Nummer Directie Dienst BD2014-011113 directie middelen en control Voordracht voor de collegevergadering van 11 november 2014 Agendapunt A0 Tekst van openbare besluiten Onderwerp wordt gepubliceerd Beloningssystematiek topfunctionarissen en overgangsrecht Tekst van openbare besluiten Het college van burgemeester en wethouders besluit wordt gepubliceerd I. In te stemmen met: 1. een nieuwe beloningssystematiek voor topfunctionarissen: de topfunctionaris wordt beloond conform de functionele schaal (artikel 3.5 Nieuwe Rechtspositieregeling Amsterdam [NRGA]). Daarnaast kan op grond van artikel 3.17 lid 3 NRGA een persoonlijke toelage worden toegekend. Deze mogelijkheid is in artikel 3.17 NRGA verruimd door voor topfunctionarissen de persoonlijke toelage te verbinden aan prestatiebeloning 1, dat wil zeggen dat de topfunctionaris op basis van de behaalde prestaties gedurende een jaar een extra bedrag kan ontvangen bovenop het op grond van artikel 3.5 NRGA geldende salaris. 2. het laten vervallen van Hoofdstuk 24 van de NRGA. 3. een overgangsrecht functietoelage voor de eindverantwoordelijke topfunctionarissen en de daarmee gelijkgestelde functionarissen die onder hoofdstuk 24 NRGA vallen: bevriezing van de functietoelage gedurende 4 jaar en vervolgens afbouw in 3 jaar. 4. het toepassen van de nieuwe beloningssystematiek op de navolgende groep topfunctionarissen: stedelijk directeuren, rve-managers, directeuren bij Bestuur & Organisatie en stadsdeelsecretarissen. 5. de voorgestelde wijzingen in de NRGA (opgenomen in de bijlage). II. De nieuwe beloningssystematiek en het overgangsrecht in te laten gaan per 1 januari 2015. III. Tot geheimhouding van deze voordracht tot aan de momenten van voorlichting en communicatie. Bestuurlijke achtergrond Naar aanleiding van het besluit van het college van op 9 juli 2013 heeft de directie Middelen en Control in samenspraak met de directie Juridische Zaken een wijziging voorbereid met betrekking tot rechtspositionele aanpassingen van de NRGA ten aanzien van de beloningen van topfunctionarissen, inclusief een overgangsrecht voor degenen die op dit moment onder hoofdstuk 24 NRGA vallen. Het college van heeft over deze wijzigingen op 8 april 2014 een voorgenomen besluit genomen. De vakbonden hebben ingestemd met de voorgestelde wijzigingen in het voorbereidend overleg op 19 augustus 2014. De voorgenomen besluiten worden nu 1 De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) bepaalt dat het verstrekken van bonussen of variabele beloningen aan gemeentesecretaris en griffier niet is toegestaan. 1
ter definitieve vaststelling aan het college voorgelegd. Conform besluit d.d. 9 juli 2013 wordt het voorgenomen besluit met betrekking tot de afbakening van de totale doelgroep Management Development te zijner tijd ter instemming voorgelegd aan de COR. Onderbouwing besluit Ad 1. Een nieuwe beloningssystematiek voor topfunctionarissen, en Ad 2. Het laten vervallen van hoofdstuk 24 NRGA. Volgens het huidige hoofdstuk 24 NRGA zijn er prestatie afhankelijke arbeidsvoorwaarden. Dit betreffen de (structurele) functietoelage oplopend tot 16% boven het maximum van de salarisschaal, én een persoonlijke toelage die jaarlijks kan worden toegekend. Deze persoonlijke toelage kan oplopen tot 20% van de som van het laatst geldende jaarsalaris, de vakantie-uitkering, de eindejaarsuitkering en de functietoelage. In de nieuwe beloningssystematiek voor topfunctionarissen is rekening gehouden met zo min mogelijk uitzonderingen op de NRGA wat betreft arbeidsvoorwaarden voor de top, de bezuinigingsopgave van de stad, en de maatregel versobering arbeidsvoorwaarden