11 EUROPESE RAAD BRUSSEL CONCLUSIES VAN HET VOORZITTERSCHAP 24 en 25 ktber 2002
13 De Eurpese Raad is p 24 en 25 ktber 2002 in Brussel bijeengekmen. De bijeenkmst werd vrafgegaan dr een uiteenzetting van de vrzitter van het Eurpees Parlement, de heer Pat Cx, waarna een gedachtewisseling ver de belangrijkste agendapunten vlgde. De Eurpese Raad heeft een verslag gehrd van de vrzitter van de Eurpese Cnventie, president Valéry Giscard d'estaing, ver de stand van de besprekingen in de Cnventie. In het licht van dat verslag heeft de Eurpese Raad van gedachten gewisseld ver de ntwikkeling van de besprekingen. I. UITBREIDING 1. Het histrische prces dat in 1993 in Kpenhagen is gestart m de verdeeldheid in ns werelddeel te bven te kmen, zal weldra vrucht dragen. Dankzij de visie en de inspanningen van de kandidaat-lidstaten en de lidstaten ligt de grtste uitbreiding tt dusver nu binnen bereik. De Eurpese Raad was in dit verband zeer verheugd ver het psitieve resultaat van het Ierse referendum. Dat resultaat heeft de weg geëffend vr de vltiing van de ratificatie van het Verdrag van Nice, waardr dat verdrag begin vlgend jaar in werking kan treden. Tegen deze achtergrnd heeft de Eurpese Raad besluiten genmen die de Unie in staat zullen stellen m de kandidaat-lidstaten uiterlijk begin nvember nderhandelingsstandpunten vr te leggen vr alle ng penstaande vraagstukken, met het g p het afsluiten van de uitbreidingsnderhandelingen met de eerste grep van landen tijdens de Eurpese Raad van Kpenhagen in december. De Eurpese Raad heeft tevens richtsneren pgesteld vr de vrtzetting van het prces met de landen die bij de eerste tetredingsglf niet aan bd kmen. ALGEHELE EVALUATIE 2. De Unie nderschrijft de bevindingen en aanbevelingen van de Cmmissie dat Cyprus, Estland, Hngarije, Letland, Lituwen, Malta, Plen, Slvenië, de Slwaakse Republiek en de Tsjechische Republiek aan de plitieke criteria vlden en in staat zullen zijn aan de ecnmische criteria te vlden en de verplichtingen van het lidmaatschap vanaf begin 2004 na te kmen.
14 3. Gelet p het vrgaande, en tevens rekening hudend met de algemene vrderingen bij de tetredingsnderhandelingen en bij de mzetting en uitvering van het acquis en de tezeggingen die de kandidaat-lidstaten hebben gedaan tijdens de nderhandelingen, bevestigt de Unie dat zij vastbeslten is de tetredingsnderhandelingen met die landen af te sluiten tijdens de Eurpese Raad van Kpenhagen p 12-13 december 2002, en het Tetredingsverdrag in april 2003 in Athene te ndertekenen. 4. De Unie herhaalt dat zij bij vrkeur een herenigd Cyprus tt de Eurpese Unie ziet tetreden p basis van een almvattende regeling, en verzekt de leiders van de Grieks-Cypritische en de Turks-Cypritische gemeenschap met aandrang deze gelegenheid te baat te nemen en vóór het einde van de tetredingsnderhandelingen dit jaar tt een akkrd te kmen. De Unie zal vlledige steun blijven geven aan de aanzienlijke inspanningen van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties m een regeling tt stand te brengen, vereenkmstig de desbetreffende resluties van de VN-Veiligheidsraad. De Eurpese Unie zal de nadere bepalingen van een dergelijke almvattende regeling in het Tetredingsverdrag verwerken vereenkmstig de beginselen waarp de Eurpese Unie gegrnd is. Wrdt er geen regeling bereikt, dan zullen de in december dr de Eurpese Raad van Kpenhagen te nemen besluiten gebaseerd zijn p de cnclusies van de Eurpese Raad van Helsinki van 1999. 5. De Unie is het eens met de berdeling van de Cmmissie inzake de vrderingen van Bulgarije en Remenië. Gezien de inclusieve en nmkeerbare aard van het uitbreidingsprces en p basis van het strategisch dcument van de Cmmissie wrdt de Raad en de Cmmissie verzcht, in nauw verleg met Bulgarije en Remenië, met het g p de Eurpese Raad van Kpenhagen de ndige besluiten p te stellen betreffende, met name, gedetailleerde draaibeken, met inbegrip van tijdschema's en verhgde pretetredingssteun, zdat vruitgang kan wrden gebekt bij het tetredingsprces van deze landen. De Eurpese Raad spreekt zijn steun uit vr de inspanningen van Bulgarije en Remenië m het del van lidmaatschap in 2007 te bereiken. 6. De Unie juicht de belangrijke stappen te die Turkije heeft gezet m te vlden aan de plitieke criteria van Kpenhagen en het feit dat Turkije vruitgang heeft gebekt inzake de ecnmische criteria en de aanpassing aan het acquis, zals gecnstateerd is in het peridiek verslag van de Cmmissie. Dit heeft de pening van tetredingsnderhandelingen met Turkije dichterbij gebracht. De Unie medigt Turkije aan dr te gaan met zijn hervrmingsprces en cncrete verdere stappen te zetten in de richting van de uitvering, hetgeen de tetreding van Turkije vlgens dezelfde beginselen en criteria als vr de andere kandidaat-lidstaten gelden, dichterbij zal brengen. De Raad wrdt verzcht tijdig vr de Eurpese Raad van Kpenhagen de elementen uit te werken vr een besluit ver de vlgende fase in de kandidatuur van Turkije, p basis van het strategisch dcument van de Cmmissie en vereenkmstig de cnclusies van de Eurpese Raden van Helsinki, Laken en Sevilla.
