Schoolgids Hoofdstraat 21 9937 PB Meedhuizen 0596 533445 obsmeedhuizen@marenland.org www.obsmeedhuizen.nl Schooljaar 2018-2019
Een woord vooraf 4 1 De school 1.1 5 1.2 Schoolgrootte 5 1.3 Richting van de school 6 1.4 Het bestuur van de school 7 1.5 Directeur 7 1.6 Schooltoezicht 7 2 Waar de school voor staat 2.1 Onze missie 8 2.2 Onze Visie 8 2.2.1 Er uit halen wat er in zit 9 2.2.2 We komen tegemoet aan verschillen tussen kinderen 9 2.2.3 Sociaal klimaat 10 2.2.3.1 schoolregels 10 2.2.4 Lerende organisatie 10 2.3 Wettelijke doelen 11 2.4 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school 11 2.5 Ontwikkelingen 12 2.6 Het klimaat van de school 12 2.7 Schoolse activiteiten voor kinderen 13 2.8 Buitenschoolse activiteiten voor kinderen 13 2.9 Burgerschap 13 3 Organisatie van het onderwijs 3.1 Samenstelling van het team 14 3.2 Schoolorganisatie 14 3.2.1 Drie klassen 14 3.2.2 De aanpak in groep 1 en 2 14 3.2.3 De aanpak in groep 3 14 3.2.4 De aanpak in groep 4 t/m 8 15 3.3 De methoden die wij gebruiken 16 3.4 De groepen 17 3.5 Speciale voorzieningen in het gebouw 17 4 De zorg voor de kinderen 4.1 De opvang van nieuwe leerlingen in de school 18 4.2 Het volgen van de ontwikkelingen van de kinderen 18 4.2.1 Aanbod en ontwikkeling 18 4.2.2 Verbreden en verdiepen 18 4.2.3 Eigen leerlijn 18 4.2.4 De verslaggeving van gegevens over leerlingen door de groepsleraar 18 4.2.5 Intern begeleider 18 4.2.6 Teamleden die in de school de vorderingen van de leerlingen doorspreken 19 4.2.7 De wijze waarop het welbevinden en de leervorderingen van de kinderen 19 worden besproken met ouders/verzorgers 4.2.8 Passend onderwijs 19 4.3 Speciale ondersteuning voor kinderen met speciale behoeften 20 4.4 Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke behoeften 21 4.5 Begeleiding van kinderen naar het voortgezet onderwijs 21 4.6 Voorlichting aan ouders t.b.v. de schoolkeuze van leerlingen in groep 8 22 4. 7 De resultaten van ons onderwijs 22 4.7.1 Door- en uitstroomgegevens 22 4.7.2 Resultaten van de Cito eindtoets 23 4.7.3 De onderwijsinspectie 23 5 De leerkrachten 5.1 De taken van de leerkrachten 24 5.2 Scholing 24 5.3 Vervanging 24 5.4 De inzet en begeleiding van stagiair(e)s 24 2
6 De ouders 6.1 Het belang van betrokkenheid van de ouders 6.1.1 Ouderraad (OR) 25 6.1.2 Medezeggenschapsraad (MR) 25 6.1.3 Gemeenschappelijke Medezeggenschap Raad (GMR) 25 6.2 Informatie voor ouders 6.2.1 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school 25 6.2.2 Spreekuur 25 6.2.3 MijnSchool 26 6.2.4 Website 26 6.2.5 Facebookpagina 26 6.2.6 Informatie aan gescheiden ouders 26 6.3 Ouderbijdragen 27 6.3.1 Vrijwillige ouderbijdrage 27 6.3.2 Bijdrage schoolreizen 27 6.4 Schoolverzekering voor leerlingen 27 6.4.1 Mobiele telefoons 27 6.5 Verwijzing naar de onderwijsgids 27 6.6 Klachtenprocedure en vertrouwenspersoon 27 6.7 AVG 28 7 Schooltijden, vakanties, regelingen en mededelingen 7.1 De schooltijden 30 7.2 Pauze en gezond eten 30 7.3 Vakanties en vrije dagen 30 7.4 Invulling van de verplichte onderwijstijd 31 7.5 Bewegingsonderwijs 31 7.6 Schoolplicht en verlof 32 7.7 Verzuim 32 7.8 Aanmelding, toelating en weigering 7.8.1 Aanmelding 33 7.8.2 Toelating 33 7.8.3 Weigering 33 7.9 Tussenschoolse opvang 33 7.10 Brengen en halen van kinderen 33 7.11 Overige relaties van de school 33 7.11.1 Jeugdgezondheidszorg van de GGD op de basisschool 33 7.11.2 IVAK 34 7.11.3 Cultureel Centrum De Molenberg 34 7.12 Onderwijs aan langdurig zieken 34 7.13 Beleid Code Rood (gevaarlijke weersomstandigheden) 35 8 Namen en adressen 36 Bijlage 1 Verlofregeling 37 Bijlage 2 Verlof aanvraagformulier 38 3
Een woord vooraf Voor u ligt de schoolgids van onze school, de. De gids geeft informatie over het schooljaar 2018-2019. Deze gids is door het team samengesteld in samenspraak met de medezeggenschapsraad, die heeft ingestemd met de inhoud ervan. De gids wordt ieder jaar gepubliceerd op onze website en toegevoegd aan het Ouderportaal MijnSchool voor alle ouders die hun kind(eren) bij ons op school hebben. Nieuwe ouders krijgen bij de aanmelding van hun kind een exemplaar aangeboden. Naast de schoolgids heeft de school een schoolplan. In het schoolplan staat beschreven hoe de school is georganiseerd, welk beleid zij hanteert en welke ontwikkelingen zij wil doormaken tussen 1 augustus 2015 en 31 juli 2019. Voor belangstellenden is dit plan te downloaden van onze website en ligt het op school ter inzage. Omdat scholen steeds meer van elkaar verschillen in werkwijzen, sfeer en resultaten hopen wij ouders met deze gids het kiezen van een basisschool gemakkelijker te maken. De basisschooltijd is een belangrijk deel van een kinderleven. Acht jaar lang vertrouwt u uw kinderen toe aan de zorg van de leerkrachten van de basisschool. In deze jaren wordt de ondergrond gelegd voor de toekomst van uw kind(eren). Ouders worden van eventuele aanvullingen / wijzigingen van de gids, die in de loop van het schooljaar optreden, op de hoogte gehouden via MijnSchool. We hopen dat u onze schoolgids met plezier zult lezen. Natuurlijk zijn wij van harte bereid om een en ander nader toe te lichten. Wanneer u opmerkingen heeft over deze gids, horen wij die graag. Het geeft ons de mogelijkheid het volgende jaar een schoolgids te maken die nog informatiever is. Wilma Pietersma Directeur NB. Daar waar in de schoolgids ouder staat, kan ook verzorger worden gelezen. 4
1. De school 1.1 Onze school is genoemd naar het dorp waarin de school staat. Het oorspronkelijke gebouw dateert uit 1936. Het is sindsdien verschillende keren verbouwd. In 1985, bij de invoering van het basisonderwijs, is de voormalige kleuterschool Dikkertje Dap onderdeel geworden van de dorpsschool. De school ligt centraal in het dorp en wordt bevolkt door kinderen uit het dorp en de wijde omgeving. 1.2 Schoolgrootte De grafiek hieronder laat steeds het leerlingenaantal per 1 oktober zien. LEERLINGEN PER SCHOOLJAAR 8 jaar ouder: 27 (63%) 4-7 jaar: 16 (37%) Bij de start van het schooljaar 2018-2019 telt de school 43 leerlingen. 1.3 Richting van de school 5
Onze school obs Meedhuizen is een openbare ontmoetingsplek met ruimte en aandacht voor verschillen. Dit betekent: iedere leerling is in beginsel welkom; wederzijds respect; onze school respecteert de uiteenlopende levensbeschouwing en/of godsdienst van alle leerlingen; actieve aandacht voor waarden en normen, d.w.z. dat onze school iedere leerling in aanraking brengt met maatschappelijke waarden die leven in onze maatschappij. Dat doet onze school op een actieve en structurele wijze; leerlingen, ouders en personeel worden actief betrokken bij besluitvorming; dat we de gelegenheid bieden om humanistisch vormingsonderwijs en/of godsdienstonderwijs te volgen. Zo draagt onze school bij aan de ontwikkeling van elk kind, waardoor zij in de toekomst optimaal kunnen functioneren in de samenleving. Voor de uitwerking van de visie en missie van ons bestuur verwijzen wij u naar het strategisch beleidsplan en het uitvoeringsplan 2015-2019. is een openbare basisschool: Dat betekent voor ons dat wij actief vorm geven aan de kenmerken van openbaar onderwijs, te weten: Algemene toegankelijkheid Onze school is toegankelijk voor alle leerlingen, ongeacht godsdienst of levensbeschouwing. Op deze gronden weigeren wij principieel geen leerlingen. Actieve pluriformiteit In ons onderwijs schenken wij op respectvolle wijze aandacht aan de verscheidenheid van levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden in de Nederlandse samenleving. Non-discriminatie Onze school eerbiedigt ieders godsdienst of levensbeschouwing. Iedere vorm van discriminatie op grond van godsdienst, levensbeschouwing maar ook op grond van cultuur, sekse, etniciteit, persoonskenmerken, sociale status, seksuele geaardheid wijzen wij af en voeren daarin een actief beleid naar kinderen en ouders. 6