in het bijzonder. Nieuwe beloningssystematiek: de topfunctionaris wordt beloond conform de functionele schaal (artikel 3.5 NRGA). Daarnaast kan op grond van artikel 3.17 lid 3 NRGA een persoonlijke toelage worden toegekend. Deze mogelijkheid is in artikel 3.17 NRGA verruimd door voor topfunctionarissen de persoonlijke toelage te verbinden aan prestatiebeloning, dat wil zeggen dat de topfunctionaris op basis van de behaalde prestaties gedurende een jaar een extra bedrag kan ontvangen bovenop het op grond van artikel 3.5 NRGA geldende salaris. De incidentele, persoonlijke toelage is te onderscheiden in 2,5%, 5%, 7,5% en 10%. Uitgangspunt is dat de persoonlijke toelage alleen kan worden toegekend bij een goede beoordeling van het functioneren, waarbij het percentage stijgt naarmate de prestaties beter zijn beoordeeld. Deze toelage geldt voor een jaar en wordt elk jaar weer opnieuw bekeken. Bij een goede beoordeling kan de toelage in principe opnieuw worden toegekend, bij een minder goede beoordeling wordt de toeslag niet opnieuw, dan wel voor een lager percentage toegekend. In beleid zal nader worden uitgewerkt welke prestaties kunnen worden verbonden aan welke prestatiebeloningen. Redenen om naast het op grond van artikel 3.5 NRGA geldende salaris voor topfunctionarissen ook een dergelijke beloningscomponent voor te stellen zijn: Sturen op resultaat is een belangrijk aspect in de gemeentelijke organisatie met als doel de beste prestaties te bereiken. Prestatiebeloning kan een prikkel zijn om tot betere prestaties te komen. De stedelijk directeuren, rve-managers, directeuren bij Bestuur en Organisatie en stadsdeelsecretarissen hebben een voortrekkersrol als het gaat om de resultaatgerichtheid van de stad. Het huidige hoofdstuk 24 NRGA kent voor eindverantwoordelijke topfunctionarissen al een prestatiebeloning. Echter, deze bezoldigingsbestanddelen zijn royaal en worden structureel toegepast. De incidentele, prestatiegebonden toelage in de nieuwe beloningssystematiek is op een soberder leest geschoeid (maximaal 10%) dan de huidige en kan jaarlijks toegekend worden, maar wordt nadrukkelijk afhankelijk gesteld van de individueel 2
geleverde prestaties. Daarnaast zijn er andere overwegingen om naast het basissalaris de mogelijkheid tot een extra beloningscomponent te bieden. Er heeft een benchmark van de beloningen van topfunctionarissen bij het Rijk en de G4 plaatsgevonden. Op basis van de verkregen informatie laten de specifieke regelingen van de verschillende gemeenten en het Rijk zich niet 1 op 1 met elkaar vergelijken. Wel is de indicatie dat de beloningen in Rotterdam en het Rijk vooralsnog ruimhartiger zijn dan de nieuwe, versoberde beloningssystematiek in Amsterdam. Door het afschaffen van de functietoelage en persoonlijke toelage resp. artikel 24.13 en 24.14 NRGA zal het salaris van topfunctionarissen in de schalen 16 t/m 19 lager zijn dan nu het geval is. Vanuit het perspectief van de arbeidsmarktsituatie is het niet wenselijk dat Amsterdam zich uit de markt prijst. Met het oog op harmonisering van de beloning van topfunctionarissen binnen de G4 en het Rijk, en het voornemen van het Rijk om haar beloningsbeleid te versoberen, heeft het college de intentie uitgesproken op termijn aansluiting te zoeken bij het beloningsbeleid van het Rijk. Het voorstel van een prestatiebeloning sluit aan op de voorstellen die zijn opgenomen in het akkoord CAO-gemeenten 2013-2015. Ad 3. Een overgangsrecht functietoelage voor de eindverantwoordelijke topfunctionarissen en de daarmee gelijkgestelde functionarissen die onder hoofdstuk 24 NRGA vallen. Het invoeren van een nieuwe