagen) = 3.650.000 ritten per jaar 3.650.000 =... % van 7.400.000 3.650.000 7.400.000 100 = 49,3% 2 Binnen de EU is er vrij
Nadere informatieEindexamen economie vmbo gl/tl 2005 - I
BEOORDELINGSMODEL Vraag Antwoord Scores Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. GEEN ROZEN ZONDER DOORNEN 1 B 2 maximumscore 2 totaal aantal rozen per jaar: 15.000 250 400
Nadere informatieSamenvatting Economie hoofdstuk 1
Samenvatting Economie hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 967 woorden 6 november 2016 7,3 6 keer beoordeeld Vak Economie Paragraaf 1: Wat voor inkomen heb je? Inkomsten die je ontvangt kunnen verschillen
Nadere informatieKiezen Theorieles 1 1 Schriftelijke toets
A. LEER EN TOETSPLAN Onderwerp: Kiezen Kerndoel(en): 40 De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties 46 De leerling leert in de eigen omgeving effecten te herkennen
Nadere informatieProgramma van Toetsing en Afsluiting
Leerweg: BB Klas: 3 Vak: Economie Methode: Pincode Toetsnr 3.1.1 Wat moet je voor de toetsing doen? H1 Waar heb je behoefte aan? (t/m blz. 31) kan uitleggen wat de betekenis is van basisbehoeften, middelen,
Nadere informatieDe wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord
Categorie Vraag & Antwoord De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN Er zijn te weinig middelen om in alle behoeften te kunnen voorzien. Hoe heet dit verschijnsel?
Nadere informatieSectorwerkstuk Economie Economische crisis
Sectorwerkstuk Economie Economische crisis Sectorwerkstuk door A. 2214 woorden 2 februari 2013 6,6 119 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Deelvraag 1: Wat zijn de oorzaken van de Economische
Nadere informatieExamen VWO. Economie 1 (nieuwe stijl)
Economie 1 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 17 mei 13.30 16.30 uur 20 01 Voor dit examen zijn maximaal 65 punten te behalen; het examen bestaat uit
Nadere informatieH2: Economisch denken
H2: Economisch denken 1 : Produceren Produceren: Het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van de productiefactoren door bedrijven en de overheid. Alleen bedrijven en de overheid kunnen produceren
Nadere informatieRendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als %
Inflatie Stijging algemene prijspeil Consumenten Prijs Indexcijfer Gewogen gemiddelde Voordeel: Mensen met schulden Nadeel: Mensen met loon, spaargeld Reële winst bedrijven daalt Rentekosten bedrijven
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vakbonden, werkgeversbonden, individuele
Nadere informatieDomein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)
1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom
Nadere informatieEconomie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur
Paragraaf 7.1 Groeit de economie? BBP = Bruto Binnenlands Product, de totale productie in een land in één jaar Nationaal inkomen = het totaal van alle inkomens in een land in één jaar Inkomen = loon, rente,
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2007-I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 q v = 200 1,25 + 450 = 200 q a
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2008-II
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 De werkgelegenheid verandert met
Nadere informatieDe overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens
Overheid H2 De overheid De grote herverdeler van inkomens Ontvangsten: belasting en premies De overheid Uitgaven: uitkeringen en subsidies De grote herverdeler van inkomens 2 De Nederlandse overheid Belangrijke
Nadere informatieUIT loonruimte en AIQ v1.1
Uitleg loonruimte en AIQ. 1. Wat is de AIQ? De AIQ is de arbeidsinkomensquote en geeft weer hoeveel procent van het Nationaal inkomen (totaal aan beloningen productiefactoren) uitgekeerd wordt aan arbeidsloon.
Nadere informatieKleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd
Kleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd quiz beginner printen en uitsnijden of knippen. Bijlage
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. indien drie juist 2 indien twee juist 1 indien één of geen juist 0
Opgave 1 1 maximumscore 2 bij (1) prijs-afzetlijn bij (2) onvolkomen bij (3) proportioneel indien drie juist 2 indien twee juist 1 indien één of geen juist 0 2 maximumscore 1 TO (Q=90) = 90 30 = 2.700
Nadere informatieCoöperatieve Burgerbank
Coöperatieve Burgerbank Probleem Private banken en de rijkste 1% teveel macht en eigenbelang Structureel veel te hoge rente Structureel teveel (speculatieve) misbruik van het geldsysteem Oplossing Invoeren
Nadere informatieTijdens het centraal schriftelijk eindexamen Economie 2012 komen de volgende thema s aan bod:
Examenstof vmbo economie Tijdens het centraal schriftelijk eindexamen Economie 2012 komen de volgende thema s aan bod: EC/K/4: Consumptie en consumentenorganisaties Hier gaat het over jouw rol als consument:
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2000-I
4 Antwoordmodel Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 voorbeelden van juiste antwoorden: Een antwoord
Nadere informatieCentraal Economisch Plan 2019
Economische groei terug naar normaal Internationale risico s raken de Nederlandse economie Centraal Economisch Plan bbp-groei, in % 2,9 1,5 2,5 2,2 2016 2017 2018 1,5 1,5 Krappe arbeidsmarkt met hogere
Nadere informatieSamenvatting Economie Internationale handel
Samenvatting Economie Internationale handel Samenvatting door een scholier 1484 woorden 7 oktober 2003 5,5 44 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Internationale handel HS 1 Nederland handelsland Par.
