Openbaar advies voor beslissing B en W

Transcriptie

1 Openbaar advies voor beslissing B en W Sector Middelen Afdeling Personeel en organisatie registratienummer: Naam: Chris Bos, toestelnummer: 831 paraaf chef/hoofd sector paraaf sectorcontroller medeparaaf: -- Portefeuillehouder: L.D. Wesenhagen - - Raadscommissie: - - Commissie Milieu c.a. Maassluis: 20 augustus 2001 Eerder over dit onderwerp uitgebrachte rapportages Laatste wijziging GAR advies d.d. 28 november 2000 Inhoud van dit voorstel De afgelopen periode is een aantal circulaires ontvangen van het landelijk overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA) welke leiden tot wijziging van de gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling. De wijzigingen vloeien voort uit het arbeidsvoorwaardenakkoord Onderstaand een beknopt overzicht van de inhoud van de betreffende circulaires. Circulaire van het LOGA d.d , nr. CvA In deze brief wordt u geïnformeerd over de invoering van een tijdelijke toeslag op vanaf 1 januari 2001 nieuw ingaande uitkeringen (Aanvullingen werkgever) in het kader van de FPUgemeenten. De invoering van deze tijdelijke toeslag op de Aanvulling werkgever hangt samen met de afschaffing van de overhevelingstoeslag (OHT) als gevolg van de Wet brutering overhevelingstoeslag (Wet BOL) op diezelfde datum. De tijdelijke toeslag op de Aanvulling werkgever, die als compensatie dient voor de afschaffing van de OHT, wordt opgenomen in de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR). De brutering op grond van de Wet BOL heeft niet alleen gevolgen voor de salarissen, maar ook voor de pensioenen en uitkeringen in het kader van de FPU. Net als de salarissen worden ook de reeds vóór 1 januari 2001 ingegane pensioenen verhoogd/gebruteerd om te voorkomen dat de betrokkenen inkomensverlies lijden, als gevolg van de afschaffing van de OHT. Door de bruteringsoperatie in het kader van de Wet BOL stijgen de brutolonen van de werknemers. In principe heeft dit ook gevolgen voor het pensioenstelsel. Immers, de brutolonen vormen zowel uitgangspunt voor de premieheffing als ook voor de pensioenuitkering. Hierdoor zouden de werknemers enerzijds meer premie moeten gaan betalen, maar anderzijds ook een hogere pensioenuitkering ontvangen. Met name dit laatste heeft, door het feit dat het ABP een eindloonstelsel kent, vergaande financiële consequenties. Dit is een onbedoeld effect van de Wet BOL. Om de sociale partners de tijd te geven om een adequate oplossing te zoeken voor dit effect is in een paraplubepaling in de Wet BOL vastgelegd dat vanaf 1 januari 2001 gedurende een periode van vier jaar, tot 1 januari 2005, zowel de grondslag voor de premieheffing als ook de grondslag voor nieuw ingaande pensioenen worden gedebruteerd. Met deze debrutering dan wel verlaging van de grondslagen wordt het effect van de brutering ongedaan gemaakt. Echter, deze debrutering heeft negatieve consequenties voor de pensioenen en FPU- Advies B en W 500 Wijziging Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling.doc