beloningssystematiek en het gewijzigde mobiliteitsbeleid voor topfunctionarissen betekent dat hoofdstuk 24 NRGA komt te vervallen. In hoofdstuk 24 NRGA is ten aanzien van de beloning van de eindverantwoordelijke topfunctionarissen (dat zijn de hoofden van een diensttak, directeuren van de bestuursdienst, stadsdeelsecretarissen en functionarissen met een eindverantwoordelijke status) onder andere het volgende geregeld: 1. De aanspraak op een functietoelage (maximaal 16% van het salaris) bestaat uitsluitend voor de duur van het vervullen van de eindverantwoordelijke topfunctie. Dit betekent dat de aanspraak op een functietoelage komt te vervallen op het moment dat de eindverantwoordelijke topfunctie niet langer wordt vervuld (artikel 24.13 lid 4 NRGA). 2. Na het bereiken van het maximum van de functietoelage kan aan de topfunctionaris een persoonlijke toelage (maximaal 20% van de som van het salaris, de vakantie-uitkering, de eindejaarsuitkering en de functietoelage) worden toegekend, maar die toelage moet jaarlijks worden toegekend en vervalt dus automatisch aan het eind van dat jaar (artikel 24.14 lid 2 NRGA). 3. Op grond van artikel 3.40 lid 1 NRGA (algemene bepalingen over de garantietoeslag) geldt er voor de functietoelage bedoeld in artikel 24.13 NRGA geen afbouwregeling. Uit bovenstaande blijkt dat de eindverantwoordelijke topfunctionaris volgens de NRGA formeel geen recht meer heeft op een functietoelage of een persoonlijke toelage als de eindverantwoordelijke topfunctie niet langer wordt vervuld. In dat geval bestaat ook geen recht op een afbouw. Echter, in afwijking van de NRGA is het binnen de gemeente Amsterdam al jaren beleid om de functietoelage te bevriezen en door te betalen als de topfunctie niet langer wordt vervuld. Die praktijk is te zien als bestendig bestuursgebruik. Omdat er sprake is van een wijziging van dit beleid zijn de voorstellen ter instemming aan de 3
bonden voorgelegd en de betreffende medewerkers geïnformeerd over de beleidswijziging. In de praktijk heeft de functietoelage een blijvend structureel karakter gekregen. Naar vaste jurisprudentie brengt het rechtszekerheidsbeginsel mee dat bij intrekking van een toelage die een substantieel deel van het inkomen van de medewerker uitmaakt, een afbouwregeling moet worden getroffen teneinde de betreffende medewerker te laten wennen aan zijn nieuwe inkomenssituatie. Vanuit dit oogpunt heeft het college van een voorgenomen besluit genomen over een overgangsregeling voor de wegvallende functietoelage: de eindverantwoordelijke topfunctionaris of daarmee gelijk te stellen functionaris heeft gedurende 4 jaar recht op een volledige garantietoeslag ter hoogte van de functietoelage. Na de periode van vier jaar wordt aansluitend bij artikel 3.42 lid 2 en 3 NRGA de garantietoeslag met drie jaar afgebouwd, van 75% in het eerste jaar, 50% in het tweede jaar tot 25% in het derde jaar. Het beëindigen van een functietoelage is juridisch gezien niet mogelijk als de toelage voorafgaande of tijdens de benoeming als eindverantwoordelijke topfunctionaris ongeclausuleerd en zonder vermelding van de mogelijkheid van intrekking in het vooruitzicht is gesteld. In dat geval dient de functietoelage te worden aangemerkt als een individueel overeengekomen arbeidsvoorwaarde en mag de medewerker er behoudens zeer bijzondere omstandigheden op vertrouwen dat er tot het einde van het dienstverband aanspraak zal bestaan op die toelage. Per medewerker zal worden bezien óf er ongeclausuleerde, ondubbelzinnige en bevoegdelijk gedane toezeggingen zijn gedaan over de aanspraak op een functietoelage, alvorens tot beëindigen van