1.4 Het bestuur van de school Onze school maakt deel uit van de Stichting Openbaar Onderwijs Marenland. Stichting Marenland heeft 23 openbare scholen verdeeld over de gemeente Delfzijl, Appingedam, Loppersum, ten Boer en Bedum. Ongeveer 3000 leerlingen gaan naar een school van Marenland. Stichting Marenland heeft krachtige doelen beschreven in het Strategisch beleidsplan. - Goed onderwijs - Goed werkgeverschap - Goed beheer - Goed bestuur en management - Een sterke positie in het centrum van de samenleving - School zo lang mogelijk handhaven in het dorp Deze doelen zijn vastgelegd in het strategisch beleidsplan 2015-2019, Marenland: een stap vooruit. Voor de ondersteuning van de scholen beschikt stichting Marenland over een eigen onderwijsbureau onder leiding van de algemeen directeur, de heer Geert Bijleveld en de adjunct algemeen directeur mevr. Leonie Korteweg. Behalve te zorgen voor ondersteuning, coördineert en helpt het onderwijsbureau bij het maken van plannen om de kwaliteit van het onderwijs op de scholen te versterken en personele zaken te regelen. De algemene directie coördineert de samenwerking tussen de scholen binnen de stichting zodat elke school goed en sterk functioneert. Scholen kunnen zich op eigen wijze en passend in de eigen omgeving ontwikkelen, altijd in samenspraak met de algemene directie van stichting Marenland. 1.5 Directeur Directeur van onze school is de mevrouw Wilma Pietersma. Zij geeft leiding aan het team dat gezamenlijk het onderwijskundig beleid van de school bepaalt en uitvoert. De directeur draagt daarvoor de eindverantwoordelijkheid. Zij is niet alle dagen aanwezig op school. Indien u een gesprek wenst, kunt u altijd een afspraak maken. Op de dagen dat de Wilma Pietersma niet aanwezig is, is juf Jessica Oldenbeuving aanspreekpunt. 1.6 Schooltoezicht Het toezicht op ons onderwijs is in handen van de rijksinspectie voor het primair onderwijs: Inspectie van het onderwijs Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) De inspectie van het onderwijs houdt toezicht op de kwaliteit van het onderwijs. De inspectie rapporteert gevraagd en ongevraagd over ontwikkelingen binnen het onderwijs, met als doel het onderwijs als geheel te verbeteren, zodat ouders en leerlingen erop kunnen vertrouwen dat het onderwijs op een school goed is. Elk kind heeft immers recht op goed onderwijs. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en moet zich verantwoorden over de resultaten. Hierbij gaat het om resultaten in brede zin; krijgen alle leerlingen onderwijs van voldoende kwaliteit, voldoen scholen aan wet- en regelgeving en hebben ze hun financiën op orde. In oktober 2015 heeft de inspectie onze school bezocht. Over de kwaliteit van ons onderwijs was de inspectie tevreden. De inspectie schrijft over de school dat er in het team een gezamenlijk draagvlak en verantwoordelijkheidsgevoel is om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. De resultaten zijn voldoende en het perspectief is gunstig. U kunt dit schoolrapport lezen op de site van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Om de kwaliteit van de school te waarborgen, werkt de school met een twaalftal kwaliteitskaarten. Deze kaarten worden cyclisch afgewerkt zodat ieder schoolonderdeel geregeld door het team beoordeeld en indien nodig aangepast wordt. In het schooljaar 2018-2019 worden de kaarten Kwaliteitszorg en Leerstofaanbod en Zorg en begeleiding afgenomen. 7
2. Waar de school voor staat 2.1 Onze missie Recht doen aan verschillen. 2.2 Onze visie Wij zijn een dorpsschool die het beste uit elk kind naar boven wil halen. Daarom houden we rekening met verschillen tussen kinderen. We leren kinderen vertrouwen te hebben in hun eigen kunnen. We leren kinderen een verantwoordelijke en zelfstandige en onderzoekende houding aan en we leren ze goed samen te werken met anderen. We zijn een school waar kinderen zich veilig voelen en waar ze plezier beleven. We zijn een open school met een grote betrokkenheid van ouders. 2.2.1 Er uit halen wat erin zit: Wij zijn een basisschool. Onze belangrijkste taak is, dat wij de kinderen een stevige basis meegeven voor hun verdere leven. In de kerndoelen en referentiedoelen van het basisonderwijs staat beschreven wat de samenleving van een goede basisschool verwacht. Wij voldoen aan die doelen. We zien het als onze belangrijkste taak om de kinderen goed te leren lezen, schrijven en rekenen. We willen uit elk kind halen wat er in zit. Hoe doen we dat? Door een school met visie te zijn. Alles wat wij in dit schoolconcept beschrijven staat ten dienste van het bereiken van onze doelen. We maken gebruik van bewezen effectieve werkvormen: een combinatie van degelijke instructielessen gebaseerd op het model interactieve directe instructie (IGDI), zelfstandig te verwerken leerstof met behulp van Snappet en werkvormen waarbij samengewerkt wordt. We zijn ervan overtuigd dat we hiermee de beste prestaties naar boven halen. Wij hebben een doelmatig klassenmanagement. Wij gaan uit van een positieve benadering van het kind en zijn/haar mogelijkheden. Wij gebruiken goede en moderne methodes. Wij werken met tussendoelen. We toetsen regelmatig. We verlenen goede zorg aan kinderen die meer of minder aankunnen. We maken kinderen mede verantwoordelijk voor hun eigen leren. Dat verhoogt de betrokkenheid. We richten ons thematisch onderwijs zo in dat leerlingen ontdekkend leren, waarbij kinderen door te redeneren zelf het hoe en waarom van de dingen om hen heen ontdekken. We zien op onze school kinderen in diverse samenstellingen samenwerken, presenteren, en reflecteren op hun eigen werk. Op onze school is (begrijpend) lezen het belangrijkste speerpunt, want als je goed kunt lezen heb je daar veel plezier van op andere gebieden. 8
2.2.2 We komen tegemoet aan verschillen tussen kinderen Op wordt zoveel mogelijk gepersonaliseerd gewerkt. Wij komen hiermee zoveel mogelijk tegemoet aan de individuele verschillen tussen de kinderen. We zijn nu een meerjarenproject begonnen om gepersonaliseerd leren te implementeren. Daarbij zijn leerkracht èn leerling verantwoordelijk voor het leerproces. Kinderen leren aan de hand van leerdoelen. Momenteel werken we: Met o.a. verlengde en begeleide instructie, op basis van de instructiebehoefte van het kind. Met aangepaste taken voor kinderen die meer of minder aankunnen. Met een goed zorgsysteem. Kinderen met een achterstand worden goed geholpen, maar ook meer begaafde kinderen krijgen wat zij nodig hebben. We hebben een signaleringsinstrument om meer begaafde kinderen al vroeg in beeld te krijgen. Al vanaf de onderbouw met gevarieerde keuzeopdrachten, die tegemoet komen aan verschillen in interesse en intelligentie en talenten. Met een goed leerlingvolgsysteem. Dit doen we door te observeren en door te toetsen. We gaan bij elk kind uit van de onderwijsbehoefte en er is ruime aandacht voor de verschillen tussen kinderen. Kinderen hebben in onze school de mogelijkheid om zelfstandig keuzes te maken, ze leren hun eigen problemen op te lossen en ervaren verantwoordelijkheid voor hun eigen leren. Het eigenaarschap van het leren. Het leren omgaan met verantwoordelijkheid gaat stap voor stap. Bij de onderbouw gaat het om kleine overzichtelijke keuzetaken die zelfstandig uitgevoerd kunnen worden. Naarmate de kinderen zich ontwikkelen worden taken omvangrijker en complexer. 9
2.2.3 Op onze school heerst een goed sociaal klimaat, waarin iedereen zichzelf kan zijn en zich veilig voelt. We zijn een school zijn waar kinderen, ouders en leerkrachten graag naar toe komen; We hebben regelmatig gezamenlijke vieringen / feestelijkheden; We zijn een school waarin kinderen, leerkrachten en ouders het gevoel hebben ik kan iets, ik ben iemand ; In onze school leren we niet de persoon maar het ongewenste gedrag te bekritiseren; We leren de kinderen wat respect is. We geven zelf het goede voorbeeld; In onze school worden complimenten gegeven, kunnen voorstellen worden ingebracht, is opbouwende kritiek van harte welkom en zijn klachten altijd bespreekbaar; Onze school is een organisatie waarin leerkrachten, leerlingen en ouders van elkaar en met elkaar leren; We gaan pesten actief tegen. We werken met het programma PRIMA! en stellen elk jaar met de groep de regels vast. We starten het schooljaar altijd met de gouden weken waarin de nadruk ligt op groepsvorming. 2.2.3.1 Wij hebben algemeen geldende regels voor de hele school. Net als op elke school is er bij ons ook een doorgaande lijn in afspraken van toepassing. Zo zijn er gedragsregels voor op het plein, voor in de gang en op de trap, voor in de klas, voor het gebruik van materiaal, tijdens gymnastiek en het gebruik van het toilet. De regels worden regelmatig met de kinderen doorgenomen. 2.2.4 We zijn een lerende organisatie We zijn een school waarin: De persoonlijke ambitie van de personeelsleden wordt verbonden met die van de organisatie; Er een effectieve en inspirerende gesprekkencyclus wordt gehanteerd; Er een omgeving wordt gecreëerd waarin mensen doelgericht met elkaar kunnen samenwerken; Talenten binnen de school worden gehaald en vervolgens deze talenten binden en blijven boeien; Het denken en doen met elkaar wordt verbonden; Alle betrokken geïnspireerd worden om van goed naar beter te komen. 10