2 uitkeringen die ingaan vanaf 1 januari Immers, enerzijds wordt over deze pensioenen en FPU-uitkeringen geen OHT verstrekt, maar anderzijds worden de betrokkenen hiervoor niet gecompenseerd, omdat het effect van de brutering, in ieder geval tot 1 januari 2005, teniet wordt gedaan door de debrutering. Feitelijk geniet daardoor degene die op of na 1 januari 2001 een pensioen of een FPU-uitkering wordt toegekend een lager inkomen dan hij gehad zou hebben indien hem nog voor deze datum een pensioen of FPU-uitkering zou zijn toegekend. De sociale partners verenigd in de Pensioenkamer van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid hebben besloten om het genoemd effect van de debrutering dat rechtstreeks voortvloeit uit de Wet BOL, ongedaan te maken. Besloten is om degenen die op of na 1 januari 2001 recht krijgen op een pensioen of FPU-uitkering te compenseren door middel van een tijdelijke toeslag. Deze toeslag wordt toegekend tot uiterlijk 1 januari 2005, wanneer de eerder genoemde paraplubepaling afloopt. De hoogte van de tijdelijke toeslag bedraagt 1,9% met een maximum van f 1.745,--. Hiermee wordt het effect van de afschaffing van de OHT voor bovengenoemde groep teniet gedaan. De afspraak die in de Pensioenkamer is gemaakt voor de verlening van een tijdelijke toeslag is voor degenen die vanaf 1 januari 2001 een uitkering gaan genieten in het kader van de FPU Gemeenten niet geheel afdoende. De afspraak is immers alleen van toepassing op de FPUuitkering zoals die is geregeld in het Pensioenreglement en het FPU-reglement. Zij heeft geen betrekking op de Aanvulling werkgever zoals die in het kader van de FPU Gemeenten wordt verstrekt. De FPU Gemeenten is immers een regeling van de sector Gemeenten. Aanvullend zijn de partijen in het LOGA daarom overeengekomen om de ambtenaren die op of na 1 januari 2001 een uitkering krijgen in het kader van de FPU Gemeenten te compenseren. Dit is wenselijk omdat de Aanvulling werkgever net zoals de FPU-uitkering is gebaseerd op de, gedebruteerde, pensioengrondslag, terwijl anderzijds de OHT vervalt. De compensatie heeft de vorm van een tijdelijke toeslag op de Aanvulling werkgever. Zij bedraagt 1,9% van deze Aanvulling werkgever met een maximum van f 1.745,--. Om te voorkomen dat overcompensatie optreedt, is overeengekomen dat de toeslagen die in het kader van de FPUuitkering en de Aanvulling werkgever worden betaald, tezamen nooit meer kunnen bedragen dan f 1.745,--. De tijdelijke toeslag zoals die in de CAR wordt vastgelegd, komt ten laste van de werkgever. Zij leidt overigens niet tot extra kosten voor de werkgever daar de werkgever met ingang van 1 januari 2001 over de Aanvulling werkgever geen OHT meer hoeft te betalen. Circulaire van het LOGA d.d , nr. CvA In het arbeidsvoorwaardenakkoord is afgesproken om de bepalingen van de Wet aanpassing arbeidsduur onderdeel te maken van de rechtspositieregeling. Dit betekent dat het voor werknemers mogelijk wordt om een verzoek in te dienen voor meer of minder uren werken binnen de huidige functie. De werkgever kan een verzoek afwijzen op basis van zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. Er is een aanvullende bepaling opgenomen inhoudende dat de werkgever kan afwijken van het verzoek om de arbeidsduur uit te breiden voor personen die werkzaam zijn in het kader van het Besluit in- en doorstroombanen, indien instemming met het verzoek ertoe zou leiden dat de subsidie voor die persoon verloren gaat. Circulaire van het LOGA d.d , nr. CvA In het arbeidsvoorwaardenakkoord is afgesproken een tijdelijke uitbreiding van de formele arbeidsduur mogelijk te maken. De mogelijkheid om een uitbreiding overeen te komen, geldt alleen gedurende de looptijd van dit arbeidsvoorwaardenakkoord, dus tot 1 februari Daarbij speelt de krapte op de arbeidsmarkt een belangrijke rol. LOGA-partijen gaan ervan uit, dat gemeenten de uitbreidingsmogelijkheid slechts als tijdelijk middel in zullen zetten en door een actief Advies B en W 360 Wijziging Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling 2

3 arbeidsmarktbeleid zullen trachten alle vacatures op de reguliere manier te vervullen. In artikel 2:6 vierde lid wordt aangegeven onder welke voorwaarden een tijdelijke uitbreiding van de formele arbeidsduur van 36 uur naar gemiddeld 40 uur per week mogelijk wordt. In de commissie voor Georganiseerd Overleg moet overeenstemming worden bereikt over de aanwijzing van de (groepen) functies. Circulaire van het LOGA d.d , nr. CvA In het arbeidsvoorwaardenakkoord is afgesproken de mogelijkheid om in bijzondere gevallen van onderdelen van de arbeidsvoorwaardenregeling af te wijken, enigszins uit te breiden. In artikel 1:6 wordt aangegeven in welke gevallen en onder welke voorwaarden afwijking van de daar genoemde onderdelen van de rechtspositieregeling mogelijk wordt. LOGA-partijen hebben zich voorgenomen om de gemeenten binnenkort enkele voorbeelden aan te bieden waaruit een keuze kan worden gemaakt. Behalve voor hogere functies kan ook voor projectmedewerkers en andere tijdelijke functionarissen de algemene vrijstelling worden toegepast, onder de vastgelegde procedurele voorwaarden. Behalve van de salaristabel kan ook van de beperkte ontslaggronden uit hoofdstuk 8 en van de bovenwettelijke uitkeringen ex hoofdstuk 10a worden afgeweken. Afwijkingen dienen bij de aanstelling te worden vastgelegd. Daarnaast dienen de criteria op grond waarvan de te verrichten prestatie wordt beoordeeld en de voorwaarden waaronder te worden vastgelegd. Circulaire van het LOGA d.d , nr. CvA In het arbeidsvoorwaardenakkoord is afgesproken om in de rechtspositie de mogelijkheid te scheppen om iemand van 65 jaar of ouder een nieuw dienstverband aan te bieden. Dit leidt tot toevoeging van artikel 2:7. De bepaling met betrekking tot het beëindigen van de aanstelling is opgenomen in hoofdstuk 8. Bij de vormgeving van de beëindiging van de aanstelling ex artikel 2:7 is geconstateerd dat de reeds bestaande mogelijkheid tot voortzetten van de aanstelling bij 65-jarige leeftijd in een UWO-artikel is neergelegd (artikel 8:2:1), terwijl deze het karakter moet hebben van CARniveau. De aanwijzingen voor de regelgeving wijzen uit dat een uitzonderingsbepaling op hetzelfde niveau geregeld moet zijn als de hoofdbepaling. Dit heeft geleid tot een aanpassing van artikel 8:2 (toevoeging van een tweede lid). Dezelfde constatering deed zich voor ten aanzien van de beëindiging van de voortgezette aanstelling. Op grond van de aanwijzingen voor de regelgeving is de beëindiging van beide vormen van aanstelling nu geregeld in het nieuwe artikel 8:2a. Artikel 8:2:1 is daardoor komen te vervallen. LOGA-partijen hebben afgesproken om de werking van het nieuwe artikel 2:7 wat betreft gebruik en effecten te monitoren. Na twee jaar volgt een evaluatie en wordt de regeling zo nodig herzien. Circulaire van het LOGA d.d , nr. CvA In deze circulaire wordt de afspraak uit het arbeidsvoorwaardenakkoord om regelingen te treffen met betrekking tot de combinatie van arbeid en zorg nader uitgewerkt. Deze hebben betrekking op calamiteitenverlof, kort- en langdurend zorgverlof, adoptieverlof en kinderopvang. Bijgaande aanpassing van de UWO geeft invulling aan deze afspraak voorzover het de verlofvormen betreft. Over kinderopvang is afgesproken om eerst door middel van onderzoek de kennis te vergroten over de inhoud van bestaande regelingen en de toepassing daarvan in de praktijk. Advies B en W 360 Wijziging Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling 3