15 TOEZICHT EN VRIJWARINGSMAATREGELEN 7. De Unie nderschrijft de vrstellen van de Cmmissie in het strategisch dcument betreffende de vrtzetting van het tezicht na de ndertekening van het Tetredingsverdrag. Dienvereenkmstig zal de Cmmissie, zes maanden vóór de geplande tetredingsdatum, een verslag vr de Raad en het Eurpees Parlement pstellen betreffende het tezicht p de verdere vrderingen met betrekking tt de aanneming, uitvering en handhaving van het acquis dr de tetredende landen, cnfrm hun verbintenissen. 8. De Unie steunt vrts de Cmmissievrstellen m in het Tetredingsverdrag niet alleen een algemene ecnmische vrijwaringsclausule p te nemen, maar k twee specifieke vrijwaringsclausules betreffende de werking van de interne markt, met inbegrip van alle vrmen van sectraal beleid die ecnmische activiteiten met grensverschrijdend effect betreffen, en betreffende justitie en binnenlandse zaken. Gedurende ten hgste drie jaar na de tetreding kan, p grnd van een met redenen mkleed verzek van een lidstaat dan wel p initiatief van de Cmmissie, een berep gedaan wrden p een vrijwaringsclausule. Maatregelen uit hfde van de algemene ecnmische vrijwaringsclausule zuden p elke lidstaat betrekking kunnen hebben. Maatregelen uit hfde van de twee specifieke vrijwaringsclausules kunnen alleen genmen wrden ten aanzien van nieuwe lidstaten die de in het kader van de nderhandelingen aangegane verbintenissen niet nagekmen zijn. Op een vrijwaringsclausule kan zelfs vóór de tetreding een berep gedaan wrden p basis van de bevindingen van het tezicht, en deze kan vanaf de eerste dag van tetreding van kracht wrden. De lptijd van dergelijke maatregelen kan langer zijn dan de peride van drie jaar. De bevegde rganen zullen het dr de Unie tijdens de tetredingsnderhandelingen in te nemen standpunt ver deze aangelegenheid uitwerken. Vrdat de Cmmissie vrijwaringsmaatregelen herrept, zal zij de Raad daarvan tijdig in kennis stellen. Zij zal terdege rekening huden met de pmerkingen van de Raad ter zake. 9. De Unie nderschrijft het vrstel van de Cmmissie m een speciale vergangsfaciliteit vr institutinele ntwikkeling beschikbaar te stellen, met het g p de vrtzetting van de pbuw van de administratieve en justitiële capaciteit van de nieuwe lidstaten. Budgettaire en financiële aangelegenheden (2004-2006) 10. Het dr de Eurpese Raad in Berlijn vastgestelde maximum vr de uitbreidingsuitgaven in de peride 2004-2006 met geëerbiedigd wrden. 11. De uitgaven van de Unie meten blijven vlden aan de eisen inzake begrtingsdiscipline en efficiëntie en de ndige waarbrgen bieden dat de uitgebreide Unie vldende middelen tt haar beschikking heeft m haar beleid ten gunste van al haar burgers naar behren te ntwikkelen.