2.3 Wettelijke doelen In artikel 8 van de Wet op het primair onderwijs (WPO) is vastgelegd dat met het onderwijs een brede ontwikkeling van leerlingen wordt beoogd. Dat betekent dat het basisonderwijs zich moet richten op de emotionele en verstandelijke ontwikkeling van de leerlingen, op het tot ontwikkeling brengen van hun creativiteit en op het verwerven van noodzakelijke kennis en van maatschappelijke, culturele en lichamelijke vaardigheden. Daartoe zijn kerndoelen ontwikkeld. Deze kerndoelen zijn streefdoelen en beschrijven wat kinderen door de school moet worden bijgebracht om te kunnen functioneren in de maatschappij en om zich verder te ontwikkelen in het vervolgonderwijs. De kerndoelen zijn geformuleerd voor: Nederlandse taal: Engelse taal Rekenen/wiskunde: - mondeling taalonderwijs - schriftelijk taalonderwijs (waaronder lezen) - taalbeschouwing, waaronder strategieën - wiskundig inzicht en handelen - getallen en bewerkingen - meten en meetkunde Oriëntatie op jezelf en de wereld: - mens en samenleving - natuur en techniek - ruimte - tijd Kunstzinnige oriëntatie Bewegingsonderwijs Naast de genoemde kerndoelen dient de school aandacht te besteden aan doelen die voor alle leergebieden van belang zijn. Daarvan de volgende opsomming: goede werkhouding, gebruik van strategieën, reflectie op eigen handelen en leren, uitdrukken van eigen gedachten en gevoelens, respectvol luisteren en kritiseren van anderen, verwerven en verwerken van informatie, ontwikkelen van zelfvertrouwen, respectvol en verantwoordelijk omgaan met elkaar, zorg en waardering voor de omgeving. Bij het werken aan deze doelen tracht de school een ononderbroken ontwikkelingsgang te bevorderen door zoveel mogelijk maatwerk voor iedere leerling te verzorgen. 2.4 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school De school probeert zo goed mogelijk te werken aan de kwaliteit van het onderwijs voor de kinderen. Om de kwaliteit steeds te verbeteren kijken we steeds met een kritische blik naar het onderwijs, zoals we dat aanbieden. Eén keer in de vier jaar maakt de school een schoolplan waarin de visie en de daaraan gekoppelde ontwikkelpunten voor die periode staat beschreven. Tussentijdse aanpassingen zijn mogelijk. Aan de hand van dit schoolplan worden de jaarlijkse ontwikkelingsdoelen geformuleerd, het schooljaarplan. Onderdeel van de meerjarenontwikkeling is de scholing voor het team. De stichting Marenland organiseert een divers scholingsaanbod waar personeelsleden en scholen gebruik van kunnen maken, de Marenland Academie genaamd. Zo hebben teamleden van onze school het afgelopen jaar trainingen gevolgd op het gebied van eigenaarschap en woordenschat. In het huidige schooljaar worden er teamscholingen op het gebied van gepersonaliseerd leren en begrijpend luisteren/lezen gevolgd. Daarnaast volgende leerkrachten individuele scholingen. Werken aan kwaliteit betekent werken aan kwaliteit voor de kinderen. En daarvoor is een goed geschoold team van groot belang. 11
2.5 Ontwikkelingen Het afgelopen schooljaar zijn onder meer de volgende doelstellingen gehaald; In het schooljaarverslag is weergegeven welke doelen we van het schooljaarplan gehaald hebben. Het blijkt dat vrijwel alle doelen (nagenoeg) gehaald zijn. Het schooljaarverslag ligt op school ter inzage; We hebben drie kwaliteitskaarten Onderwijsleerproces en Schoolklimaat en Taal behandeld (Kwintoo); We hebben gewerkt aan het vergroten van de ouderbetrokkenheid; We hebben een scholingstraject gepersonaliseerd leren gevolgd en een visie hierop geformuleerd; We hebben gewerkt aan eigenaarschap van leerlingen voor hun eigen leerproces. In het schooljaar 2018 2019 gaan we onder andere werken aan het volgende: Drie nieuwe Kwintoo kaarten behandelen; Werken met tablets en ICT verder vormgeven; Het uitvoeren van een verbeterplan begrijpend lezen; Diverse leerkrachten volgen scholingen op gebieden zoals lezen, gedrag, woordenschat; Het vergroten van eigenaarschap bij leerlingen voor hun eigen leerproces door het voeren van kindleergesprekken; Het creëren van een rijke leeromgeving 2.6 Het klimaat van de school Onze school heeft tot taak kinderen tijdens hun schooltijd te begeleiden op hun weg naar volwassenheid. Ze wil kinderen helpen zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid te ontwikkelen. Werken aan het gegeven dat ieder mens anders is. Dat een ieder het recht heeft respectvol te worden benaderd en te worden geaccepteerd. Ze wil de kinderen het gevoel geven dat de school een veilige plaats is, waar het fijn is om naar toe te gaan. Het kind dient zich gelukkig te voelen in de school. Is dat niet het geval, dan is het de taak van de onderwijsgevenden het kind bij te staan en in te spannen om, indien mogelijk, verandering in de situatie van het kind te bewerkstelligen. 12
2.7 Schoolse activiteiten voor kinderen Er worden in het schooljaar onder meer de volgende activiteiten georganiseerd: * Sinterklaasfeest * Schoolreizen * Kerst * Educatieve wandelingen * Spelletjes dag * Culturele activiteiten (bv. Molenberg bezoek) * Start / afsluiting projectweken cultuureducatie * Voorleeswedstrijd * Dorpsfeest * Klassenbuildingsdag 2.8 Buitenschoolse activiteiten voor kinderen Bij voldoende belangstelling (en vervoer) doen de leerlingen van de school mee aan elders georganiseerde activiteiten. Hierbij kan gedacht worden aan: * Schoolvoetbal * Schaatswedstrijden * Scholierenloop * Sportdagen * Estafettewedstrijden * Koolzaadtocht 2.9 Burgerschap Wij zien de school als plaats waar je de essentiële aspecten van burgerschap kunt aanleren en oefenen. We streven er naar dat de leerlingen een actieve rol spelen in activiteiten waar oefening plaats vindt. Door te oefenen leert het kind burgerschap in al haar facetten in de samenleving herkennen en volwaardig onderdeel van de samenleving uit te maken. Met burgerschap bedoelen wij: Zelfstandig verantwoordelijkheid nemen voor gemeenschapsbelangen binnen en buiten de school. 13
3. Organisatie van het onderwijs 3.1 Samenstelling van het team Onze school telt bij de start van het schooljaar 2018-2019 in totaal 7 teamleden. Groep 1,2,3 : juf Jolanda Seubring Groep 4,5 : juf Jessica Oldebeuving Groep 6,7,8 : juf Evelien Lamain Gymleerkracht : Marco Dijkstra Muziekleerkracht : Erik van der Veen Interne begeleider : Tanja Niemeijer Directeur : Wilma Pietersma 3.2 Schoolorganisatie 3.2.1 Drie klassen Het schooljaar 2018-2019 hanteert de een regulier leerstofjaarklassensysteem. De groepen zijn verdeeld over drie klassen, te weten: groep 1, 2, 3 en groep 4, 5 en groep 6, 7, 8. 3.2.2 De aanpak in groep 1 en 2 In de onderbouw werken we aan de hand van thema s. Aan een thema wordt ongeveer 4 weken gewerkt waardoor er per schooljaar zo n 8 thema s worden aangeboden. Een belangrijke activiteit hierbij is spel. Daarnaast zijn er activiteiten als bouwen, muziek, tekenen, gesprekken. Ook lezen, schrijven en rekenen komen, voornamelijk in voorbereidende zin, aan de orde. We geven veel aandacht aan het fonemisch bewustzijn van de kleuters. Fonemisch bewustzijn is begrijpen dat gesproken woorden uit klanken (fonemen) bestaan. Verder is er veel aandacht voor sociaal-emotionele ontwikkeling van het jonge kind. Een gedeelte van de thema s komen uit de methoden Schatkist / DORR. De overige thema s worden door de leerkracht, en soms door de kinderen, bepaald. Veel van de activiteiten in de kleutergroep vinden plaats in hoeken. De hoeken kunnen per thema verschillen, maar vrijwel altijd is er een poppenhoek, een bouwhoek, een computerhoek, een kijk- en leeshoek. Eens per week worden de kinderen voorgelezen door kinderen van groep 7 en 8. Op het keuzebord in de klas plaatsen ze hun foto s, zodat de juf direct weet waar ze te vinden zijn. Per week hebben de kinderen in groep 1 en 2 verplichte werkjes. Dat staat op hun weektaak. De leerlingen mogen zelf plannen wanneer ze het maken, maar het moet vrijdag af zijn. Hebben ze de opdracht gedaan, dan geven ze dat aan in hun weektaakmap. 3.2.3 De aanpak in groep 3 De kinderen van groep 3 zitten in hetzelfde lokaal als groep 1 en 2. Ieder kind heeft zijn eigen tafeltje en laatje. Het belangrijkste in groep 3 is leren lezen, hier wordt veel aandacht aan besteed. De leerlingen lezen met maatjes, ouders en leerkracht. In de loop van het jaar krijgen de kinderen aan het begin van de week hun weektaak, die elke dag wordt doorgenomen. Op deze manier weten de kinderen precies wat ze moeten doen.. Op dinsdagmiddag hebben de kinderen van groep 3 wereldoriëntatie en/ of Engels tezamen met groep 4. 14