die toelage over te gaan. Nadrukkelijk wordt opgemerkt dat voor de topfunctionarissen waarop het overgangsrecht van toepassing is een anticumulatie bepaling geldt. Dat wil zeggen dat de prestatiebeloning en de bedragen verband houdend met het overgangsrecht verrekend worden. Ad 4. Het toepassen van de nieuwe beloningssystematiek op de navolgende groep topfunctionarissen: stedelijk directeuren, rve-managers, directeuren bij Bestuur & Organisatie en stadsdeelsecretarissen. De huidige beloningssystematiek conform hoofdstuk 24 NRGA kent een onderscheid tussen topfunctionarissen en eindverantwoordelijke topfunctionarissen. In het aangepaste mobiliteitsbeleid voor topfunctionarissen vervalt dit onderscheid en wordt er gesproken over topfunctionarissen. Het aangepaste mobiliteitsbeleid topfunctionarissen betreft ook het prestatiemanagement. Het voorgenomen besluit is de nieuwe beloningssystematiek toe te passen op de topfunctionarissen stedelijk directeuren, rve-managers, directeuren bij Bestuur & Organisatie en de stadsdeelsecretarissen in de nieuwe organisatie. Ad 5. De voorgestelde wijzingen in de NRGA. De nieuwe beloningssystematiek en het laten vervallen van hoofdstuk 24 maken rechtspositionele aanpassingen van de NRGA noodzakelijk. Voorstellen voor deze wijzigingen zijn opgenomen in de bijlage: Wijziging Nieuwe Rechtspositieregeling (NRGA) i.v.m. vervallen hoofdstuk 24 Topfuncties. 4
Ad II. De nieuwe beloningssystematiek en het overgangsrecht functietoelage in te laten gaan per 1 januari 2015. De topfunctionaris wordt vanaf 1 januari 2015 beloond conform de functionele schaal (artikel 3.5 NRGA). De topfunctionaris die tot 1 januari 2015 op grond van de tot die datum geldende regeling een functietoelage ontving, komt in aanmerking voor het overgangsrecht functietoelage. Uitkomsten advies Binnen de gemeente Buiten de gemeente Directie Juridische Zaken is akkoord. De vakbonden hebben op 19 augustus 2014 ingestemd met de nieuwe beloningssystematiek voor topfunctionarissen. Uitkomsten inspraak en/of maatschappelijk overleg Behandeling in raadscommissie Datum van behandeling in gemeenteraad Financiële paragraaf Grondexploitatie: Ja/Nee Totale omvang krediet: Financiële dekking: Investering: Ja/Nee Totale omvang krediet: Afschrijvingstermijn: Gebruikt rentepercentage: % Looptijd krediet: Is de regeling kredieten van toepassing: Ja/Nee Regeling Risicovolle Projecten van toepassing: Ja/Nee Zijn er risico s en zo ja, hoe worden deze beheerst? Omvang aangevraagd krediet (excl BTW) Financiële gevolgen Jaar T T+1 T+2 T+3 T+4 Volgnummer Kapitaallasten Overige exploitatielasten Baten Saldo ten laste van de algemene middelen Waarvan nog niet gedekt Toelichting 5
Agendapunt A0 Burgemeester en Wethouders Geheimhouding Gelet op de gevoeligheid van de beslispunten is geheimhouding tot aan de momenten van voorlichting en communicatie wenselijk. Voorlichting en communicatie Binnen de gemeente Het Instituut van Directeuren is in kennis gesteld van het voorgenomen besluit over de nieuwe beloningssystematiek en kan zich vinden in de nieuwe beloningssystematiek. Na een definitief besluit door het college van zullen de topfunctionarissen individueel geïnformeerd worden over de nieuwe beloningssystematiek en de consequenties voor hen. Opnemen in besluitenlijst, P&O nieuwsbrief en de NRGA-website Buiten de gemeente Meegestuurd Ter inzage gelegd Stukken Wijziging Nieuwe Rechtspositieregeling (NRGA) i.v.m. vervallen hoofdstuk 24 Topfuncties. Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Famke Schiff, tel. 020 552 2158, f.schiff@amsterdam.nl Besluit college van burgemeester en wethouders 6