16 a) Rechtstreekse betalingen 12. Onverminderd tekmstige beslissingen ver het GLB, de financiering van de Eurpese Unie, na 2006, eventuele gevlgen van de uitvering van punt 22 van de cnclusies van de Eurpese Raad van Berlijn, alsmede de internatinale verbintenissen die de Eurpese Unie is aangegaan, nder meer bij de start van de ntwikkelingsrnde van Dha, zullen rechtstreekse betalingen wrden ingeverd vereenkmstig de vlgende regeling inzake tename, uitgedrukt als percentage van het niveau van dergelijke betalingen in de Unie: 2004 : 25% 2005 : 30% 2006 : 35% 2007 : 40% en vervlgens een tename van 10%, zdat de nieuwe lidstaten in 2013 het niveau van steun krijgen dat p dat genblik van tepassing zal zijn in de huidige Eurpese Unie. Vrts zal de regeling vr kleine beren niet van tepassing zijn. De geleidelijke invering zal plaatsvinden tegen de achtergrnd van financiële stabiliteit, hetgeen betekent dat het ttale jaarlijkse bedrag van de marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen in een Unie van 25 - in de peride 2007-2013 - het in Berlijn vr de EU-15 vereengekmen bedrag in reële termen van het plafnd van rubriek 1.A vr 2006, en het vrgestelde vereenkmstige uitgavenplafnd vr de nieuwe lidstaten vr 2006 niet mag verschrijden. Er zal vr gezrgd wrden dat de ttale uitgaven in nminale termen vr marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen vr ieder jaar in de peride 2007-2013 lager blijven dan dit bedrag vr 2006, verhgd met 1% per jaar. De beheften van prducenten die gevestigd zijn in de minder ntwikkelde regi's van de huidige Eurpese Unie meten gevrijwaard blijven; de multifunctinele landbuw zal in alle gebieden van Eurpa in stand wrden gehuden, vereenkmstig de cnclusies van de Eurpese Raad van Luxemburg van 1997 en de Eurpese Raad van Berlijn van 1999. b) Ttale niveau van de tewijzingen vr structurele peraties 13. De ttale vastleggingskredieten vr de structuurfndsen en de chesiefndsen die met het g p de uitbreiding aan rubriek 2 meten wrden tegevegd, zullen vr de genemde peride in ttaal 23 miljard eur bedragen, verdeeld ver de nieuwe lidstaten vlgens de desbetreffende gemeenschappelijke standpunten van de Eurpese Unie waarver met de kandidaat-lidstaten vereenstemming is bereikt.
17 c) Eigen middelen en begrtingsnevenwichtigheden 14. Het acquis inzake de eigen middelen zal vanaf de tetreding p de nieuwe lidstaten van tepassing zijn. Indien het geraamde sald van de cashflw met de Gemeenschapsbegrting in vergelijking met het jaar 2003 vr afznderlijke kandidaat-lidstaten in de peride 2004-2006 negatief uitvalt, zal tijdelijke begrtingscmpensatie wrden gebden. Daarbij zal het gaan m frfaitaire, degressieve en tijdelijke uitkeringen aan de uitgavenkant van de EU-begrting. De bedragen zullen aan het eind van de nderhandelingen wrden bepaald p basis van de dr de Raad p 22 ktber 2002 vereengekmen methde en in de Tetredingsakte wrden pgenmen. Deze cmpensaties zuden binnen de jaarlijkse marges nder de maxima van Berlijn vr de vastleggings- en betalingskredieten vr de uitbreiding meten blijven. 15. De dr de Eurpese Raad in Berlijn vastgelegde algemene inspanning inzake begrtingsdiscipline met in de peride vanaf 2007 wrden vrtgezet. 16. De Eurpese Raad hechtte zijn gedkeuring aan de andere elementen die ndig zijn vr de vaststelling van de gemeenschappelijke standpunten van de EU; die elementen zijn vrbereid in de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen en staan in bijlage I.
18 II. KALININGRAD 17. De Eurpese Raad bevestigt de cnclusies van zijn bijeenkmst in Sevilla in juni 2002. De Eurpese Raad neemt nta van het streven het strategische partnerschap tussen de EU en Rusland verder te ntwikkelen en kmt vereen een bijzndere inspanning te leveren m tegemet te kmen aan de wensen van alle betrkken partijen in verband met de tekmstige drreis van persnen tussen de regi Kaliningrad en andere delen van Rusland. De Eurpese Raad benadrukt dat het severeine recht van iedere staat m de veiligheid van zijn burgers te verzekeren dr zijn grenzen en het inkmende, plaatselijke en drreisverkeer van mensen en gederen p zijn grndgebied te cntrleren, dr alle partijen ten vlle met wrden geëerbiedigd. De Eurpese Raad benadrukt het recht van iedere staat m visa in te stellen, k vr drreis. De Eurpese Raad nderkent de unieke psitie van de regi Kaliningrad als deel van de Russische Federatie. De Eurpese Raad nderschrijft de cnclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 22 ktber 2002 ver Kaliningrad.