3.2.4 De aanpak in groep 4 t/m 8 In de groepen 4 t/m 8 wordt er in hoofdzaak vanuit doelen gewerkt. Van de kinderen wordt zelfstandigheid verwacht. Van die zelfstandigheid wordt ook gebruik gemaakt bij de weektaak. De leerlingen krijgen deze weektaak aan het begin van de week. Al het werk staat er op genoteerd. Sommige taken kunnen ze zelfstandig maken, voor andere hebben ze eerst instructie nodig. Op de weektaak staan de instructiemomenten aangegeven, zodat de leerling precies weet wanneer wat wordt uitgelegd. De leerlingen leren plannen wanneer ze welke opdrachten gaan maken. Elke opdracht die af is, wordt op de weektaak afgevinkt. Na en tussen de groepsinstructiemomenten heeft de leerkracht tijd om extra hulp te bieden aan kleine groepjes of individuele leerlingen. Van de leerlingen wordt ook verantwoordelijkheid gevraagd. Werken met Snappet geeft de leerling directe feedback daardoor zien ze direct met welke opgaven ze moeite hebben. Zodra de mogelijkheid zich voordoet kunnen ze daarover overleg hebben met de leerkracht. Het betreft hier voornamelijk lessen op het gebied van taal, spelling, rekenen en begrijpend lezen. Als de leerlingen klaar zijn met deze taken, kunnen zij verder met keuzewerk. Naast al deze werkzaamheden zijn er ook lessen die met de hele groep gedaan worden, zoals muziek, drama, gymnastiek, handvaardigheid, verkeer, wereldoriëntatie, tekenlessen en voorlezen / samenlezen met leerlingen uit groep 1, 2 en 3. 15
3.3 De methoden die wij gebruiken Om de kerndoelen te bereiken hebben we methoden en materialen nodig. We noemen de methoden die we gebruiken hieronder. Nederlandse taal Veilig leren lezen (KIM) Timboektoe Humpie Dumpie Nieuwsbegrip XL - voor het aanvankelijk lezen in groep 3 - voor het voortgezet technisch lezen - zelfstandig het begrijpend lezen oefenen in groep 3 - Begrijpend lezen vanaf groep 5 SLO doelen in Snappet - voor het taalonderwijs vanaf groep 4 - voor het spellingonderwijs vanaf groep 4 Pennenstreken Methode die we gebruiken om de kinderen de techniek van het schrijven te leren (vanaf groep 2). Engelse taal Take it easy Digibord methode die wordt gebruikt in de groepen 1 tot en met 8 Rekenen/wiskunde SLO doelen in Snappet In deze methode wordt steeds uitgegaan van realistische opdrachten die om een oplossing vragen. Over mogelijke oplossingen moet goed worden nagedacht. En dat vormt het uitgangspunt voor het verdere rekenen. Ook wordt veel aandacht besteed aan het op verschillende manieren uitrekenen/oplossen van een opdracht. Oriëntatie op jezelf en de wereld (wereldoriëntatie) Kunstzinnige oriëntatie Hieronder vallen: -mens en samenleving -natuur en techniek -ruimte -tijd -beeldende vorming -muziek -cultuureducatie (dans, drama,.) IVAK Verkeer, methode: - Rondje verkeer (1/4) - Op voeten en fietsen (5/6) - Jeugdverkeerskrant (7/8) Methode: Naut Methode: Meander Methode: Brandaan De methoden voor wereldoriëntatie kennen dezelfde opzet en structuur en zijn daardoor voor de leerlingen duidelijk herkenbaar. Methode: Moet je doen. De methode biedt de school veel handreikingen om de kunstzinnige oriëntatie goed uit de verf te laten komen. De cultuurfabriek in de regio. In de groepen 1 en 2 wordt veel gebruik gemaakt van de methodes Schatkist /DORR. Alle onderdelen worden in samenhang binnen een thema aangeboden. 16
3.4 De groepen We werken dit schooljaar met drie combinatiegroepen, die als volgt worden begeleid: Aantal lln begeleider(s) Dagen groep 1-3 9 Mevr. Jolanda Seubring Gehele week groep 4-5 13 Mevr. Jessica Oldenbeuving Gehele week groep 6, 7, 8 21 Mevr. Evelien Lamain Gehele week 3.5 Speciale voorzieningen in het gebouw In het schoolgebouw bevinden zich: - groepslokalen (4); - een gemeenschappelijke ruimte met keuken; - een personeelsruimte/zorgruimte; - 3 magazijnen; - een directiekamer. In de gemeenschappelijke ruimte bevindt zich de bibliotheek. Daarnaast wordt deze ruimte multifunctioneel gebruikt. 17
4. De zorg voor de kinderen 4.1 De opvang van nieuwe leerlingen in de school Nieuwe leerlingen kunnen worden aangemeld bij de directeur van de school. Voor nieuwe leerlingen is er gelegenheid om vijf dagdelen (vaak woensdagen) mee te draaien voor de 4 e verjaardag. Nieuwe leerlingen die tussentijds (bv. door verhuizing) op school komen, overleggen een onderwijskundig rapport van de vorige school, zodat plaatsing in de juiste groep kan plaatsvinden. De ouders en de leerlingen kunnen de school bekijken en worden geïnformeerd over de gang van zaken in de school. Een onderwijskundig rapport bestaat uit gegevens van de leerling op de vorige school. Een overzicht van de vorderingen, de gebruikte methodes en gegevens worden opgenomen in het leerlingvolgsysteem (de toetsen). 4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen 4.2.1 Aanbod en ontwikkeling Alle kinderen zijn verschillend. Daarmee dienen de leerkrachten rekening te houden. Dat geldt zowel voor de benadering van het kind als voor het aanbod van de leerstof. De acties die voortvloeien uit, het rekening houden met de verschillen noemen we gepersonaliseerd leren. Ook in de structuur van de organisatie van het onderwijs kan deze onderwijs op maat gedachte zichtbaar zijn. Beter dan voorheen kunnen we onderwijsaanbod en ontwikkeling van de leerling afstemmen. Door het volgen van de leerling m.b.v. het leerlingvolgsysteem krijgen we voortdurend informatie of die afstemming nog juist is. 4.2.2 Verbreden en verdiepen Als een leerling opvalt, wordt hij/zij besproken tijdens de leerlingbespreking. Blijkt tijdens die bespreking dat een leerling meer aankan dan de aangeboden stof, dan kan er worden besloten dat de leerling in de leerstof verder gaat. Het tegengestelde komt ook voor. De leerling heeft moeite met het aanbod. Er kan dan worden besloten dat het leerstofaanbod aan deze de leerling moet worden vertraagd. Zowel bij versnelling als bij vertraging zal er overleg zijn met de ouders van het betreffende kind. 4.2.3 Eigen leerlijn Het kan voorkomen dat gedurende de basisschooltijd van een leerling, blijkt dat de einddoelen van het basisonderwijs niet kunnen worden behaald. Voor deze leerling worden dan minimumdoelen gehanteerd, waarbij wordt uitgegaan van de minimum einddoelen van groep 6. Er wordt voor de leerling een individuele leerlijn uitgezet. Ook hier geldt dat er overleg wordt gevoerd met de ouders van de betreffende leerling. 4.2.4 De verslaggeving van gegevens over leerlingen door de groepsleerkracht De toets uitslagen worden per kind geregistreerd in ons administratiesysteem (ParnasSys). Tevens worden per kind de toets gegevens verzameld in het leerlingendossier en in de zorg map van de intern begeleider. Hierin zijn per kind alle belangrijke gegevens opgenomen. Van iedere leerling wordt een dergelijk leerlingendossier bijgehouden. Daarin worden o.a. gegevens opgenomen over het gezin, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, handelingsplannen en toetsen rapportgegevens van verschillende jaren. De groepsleerkracht beheert de mappen. U kunt het leerling dossier van uw kind op verzoek inkijken. Dat kan alleen op school en in het bijzijn van de leerkracht. 