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo 2001-II
4 Antwoordmodel Opgave Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. ja Uit de toelichting moet blijken dat de stijging
Nadere informatieAntwoorden Economie Handel
Antwoorden Economie Handel Antwoorden door een scholier 973 woorden 14 april 2004 4,8 61 keer beoordeeld Vak Economie Begrippen: Open Economie: Bijvoorbeeld: Nederland exporteert veel goederen en diensten
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo 2008-I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vergemakkelijken van het ontslaan
Nadere informatieVroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding / ruilverhouding te schatten.
Samenvatting door een scholier 1593 woorden 27 juni 2003 4,4 11 keer beoordeeld Vak Economie Leerstof Economie 1: Hoofdstuk 4: Vroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding
Nadere informatieBegrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.
Samenvatting door een scholier 919 woorden 20 juni 2007 6,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 4 Productie door de overheid 4.1 De sector overheid - Overheid: Onder overheid
Nadere informatieExamen VMBO-KB. economie CSE KB. tijdvak 1 vrijdag 20 mei 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen VMBO-KB 2016 tijdvak 1 vrijdag 20 mei 13.30-15.30 uur economie CSE KB Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 35 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 45 punten te behalen. Voor
Nadere informatieEindexamen economie pilot vwo II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit
Nadere informatieEconomie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie
3.1 Wat zijn de kosten? Toegevoegde = extra waarde die ontstaat door de bewerking van een product waarde Toegevoegde waarde = verkoopwaarde inkoopwaarde Productiefactoren = productiemiddelen die een producent
Nadere informatieExamen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl
Economie 1,2 oude en nieuwe stijl Examen HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs HAVO Tijdvak 2 VHBO Tijdvak 3 Woensdag 21 juni 13.30 16.30 uur 20 00 Dit
Nadere informatieSamenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen
Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen Samenvatting door een scholier 1239 woorden 30 oktober 2003 6,6 81 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1 Beroepsbevolking= werkgelegenheid
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2003-I
4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening
Nadere informatieEindexamen vwo economie 2014-I
Opgave 1 1 maximumscore 2 De kredietcrisis in de VS leidt ertoe dat Nederlandse banken verlies lijden op hun beleggingen in de VS en daardoor minder makkelijk krediet verstrekken aan bedrijven. Hierdoor
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Zakelijk boeren 1 maximumscore 1 A, B, D, E, F, H Opmerking
Nadere informatieSamenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Rek in het arbeidsaanbod 1 maximumscore 2 Doordat het aanbod van
Nadere informatiebruto inkomen (per persoon)
Opgave 1 Lorenzcurve en economische kringloop Definities: Bruto inkomen Loon/pensioen, interest, winst/dividend, huur/pacht Netto inkomen Bruto inkomen inkomstenbelasting (IB) Netto besteedbaar inkomen
Nadere informatieEindexamen vwo economie I
Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur
Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling
Nadere informatieModule 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging
Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit
Nadere informatieSamenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld
Samenvatting door G. 1623 woorden 12 maart 2016 8,4 9 keer beoordeeld Vak Methode M&O 200% M&O Samenvatting M&O periode 1 Hoofdstuk 13 Financieel beleid niet-commerciële organisaties (nco) Paragraaf 1
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2001-II
Eindexamen economie havo 2-II 4 Antwoordmodel Opgave Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Maximumscore dalen 2
Nadere informatieGroei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2
Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2002-I
Opgave 1 Nationaal inkomen en welvaart Een van de belangrijkste economische grootheden is het nationale inkomen. Economen hanteren het nationale inkomen als een maatstaf voor de welvaart. Een groei van
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari 2009 8 3 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 11 Arbeidsmarkt = geheel vraag naar en aanbod van arbeid. Ondoorzichtige markt = werknemers+werkgevers
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART 2016 08.45-10.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie Woensdag 9 maart 2016 B / 9 2015 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (21
Nadere informatieEindexamen economie havo II
Opgave 1 Buitenland en overheid in de kringloop In de economische wetenschap wordt gebruikgemaakt van modellen. Een kringloopschema is een model waarmee een vereenvoudigd beeld van de economie van een
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door M. 1189 woorden 16 november 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Economie, hoofdstuk 4 Loon/winst: zijn vormen van inkomen. Hierover betaal je belastingen
Nadere informatieSamenvatting Economie Toetsweek 2
Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN
Nadere informatie