4 De verwachting is dat binnenkort een wettelijke regeling rond arbeid en zorg van kracht wordt. Afgesproken is dat zodra die regeling van kracht wordt, de in het akkoord gemaakte afspraken daaraan getoetst zullen worden. Circulaire van het LOGA d.d , nr. CvA In deze circulaire worden enige onvolkomenheden in de CAR-UWO hersteld. Juridische consequenties Aangezien de wijziging zowel zogenaamde CAR als UWO bepalingen betreffen behoeft overleg met de commissie voor georganiseerd Overleg plaats te vinden voor wat betreft de UWO bepalingen. Gelet op het karakter van de aanpassingen, wordt echter geadviseerd de commissie voor Georganiseerd Overleg voor te stellen het overleg schriftelijk af te doen. Voor zover de wijziging de CAR-bepalingen betreffen, behoeft geen overleg met de commissie voor Georganiseerd Overleg plaats te vinden, maar kan worden volstaan met een mededeling aan de commissie. Gezien het feit, dat sprake is van landelijk overeengekomen afspraken behoeft deze wijziging ingevolge het bepaalde in artikel 27, 3 e lid van de Wet op de Ondernemingsraden geen instemming van de Ondernemingsraad. Ambtelijk advies aan B en W: Registratienummer: Het college besluit: (ambtelijk advies) 1. onder voorbehoud van overleg met het Georganiseerd Overleg in te stemmen met de wijziging van de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling per 1 januari 2001 in verband met: de invoering van een tijdelijke toeslag op uitkeringen ten laste van de gemeente als gevolg van de afschaffing Overhevelingstoeslag; afwijking van de Wet aanpassing arbeidsduur; tijdelijke uitbreiding formele arbeidsduur; afwijking arbeidsvoorwaardentegeling in bijzondere gevallen; nieuw dienstverband na het bereiken van de 65 jarige leeftijd; calamiteitenverlof; herstel enige onvolkomenheden. 2. de wijzigingen schriftelijk voor te leggen aan het Georganiseerd Overleg. BESLUIT burgemeester en wethouders d.d. 11 september 2001 Conform het ambtelijk advies Bestuurssamenvatting Registratienummer: Het college heeft besloten, onder voorbehoud van overleg met het Georganiseerd Overleg, tot wijziging van de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling per 1 januari 2001 met betrekking tot: 1. in te stemmen met de wijziging van de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling per 1 januari 2001 in verband met: de invoering van een tijdelijke toeslag op uitkeringen ten laste van de gemeente als gevolg van de afschaffing Overhevelingstoeslag; afwijking van de Wet aanpassing arbeidsduur; tijdelijke uitbreiding formele arbeidsduur; afwijking arbeidsvoorwaardentegeling in bijzondere gevallen; Advies B en W 360 Wijziging Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling 4

5 nieuw dienstverband na het bereiken van de 65 jarige leeftijd; calamiteitenverlof; herstel enige onvolkomenheden. Verdere planning besluitvorming: geen verdere besluitvorming In raadsvergadering d.d. door middel van --: =================================================================== == Advies commissie -- d.d. : Advies commissie -- d.d. : Besluit gemeenteraad d.d. : Advies B en W 360 Wijziging Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling 5