4.2.5. Intern begeleider De intern begeleider (IB-er) is in het basisonderwijs niet meer weg te denken. Zij heeft een eigen positie en taak op het terrein van de zorgverbreding tussen kinderen, leerkrachten, directie en ouders. Intern begeleiders vervullen een sleutelpositie in de school. Ze hebben te maken met verschillende vragen van leerkrachten, kinderen en ouders. Ze richten zich op collega s, die ze ondersteunen en coachen. Ze overleggen met de directie en denken mee over toekomstig beleid. Ze voeren gesprekken met kinderen en ouders. Gepersonaliseerd leren is één van de belangrijkste uitdagingen voor onze school. De intern begeleider speelt daarin een hoofdrol. Zij ondersteunt de leerkrachten bij het signaleren, analyseren en hulp bieden bij onderwijsleerproblemen. Interne begeleiding omvat vooral twee zaken: de organisatie van het onderwijs op schoolniveau en de steun aan collega-leerkrachten bij hun hulp aan kinderen met problemen. De intern begeleider mobiliseert de middelen en mogelijkheden van de school, ordent die en zet die in voor hulp aan de leerkracht bij haar onderwijs in de groep. Het zal in de praktijk meestal zo zijn, dat de groepsleerkracht een probleem ervaart en daarbij hulp zoekt. De intern begeleider is dan de aangewezen persoon om het gemelde probleem nader te onderzoeken en om na te gaan hoe hulp geboden kan worden. Vervolgens zal zij ook, als dat nodig is, deze in gang zetten. Op is mevr. Tanja Niemeijer de intern begeleider. 18
4.2.6 Teamleden die in de school de vorderingen van de leerlingen doorspreken De intern begeleider laat zich na elk toetsmoment informeren over de resultaten van de toetsen voor taal, lezen en rekenen. Deze resultaten worden in de zorg map opgenomen. Van opvallende uitslagen wordt kennis genomen met de daarbij behorende evaluatie. Als daartoe aanleiding is, wordt besloten dit aan de orde te stellen in een leerlingbespreking. Het resultaat van de afname van leerlingvolgsysteem toetsen van Cito komt na iedere toets periode aan de orde in een teambespreking. Alle teamleden denken en praten steeds mee over alle leerlingen van de school. Op deze manier vindt er collegiale ondersteuning en intervisie plaats. 4.2.7 De wijze waarop het welbevinden en de leervorderingen van de kinderen worden besproken met ouders/verzorgers De school kent drie ouder-contactmomenten, verdeeld over het schooljaar. In de eerste weken van het schooljaar vinden de omgekeerde oudergesprekken plaats. Tijdens deze gesprekken vertellen de ouders over hun kind aan de leerkracht. Alle ouders worden in januari/ februari en in juni uitgenodigd voor een rapportgesprek over hun kind(eren). Ouders van kinderen met een handelingsplan worden ook uitgenodigd voor een gesprek in oktober en maart. Indien u als ouder vaker een gesprek wilt met de leerkracht, dan kan dat natuurlijk. Maakt u dan zelf een afspraak met de leerkracht van uw kind. Het portfolio wordt na de gesprekken van januari en juni meegegeven. De leerlingen van groep 1 en 2 krijgen een portfolio dat is opgesteld naar aanleiding van de gegevens uit ons observatiesysteem DORR (Dagelijks Observeren Rapporteren en Registreren). Voor de groepen 3 t/m 8 vindt u naast de resultaten van ons leerlingvolgsysteem ook de kindreflecties en gemaakt werk in het portfolio. Eind groep 7 krijgen de leerlingen een voorlopig advies voor het Voortgezet Onderwijs. Tijdens dit gesprek wordt de plaatsingswijzer besproken. Vervolgens volgt er half februari in groep 8 een gesprek waarin het eindadvies wordt gegeven. Na de centrale eindtoets volgt er een schriftelijke rapportage. Naast genoemde contacten zal een leerkracht u altijd uitnodigen voor een gesprek, als daarvoor aanleiding is. Heeft u zelf behoefte aan een gesprek? Aarzel niet, u bent altijd welkom. 4.2.8 Passend Onderwijs Met ingang van 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs ingevoerd. Deze wet heeft als belangrijkste uitgangspunt dat er voor elk kind een plek is op school. Dit wil zeggen dat het schoolbestuur altijd voor iedere leerling een juiste plek heeft, en zo mogelijk thuisnabij. De school richt haar onderwijs vooral op wat de leerling kan en ondersteunt en versterkt bij de ontwikkeling. Kernpunten uit deze nieuwe wet zijn dat: Reguliere en speciale scholen op het gebied van ondersteuning aan leerlingen samenwerken; Scholen zorgplicht hebben (de school waar de leerling schriftelijk is aangemeld dient te zorgen voor een passende plek indien er sprake is van zeer specifieke onderwijsbehoeften van een kind); Scholen en gemeenten / jeugdhulpverlening werken samen aan de integrale ondersteuning aan leerlingen vanuit onderwijs en zorg; Er minder regelgeving vanuit Den Haag komt, maar dat er meer in de eigen regio geregeld kan worden. Voor het schooljaar 2018-2019 wordt de werkwijze rond zorgleerlingen zoveel mogelijk doorgezet zoals we gewend zijn. We spreken niet langer over zorg of zorgleerlingen. Het woord zorg is vervangen door ondersteuning. Voor elke leerling met een extra ondersteuningsbehoefte wordt een arrangement ontwikkeld. Dit arrangement wordt in overleg met de ouders vastgesteld. Het onderwijs ondersteuningsbureau van Marenland is de vraagbaak en hulp bij de ondersteuning van leerlingen in het leerproces. 19
Samenwerkingsverband en subregio De school van uw kind maakt deel uit van het schoolbestuur stichting Marenland, alle schoolbesturen van de provincie Groningen en de gemeente Noordenveld zijn verenigd in het Samenwerkingsverband (SWV) 20.01. Dit samenwerkingsverband is opgedeeld in vier subregio s. De scholen van stichting Marenland vallen onder de subregio Noord. De besturen in iedere subregio werken nauw samen met de andere schoolbesturen uit de regio om optimale ondersteuning aan ieder kind te kunnen bieden en expertise met elkaar te delen. Onderwijs, passend bij iedere leerling Alle scholen binnen het SWV 20.01 hebben met elkaar vastgesteld welke ondersteuning er tenminste op alle locaties geleverd wordt, de zogenaamde basisondersteuning. Daarnaast hebben alle scholen vastgesteld welke extra ondersteuning zij kunnen bieden aan leerlingen. De basis- en school specifieke ondersteuning hebben scholen beschreven in hun school ondersteuningsprofiel. U kunt dit profiel opvragen bij de directeur van de school of downloaden vanaf de schoolwebsite (www.obsmeedhuizen.nl). Is de school handelingsverlegen, met andere woorden: kan de school niet voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van uw kind? Dan wordt er allereerst binnen het bestuur of in de sub regio gezocht naar een externe deskundige die samen met de school andere mogelijkheden voor ondersteuning in kaart brengt. Nader onderzoek kan ook één van de adviezen zijn. In dit traject wordt er te allen tijde nauw samengewerkt met de ouders. Mochten extra interventies onvoldoende resultaat opleveren waardoor de leerling op die school niet langer begeleid kan worden, dan dient de school een andere, beter passende plek te zoeken. Dat kan ook het speciaal (basis) onderwijs zijn. Speciaal (basis)onderwijs Voor een plaatsing in het speciaal (basis) onderwijs moet de school, samen met u als ouders/ verzorgers, een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen bij de Commissie van Advies van het samenwerkingsverband. Meer informatie over het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring vindt u op de website van het samenwerkingsverband, (afgekort SWV 20.01 ) of via de school. Meer informatie voor ouders Voor u als ouders geldt dat de scholen de belangrijkste informatiebron zijn als het gaat om Passend Onderwijs en extra ondersteuning aan uw kind. De school heeft dagelijks contact met de leerling en vervult daarmee in de ogen van het samenwerkingsverband een belangrijke rol in de adequate informatievoorziening aan ouders. Het samenwerkingsverband 20.01 heeft een eigen website: http://www.passendonderwijsgroningen.nl/swv-po20-01/ Op www.passendonderwijs.nl (website van ministerie OCW) en op www.passendonderwijsenouders.nl kunt u meer informatie vinden over de samenwerkingsverbanden en over Passend Onderwijs. Daarnaast is er het Steunpunt Passend Onderwijs, hier kunt u terecht met alle vragen over extra ondersteuning binnen het onderwijs. Het Steunpunt Passend Onderwijs is telefonisch bereikbaar via 5010: (0800) 5010 of (0900) 5010 123 of via internet: www.5010.nl Tot slot heeft iedere school een eigen intern begeleider (ib er). Deze onderwijsmedewerker is in staat verdere vragen van u te beantwoorden over de uitvoer van Passend Onderwijs op de school. U bent van harte welkom contact op te nemen. 4.3 Speciale ondersteuning voor kinderen met specifieke behoeften De procedure die gevolgd wordt indien er problemen met een kind zijn (leerproblemen, lichamelijke problemen of sociaal emotionele problemen) is als volgt: Ieder kind krijgt, voor zover dat mogelijk is, de begeleiding die het nodig heeft. Wanneer er met kinderen problemen zijn, wordt er in de teamvergadering / zorgvergadering / leerlingbespreking melding van gemaakt. De leerkracht kan dan handelingsadviezen van collega s krijgen waar hij of zij direct mee verder kan. Ook kan het zijn dat er wordt besloten tot het uitvoeren van een observatie of het afnemen van een speciale toets, om op die manier meer inzicht te krijgen in het probleem. Doorgaans is de intern begeleider daarbij nadrukkelijk betrokken. In overleg met de intern begeleider wordt er een stappenplan gemaakt. Het kan zijn dat er vervolgens wordt besloten een handelingsplan voor het probleem van het betreffende kind te schrijven. Bij het zoeken naar oplossingen, maakt de school regelmatig gebruik van deskundigen van buitenaf. 20