19 III. BETREKKINGEN TUSSEN DE EU EN DE NAVO 18. De Eurpese Raad heeft vereenstemming bereikt ver de regels ter uitvering van de bepalingen van Nice (zie bijlage II) ver de betrkkenheid van de niet tt de EU behrende Eurpese NAVO-leden. De uitvering van de bepalingen van Nice ver de betrkkenheid van de niet tt de EU behrende Eurpese NAVO-leden, zal mgelijk wrden gemaakt dr de desbetreffende besluiten ver de betrekkingen tussen de Eurpese Unie en de NAVO. 19. De Eurpese Raad memreerde hierbij dat bij het vaststellen en uitveren van deze regels en besluiten te allen tijde de bepalingen van het Verdrag betreffende de Eurpese Unie meten wrden nageleefd, met name die betreffende de delstellingen en beginselen van het GBVB, als bepaald in artikel 11 van het VEU 1. Ok meten de cnclusies en teksten wrden nageleefd die de Eurpese Raad hiermtrent heeft gedgekeurd (zie punt 22). 1 "1. De Unie bepaalt en vert een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid dat alle terreinen van het buitenlands en veiligheidsbeleid bestrijkt en dat de vlgende delstellingen heeft: - bescherming van de gemeenschappelijke waarden, de fundamentele belangen, de nafhankelijkheid en de integriteit van de Unie, cnfrm de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties; versterking van de veiligheid van de Unie in alle pzichten; - handhaving van de vrede en versterking van de internatinale veiligheid vereenkmstig de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties, alsmede de beginselen van de Sltakte van Helsinki en de delstellingen van het Handvest van Parijs, met inbegrip van die betreffende de buitengrenzen; bevrdering van de internatinale samenwerking; - ntwikkeling en versterking van de demcratie en de rechtsstaat, alsmede eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. 2. De lidstaten geven in een geest van lyaliteit en wederzijdse slidariteit hun actieve en nvrwaardelijke steun aan het buitenlands en veiligheidsbeleid van de Unie. De lidstaten werken samen m hun wederzijdse plitieke slidariteit te versterken en tt ntwikkeling te brengen. Zij nthuden zich van ieder ptreden dat in strijd is met de belangen van de Unie f dat afbreuk zu kunnen den aan de deltreffendheid ervan als bundelende kracht in de internatinale betrekkingen. De Raad ziet te p de inachtneming van deze beginselen."
20 20. Ok is afgesprken dat er geen maatregel zal wrden genmen waarmee inbreuk zu wrden gemaakt p de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties, waarnder de handhaving van internatinale vrede en veiligheid, de vreedzame beslechting van geschillen en het afzien van de dreiging met f het gebruik van geweld, aangezien zwel het Verdrag betreffende de EU als het Nrd-Atlantisch Verdrag gebaseerd zijn p deze beginselen, die dienvereenkmstig p alle leden van tepassing zijn. 21. De Eurpese Raad herinnerde k aan de EU-bepaling dat het beleid van de Unie vereenkmstig artikel 17 van het VEU het specifieke karakter van het veiligheids- en defensiebeleid van bepaalde lidstaten nverlet laat. Het vrzitterschap nam er nta van dat Denemarken de aandacht heeft gevestigd p Prtcl nr. 5 bij het EU-Verdrag betreffende de psitie van Denemarken. 22. De Eurpese Raad heeft secretaris-generaal/hge vertegenwrdiger Javier Slana gemandateerd m dienvereenkmstig te handelen pdat z spedig mgelijk een akkrd tussen de EU en de NAVO wrdt bereikt. 23. Het vrzitterschap zal samen met secretaris-generaal/hge vertegenwrdiger Javier Slana binnen ngeveer twee tt drie weken verslag uitbrengen ver het resultaat van deze inspanningen. Op basis van het resultaat zal de Eurpese Unie de ndige besluiten aannemen. IV. FYROM 24. In aansluiting p de besprekingen tussen de secretaris-generaal/hge vertegenwrdiger en president Trajkvski, heeft de Eurpese Raad bevestigd bereid te zijn p 15 december de NAVO-strijdkrachten in de FYROM af te lssen. Hij heeft de bevegde instanties van de Eurpese Unie verzcht m alle maatregelen te bestuderen die daarte meten wrden genmen. De Eurpese Raad herinnerde eraan dat deze aflssing past in de geest van partnerschap tussen de EU en de NAVO p het gebied van crisisbeheersing, indien tijdig vereenstemming wrdt bereikt. V. TERRORISTISCHE AANSLAG IN RUSLAND 25. De Eurpese Raad heeft de verklaring in bijlage III aangenmen.