Blijft het resultaat onbevredigend, dan kan de school zich richten tot het zorgkantoor van Stichting Marenland. Zie hiervoor ook paragraaf 4.2.8. Op onze school is het geregeld dat leerlingen die in verband met ziekte thuis of in een ziekenhuis verblijven op adequate wijze voldoende onderwijs kunnen genieten. 4.4 Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke behoeften Alle kinderen hebben hun unieke eigen kwaliteiten. Met die kwaliteiten heeft de school nadrukkelijk rekening te houden. In het algemeen kan een groep kinderen de leerstof van een leerjaar goed aan. Anderen hebben er moeite mee en voor weer anderen is de stof misschien te eenvoudig. Leerkrachten hebben daar rekening mee te houden. We spreken hier over zorg op maat. Binnen die zorg-op-maat-gedachte streeft de school ernaar om het vertragen (zittenblijven) zoveel mogelijk te voorkomen. Toch kunnen er zich situaties voordoen waar vertragen een oplossing kan zijn voor een evenwichtige ontwikkeling van het kind (bv. een verlengde kleuterperiode. Maar ook als een ouder kind steeds maar op de tenen moet lopen, kan doubleren een oplossing zijn). In die situaties zullen we in overleg met de ouders alle mogelijkheden serieus gaan bekijken. Dit zal altijd vroegtijdig plaatsvinden, zodat ouders de tijd hebben om rustig over de diverse mogelijkheden na te kunnen denken. Er kunnen kinderen zijn die problemen hebben, doordat de leerstof te eenvoudig is en daardoor minder boeit. Voor hen bekijken we samen met ouders en eventueel deskundigen van buitenaf welke mogelijkheden er zijn. Ook hier starten we het overleg vroegtijdig. We vinden wel dat er duidelijke aanwijzingen moeten zijn die dit rechtvaardigen. Om in deze gevallen een goede onderbouwing te formuleren, gebruiken we het SIDI-R protocol, een protocol voor het signaleren van meerbegaafde leerlingen. Uiteraard vindt er altijd periodiek overleg plaats met ouders, om de leerling in de nieuwe situatie goed te kunnen blijven volgen. Een leerling die in groep zeven zit en uitmuntende scores heeft op rekenen, taal en begrijpend lezen kan in aanmerking komen om tijdens het achtste leerjaar ook te worden geplaatst in de Junior Master Class (JMC) van Stichting Marenland. De JMC is gevestigd in het Eemsdelta College. Er wordt les gegeven op de woensdagen aan een geselecteerde groep leerlingen. Ook kan het tot de mogelijkheden behoren om een leerling een aangepaste leerlijn te geven zodat hij/zij wel in de groep blijft, maar aangepaste stof heeft. Door het werken op het niveau van de leerling blijft de leerstof hem/haar boeien en blijft de leerling gemotiveerd. Denken we dat een aangepaste leerlijn of vertragen weinig meerwaarde voor het kind zal betekenen, dan kan een volledig eigen leerlijn worden voorgesteld. Uitgangspunt daarbij is het verwachte eindniveau van de leerling als hij/zij de school verlaat. Aan de hand van het verwachte eindniveau worden er dan streefdoelen bepaald, waaraan het programma van de leerstof dient te voldoen. Het kan ook voorkomen dat onze school een bepaald probleem niet goed aan kan en dat een kind beter zal gedijen op de speciale school voor basisonderwijs (s.b.o.), of op een school die behoort tot een regionaal expertise centrum (bv. slechthorenden). Zie hoofdstuk 4.2.8 Afhankelijk van de mogelijkheden binnen een schooljaar wordt er gekeken of extra aandacht aan leerlingen in de klas door de groepsleerkracht moet worden verzorgd of dat er extra ruimte is voor een zorgleerkracht. 4.5 Begeleiding van kinderen naar het voortgezet onderwijs Samen (leerling, ouders en leerkracht) proberen we tot een goede schoolkeuze te komen. De school baseert het advies op basis van toets gegevens uit het leerlingvolgsysteem. Dit systeem bevat alle gegevens van de toetsen, die de leerlingen vanaf groep 1 gemaakt hebben. Een ander belangrijk instrument dat gebruikt wordt, is de plaatsingswijzer. In dit instrument worden alle toets gegevens ingevoerd vanaf groep 6, vervolgens is het meest passend type vervolgonderwijs af te lezen. Uiteraard wordt er ook gekeken naar het sociaal/emotioneel functioneren en de werkhouding en motivatie van de leerling. Centrale eindtoets Vanaf het huidige schooljaar is het voor alle scholen in Nederland verplicht om een eindtoets af te nemen. Deze eindtoets wordt afgenomen eind april. De eindtoets speelt in feite geen rol meer in het adviesproces. Naar aanleiding van alle gegevens en de bevindingen van de groepsleerkracht vinden er eind februari eindgesprekken plaats met de ouders. Begin maart moeten de ouders hun kind hebben ingeschreven bij een school voor voortgezet onderwijs. Voor onze school neemt de groepsleerkracht van groep 8 samen met de intern begeleider deze taak op zich in samenspraak met de ouders. Mochten de ouders, de leerkracht en de schooldirecteur niet tot overeenstemming komen omtrent de schoolkeuze, dan kan uw kind getest worden door stichting Compaz in Groningen. De kosten voor dit onderzoek zijn voor rekening van de ouders. De uitslag van deze toets is bindend. 21
4.6 Voorlichting aan ouders ten behoeve van de schoolkeuze van leerlingen in groep 8 Tijdens een ouderavond krijgt u informatie over het voortgezet onderwijs. Om tot een goede keuze te komen worden de leerlingen en hun ouders in de gelegenheid gesteld verschillende open dagen of informatieavonden bij te wonen. De data van deze dagen worden ook via de nieuwsbrief bekend gemaakt. In de gemeente Delfzijl wordt een voorlichtingsavond gehouden door alle scholen van het voortgezet onderwijs uit de omgeving. Deze avond vindt meestal in november plaats, de ouders van leerlingen uit groep 8 ontvangen hiervoor een uitnodiging. 4.7 De resultaten van ons onderwijs 4.7.1 Door en-uitstroomgegevens De uitstroom van de leerlingen van de groepen 8 van de afgelopen schooljaren: 22
4.7.2 De resultaten van de cito eindtoets 4.7.3 Onderwijsinspectie De onderwijsinspectie heeft de school op 08-09-2015 bezocht. Het onderzoek werd gedaan met een nieuw ontwikkeld kader en werd om die reden een pilot-onderzoek genoemd. Samenvatting van de belangrijkste oordelen: heeft haar kwaliteit op orde en de inspectie handhaaft het basisarrangement. De leerresultaten zijn ruim voldoende; Het team stemt het leerstofaanbod af op de behoeften van de leerlingen en heeft hierbij veel aandacht voor lezen en woordenschat; De school streeft naar zelfverantwoordelijkheid bij leerlingen; Leraren volgen de ontwikkeling van leerlingen intensief en bieden extra hulp als dit nodig is; De sfeer op school is prettig en ondersteunend voor leerlingen; Het team werkt aan de verdere verbetering aan de hand van een ambitieus jaarplan. Het complete inspectierapport met toelichting op de hieronder vermelde oordelen is beschikbaar via de website van de onderwijsinspectie en uiteraard in te zien op de school. Inspectierapport 08-09-2015 nr. Normindicatoren inspectie 1 2 3 4 5 1 Cognitieve eindresultaten * 2 Onderwijsproces 2.1 Aanbod 2.2 Zicht op ontwikkeling 2.3 Didactisch handelen 2.4 Ondersteuning 3 Schoolklimaat en veiligheid * * * * 3.1 Schoolklimaat * 3.2 Veiligheid * 4 Kwaliteitszorg en ambitie 4.1 Evaluatie en verbetering * 4.2 Kwaliteitscultuur * 4.3 Verantwoording en dialoog * 1 =slecht, 2 = onvoldoende, 3 = voldoende, 4 = goed, 5 = niet te beoordelen 23
5. De Leerkrachten 5.1 De taken van de leerkrachten Mevr. Jolanda Seubring lesgevende taak aan groep 1/2/3 Mevr. Jessica Oldenbeuving lesgevende taak aan groep 4/5 Mevr. Evelien Lamain lesgevende taak aan groep 6/7/8 Naast genoemde taken heeft iedere leerkracht de verantwoordelijkheid over meerdere schooltaken, bijvoorbeeld: organisatie diverse activiteiten, contactpersoon naar de ouderraad, lid van de medezeggenschapsraad, enz. Deze taken zijn benoemd in het taakbeleid van. Mvr. Wilma Pietersma is niet de hele week aanwezig op school. Bij haar afwezigheid is juf Jessica het eerste aanspreekpunt. 5.2 Scholing De leerkrachten op onze school realiseren zich hoe belangrijk nascholing is. Die nascholing kan voor het team als geheel zijn, dan wel individueel gericht. 5.3 Vervanging Indien een leerkracht ziek is komt er een vervanger. Geschikte vervangers zijn soms lastig te vinden. Het kan voorkomen dat er geen vervanger beschikbaar is. In dat geval worden de leerlingen verdeeld over de andere groepen. Het kan voorkomen dat de leerlingen vrij krijgen, omdat er geen vervanger beschikbaar is. De leerlingen worden nooit op de eerste ziektedag naar huis gestuurd. Het komt geregeld voor dat invalleerkrachten niet beschikken over een gymbevoegdheid. In deze gevallen zoeken we naar een passende oplossing of passen we de gymnastieklessen aan. 5.4 De inzet en begeleiding van stagiair(e)s Onze school stelt stageplaatsen beschikbaar voor studenten van de Hanzehogeschool in Groningen (pabo) en aan mbo scholen die de opleiding onderwijsassistent verzorgen. Ook studenten / leerlingen die hun sociale stage op een basisschool willen doorbrengen nemen wij aan. Wij geven bij het Stagebureau aan welke stageplaatsen we hebben. Het Stagebureau zorgt vervolgens voor de toewijzing van studenten aan de scholen. De stagiaires zijn op van tevoren vastgestelde dagen op school en worden door de leerkrachten gecoacht. Een oplisser (opleiden in de school) begeleidt de studenten tijdens de stageperiode en onderhoudt de contacten met de coaches. Dhr. Toto Kellner is als oplisser aan onze school verbonden. 24
6. De ouders 6.1 Het belang van betrokkenheid van de ouders Betrokkenheid van ouders bij het onderwijs van hun kind is voor ons een belangrijk gegeven. Betrokkenheid kan op vele manieren, zowel formeel als informeel. Formele betrokkenheid geldt voor ouders die zitting hebben genomen in de ouderraad (OR) of medezeggenschapsraad (MR). Beide raden worden hieronder nader toegelicht. Meer informele betrokkenheid is er voor de ouders die de school helpen met allerlei praktische zaken. 6.1.1 Ouderraad (OR) De ouderraad is een zelfstandig orgaan dat wordt gekozen uit en door ouders. Ieder jaar is er voor ouders de gelegenheid zich kandidaat te stellen en leden te kiezen tijdens de zakelijke ouderavond in september/ oktober. De leden van de ouderraad hebben als belangrijkste taken een bijdrage te leveren aan de positieve ontwikkeling van de school en de belangstelling voor en betrokkenheid van ouders bij school te bevorderen. Ook organiseert de ouderraad activiteiten, zoals evenementen voor en door de leerlingen, ouderavonden en vergaderingen. Deze worden betaald uit de ouderbijdragen (zie 6.3) De activiteiten voor dit schooljaar zijn o.a.: sinterklaas- en kerstviering (december), koolzaadtocht en geraniumactie (mei) en spelletjes dag (juni). 6.1.2 Medezeggenschapsraad (MR) De medezeggenschapsraad is een zelfstandig orgaan dat gedeeltelijk wordt gekozen uit en door ouders. Bij de MR (2 ouders en 2 personeelsleden) gaat het voornamelijk om beleidstaken. De MR heeft rekening te houden met de belangen van de verschillende geledingen die zij vertegenwoordigt, en zal daartussen een afweging moeten zien te maken om tot overeenstemming te komen. De leden van de oudergeleding van de MR worden gekozen door en uit ouders, en de leden van de personeelsgeleding van de MR worden gekozen door en uit personeelsleden. De leden worden voor een periode van twee jaar gekozen. Naast algemene bevoegdheden heeft de MR ook bijzondere bevoegdheden; bij veel aangelegenheden waarover het bestuur een besluit neemt, moet zij de MR vooraf, om instemming of advies vragen. De MR vergadert gemiddeld één keer in een periode van zes weken. 6.1.3 De Gemeenschappelijk Medezeggenschap Raad (GMR) Binnen Stichting Marenland is een Gemeenschappelijke Medezeggenschap Raad. Deze bestaat uit zes ouders en zes leerkrachten. De GMR leden hebben instemming en advies recht op onderdelen van het beleid van Stichting Marenland. De GMR vergadert ongeveer acht keer per jaar in Loppersum. 6.2 Informatie naar ouders 6.2.1 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school Het is de taak van de school ouders goed te informeren. Onze school gebruikt daarvoor verschillende middelen: de schoolgids aan het begin van het schooljaar (digitaal), informatieavonden, MijnSchool, de website en oudercontactmomenten (zie 4.2.3). 6.2.2 Spreekuur Onze school kent geen apart spreekuur. Heeft u vragen, maakt u dan even een afspraak met de leerkracht van uw kind voor een rustig moment als het u samen past. Voor een afspraak met de directeur geldt hetzelfde. 25
6.2.3 MijnSchool Op MijnSchool leest u informatie over lopende gebeurtenissen op school en voorbije of komende activiteiten. 6.2.4 Website Op de site van de school www.obsmeedhuizen.nl vindt u informatie over de school, en indrukken van activiteiten d.m.v. foto s. 6.2.5 Facebookpagina De school beschikt ook over een facebook pagina, deze pagina wordt beheerd door een leerkracht. Op deze pagina vindt u actuele foto s en berichten over evenementen of leuke gebeurtenissen op school. De facebook pagina is geen officieel communicatiemiddel, hiervoor gebruiken we MijnSchool. 6.2.6 Informatie aan gescheiden ouders Protocol informatieplicht gescheiden ouders Informatieplicht school Het team van hecht aan een optimale samenwerking met ouders en vindt het van groot belang dat in de gedeelde verantwoordelijkheid voor opleiding en opvoeding van de leerling alle benodigde informatie kan worden uitgewisseld. Op de school rust ook een wettelijke informatieplicht aan ouders. Onder informatie wordt in dit verband verstaan: alle relevante zaken betreffende de leerling en de schoolorganisatie zoals rapporten, nieuwsbrieven, voortgangsrapportages, de schoolgids en ouderavonden. Als beide ouders ouderlijk gezag hebben Indien beide ouders het ouderlijk gezag hebben wordt de informatie verstrekt aan beide ouders. Beide ouders dienen op het inschrijfformulier aan te geven via welk e-mailadres zij deze informatie wensen te ontvangen. Mocht, om welke reden dan ook, het e-mailadres van één van de ouders niet op het inschrijfformulier staan dan neemt deze zelf hierover contact op met de school. In verband met het waarborgen van de privacy van de leerling vraagt de school de betreffende ouder aan te tonen dat hij/zij ook belast is met het ouderlijk gezag. Vervolgens krijgt ook deze ouder de relevante informatie. In de praktijk betekent dit dat beide ouders toegang krijgen tot het ouderportaal; voor ouderavonden plannen we één gesprek per leerling. Hier wordt alleen van afgeweken als de school van mening is dat het belang van de leerling daarmee gediend is. Als één van de ouders het ouderlijk gezag heeft Indien één van de ouders het ouderlijk gezag heeft en de andere ouder niet, dan zal de school slechts de ouder die met het ouderlijk gezag is belast informeren. Op grond van de wet is de school echter verplicht om ook de ouder die niet belast is met de ouderlijke macht desgevraagd te informeren. De betreffende ouder dient hiervoor een schriftelijk verzoek (inclusief een kopie van zijn identiteitsbewijs) in te dienen bij de school. De school informeert vervolgens de ouder die belast is met het gezag over dit verzoek. De school zal daarna de niet met het ouderlijk gezag belaste ouder informeren, tenzij het belang van het kind zich tegen het verschaffen van de informatie verzet. Voorts is de school hiertoe niet verplicht indien dit blijkt uit een rechterlijk vonnis. Het rapport wordt éénmalig aan de leerling verstrekt en voor ouderavonden plannen we één gesprek per leerling. Hier wordt alleen van afgeweken als de school van mening is dat het belang van de leerling daarmee gediend is. Partner van een ouder met ouderlijk gezag Indien sprake is van de situatie dat een ouder een nieuwe relatie aangaat, dan zal de school geen informatie verschaffen aan de nieuwe partner van de ouder. Indien de ouder wenst dat de nieuwe partner samen met de ouder bij bijvoorbeeld rapport- of voortgangsgesprekken aanwezig is, dan zal in overleg worden bezien of en op welke wijze hieraan gehoor kan worden gegeven. De school zal in ieder geval geen informatie verschaffen aan de nieuwe partner zonder de aanwezigheid van de ouder en het informeren van de andere ouder met ouderlijk gezag. 26
6.3 Vrijwillige Ouderbijdrage 6.3.1 Vrijwillige bijdrage Het geld van de vrijwillige ouderbijdrage is in feite een spaarpot waaruit diverse activiteiten worden betaald, zoals het Sinterklaasfeest, Kerst, de spelletjes dag, de sportdagen, de feestelijke ouderavond, enz. De begroting kunt u jaarlijks op de zakelijke ouderavond inzien. De hoogte van de bijdrage wordt op de jaarlijkse zakelijke ouderavond vastgesteld. U wordt na de zakelijke ouderavond geïnformeerd over de hoogte van de bijdrage voor het lopende jaar. U kunt uw bijdrage storten op rekening nummer NL 43 RABO 0313 0033 43 6.3.2 Bijdrage schoolreizen Het geld voor de schoolreizen wordt apart betaald. De bijdrage voor de schoolreis mag niet verplicht worden gesteld. Het is voor de school echter onmogelijk een schoolreis te organiseren zonder een bijdrage van ouders. De bedragen voor de schoolreizen zijn dit jaar als volgt: Groep 1/2/3: tussen 20-30 Groep 4/5/6: tussen 20-30 Groep 7/8: tussen 75-85 U ontvangt na de jaarlijkse zakelijke ouderavond een overzicht met de exacte bedragen van de schoolreizen. U kunt de bedragen te zijner tijd storten op rekeningnummer: NL42RABO 0313 0216 94 t.n.v. schoolreis. Bij betalingsproblemen kunt u contact opnemen met de school. Ook wijzen we u op het "Stimuleringsfonds" van de gemeente Delfzijl. 6.4 Schoolverzekering voor leerlingen Het bestuur van Stichting Marenland heeft een WA verzekering afgesloten voor leerlingen, personeel en hulpouders. 6.4.1 Mobiele telefoons Leerlingen mogen onder schooltijd geen mobiele telefoons gebruiken. In noodgevallen zijn de leerlingen via het telefoonnummer van school bereikbaar. Indien een leerling om een bepaalde reden toch een mobiele telefoon mee naar school neemt, mag de leerling deze tot na schooltijd bij de leerkracht inleveren. 6.5 Verwijzing naar de onderwijsgids Het ministerie schrijft jaarlijks een onderwijsgids over het primair onderwijs. In die gids staat alles over een school kiezen, naar school gaan en op school leren. De gids kan gedownload worden van internet: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/brochures/2014/08/29/gids-basisonderwijs- 2014-2015.html 6.6 Klachtenprocedure en vertrouwenspersoon De meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en directie op een passende wijze worden afgehandeld. Indien dit niet gebeurt, of niet naar tevredenheid gebeurt, kunnen ouders en leerlingen een klacht indienen. De klachtenregeling bepaalt dat het bevoegd gezag op elke school een contactpersoon heeft benoemd; dat is voor onze school mevrouw Tanja Niemeyer. 27
De vertrouwenspersoon van Stichting Marenland is de algemeen directeur van Stichting Marenland, de heer Henderikse. Hij onderzoekt of er een serieuze poging is gedaan om het conflict op te lossen. Zo ja, dan speelt hij de klacht door naar de onafhankelijke klachtencommissie. Deze handelt de zaak verder af. Ook kunt u uw klacht rechtstreeks bij de Landelijke Klachten Commissie (LKC) indienen. De LKC onderzoekt de klacht en beoordeelt (na een hoorzitting) of deze gegrond is. De LKC brengt advies uit aan het schoolbestuur en kan aan haar advies aanbevelingen verbinden. Het schoolbestuur neemt over de afhandeling van de klacht en het opvolgen van de aanbevelingen de uiteindelijke beslissing. Voor klachten die betrekking hebben op seksuele intimidatie, discriminatie, geweld, psychisch geweld, pesterijen, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, extremisme,.. kunt u zich tijdens kantooruren wenden tot een vertrouwensinspecteur. 6.7 AVG Per 25 mei 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van toepassing. Dat betekent dat er vanaf die datum nog maar één privacywet geldt in de hele Europese Unie (EU). De Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) geldt dan niet meer. De AVG zorgt onder meer voor: Versterking en uitbreiding van privacyrechten Meer verantwoordelijkheden voor organisaties Het leerlingdossier bestaat uit twee componenten, de leerlingadministratie en het leerlingdossier: Leerlingadministratie Met de leerlingadministratie wordt voldaan aan de verplichtingen van artikel 6, lid 1 van het bekostigingsbesluit Wpo (wet op het primair onderwijs) tot het voeren van een overzichtelijke administratie van de inschrijving, de uitschrijving en het verzuim van de leerling. De administratie bevat persoonsgegevens, die vallen onder het Besluit gevoelige gegevens. Dit besluit geeft een aantal regels voor het opnemen van informatie over iemands geloof of levensovertuiging, ras en politieke gezindheid. In de leerlingadministratie komen een aantal van deze gegevens voor. Deze gegevens worden slechts met toestemming van de ouder(s) verstrekt aan derden. De bewaartermijn van deze gegevens is vastgelegd in het bekostigingsbesluit Wpo en is vastgesteld op vijf jaar. Na deze termijn worden de gegevens vernietigd. Leerlingdossier Het leerlingdossier bevat rapporten, uitslagen van toetsresultaten, gegevens uit het leerlingvolgsysteem, verslagen van gesprekken met ouders en afspraken die er over een leerling zijn gemaakt. De verwerking dient alleen voor de organisatie of het geven van onderwijs en de begeleiding van de leerling. Het onderwijs valt onder het Vrijstellingsbesluit. Hiermee is geregeld dat er meer gegevens dan enkel de persoonsgegevens mogen worden bewaard. Deze gegevens worden op deugdelijke wijze bewaard. Ook gegevens uit deze administratie worden slechts na toestemming van de ouders aan derden verstrekt. Inhoud van het leerlingdossier Volgens de Autoriteit Persoonsgegevens mag het leerlingdossier de volgende gegevens bevatten: gegevens over in- en uitschrijving gegevens over afwezigheid adresgegevens gegevens die nodig zijn om te berekenen hoeveel geld de school krijgt het onderwijskundig rapport gegevens over de gezondheid die nodig zijn voor speciale begeleiding of voorzieningen gegevens over de vorderingen en de resultaten van de leerling verslagen van gesprekken met de ouders de resultaten van eventueel psychologisch onderzoek De school mag de meeste gegevens nog 2 jaar bewaren nadat het kind van school is gegaan. De basisschool moet langer bewaren (conform de bepaling Wpo): gegevens over verzuim en in- en uitschrijving (5 jaar nadat de school uw kind heeft uitgeschreven); gegevens over een leerling die naar een school voor speciaal onderwijs is doorverwezen (3 jaar na vertrek van de leerling). 28
Adresgegevens van (oud-)leerlingen mag de school bewaren voor het organiseren van reünies. Ouders hebben recht tot inzage in al deze gegevens. Er wordt binnen de termijn van vier weken voldaan aan dit verzoek. Ook bestaat er kopierecht, dat wil zeggen dat ten behoeve van de ouders kopieën van de gegevens gemaakt mogen worden. De school mag hier een vergoeding voor vragen. Er bestaat daarnaast nog het recht tot corrigeren van de gegevens en verwijdering van de gegevens. Dit houdt in dat ouders het recht hebben op verbeteren, aanvullen, verwijderen, afschermen of op een andere manier ervoor te zorgen dat onjuiste gegevens niet langer gebruikt worden. Er is alleen een verplichting om dit ook daadwerkelijk te doen als er sprake is van feitelijk onjuiste, onvolledig of niet ter zake doende gegevens of gegevens die in strijd zijn met een voorschrift van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Ouders mogen het leerling-dossier niet meenemen buiten de school. 29